tag:blogger.com,1999:blog-13478355921574648002024-02-19T07:48:54.227+01:00Welkom bij Gerrit en de KrekelsUnknownnoreply@blogger.comBlogger1299125tag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-34743183993996059092024-02-13T00:00:00.000+01:002024-02-13T00:00:00.259+01:00P.F. SloanPF Sloan (Philip Gary Schlein, 18 September 1945, in New York) is een legendarische songschrijver, producer, muzikant die veel mensen alleen kennen van het door hem geschreven ‘Eve of Destruction’ uitgevoerd door Barry McGuire.<br />
<br />
Sloan werd geboren als zoon van een Amerikaanse vader en een in Roemenië geboren moeder. Zijn familie verhuisde naar Hollywood, Californië in 1957, waar zijn vader, een apotheker, de familienaam wijzigde van “Schlein” naar “Sloan”.<br />
<br />
Phil (of Flip) Sloan maakt algauw deel uit van de ontluikende Los Angeles muziekscene, en wanneer hij 16 is vormt hij een schrijversduo met Steve Barri.<br />
<br />
Het duo doet een aantal verwoede pogingen om door te breken, onder namen zoals “Philip en Stephan”, de “Rally-Packs”, de “Wildcats”, de “Street Cleaners”, “Thema’s Inc”, en de “Lifeguard”.<br />
<br />
In 1963 trekken zij de aandacht van Screen Gems director Lou Adler, die besluit het tweetal te gebruiken als background voor Jan & Dean. Jan Berry gebruikt Sloan als de lead falsetto in de plaats van Dean Torrence op de top 10 hit “The Little Old Lady uit Pasadena.”<br />
<br />
Rond die tijd schrijven Sloan en Barry hun eerste Amerikaanse Billboard Top 100 hit, “Kick That Little Foot Sally Ann”, gearrangeerd door Jack Nitzsche en uitgevoerd door ene Round Robin. Algauw maken ze zelf een surf album onder de naam “The Fantastic Baggys”.<br />
<br />
Adler richt nu het label “Dunhill” op en wil de twee als songschrijvers gebruiken. Onder de naam Phil F. Sloan of P.F. Sloan (de “F” stond voor “Flip”, zijn bijnaam) schrijft Sloan hits voor een aantal artiesten, waaronder “Eve of Destruction” (Barry McGuire); “You Baby” en “Let Me Be” (The Turtles); “A must to avoid” en” Hold On! ” (Hermans Hermits), “Take me for what I’m worth” (The Searchers), en “Secret Agent Man” (Johnny Rivers). Dit laatste nummer was het thema voor “Danger Man”, een Britse tv-serie die kreeg voor de Amerikaanse markt herdoopt werd tot “Secret Agent”.<br />
<br />
Sloan wordt sessie gitarist als onderdeel van de groep van LA sessiemuzikanten bekend als “The Wrecking Crew”, waaronder bekende backing muzikanten als drummer Hal Blaine, gitarist Tommy Tedesco, bassist Joe Osborn, en bassist / toetsenist Larry Knechtel.<br />
<br />
Tijdens het werken met Barry McGuire, speelt Sloan o.m. de gitaar lick in het begin van “California Dreamin’”, eigenlijk geschreven door John Philips voor Barry McGuire die op dat ogenblik de Mama’s en de Papa’s als achtergrondkoor gebruikte. Dezelfde backing track werd trouwens gebruikt voor de hit versie van “The Mamas & the Papas” zelf.<br />
<br />
Omdat “The Eve of Destruction” voor Barry McGuire (van de New Christy Minstrells) zo’n hit wordt, mag P.F. Sloan ook zelf een album opnemen. “Sins Of A Family” bereikte de Billboard top 100 in de herfst 1965.<br />
<br />
De voornaamste Sloan/Barri realisatie is echter “The Grass Roots” : “Where Were You When I Needed You” een monster hit.<br />
<br />
Sloan speelde als solo artiest op de Fantasy Fair en Magic Mountain Music Festival op zondag 11 juni 1967 in de zgn. “Summer of love” op de slotdag . Dit muziekfestival was een voorloper van het bekende Monterey Pop Festival.<br />
<br />
<br />Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-81588292920283597602024-02-06T00:00:00.000+01:002024-02-06T00:00:00.575+01:006 februari Bob Marley dag Nationale feestdag JamaicaOp 6 februari 1945 wordt rond half drie in de morgen in het kleine dorp Nine Mile in de provincie St. Ann op Jamaica, Robert Nesta Marley geboren. Robert (Bob)'s moeder, het zwarte tienermeisje Cedella Booker is van Afrikaanse afkomst, zijn vader, de blanke Kapitein Norval Marley, heeft Engelse ouders. Norval Marley is supervisor voor de Britse koloniale macht op het gebied van landbouw. <div>
<br /></div>
<div>
Vrijwel direct na de geboorte van Bob verhuist hij naar Kingston. Bob zou hem later slechts sporadisch zien. Norval Marley overlijdt wanneer Bob tien jaar oud is. Volgens Cedella Marley heeft Bob zijn zachtaardige karakter en geringe lichaamslengte geërfd van zijn vader. Op zijn zestiende vormt Bob Marley samen met Bunny Livingston en Peter Tosh het zanggroepje The Wailers (eerst The Teenagers). Hun eerste opname is Judge Not. In 1962 volgt One Cup Of Coffee. In het begin hebben ze weinig succes, maar door deel te nemen aan talentenjachten, het spelen in kleine clubs en nieuwe opnames, worden The Wailers langzaam één van de populairste groepen in Jamaica. Bob Marley treedt meer en meer op de voorgrond. De naam van de groep wordt gewijzigd in Bob Marley & The Wailers. De volgende single Simmer Down wordt een grote hit in Jamaica. </div>
<div>
<br /></div>
<div>
De eerste Wailers songs zijn gebaseerd op de populaire Ska muziek. Later laten The Wailers het ritme zakken, tot het langzamere reggae. In 1965 opent Bob Marley zijn eigen opnamestudio, Tuff Gong, waar nu het Bob Marley Museum gevestigd is. Hij trouwt op 10 februari 1966 met Rita Anderson; een jaar later wordt hun eerste kind geboren. Onder invloed van Rita krijgt Marley belangstelling voor de Rastafari-beweging, en groeit later uit tot een van de bekendste uitdragers van dat geloof. In 1973 geeft Marley de groep een nieuwe look. Rita Marley, Marcia Griffiths en Judy Mowatt worden toegevoegd als achtergrond zangeressen en met nieuwe energie tilt Bob Marley de reggaestijl naar internationaal niveau, door een opeenvolging van internationale tours. </div>
<div>
<br /></div>
<div>
