maandag 29 februari 2016

The Monkees

The Monkees was een Amerikaanse popband die furore maakte in de jaren zestig met de gelijknamige televisieshow.
De TV reeks verscheen op 12 september 1966 voor het eerst op de Amerikaanse televisie en werd gedurende twee seizoenen uitgezonden door de NBC, de laatste aflevering was op 19 augustus 1968.
In Nederland was de serie in 1966 bij de AVRO te zien.The Monkees werden in de jaren zestig gezien als het Amerikaanse antwoord op de Beatles.
De band werd in 1966 opgericht en begon als een televisieserie over de belevenissen van een fictieve popgroep.
De show was een knipoog naar de film “A Hard Day’s Night” van de Beatles.
De serie werd enorm populair, waarna The Monkees besloten als popgroep door te gaan.
The Monkees bestond uit Davy Jones de uit Micky Dolenz, Michael Nesmith en Peter Tork, ze hadden een wereldwijde doorbraak met hits als “Daydream Believer” en “I’m a Believer”.
De band stond bekend om zijn smetteloze uiterlijk.
Rond 1970 viel de band door onderlinge ruzies uit elkaar.
Zanger van de The Monkees was Davy (David) Jones, hij was een Engelse jongen die in de Verenigde Staten woonden en reeds een album gemaakt had dat volledig op de Amerikaanse markt was gericht, hij was precies geschikt als het ‘gezicht’ van The Monkees.
In een ziekenhuis in Florida overleed op 29 februari 2012, Davy Jones, de leadzanger van de band The Monkees, op 66-jarige leeftijd overleden.
Hij stierf in zijn slaap aan een hartstilstand.
Jones werd in 1945 geboren in de Britse stad Manchester en op jonge leeftijd maakte hij zijn acteerdebuut.
Hij speelde onder meer in de soapserie Coronation Street en met de musical Oliver stond hij op Broadway in New York.
De dood van Davy Jones heeft een einde gemaakt aan de kans op een toekomstige hereniging van de volledige line-up van the Monkees.
Tot de dood Jones waren the Monkees nog een van de weinige overgebleven grote popgroepen uit de jaren 1960 met al haar leden nog in leven.

zaterdag 27 februari 2016

Notenschrift

Sommige dingen zijn zo vanzelfsprekend dat het nauwelijks bij je opkomt dat het ooit door iemand bedacht is. Neem nu het notenschrift. Zonder een manier om muziek te noteren zouden musici alles uit het hoofd moesten leren en dat is nogal tijdrovend. Al in de negende eeuw stonden er boven stichtelijk liedteksten zogeheten 'neumen', symbooltjes die aangaven hoe een lied enigszins gezongen moest worden. Zo van: en hier omhoog en deze klemtoon ongeveer vijf seconden aanhouden.


Dat kan een stuk efficiënter, vond de Benedictijnse monnik Guide van Arezzo (circa 990-1050). Hij nam de neumen als uitgangspunt en ontwikkelde een eigen notatiesysteen. Hij trok twee lijnen en plaatste daar de neumen op en tussen. Op deze manier zag je precies hoe de melodie gezongen moest worden. Handig! Muziek bestond in die tijd uit hooguit zes noten en Van Arezzo besloot ze allemaal een naam te geven. Hij liet zich inspireren door de Johanneshymne, een gedicht over Johannes de Doper: UT queant laxis / REsonare fibris / MIra gestorum / FAmuli tuorum / SOlve pollutis / LAbii reatum / sancte ioannes. (Oftewel: opdat met ongedwongen stemgeluid uw dienaren uw wondere daden kunnen bezingen, neem weg de zonde die de lippen bezoedelt.) Bij iedere regel ging de melodie een toon omhoog, dus vandaar ut, re, mi, fa, so, la.