In 1975 geven Bob Marley & The Wailers in het Londense Lyceum een aantal sensationele concerten, waarvan een weerslag op het album Live. De op deze plaat voorkomende live-versie van No Woman No Cry groeit uit tot een wereldhit en bewerkstelligt een Europese doorbraak die voor wat Nederland betreft extra gestalte krijgt met een indrukwekkend optreden op 13 juni 1976 in de Amsterdamse Jaap Edenhal. In 1976 is er ook een reggae-mania in de Verenigde Staten en Bob Marley & The Wailers worden door Rolling Stone Magazine uitgeroepen tot band van het jaar. In april 1978 treedt Bob Marley op in Jamaica op het One Love Peace Concert ter ere van de wapenstilstand tussen de twee belangrijkst politieke groeperingen in Jamaica. Vlak voor het einde van zijn optreden vraagt hij de twee politieke leiders, die beiden uitgenodigd waren, op het toneel te komen. Daar laat hij de twee aartsvijanden elkaar de hand schudden met de boodschap: One Love. Later dat jaar krijgt Bob Marley The Peace Medal Of The Third World van de Verenigde Naties. In 1977 krijgt Bob Marley last van een wondje aan zijn grote teen. Hij neemt aanvankelijk aan dat het een voetbalblessure is maar wanneer de wond niet geneest wordt de diagnose melanoom (huidkanker) vastgesteld. Bob Marley laat zijn teen niet amputeren omdat dit in strijd is zijn geloofsovertuiging. De kanker zaait vervolgens uit naar de rest van zijn lichaam. </div>
<div>
<br /></div>
<div>
Op 11 mei 1981 overlijdt Bob Marley in het Cedars Of Lebanon ziekenhuis in Miami, Floridia aan kanker, acht dagen nadat de kankerspecialist Dr. Josef Issels zijn behandeling heeft gestaakt. Bob Marley wordt samen met zijn Gibson gitaar en een bijbel, als een nationale held, begraven in zijn geboorteplaats, St. Ann's Parish, Jamaica. Twee jaar later viert de regering zijn sterfdag met de onthulling van een standbeeld. De fans van de zanger zijn er echter niet blij mee, omdat het beeld een slechte gelijkenis heeft. Na de onthulling gooien ze met stenen en fruit naar het beeld. Onder druk van de protesten, besluit Edward Seaga, de minister-president van Jamaica, om een nieuw beeld te laten maken. In 1990 wordt de geboorte dag van Bob Marley, 6 februari, uitgeroepen tot nationale feestdag in Jamaica. </div>
<div>
Bob Marley is 36 jaar geworden.</div>
Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-55173776027484811922024-02-04T00:00:00.000+01:002024-02-04T00:00:00.262+01:00The NewbeatsThe Newbeats was een Amerikaans poptrio. Het is vooral bekend van de hit Bread and butter uit 1964. De groep viel op door de falsetstem van zanger Larry Henley.<br />
<br />
De groep bestond uit : Larry Henley, Dean Mathis en Mark Mathis. Eind 1950-1959 vormden de broers Dean en Mark Mathis uit Hahira (Georgia) het muzikaal duo Dean & Marc. In 1959 hadden zij een hit met het nummer "Tell him no" van Travis & Bob. Hoewel het hun enige succes was, bleef het duo wel optreden en singles uitbrengen en het werd zelfs uitgebreid tot het Dean & Marc Combo. In 1962 zong Larry Henley voor het eerst met de groep mee en twee jaar later vormden hij en de twee broers de groep The Newbeats, nadat Bouldleaux Bryant, de componist van "Bye bye love" van de Everly Brothers een demo van Dean, Marc en Larry had gehoord en enthousiast was over de falsetstem van Larry. Twee maanden na de oprichting in juni 1964 had de groep zijn eerste hit met "Bread and butter". Het nummer bereikte de tweede plaats in de Billboard Hot 100 en werd van de eerste plaats gehouden door "Oh, pretty woman" van Roy Orbison.<br />
<br />
The Newbeats konden het succes van "Bread and butter" niet meer evenaren. Ze scoorden nog zes Amerikaanse hits, waarvan de opvolger "Everything's alright" uit 1964 en "Run, baby run (Back into my arms)" uit 1965. The Newbeats gingen uiteindelijk in 1974 uit elkaar. Henley bleef nadien actief als componist voor anderen. Zo schreef hij mee aan het nummer "Wind beneath my wings" van Bette Midler en kreeg daar in 1990 de Grammy Award voor het beste lied voor. De melodie van "Bread & Butter" werd in 1990 gebruikt door De Nieuwe Snaar voor hun lied "De Pré Historie", naar aanleiding van de gelijknamige radio- en televisieserie. Dit is die formidabele single uit 1965 "Run Baby Run" / "Mean Wooly Willie"<br />
<br />
<br />Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-37204101508707840232024-01-29T00:00:00.000+01:002024-01-29T00:00:00.268+01:00LeadbellyHuddie William Ledbetter wordt op 29 januari 1889 bij Mooringsport in Louisiana geboren. Zijn geboortejaar staat niet voor 100% vast en varieert van 1885 tot 1901. <div>
<br /></div>
<div>
Ledbetter groeit uit tot een legendarische folkblues-zanger annex -gitarist. Leadbelly behoort tot de eerste generatie zwarte artiesten uit de Verenigde Staten die hun muziek op de plaat weten vast te leggen. In de periode 1933- 1948 maakt hij, aanvankelijk alleen voor het culturele schatbewaardersinstituut Library Of Congress, maar vanaf 1940 ook voor meerdere platenlabels, waaronder het roemruchte Folkways Records, meer dan 400 opnamen, die gedeeltelijk onuitgebracht blijven. Zijn muziek is een doorsnee van wat er rond 1900 aan zwarte muziek wordt gemaakt. Zijn enorme repertoire wordt naast de gebruikelijke blues gevormd door cajun, worksongs, ballades, spirituals en dansnummers. Folklorist John Lomax is als werknemer van de Library Of Congress verantwoordelijk voor de ontdekking van Leadbelly, wanneer hij hem in 1933 tijdens veldwerk aantreft in de staatsgevangenis van Louisiana, Leadbelly zit een starf uit vanwege moord. Hij is het ook die Leadbelly introduceert bij het blanke publiek, gepresenteerd als moordenaar, Demon en King Of The Twelve-String Guitar. </div>
<div>
<br /></div>
<div>
De invloed die Leadbelly dank zij deze promotie op de blanke folkmuziek heeft, is groot en werkt lang na (Skiffle, Bob Dylan) Leadbelly maakt na zijn vrijlating in 1940 ook deel uit van The Headline Singers, samen met Woody Guthrie en het latere bluesduo Sonny Terry en Brownie McGhee. In 1948 moet hij een Europese tournee inkorten wegens ziekte, waaraan hij een jaar later, op 6 december 1949 overlijdt. Hoe oud Leadbetter geworden is hangt af van zijn geboortejaar.</div>
Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-9083466003141160372024-01-07T00:00:00.001+01:002024-01-07T00:00:00.379+01:00Cyril DaviesHarmonica speler Cyril Davies overlijdt op 7 januari 1964 aan de gevolgen van leukemie. <div>
<br /></div>
<div>
Cyril Davis wordt in 1932 geboren in Denham in het graafschap Buckinghamshire en staat bekend als één van de meest legendarische figuren in de Britse r&b. In de jaren vijftig speelt Davies banjo in diverse jazz-combo's. Daarna neemt hij actief deel aan de skiffle-rage. Tijdens een optreden ontmoet hij Alexis Korner, met wie hij snel bevriend raakt. Samen openen ze de eerste R&B-club, de London Blues & Barrelhouse Club, die korte tijd later wegens gebrek aan belangstelling moet worden gesloten.</div>
<div>
Een tweede poging in 1961 met een pub in Ealing levert meer succes op. Op 17 maart 1962 maakt Blues Incorporated, de door Davies en Korner geformeerde groep, daar haar debuut. Het betekent de start van de R&B-boom die in 1964 met groepen als Rolling Stones, Yardbirds, Manfred Mann en Pretty Things zijn hoogtepunt bereikt. De eerste bezetting van Blues Inc. is: Cyril Davies (harmonika, zang), Alexis Korner (gitaar, zang), Dick Heckstall-Smith (saxofoon) en Charlie Watts (drums). Eind 1962 verlaat Cyriel Davies Blues Inc. om een eigen groep te beginnen: Cyril Davies R&B All Stars. Long John Baldry gaat met hem mee. De rest van de groep bestaat uit Bernie Watson (gitaar), Ricky Fenson (bas), Carlo Little (drums) en Nicky Hopkins (piano). Als Nicky Hopkins in mei 1963 de groep verlaat, wordt zijn plaats ingenomen door Keith Scott. Gitaarhelden als Jimmy Page en Jeff Beck doen hun eerste ervaring op bij Cyril Davies. Van de weinige opnamen die de All Stars maken, krijgt Country Line Special, een legendarische jam, de meeste bekendheid. Het enorme succes van de door hem op gang gebrachte stroming heeft Cyril Davies niet mee mogen maken. Cyril Davies is 32 jaar geworden.</div>
Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-18138682658494670262024-01-07T00:00:00.000+01:002024-01-07T00:00:00.379+01:00De Hootchy-KootchyIn de Chess Studio in Chicago neemt Muddy Waters op 7 januari 1954 zijn later beroemd geworden (I'm Your) Hoochie Coochie Man op. <div>
<br /></div>
<div>
(I'm Your) Hoochie Coochie Man is geschreven door Willie Dixon. Het is de eerste succesvolle combinatie van Muddy Waters met Willie Dixon. De Hootchy-Kootchy is oorspronkelijk een buikdans, gedemonstreerd door de danser Little Egypt op de Wereldtentoonstelling van 1893 in Chicago (Columbia Exposition) en veroorzaakte destijds een schandaal.</div>
<div>
<br /></div>
<div>
(I'm Your) Hoochie Coochie Man blijkt een populair nummer te zijn, en is ondermeer gecoverd door: Alexis Korner (1963), Dave Berry (1964), Dion (1964), Graham Bond Organisation (1965), Manfred Mann (1965), Sam The Sham & The Pharaohs (1965), Junior Wells (1966), John Mayall (1966), Tim Hardin (1967), Steppenwolf (1968), Jimi Hendrix (1968), The Allman Brothers Band (1970), Motorhead (1983), Supertramp (1988), Eric Clapton (1994) en King (2000).</div>
Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-89661958653168428042024-01-05T00:00:00.000+01:002024-01-05T00:00:00.274+01:00Scrabled EggsDat we John Lennon en Paul McCartney tot de belangrijkste componisten van de 20ste eeuwse lichte muziek rekenen, is zeker geen euforische overdrijving. Alleen al omwille van één melodie zijn ze onsterfelijk te noemen, het haast klassiek getinte Yesterday, al weten wij met z’n allen dat het nummer door Paul in zijn eentje werd geschreven.<br />
<br />
Oorspronkelijk verscheen Yesterday op de elpee Help (augustus 1965) en was tevens de titelsong van een eepee (single met vier tracks) die een jaar later werd uitgebracht. Het nummer in Engeland op single uitbrengen, durfden zij volgens Paul niet omdat het té soft klonkt voor een rockgroep. Het is ook een nummer waarin hij als solist optreedt en zij hadden vooraf afgesproken dat zij als groep naar buiten zouden treden, zeker in hun thuisland. De elpee Help verscheen een jaar nadat The Beatles iedereen hadden verrast met de film A hard day’s night. Hun tweede film Help zou een even groot succes worden, net als de soundtrack. September 1965 stond de elpee wereldwijd op nummer 1 .<br />
<br />
Ook al klinkt Yesterday als een heuse love ballad, toch deed de werktitel aanvankelijk een andere inhoud vermoeden. Paul McCartney, die voor 90 % verantwoordelijk is voor deze popklassieker, noemde het liedje in zijn broeifase Scrambled eggs. Op een vroege ochtend werd hij wakker in de woning van de familie Asher aan de Wimpole Street in Londen. Paul had in die tijd een relatie met Jane Asher ( haar broer Peter maakte deel uit van het populaire duo Peter and Gordon). Hij had de melodie compleet in zijn hoofd. Aan het uiteinde van zijn bed stond in de buurt van het raam een piano. Hij kon de melodie zo meteen uit het blote hoofd spelen. Daarom dat Paul dacht dat hij het ooit ergens had opgepikt. Hij had wel nog geen tekst en noemde het liedje gewoonweg Scrambled eggs. De enige tekst die hij er die ochtend speels bij verzon was “Oh my baby how I love your legs”. Hij liet het liedje in zijn ruwste vorm horen aan George Martin toen zij op concertreis waren in Parijs.<br />
<br />