Jaren later veranderde de Italiaanse componist Buononcini 'ut' in 'do' – simpelweg omdat hij dat leuker vond. En nog weer later werd de zevende toon 'si' toegevoegd, afgeleid van de laatste regel 'sancte ioannes'. Van Arezzo was zo in zijn nopjes met zijn vondst dat hij besloot om diverse grote Italiaanse kloosters van zijn systeem op de hoogte brengen. En op deze manier verspreidde het notenschrift zich over de rest van Europa.

woensdag 24 februari 2016

De geschiedenis van de mp3 (1995-2015) (deel 1)


In 1995 zag de mp3 het levenslicht, maar niemand die er 20 jaar geleden bij stilstond dat een boring computerbestand de volledige muziekwereld op zijn kop zou zetten. De mp3 is immers niet gemaakt met piraterij als doel, maar er zat evenmin een slim plan achter om het te gebruiken voor de online verkoop van muziek. Het was een ongeleid projectiel en de geschiedenis van de mp3 kent zoveel onvoorspelbare wendingen, klein en groot, dat het bijna op een soap lijkt. Niet met Zatte Rita of Frank Bomans in de hoofdrol, maar wel met onverwachte spelers zoals de 19-jarige Shawn Fanning die vanuit zijn slaapkamer Napster lanceerde en Steve Jobs die Apple van underdog in de computerwereld naar het meest waardevol merk ter wereld katapulteerde dankzij iTunes en de iPod. Hoe rock’n’roll de doortocht van de mp3 in muziekland ook zou worden, zo onopmerkelijk is eigenlijk het eerste hoofdstuk in de geschiedenis van het digitale muziekbestand. Voor de start van het mp3-verhaal moeten we naar een laboratorium in Erlangen, een slaapstad in het Duitse Beieren.

MADE IN GERMANY

De geboorte van een fenomeen: op 14 juli 1995 kreeg de mp3 officieel de naam mp3.
De ontwikkeling van de mp3 is geen glamoureus Silicon Valley-verhaal. Het zijn enkele Duitse ingenieurs met erg Duitse namen als Heinz, Ernst en Jürgen die zich de vaders van de mp3 mogen noemen. Hun onderzoek onder leiding van Karlheinz Brandenburg naar digitale muziek was puur academisch en ze hielden geen rekening met wat de mp3 zou betekenen voor muzikant, platenfirma of muziekliefhebber. Ze bogen zich enkel over de vraag of het technisch mogelijk was om geluid te delen via een dataverbinding. In de eerste helft van de jaren negentig was het internet immers zo traag dat zelfs het bekijken van foto’s van naakte vrouwen niet de moeite was omdat het een paar minuten duurde voor de navelstreek eindelijk was ingeladen. De jaren ’90 was ook het tijdperk van de compact disc en de hoogstaande audiokwaliteit van de cd zorgde ervoor dat een gemiddeld nummer al snel 30 tot 40 Mb telde. Die bestandsgrootte in combinatie met de traagheid van het internet zorgde ervoor dat het online doorsturen van muziek zo goed als onmogelijk was.

HONEY, I SHRUNK THE MUSIC

De grote onderzoeksvraag van Karlheinz & co was dus hoe ze de bestandsgrootte van een liedje drastisch konden verkleinen zonder te raken aan de kwaliteit ervan. De oplossing van dat vraagstuk kwam uit onverwachte hoek. De basis van hoe een mp3 werkt zit namelijk in ons hoofd en heeft helemaal niets met computers te maken. Onze hersenen filteren constant al het geluid om ons heen en laten ons een aangepaste versie van de realiteit horen. Als je bijvoorbeeld op een warme zomerdag in je tuin met je vrienden gezellig zit te kletsen en je buurman komt voorbij gesjeesd met zijn grommende grasmachine, dan zal je niks meer horen van het gesprek ondanks het feit dat je stem nog steeds geluid maakt. Dit fenomeen wordt bestudeerd in de psychoakoestiek en toen Karlheinz Brandenburg in contact kwam met deze obscure wetenschap kwam zijn Aha-erlebnis. Want hetzelfde fenomeen van audiomaskering vindt ook plaats als we naar muziek luisteren. Zo horen we niet alle tonen van elk instrument dat tegelijkertijd wordt bespeeld en elimineren onze hersenen ook heel wat geluid voor en na momenten met een grote impact zoals bij een slag op een cimbaal. Om een muziekbestand kleiner te maken zonder dat het anders gaat klinken moet je dus gewoon alle onhoorbare en dus ‘overbodige’ delen wegsnijden.