Tussen de 16de januari en de 4de februari 1964 traden zij negen maal op in de Parijse Olympia en verbleven al die tijd in het hotel George V. Het is hier dat George Martin dus Scrambled eggs voor het eerst hoorde. Paul speelde toen al met de gedachte het liedje Yesterday te noemen. Paul ging van de 27ste mei tot midden juni met vakantie in het Portuges stadje Albufeira. Hij was daar samen met Jane op vakantie. Zij logeerden in de villa van Bruce Welch van The Shadows. Op de terugweg naar de luchthaven, 270 km lang, schreef Paul met Bruce aan het stuur, al tokkelend op een gitaar die hij van Bruce geleend had, de volledige tekst van Yesterday .<br />
<br />
Yesterday<br />
All my troubles seemed so far away<br />
Now it looks as through they’re here to stay<br />
Oh I believe in yesterday.<br />
<br />
Maandag 14 juni 1965, twee dagen nadat Jane Asher en Paul teruggekeerd waren van hun vakantie in Portugal, had de opname plaats in de Abbey Road studio’s in Londen. Je zou het gerust een soloproject mogen noemen, want noch John Lennon, noch Ringo Starr, noch George Harrison namen aan die opnamesessie deel, al waren zij wel aanwezig, want zij hadden net voordien gezamenlijk de nummers I’m down en I’ve Just seen a Face opgenomen. John, George en Ringo vonden dat zij als groep aan Yesterday niets konden toevoegen en dat Paul het in zijn eentje in de verf moest zetten. Wel werd er op aanraden van George Martin een strijkkwartet bijgehaald. Martin had een klassieke opleiding aan the Guildhall School of Music genoten en kon goed overweg met ernstige muziek. Paul had het nummer eerst ingeblikt met alleen een akoestische gitaarbegeleiding. Hij zag het niet zitten daar een strijkwartet aan toe te voegen omdat hij het té klassiek vond. Maar uiteindelijk kon Martin hem toch overtuigen. Voor dit kwartet deed Martin een beroep op de violisten Tony Gilbert en Sidney Sax , cellist Francisco Gabarro en altviolist Kenneth Essex. We mogen jiet vergeten te vermelden dat McCartney het nummer eerst niet zelf wilde opnemen. Hij had het eerst doorgespeeld aan Chris Farlowe en nadien aan Billy J.Kramer van The Dakotas, maar die hadden beleefd geweigerd.<br />
<br />
Paul McCartney beschouwt Yesterday nog steeds als de meest complete song die hij ooit heeft geschreven. Het hoeft ons dan ook niet te verwonderen dat hij dit liedje altijd is blijven koesteren, ook na zijn Beatlesperiode. Zo kan u het bijvoorbeeld nog eens terughoren op de elpee Wings over America. Deze elpee was de live-registratie van de wereldtournee die hij met zijn groep Wings in 1976 op het getouw had gezet. Tijdens een periode van dertien maanden deden zij tien landen aan. Tijdens deze tournee zong McCartney niet alleen nieuwe songs, maar ook een aantal Beatles hits die de groep zelf nooit live had uitgevoerd. Songs zoals The long and winding road, Lady Madonna, Blackbird en Yesterday kwamen op de playlist voor .<br />
<br />
Zeven jaar na datum bestonden er van Yesterday 1186 opgenomen versies in alle toonaarden, gaande van: Pat Boone en Cilla Black, over Nat King Cole en Perry Como tot en met Otis Redding en Frank Sinatra. In Engeland geraakten, naast The Beatles, nog enkele collega’s van hen met Yesterday tot in de top 5O: Matt Monro stond in oktober 1965 op 8 , de maand daarop Marianne Faithfull op 36 en in de maand december 1967 Ray Charles op 44. Charles was ook diegene die in de Amerikaanse top 100 het hoogst scoorde met zijn coverversie. In de maand november van 1967 hield Ray Charles singleversie van Yesterday halt op plaats 25. Minder bekend bij ons is de Franse versie die Hugues Aufray meteen uitbracht als Je croyais. In Nederland slaagden ze er in enkele dwaze versies op plaat te zetten: Ria Valk, Ivo de Wijs, Sjef Van Oekel en niet te vergeten in 1966 Rijk de Gooyer<br />
<br />
Yesterday<br />
’ t Was gewoon een doordeweekse day<br />
Zat ik allenig in een soort café<br />
Verdrietig achter ’n slappe thee<br />
Yesterday<br />
Plotseling zaten we daar met z’n twee<br />
En na een uurtje werd ik vreselijk wee<br />
Toen zij d’r hand op de mijne lee.<br />
<br />
Door de jaren heen werd Yesterday met prijzen overladen. In 1966 had McCartney al de “Ivor Novello Award” in ontvangst mogen nemen voor deze compositie. Yesterday werd in Amerika uitgeroepen tot de meest favoriete song van 1965. Tussen het jaar van release en 1973 was het het meest gedraaide nummer op de Amerikaanse radio: méér dan zes miljoen keer. In 1999 stond Yesterday bovenaan de lijst van beste songs van de twintigste eeuw. Intussen werd de grens van drieduizend coverversies ruim overschreden.Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-80226223229190814112023-12-24T00:01:00.000+01:002023-12-24T00:01:00.264+01:00The Four Pennies<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<iframe allowfullscreen='allowfullscreen' webkitallowfullscreen='webkitallowfullscreen' mozallowfullscreen='mozallowfullscreen' width='320' height='266' src='https://www.blogger.com/video.g?token=AD6v5dyNJVHKUcOpgv77mA1_3BGTvgB4mfXev66rhgo4bfr_MPKMtZnbCCWdgY-9n-6PpwHexghJPXDyUXiBmQDm1Q' class='b-hbp-video b-uploaded' frameborder='0'></iframe></div>
De video start met een aankondiging van de in 2011 overleden Jimmy Saville.<br />
<b>The Four Pennies</b> was een Britse popgroep, opgericht in 1963 in Blackburn, Engeland. De groep had één nummer 1-hit in de Britse hitparade: <i>Juliet</i>, en drie kleinere hits. In 1967 viel de groep uit elkaar.<br />
De leden van de groep waren:<br />
<ul>
<li>Lionel Morton, gitaar en zang </li>
<li>Fritz Fryer (volledige naam David Roderick Carney Fryer), gitaar </li>
<li>Mike Wilsh, basgitaar, piano en zang </li>
<li>Alan Buck, drums </li>
</ul>
Fritz Fryer verliet eind 1965 de groep, maar keerde begin 1966 terug. In die korte tijd werd hij vervangen door David Graham.<br />