NIET MET SUZANNE VEGA

Het concept klinkt simpel, maar in realiteit duurde het wel jaren vooraleer de Duitsers het juiste algoritme te pakken hadden om muziek op een aanvaardbare manier te verkleinen. Daarvoor moesten ze nummers uit alle mogelijke genres stap voor stap ontleden en weer samengooien. Er was één artiest die in dit beginstadium van de mp3 tegensputterde. Onbewust weliswaar. Toen de onderzoekers hun toverformule loslieten op de acapella versie van Tom’s Diner van Suzanne Vega liep het helemaal fout. Het resultaat was helemaal vervormd en Suzanne Vega’s stem leek meer op een vocoder-effect van Daft Punk. Omdat ons gehoor menselijke stemmen en de emoties erin anders analyseert dan instrumenten had die stem blijkbaar ook een andere aanpak nodig in de compressie. Suzanne Vega zorgde zo voor maanden vertraging in de ontwikkeling van de mp3 en pas na duizenden luisterbeurten was het algoritme helemaal klaar. Brandenburg en zijn assistenten vertonen waarschijnlijk nog steeds allergische reacties bij het horen van Tom’s Diner.

maandag 22 februari 2016

Simon & Garfunkel (deel 14)

In september verschijnt alweer de volgende single, "Dangling Conversation" / "The Big Bright Green Pleasure Machine", die op nummer 25 blijft steken. "Dangling Conversation" is een van de songs waarop ex-literatuurstudent Simon teveel zijn best lijkt te hebben gedaan: hij grossiert hier in vaktaal-metaforen: marges, boeklinten, aquarel-stilleven. Het is een verplichte aanschaf voor de campus, maar het gaat grotendeels over de hoofden heen van het grote publiek. Simon is op dat punt overigens niet de enige die in deze tijd zo'n literaire aanpak hanteert. In Nederland presteert Boudewijn de Groot het in dezelfde periode om in een enkele song zowel naar Tacitus als naar Wolkers te verwijzen.



Voor de lucratieve herfstperiode van 1966 wordt een derde elpee verwacht en stipt op tijd uitgebracht, getiteld Parsley Sage Rosemary And Thyme. Dit album wordt door het duo beschouwd als hun eerste, echt geslaagde plaat. Terecht, want alle elementen van de elpee kloppen: de songs zijn van hoge kwaliteit en de ondersteunende productie staat totaal in dienst van de songs. Wederom zijn drie songs van het Songbook-album bewerkt heropgenomen. Een daarvan is "Patterns" — in een prachtige versie met bongo's en gedeeltelijk per megafoon gezongen tekst. De andere twee zijn "Flowers Bend With The Rainfall" en "A Simply Desultory Philippic". Op dat laatste nummer wordt nu verwezen naar defensieminister Robert McNamara — een Vietnam-hint? — en naar technicus Roy Halee. De Dylan-sfeer is behouden: Simon roept zelfs dat hij zijn mondharmonica heeft laten vallen.

"Dangling Conversation" en "Big Bright Green Pleasure Machine" komen van een recente single. Simon grijpt terug op zijn Engelse ervaringen in "A Poem By The Underground Wall", nog zo'n observatie van desperate mensen. "For Emily Whenever I May Find Her" is een hommage aan dichteres Emily Dickinson, op een elpee die toch al behoorlijk zal appelleren aan literatuurstudenten. "Scarborough Fair — Canticle" is gebaseerd op een oude Engelse folksong — in een arrangement van Martin Carthy. In "7 O'Clock News — Silent Night" loopt de song over in een soort journaaloverzicht van gebeurtenissen uit 1966, waaronder de dood van de controversiële komiek Lenny Bruce. En dan is er ook nog "59th Street Bridge Song (Feelin' Groovy)", een nummer over het (bijna) vergeten van voornemens.

zondag 21 februari 2016

D.C. Lewis

D.C. Lewis is de artiestennaam voor de Arnhemse zanger Ruud Eggenhuizen.
Hij scoort in 1970 een nummer 1 hit met het religieus getinte Mijn Gebed. Twee andere kleine hitjes volgen, maar daarna verdwijnt Lewis uit de belangstelling.
Tegen het eind van de jaren zestig houdt de op 27 januari 1947 geboren Ruud Eggenhuizen zich bezig met het schrijven van liedjes en het vertalen van Duitse liedjes in het Nederlands.
D. C. Lewis doet in 1969 met het nummer Linda van Harry Sacksioni mee aan de Nederlandse voorronde van het Eurovisie Songfestival. Hij haalt het niet. Winnares Lenny Kuhr wint met De Troubadour later het festival. Producer Hans van Hemert ziet Lewis aan het werk en is onder de indruk van hem. Van Hemert neemt met Lewis het door Joop Stokkermans en Gerrit den Braber geschreven Mijn Gebed op. Een opmerkelijk religieus getint nummer, met orgelspel van de bekende kerkorganist Feike Asma. DC Lewis zingt Mijn Gebed op oudejaarsavond 1969 in het televisieprogramma Voor De Vuist Weg van Willem Duys.
De single belandt op de eerste plaats van de Top 40, waar het vier weken blijft staan. Vertalingen van Mijn Gebed worden ook in het buitenland hits. Opvolger Zijn Testament doet het beduidend minder, maar haalt nog altijd de Top 40.
Begeleid door DC 4 trekt de zanger in 1972 langs de theaters met de DC Lewis Show waarbij hij naast eigen repertoire ook liedjes vertolkt van Tom Jones en Tony Joe White. De show bevat ook optredens van een conferencier, een Spaanse zangeres en een goochelaar. Met Bonnie St. Claire zingt hij onder de naam Alias Bonnie & Lewis het nummer It's Still A Secret.
De zanger maakt nog enige tijd deel uit van de Dance and Showband van José Marcello, totdat de spierziekte fibromyalgie hem in de jaren tachtig dwingt te stoppen.
Op 28 april 2000 overlijdt Ruud Eggenhuizen op 53jarige leeftijd.

vrijdag 19 februari 2016

The Cattitudes

Korte compilatie van het optreden in de Vorstin 31 januari 2016:

donderdag 18 februari 2016

"Sweet Sue, It's You"

Dat er nog meer muzikale krekels onder huiselijke omstandigheden repeteren blijkt wel uit onderstaande video:



maandag 15 februari 2016

De Geschiedenis van de Blues (2)

Gedurende de Tweede Wereldoorlog neemt de trek van de zwarte bevolking vanuit de zuidelijke staten van de VS naar de grote steden in het noorden in omvang toe. De blues reist mee en past zich aan zijn nieuwe omgeving aan. De aanpassing komt met name tot uiting in de overgang van akoestische naar elektrische blues en analoog daaraan de opkomst van combo's ten koste van solo-artiesten. Voor wie uit het zuiden van Mississippi en Arkansas naar het noorden trekt, is Memphis de eerste grote stad. Hier ontstaat rond 1950 de bloeiende blues-scene rond clubs, juke-joints en vooral lokale radiostations. Discjockey Sam Phillips opent als eerste een platenstudio in Memphis en richt later het beroemde Sun-label op. Vanuit de westkust laten de gebroeders Bihari hun talntscout Ike Turner Memphis en de Mississippi-delta afschuimen. Talent is er in overvloed. Gitaristen: B.B. King, Willie Johnson, Matt Murphy, Pat Hare, Little Milton en Ike Turner. Mondharmonicaspelers: Howlin' Wolf, Walter ' Shakey' Horton, Sonny Boy Williamson, Junior Parker, James Cotton. Pianisten: Ike Turner, Billy Red Love, Rosco Gordon, Pinetop Perkins. One man bands: Dr. Ross, Joe Hill Louis, Harmonica Frank.
Wanner er binnen alle verscheidenheid iets als een ' Memphis' -sound bestaat, zou je die kunnen omschrijven als een primitieve, boerse, losse en vrolijke versie van de meer gestructureerde Chicago-blues. Zeer spontane muziek met vaak onversterkte gitaar, swingende,maar niet zelden ongelijk en vals inzettende blazers, rauwe harmonika- solo's met veel lol. Zeer typerend zijn de opnamen (met name op Legendary Sun Performers ('51-'57) en The Best of Rosco Gordon Vol. I ('52-'54)) van Rosco Gordon, die vanwege sfeer en trekkend ritme wel de voorloper wordt genoemd van de Jamaicaanse ska.