Alan Buck en Fritz Fryer zijn inmiddels overleden, respectievelijk in 1994 en 2007.Unknownnoreply@blogger.comSt Paul's Ave, Blackburn, Blackburn with Darwen BB2, Verenigd Koninkrijk53.748575 -2.48752953.6734595 -2.6454575 53.823690500000005 -2.3296004999999997tag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-75927212766561700582023-11-09T09:41:00.002+01:002023-11-09T09:41:35.162+01:00Bedankt, Gerrit, voor alle mooie momenten. We zullen je niet vergeten.<p></p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEj6oduhJInDg9khabnISnwUBLiFII7JfGdQ4vvelQ8AS_o0e_qOYKT7RnmL51y1SXxJlxfIMOyoIgVZsEdUT-8_RUvYz3LORlh_fs4e0RlBJAxkvAek7l3U1CygCFvs4N2-wteVddeVlUQIViI183sDqLWu_LiSFcqizzoc5UuEt0brMSNqVddSctY9Oc4F/s534/Gerrit%20en%20de%20Krekels%20-%20kopie-6.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="528" data-original-width="534" height="316" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEj6oduhJInDg9khabnISnwUBLiFII7JfGdQ4vvelQ8AS_o0e_qOYKT7RnmL51y1SXxJlxfIMOyoIgVZsEdUT-8_RUvYz3LORlh_fs4e0RlBJAxkvAek7l3U1CygCFvs4N2-wteVddeVlUQIViI183sDqLWu_LiSFcqizzoc5UuEt0brMSNqVddSctY9Oc4F/s320/Gerrit%20en%20de%20Krekels%20-%20kopie-6.jpg" width="320" /></a></div><br /> <p></p>Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-84191311595784378092023-10-31T00:00:00.000+01:002023-10-31T00:00:00.262+01:00ThemThem is een Noord-Ierse band afkomstig uit Belfast, die zijn grootste succes kende tussen 1964 en 1966. Het belangrijkste lid van de groep was van 1963-1966 zanger Van Morrison.<br />
<br />
De Britse zanger en songschrijver Van Morrison werd in augustus 1945 geboren in Belfast als George Ivan Morrison.<br />
<br />
Als tiener speelde Van Morrison mondharmonica, gitaar en saxofoon in verschillende groepen. Op 16-jarige leeftijd verliet hij de middelbare school om zich bij de The Monarchs aan te sluiten. Met The Monarchs speelde Van Morrison ook op het vaste land van Europa.<br />
<br />
Na terugkomst in Noord-Ierland richtte Van Morrison in 1963 Them op, met Billy Harrison (gitaar), Eric Wickson (orgel), Alan Henderson (bas) en Ronnie Millings (drums). <br />
<br />
Hun eerste single werd uitgebracht in augustus 1964, met op de A-kant "Don't start crying now" en aan de achterkant "One two brown eyes". Het succes bleef uit. Onduidelijk is of op die eerste plaat ook inderdaad alle Themleden te beluisteren zijn. Van Morrison en Henderson lijkt dat zeker, maar in de opnamepraktijk werd veelal met studiomuzikanten gewerkt. Daarin was Them niet uniek. Bekend is het verhaal dat Ringo Starr tijdens de opnamen van de eerste Beatles-singel "Love me do" plaats moest maken voor een sessiedrummer. Zo zijn tijdens die eerste Them-opnamen waarschijnlijk gitarist Jimmy Page, organisten Arthur Greenslade en Peter Bardens en drummer Bobby Graham ingezet.<br />
<br />
De tweede single "Baby, Please don't go" had aanvankelijk ook geen succes en Them vertrok teleurgesteld naar Belfast, om even snel naar Londen terug te komen, toen het nummer een hit bleek. Live kon Them de sound van de plaat in elk geval reproduceren, zoals uit de spaarzame overlevende opnamen blijkt. Het verhaal dat de meeste muzikanten binnen Them hun instrumenten onvoldoende beheersten, wordt daardoor ontkracht. Het succes van het nummer leidde tot de elpee "The Angry Young Them". Hierop is ook de uiteindelijk grootste hit van de band "Gloria" te horen. Deze single bereikte in december 1964 de tiende plaats op de hitparade.<br />
<br />
Them kende veel personeelswisselingen. Na "Them again" verschenen nog een aantal albums, maar deze zijn niet zo goed.Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-77457841741170420812023-10-30T00:00:00.000+01:002023-10-30T00:00:00.268+01:00The YardbirdsThe Yardbirds was een Britse rockband uit de jaren zestig. De band is vooral bekend omdat drie van de beroemdste gitaristen, Eric Clapton, Jeff Beck en Jimmy Page, hun carrière bij the Yardbirds begonnen. De band had gedurende de jaren zestig vele hits, waaronder I’m a Man en For Your Love.<br />
<br />
In 1962-63 begon de band in de buitenwijken van Londen onder de naam “the Metropolis Blues Quartet”. In 1963 was de naam veranderd in “the Yardbirds”. Ze kregen volop de aandacht van de Britse rhythm and blues-scene toen ze the Rolling Stones opvolgden als de officiële huisband van de Londense Crawdaddy Club.<br />
<br />
In het begin bestond de line-up uit Keith Relf (vocalen en mondharmonica), Chris Dreja (ritmegitaar), Paul Samwell-Smith (basgitaar), Jim McCarty (drums) en Anthony “Top” Topham (leadgitaar). Top werd al gauw vervangen door de toen nog onbekende Eric Clapton.<br />
<br />
Onder begeleiding van Crawdaddys impresario Giorgio Gomelsky, die de rol van manager en producer op zich nam, kregen ze in 1964 een contract bij het Columbia-label van EMI. De band was voor het eerst op plaat te horen als begeleidingsband van de blueslegende Sonny Boy Williamson, met wie ze door Europa tourde. In 1964 kwam het eerste album uit, Five Live Yardbirds, een live-album.<br />
<br />
De band wilde ook de popmarkt veroveren en bracht enkele singles uit. De eerste singles waren oude blues-covers, maar ze kregen hun eerste grote succes met For Your Love, een nummer geschreven door Graham Gouldman (later 10CC). De single was voor de band het eerste grote succes in eigen land en de grote doorbraak in het buitenland. Alhoewel de single een vernieuwend stuk was en een groot succes, viel hij niet in de smaak bij Clapton, die in die tijd een pure bluesman was.<br />
<br />
Hij verliet de band begin 1965 en vertrok naar John Mayall’s Bluesbreakers. Als vervanger raadde Clapton Jimmy Page aan, die het aanbod afsloeg en op zijn beurt Jeff Beck aanraadde.Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-81949809929663696452023-10-19T00:01:00.000+02:002023-10-19T00:01:00.276+02:00The Kinks<table cellpadding="0" cellspacing="0" class="tr-caption-container" style="float: left; margin-right: 1em; text-align: left;"><tbody>