De albums Memphis And The Blues, Arkansas Blues en Down Home Delta Blues geven een mooi overzicht van de opnamen die Ike Turner als scout annex producer voor de gebroeders Bihari maakt. Op zijn eigen albums blijkt dat Turner zich later, rond 1957, in St. Louis tot een beul van gitarist zal ontwikkelen. Van de ons man bands verdienen met name Dr. Ross en Harmonica Frank, de enige blanke in deze opsomming vermelding. Harmonica Frank is een merkwaardige plaat van een uniek muzikant, die de kunst verstaat tegelijkertijd een harmonica met de neus en een met de mond te bespelen. Een ander aanrader is Legenadary Sun Performers van Junior Parker waarop het originele Mystery Train, dat Elvis Presley enkele jaren later in dezelfde Sun-studio's zal opnemen.

vrijdag 12 februari 2016

Such A Cad

Op 12 februari 1966 komt Such A Cad van Les Baroques op nummer 37 binnen in de Nederlandse Top 40. 
Les Baroques komt uit Baarn, en bestaat uit gitarist/saxofonist Frank Muyser, zanger Gerard Schoenaker (alias Gary O' Shannon), gitarist Harm van Emden, toetsenist Rene Krijnen, basgitarist Robin Muyser en drummer Raymond van Geytenbeek. 
Such A Cad, met op de B-kant Summerbeach, bereikt op 16 april 1966 de achtste plaats als hoogste notering.

donderdag 11 februari 2016

In Alle Staten: South Carolina

De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian Wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?
In deze 41e aflevering:

South Carolina
USA
Genoeg keus: James Brown, Dizzy Gillespie, Chubby Ckecker, het swingt en jazzt de pan uit in South Carolina!
Eartha Kitt (1927-2008) was een Amerikaans actrice en jazz-zangeres. Eartha Kitt was een ster van de bühne, het witte doek, theater en de televisie. Bij het grote publiek werd ze vooral bekend door haar rol als Catwoman in de televisieserie Batman in de jaren 1960, en als zangeres van de zwoele kersthit Santa Baby in 1952.
Kitt was in haar beginjaren vooral actief in het cabaret. Ze maakte haar filmdebuut in 1948. Orson Welles gaf Kitt haar eerste hoofdrol in zijn productie vanChristopher Marlowes toneelstuk The Tragical History of Doctor Faustus (1950). In Hollywood debuteerde Kitt als tegenspeelster van Sidney Poitier in de filmThe Mark of the Hawk (1958). Ze was in meer dan 30 films te zien, waaronder in de documentaire All By Myself: The Eartha Kitt Story (1983).
Als zangeres had Kitt in de jaren 1950 en jaren 1960 een aantal hits, waaronder Santa Baby, Let's Do It, C'est Si Bon, Just an Old Fashioned Girl,Monotonous, Love for Sale, I'd Rather Be Burned as a Witch, Usku Dara, Mink, Schmink en Under the Bridges of Paris. Haar debuut-lp RCA Victor Presents Eartha Kitt (1953) stond in de top vijf in de Amerikaanse albumlijsten.
In 1968 maakte ze een faux-pas tijdens een lunch in het Witte Huis, door Lady Bird Johnson, de vrouw van Amerikaanse president Lyndon B. Johnson, aan het huilen te maken met kritische commentaren over de Vietnam-oorlog. Hierna kon ze in de VS geen meer werk krijgen en vertrok ze naar Europa, waar ze onder meer vloeiend Frans leerde spreken. In 1978 maakte ze haar Amerikaanse comeback in de Broadway-musical Timbuktu!.
In de jaren tachtig maakte ze eveneens een comeback als zangeres met de disco-hits Where Is My Man (1983), I Love Men (1984) (beide forse hits in de homoscene) en Cha-Cha Heels (1989), een samenwerking met Bronski Beat. In de jaren 1990 ging Kitt op tournee door Noord-Amerika als de slechte heks in een toneelversie van The Wizard of Oz. In 1989 speelde ze in de film Erik the Viking.
De laatste jaren van haar leven trad Kitt regelmatig op als cabaretier en musicalster. Ze had een hoofdrol in off-Broadway musical Mimi Le Duck (2006) en in de film Somebody Like You (2007). Ook had ze een stemrol in de animatiefilm Madagascar: Escape 2 Africa (2008). In Nederland kreeg Kitt in 2006 opnieuw enige bekendheid, toen haar nummer C'est Si Bon werd gebruikt in een reclamespotje voor Grolsch-bier.

woensdag 10 februari 2016

Paul McCartney op Pinkpop 99 procent zeker; Bruce Springsteen 100% in Den Haag


Het is 99 procent zeker dat Paul McCartney dit jaar de afsluiter van Pinkpop is.
De definitieve bevestiging lijkt alleen nog een formaliteit, meldt 1limburg.
McCartney staat hoog op het verlanglijstje van festivaldirecteur Jan Smeets. Onlangs liet hij doorschemeren dat de beoogde hoofdact voor zondag 12 juni van het kaliber van de Rolling Stones zou zijn en nog nooit eerder op Pinkpop gespeeld had.
De geruchtenmachine over de komst van de voormalige Beatle draait op volle toeren, maar inmiddels bevestigen bronnen dat er al enige tijd geleden daadwerkelijk een mondeling akkoord is bereikt met zijn management.Het is 99 procent zeker dat Paul McCartney dit jaar de afsluiter van Pinkpop is. De definitieve bevestiging lijkt alleen nog een formaliteit, meldt 1limburg.
McCartney staat hoog op het verlanglijstje van festivaldirecteur Jan Smeets. Onlangs liet hij doorschemeren dat de beoogde hoofdact voor zondag 12 juni van het kaliber van de Rolling Stones zou zijn en nog nooit eerder op Pinkpop gespeeld had.
De geruchtenmachine over de komst van de voormalige Beatle draait op volle toeren, maar inmiddels bevestigen bronnen dat er al enige tijd geleden daadwerkelijk een mondeling akkoord is bereikt met zijn management.

Afbeeldingsresultaat voor paul mccartney en bruce springsteen

Bruce Springsteen gaat optreden op het Malieveld in Den Haag.
De 66-jarige Amerikaanse rockzanger Bruce Springsteen geeft op dinsdag 14 juni een optreden op het Malieveld in Den Haag. Dat maakte concertorganisator Mojo bekend op zijn website.
Details over het concert zijn nog niet bekend. ,,Wat de setlist van de show in Den Haag zal zijn blijft nog even een verrassing'', verklaart Mojo. Springsteen en zijn band komen naar Nederland in het kader van zijn tournee 'The River Tour'.
'The Boss', zoals zijn bijnaam luidt, gaf in 2013 voor het laatst een concert in Nederland. Hij rockte toen voor meer dan 60.000 fans in een bijna uitverkocht Goffertpark in Nijmegen. De zanger heeft grote hits als The River, Born in the U.S.A. en Streets of Philadelphia op zijn naam.

dinsdag 9 februari 2016

De arithmetische verdeling van een snaar

De eenvoudigste verdeling van de snaar is in tweeën. Het is bekend, dat de halve snaar een toon geeft, die met de lagere toon van de hele snaar een interval maakt, dat octaaf wordt genoemd.

Wat ligt er meer voor de hand, dan het verschil tussen deze twee snaarlengten opnieuw in tweeën te gaan verdelen? Indien het een D-snaar is, zullen we met de halve snaar een d krijgen, en met driekwart van de snaar een G. Op een bepaalde manier mag G het midden heten tussen D en d. Daar de driekwart snaarlengte het rekenkundig of arithmetisch gemiddelde is van 1 en 1/2, werd G het 'arithmetische midden' van het octaaf D:d genoemd.