<tr><td style="text-align: center;"><a href="http://imagecache6.allposters.com/LRG/37/3779/U53IF00Z.jpg" imageanchor="1" style="clear: left; cssfloat: left; margin-bottom: 1em; margin-left: auto; margin-right: auto;"><img border="0" height="200" src="http://imagecache6.allposters.com/LRG/37/3779/U53IF00Z.jpg" width="156" /></a></td></tr>
<tr><td class="tr-caption" style="text-align: center;">Honor Blackman</td></tr>
</tbody></table>
<div style="border-bottom: medium none; border-left: medium none; border-right: medium none; border-top: medium none;">
Wanneer de groep in 1963 z’n platencontract gaat tekenen, komen ze tot de vaststelling dat ze nog niet echt een naam hebben. Ze kiezen voor The Raven, maar dat vindt hun platenmaatschappij niet trendy genoeg. Uiteindelijk wordt gekozen voor <strong>The Kinks</strong>, een naam die verwijst naar actrice Honor Blackman, destijds bekend vanwege haar excentrieke laarsjes (kinky boots). </div>
Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-52351002920887787542023-09-12T00:00:00.000+02:002023-09-12T00:00:00.268+02:00JOHNNY CASH: A SINGER OF SONGSAls één van de meest invloedrijke artiesten van de laatste halve eeuw liet de Amerikaanse countryheld Johhny Cash niet alleen een ontzagwekkend songimperium na, hij was vooral een artiest die genres oversteeg en generatie na generatie met elkaar verzoende. Desondanks schikte hij zich zijn hele loopbaan lang het best in de rol van underdog.<br />
<br />
'They will fly me like an angel to a place where I can rest', het is slechts één van de handvol beklijvende epitafen die Johnny Cash kort voor zijn dood liet optekenen. Het is afkomstig uit het met dochter Rosanne gezongen 'September when it Comes' en is terug te vinden op de bijwijlen bloedstollende compilatiebox Unearthed (2003).<br />
Cash kreunde al enkele jaren onder een erg instabiele gezondheid ten gevolge van het syndroom van Shy-Drager, een slopende Parkinsonvariant die de Amerikaan in de herfst van zijn leven vaker aan het ziekenhuisbed kluisterde dan hem lief was.<br />
Uiteindelijk waren het de door diabetes veroorzaakte complicaties die Johnny Cash de das omdeden. De voorgaande jaren sukkelde hij ook al met een chronische longaandoening, die hem in '93 al bijna fataal werd.<br />
Het is echter een publiek geheim dat de plotse dood van Cashs echtgenote June Carter in mei 2003 de laatste rechte lijn naar het oneindige aanzienlijk bekortte.<br />
Terwijl het mythologiseren van vele van Cash's op jongere leeftijd gestorven muzikale collega's pas post mortem gecultiveerd werd, zat de Man in Black bij leven nooit om aandacht verlegen.<br />
Zo draaide het mediacircus ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag nog op volle toeren. Geen enkele muzikant - genreverwant of niet - liet de kans onbenut om de ontzagwekkende carrière van de levende legende te loven of de hemel in te prijzen. Merle Haggard, George Jones, Kris Kristofferson, Paul McCartney, Keith Richards, Tom Waits, Leonard Cohen, Tom Petty, Elvis Costello, Steve Earle, U2, Metallica, Nick Cave en talloze anderen. Geef toe, het is een indrukwekkend rijtje!<br />
Naast de mythe is er natuurlijk nog het muzikale testament van Johnny Cash, dat tot het einde der dagen gekoesterd zal worden als een onuitputtelijke inspiratiebron voor eenieder die zich van ver of dichtbij met muziek onledig houdt.<br />
Cijfers zeggen lang niet alles, maar in het geval van Cash zijn ze ronduit verpletterend: méér dan vijftig miljoen verkochte platen (waarvan er in totaal zo'n tachtig op zijn naam staan), een catalogus van vijftienhonderd songs verspreid over dik vijfhonderd albums, elf Grammy's en talloze andere onderscheidingen.<br />
Cash is samen met Elvis Presley trouwens de enige artiest die zowel voor rock als country werd opgenomen in de in de Sates vermaarde Music Hall of Fame. Het is immers zo klaar als een klontje dat de invloed van Cash zich niet beperkte tot de grenzen van de country.<br />
Lang voor de Sex Pistols de eerste noot van Never Mind the Bollocks op papier zetten, liep er in Nashville immers al een rechtschapen punker rond die later ook nog eens de kiemen van de gangsta rap zou leggen.<br />
Sun-label<br />
Johnny Cash krijgt de muzikale microbe met de paplepel ingegeven door zijn moeder, die op haar beurt inspiratie zocht in een gospelboek, Heavenly Highway Hymns, waar ze vervolgens naar hartelust uit voordroeg. Cash zelf zou de gospelsongs ettelijke decennia later afstoffen op My Mother's Hymns Book (2003).<br />
<br />
Aan de randen van de Mississippi maakt Johnny kennis met de troosteloze armoede en het harde labeur op de cottonfields Cashs genadeloze jeugdjaren zijn een uiterst vruchtbare voedingsbodem voor een bijzonder florissante songschrijverscarrière. Later zou de kniediep in integriteit badende outlaw dozijnen songs wijden aan de verpauperde levensstandaard van het kansloze zuiden.<br />
Eenmaal Cash zijn legerdienst in Duitsland heeft vervuld, staat niets hem in de weg om zijn muzikale aspiraties waar te maken. Goed één jaar na Elvis Presley heeft ook hij immers een contract te pakken bij het vermaarde label Sun van Sam Phillips. Ook Cashs partners in crime Carl Perkins, Jerry Lee Lewis en Charlie Rich zijn gehuisvest bij Sun en met hen worden de hoekstenen gelegd voor wat begin jaren zestig uit de grond zou rijzen aan rock-'n-roll.<br />
Cash - inmiddels in de echt verbonden met Vivian Leberto - zweert van meet af aan trouw bij het op dat moment vernieuwende boom-chicka-boom-ritme. Met zijn lage, asgrijze baritonstem en dan al cynische teksten spreekt hij tot de verbeelding van de Amerikaanse rootscultuur. Gitarist Luther Perkins en bassist Marshall Grant fungeren als Cash's onafscheidelijke en rotsvaste sidekicks.<br />