Zeer voor de hand ligt het ook, dat het verschil tussen de hele en de halve snaarlengte in drieën wordt gedeeld. Dat betekent dat er geluisterd wordt naar welke tonen er worden gespeeld met 1/2, of 3/6, met 4/6 (of 2/3), met 5/6 en met de hele snaarlengte. Door die tonen wordt het octaaf arithmetisch in drieën
gedeeld. Op de D-snaar zijn dit d:A:F:D. Het is duidelijk dat nu tussen F en d de toon A het arithmetische midden is, en dat tussen de tonen D en A de toon F het arithmetische midden is.

In wat tegenwoordig de kleine (terts)drieklank D:F:A heet is dus F het arithmetische midden van de kwint D:A. Op deze wijze kan de primitieve mens doorgaan. Zo kan hij bijvoorbeeld het stuk op de snaar tussen de helft (d) en tweederde (A) in drieën delen. Dan krijgt hij de snaarlengten 9/18 (of 1/2), 10/18 (of 5/9), 11/18 en 12/18 (of 2/3). Wij kunnen dat in ons notenschrift en met onze letters nog niet goed weergeven, maar het is een tamelijk verbreide toonopvolging, waarbij de kwart d:A arithmetisch in drieën gedeeld is.

Een andere wijze van delen, die de harmonische verdeling wordt genoemd, vindt een voorbeeld in de octaafverdeling D:A:d. De afstand, op de snaar gemeten, van D naar A (dat is 1 - 2/3 = 1/3 snaarlengte) staat in dezelfde verhouding tot de afstand van A naar d (dat is 2/3 - 1/2 = 1/6 snaarlengte) als de snaarlengte van D (dat is 1) tot de snaarlengte van d (dat is 1/2). Dit is minder primitief! De voorstelling kan echter vereenvoudigd worden, door aan de omgekeerden van de snaarlengten te denken. Dan beantwoordt aan D het omgekeerde van de snaarlengte 1/1 (= 1), en aan d beantwoordt het omgekeerde van de snaarlengte 1/2, dat is 1 : (1/2) = 2, en het gemiddelde van deze 1 en 2 is 1 1/2, dat is het omgekeerde van 2/3, en 2/3 is de snaarlengte die aan A beantwoordt. A heet het 'harmonische midden' tussen D en d.

Het octaaf kan nu harmonisch in drieën gedeeld worden. Dan moet de afstand van de 'omgekeerde' 1 en 2 in drieën gedeeld worden; dat geeft 1 (= 3/3), 4/3, 5/3 en 6/3 (= 2), en de corresponderende snaarlengten
zijn 1, 3/4, 3/5, 1/2, die beantwoorden aan D:G:B:d. Hier is G het harmonische midden tussen D en B, en B het harmonische midden tussen G en d. In de grote (terts)drieklank G:B:d is dus de kwint harmonisch middendoor gedeeld.

Toonfrequenties van de diatonische toonladder
c' 260,741 Hz
ces' 275 Hz
cis' 278,123 Hz
d' 293,333 Hz
es' 305,555 Hz
dis' 312,889 Hz
e' 325,926 Hz
f' 347,654 Hz
ges' 366,667 Hz
fis' 370,831 Hz
g' 391,111 Hz
as' 412,5 Hz
gis' 417,185 Hz
a' 440 Hz
bes' 458,333 Hz
ais' 469,333 Hz
b' 488,889 Hz

zaterdag 6 februari 2016

Midomi

Veel mensen zullen het wel herkennen: je zit met een deuntje in je hoofd maar je kunt er niet opkomen welk nummer het precies is. De website Midomi kan hierin uitkomst bieden. De site claimt in enkele seconden het juiste nummer gevonden te hebben.


Via de site kan door een stuk van een nummer te zingen, te fluiten of te neuriën naar het nummer gezocht worden. Op dit moment kan er - via een flashinterface - gezocht worden in een database van twee miljoen nummers die eventueel ook direct aangeschaft kunnen worden. Naast de commerciële tracks zijn er inmiddels ook ongeveer 12.000 nummers die door gebruikers ingezonden zijn; bezoekers van de site kunnen muziek insturen die door andere gebruikers beoordeeld kan worden. De achterliggende techniek, Multimodal Adaptive Recognition System - oftewel MARS - zou geavanceerder zijn dan vergelijkbare technologieën omdat het bij de speurtocht naar het juiste nummer verschillende parameters - zoals pitch, snelheidsvariaties, tekst en stiltes in de muziek - meeweegt. De website is gebouwd door het bedrijf Melodis, dat is opgericht door studenten van de Amerikaanse Stanford-universiteit.

vrijdag 5 februari 2016

Eefje de Visser - Nachtlicht

Klik hier voor de versie op Spotify.