<br />
'Hey Porter', de eerste single, klopt schuchter aan de poorten van het succes. Met hits als de moordballade 'Folsom Prison Blues' ('I shot a man in Reno just to watch him die'), 'Cry Cry Cry' en het vijftig jaar na datum nog steeds onvermurwbare 'I Walk the Line' verschaft Cash zich onder voorbehoud toegang tot de Galerij der Groten. Het nemen van die hoge vlucht staat voor de jonge countrygod echter pal tegenover de steeds troebeler wordende relatie met Sam Phillips.<br />
In 1957 maakt Cash van zwart z'n definitieve handelsmerk door in de gerenommeerde Grand Ole Opry in Nashville volledig in die kleur op te treden. 'The Man in Black' is geboren, dit in schril contrast tot de andere, in allerlei opzichtige kleuren gehulde countryzangers. Johnny Cash and His Hot and Blue Guitar is de allereerste solo-lp die Sun op de markt brengt, maar daarna gaan de wegen van Cash en Sun onherroepelijk uit elkaar.<br />
Het is immers lang geen geheim meer dat Cash zich wil toespitsen op een gospelplaat en Phillips de lokroep van z'n leerling halsstarrig bleef negeren. Hoewel er later nog ettelijke Sun-lp's van Cash in roulatie komen, is het vooral Columbia dat in het begin van de jaren zestig kan pochen met een artiest die de rockabillyhitsingles in ijltempo aan elkaar rijgt.<br />
<br />
Terwijl Cash inmiddels wel de respectievelijke carrières van Jerry Lee Lewis en Roy Orbison op de rails zette (later bezorgde hij ook al Bob Dylan z'n eerste majordeal), begint z'n onberispelijke status als gevolg van het moordende tourschema de eerste barsten te vertonen.<br />
Wilde geruchten over excessief drugsgebruik en een stormachtig huwelijk steken de kop op en ook met de platenverkoop gaat het bergaf. Net in die turbulente periode scoort Cash echter wel zijn allergrootste hit ooit, 'Ring of Fire', geschreven door Merle Kilgore én June Carter, lid van de beroemde Carter Family, een onmisbare schakel in de diepgewortelde codex van de traditionele Amerikaanse muziek.<br />
Naargelang de jaren zestig vorderen gaat het met de geestelijke toestand van Cash - die intussen weer van New York naar Nashville is verhuisd en in Waylon Jennings de gedroomde nachtbraker vindt - van kwaad naar erger.<br />
Dieptepunt uit zijn carrière wordt zijn verwijdering uit de Grand Ole Opry, waarvan hij prompt de lichtinstallatie aan diggelen trapt. Cash is nu helemaal losgeslagen: hij overleeft ternauwernood een auto-ongeval. In 1965 wordt hij in El Paso gepakt wegens speedbezit en tot overmaat van ramp loopt zijn huwelijk met Leberto, met wie hij vier kinderen heeft - op de klippen.<br />
In de jaren tachtig is Cash opnieuw op ontwennen aangewezen, al verzinkt die verslaving in het niets met de decadente esbattementen uit de jaren zestig. Dat Cash finaal niet in de voetsporen treedt van de al even roekeloos levende en tragisch gestorven Hank Williams, heeft hij te danken aan June Carter, nota bene de meter van Williams' zoon, met wie hij in 1967 in het huwelijksbootje stapt en de monsterhit 'Jackson' scoort.<br />
Carter bekeert haar echtgenoot prompt tot het Christendom en paradoxaal genoeg doet de hand van God wonderen in de spirituele rehabilitatie van Cash.<br />
<br />
Cashs jarenlang engagement voor de aan lager wal geraakte drop-outs komt pas écht in de schijnwerpers te staan als hij hen effectief gaat opzoeken en entertainen in de gevangenissen van Folsom Prison en San Quentin. At Folsom Prison (1968) wordt samen met het één jaar later ingeblikte At San Quentin immers één van de meest beklijvende en markante liveregistraties uit de muziekgeschiedenis.<br />
Beide gevangenisplaten verkopen meer dan een kwart miljoen exemplaren en hiermee steekt Cash zelfs de op dat moment ongenaakbaar gewaande Beatles naar de kroon. Optreden in de zwaarst bewaakte gevangenis van Californië (Folsom Prison) is allesbehalve een sinecure, maar Cash acteert die avond met zoveel flegma - niet gespeend van de hem zo typerende gitzwarte humor - dat de tweeduizend inmates hem prompt als één van hen beschouwen.<br />
Toepasselijke songs als 'The Wall' ('There's a lot of strange men in cell block ten / But the strangest of them all / Was a friend of mine who spent his time staring at the wall'), 'I Got Stripes' ('I Got Stripes / Stripes Around My Shoulders / I Got Chains / Chains Around My Feet') en het venijnige 'Cocaine Blues' laten niets aan de verbeelding over en bezorgen Cash de gratie waar de bajesklanten levenslang vruchteloos naar hengelen.<br />
De San-Quentinpassage levert vervolgens het hilarische 'A Boy Named Sue' en het op luid gejuich onthaalde titelnummer ('San Quentin, I hate every inch of you ./ May you rot and burn in hell') op. Decennia later zou wijlen Boudewijn Buch beide gevangenissen bezoeken voor zijn programma De Wereld Van.<br />
God's touch<br />
De Bijbel is intussen Cashs eeuwige steun en toeverlaat geworden ('I wear the black for the poor and beaten down, living in the hopeless hungry side of town / I wear the black for those who never read or listened to the words that Jesus said').<br />
Toch staan gospelplaten als The Holy Land (1968), Man in Black (1971) en Believe in Him (1987) nu niet meteen bekend als 's mans artistieke hoogtepunten, zoals Infidels, Slow Train Coming en Saved dat evenmin zijn voor dat andere icoon, Bob Dylan.<br />
Met Dylan is Cash tevens te horen op 'Girl from the North Country', het openingsnummer van Nashville Skyline uit 1971. Hét hoogtepunt van Cashs geloofsbelijdenis wordt echter het door hemzelf geproduceerde en gefinancierde filmproject Gospel Road (1973). In de prent - handelend over het leven van Jezus Christus - zien we Cash symbolisch op een Israëlische bergtop terwijl hij er zijn liefde voor God declameert.<br />
<br />