‘Vernuftig’, ’gedurfd’ en ‘loepzuiver’ schreef de pers over haar eerste plaat. ‘Warm’, ‘intiem’ en ‘diepgaand’ over haar tweede. Met De Koek en Het is heeft Eefje de Visser twee succesvolle albums op zak en wist ze in een paar jaar tijd een trouw publiek op te bouwen in Nederland en België. Nachtlicht is de titel van haar derde album dat begin 2016 verscheen.



De Nederlandse en Vlaamse pers gaat massaal plat voor Nachtlicht. “Een wonderschoon, modern popalbum”, schrijft Gijsbert Kamer in de Volkskrant. “Wow”, vindt Veronica gids. “Een betere samenvatting bestaat er eigenlijk niet voor Nachtlicht.” HUMO schrijft: “In ons eindejaarslijstje voor 2016 hebben we bij ‘Beste Nederlandstalige plaat’ nu al Nachtlicht ingevuld.” Muzine: “Eefje doet een Kid A-tje en maakt daarmee haar mooiste en meest complete plaat tot nu toe.” En Oor oordeelt: “Op het schitterende Nachtlicht laat ze horen niet bang te zijn een nieuwe weg in te slaan zonder daarbij haar eigenheid te verliezen.”

Afbeeldingsresultaat voor eefje de visser




woensdag 3 februari 2016

Ronnie en de Ronnies

Zomer 1967. Peter Koelewijn zat op een terrasje in Amsterdam van de zon te genieten en dronk een biertje. Op een gegeven moment kwam er een jongen aangeslenterd die tegenover hem ging zitten. "Jij bent Peter Koelewijn, is 't niet?", viel hij met de deur in huis. "En jij denkt natuurlijk dat je aardig kan zingen. Nou, ík zing véél beter. Neem een biertje van me".



Peter Koelewijn keek de jongen geamuseerd aan, dronk nog een pilsje en nodigde de Amsterdammer (oftewel Ronnie Schutte, die in 1965 de redelijk succesvolle single 'Ze zeggen da'k een provo ben...' had uitgebracht) vervolgens uit om bij hem in de studio de daad bij het woord te voegen.

Het resultaat ('Boem Boem is Ho!') werd later dat jaar uitgebracht onder de noemer 'Ronnie & De Ronnies'. Het singletje sloeg niet aan, maar Koelewijn zag wel wat in de lijzige, zeurderige stem van Ronnie. Na het zien van een film over een alcoholist die tijdens een delirium allerlei insecten te voorschijn ziet komen die over zijn bed krioelen, schreef Peter Koelewijn het nummer 'Beestjes', dat hij perfect bij de stem van Ronny vond passen. Deze keer lukte het wel; de single bereikte de dertiende plaats in de Top 40 en kwam binnen op de tweede plek in de Humo Hitparade.

Na een handvol singles zag in 1970 de lp 'Wilde Ronnie' het licht. Het album bevatte 12 grotendeels humoristische tracks als 'Beestjes', 'Help, help', 'Ikke', 'Zo lui' en 'De keeper' (met als refrein: 'Wie van het team heeft de keeper gezien, ligt hij nog te slapen in z'n kleedcabine?' - sterke tekst!). Een van de opmerkelijkste nummers was 'Achelse kluis', waarin Ronnie zingt over de streek rond het gelijknamige klooster, net over de grens in België, waar de cafés in de jaren zestig tot 's morgens vroeg open bleven. In het weekend trokken tal van Eindhovenaren 's nachts naar Achel om zich daar klem te zuipen – dat Peter Koelewijn uit Eindhoven kwam, is natuurlijk geen verrassing. Nagenoeg alle nummers op 'Wilde Ronnie' waren geschreven door Koelenwijn en ingespeeld door diens Rockets. Het zou bij deze ene lp blijven.