Begin jaren zeventig maakt Cash op ABC tevens furore met de legendarische Johnny Cash Show. Als talkshow host ontvangt hij ('Hello, I'm Johnny Cash! ') de Groten der Aarde, met wie hij vanzelfsprekend ook duetten aangaat: Bob Dylan, Louis Armstrong, Ray Charles, Neil Young, Roy Orbison, Kenny Rogers, Merle Haggard, Linda Ronstadt, Joni Mitchell en vele anderen.<br />
Na afloop mag de veelzijdige countryster zelfs op audiëntie bij president Richard Nixon. Cash steekt z'n patriottistische gevoelens overigens nooit onder stoelen of banken, al laat hij de écht conservatieve idealen liever over aan zijn collega's.<br />
Vervolgens duurt het tot het in 1979 uitgebrachte Silver vooraleer Cash nog eens muzikale gensters slaat. Halverwege de jaren tachtig boekt Cash aan de zijde van collega-outlaws als Willie Nelson, Waylon Jennings en Kris Kristofferson commercieel succes als The Highwaymen.<br />
In Europa blijven de drie platen van dit superkwartet echter zo goed als onbekend. Met legende Willie Nelson zou Cash eind jaren negentig wel nog schitteren op het live-album VH1 Storytellers.<br />
<br />
Muzikaal gezien worden de jaren tachtig weinig opzienbarend voor Cash en niets lijkt erop te wijzen dat de glorie weer zal opdoemen. Tot U2 Cash in 1993 een helpende hand reikt en hem een gastbijdrage op Zooropa ('The Wanderer') offreert.<br />
Uiteindelijk is het echter de gelauwerde producer Rick Rubin die zich als ultieme reddingsboei opwerpt. Samen sluiten ze een lucratieve deal voor een reeks (vier in totaal) American Recordings, waarvoor Cash glorieus in de huid kruipt van artiesten als The Beatles ('In My Life'), U2 ('One'), Tom Petty ('I Won't Back Down'), Depeche Mode ('Personal Jesus'), Nick Cave ('The Mercy Seat'), Soundgarden ('Rusty Cage') en Bonnie 'Prince' Billie (het beklemmende 'I See a Darkness').<br />
Cash bewijst nogmaals dat hij een meester is in het interpreteren en vertolken van andermans songs, ditmaal in een erg minimalistisch en sober jasje. Ook eigen klassiekers worden nieuw leven ingeblazen - arrangementen beperken zich slechts tot gitaar en piano, maar het gloriemoment van een decennium American Recordings is ontegensprekelijk het griezelig mooie 'Hurt' van Nine Inch Nails.<br />
Dan hebben we nog met geen woord gerept over de bijhorende, tranentrekkende videoclip (Mark Romanek), die een aandoenlijk zieke Cash ('Everyone I know goes away in the end') een Grammy opleverde en ook de adem van ondergetekende ei zo na deed stokken. Bij alternatieve muziekadepten krijgt Cash voortaan een prominente plek in de platenkast, bij de C van Cave en Cohen, net zoals hij de voorgaande decennia ook de harten van miljoenen anderen veroverde.<br />
<br />
Het laatste wapenfeit van Johnny Cash wordt de peperdure, vijfdelige compilatiebox Unearthed, goed vier jaar na het ook al indrukwekkende en vrij overzichtelijk verzameldrieluik Love, God, Murder, recentelijk aangevuld met Life.<br />
Rubin wilde deze oorspronkelijk in de pijplijn houden tegen 2004, maar Cash besliste daar drastisch anders over door op 12 september 2003 rond de tafel te gaan zitten met Magere Hein. Het moge Hem goed gaan op zijn laatste pelgrimstocht!<br />
'I'm not a great man, I don't claim to be / But when I meet my maker and he questions me / I won't hang my head, I will stand proud and strong / And say: I was a singer of songs'.Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-41315672396280615012023-08-30T00:00:00.000+02:002023-08-30T00:00:00.272+02:00Hans van DeventerDoor liefhebbers van het kleinkunstgenre wordt Hans van Deventer als een van de groten van het genre in de jaren zestig gezien. Toch zal zijn naam bij veel mensen tot opgetrokken wenkbrauwen leiden; nooit van die man gehoord. Door een combinatie van factoren, zowel persoonlijke als externe, wist van Deventer zijn talent slechts in geringe mate over het voetlicht te brengen. Verbitterd en teleurgesteld trok hij zich terug, om zich van de muziekwereld af te keren. Hoe is het allemaal zo ver gekomen?<br /><br />Hans van Deventer is in 1934 in Helmond geboren. Zijn vader werkte bij de spoorwegen, en het gezin moest daardoor vaak verhuizen. Hij woonde het langst in Den Haag, Rotterdam en Delft. Al op jonge leeftijd had Hans interesse in muziek, en bespeelde hij diverse instrumenten. Van zijn 16e tot zijn 25e jaar speelde hij schuiftrombone in de Rotterdamse Green River Jazz Band en de Gateway City Jazz Band. Toch werd de gitaar zijn belangrijke instrument. In 1959 hielp een tandarts hem van een klein spraakgebrek af, maar hij raadde Hans aan om de trombone in het vervolg met rust te laten. Hans van Deventer ging toen in Rotterdam klassiek gitaar studeren bij Koos Suyker.<br /><br />Inmiddels had hij, als groot bewonderaar van Georges Brassens, behoorlijk wat liedjes geschreven. Toen hij het eerste plaatje van Jaap Fischer hoorde, vroeg hij een auditie aan bij diens platenlabel, de Studenten Grammofoonplaten Industrie. In oktober 1961 ging Hans van Deventer met zijn loodzware bandrecorder naar een studentenflat aan de Klikspaanweg te Leiden. Hij liet zijn werk horen aan de directeur en oprichter van de SGI, Luc Wijdeveld. Die was meteen enorm enthousiast en maakte ogenblikkelijk een afspraak voor een proefopname in de studio van Bovema in Heemstede. Die maand nog nam Hans van Deventer in totaal zes nummers op voor een ep en een single. Op de ep verschenen vier nummers: Spes patriae, Het feest, het retourtje en Het gebed. Dit laatstgenoemde lied schreef Hans toen zijn vriendinnetje naar Canada emigreerde en korte tijd later daar trouwde. Begin januari 1962 kwam de ep uit, maar men vergat om Van Deventer er één te bezorgen. Van Luc Wijdeveld mocht hij toen diens exemplaar een weekend lenen.<br /><br />Drie maanden later kwam Hans stomtoevallig zijn tweede plaatje, de single Bombazijn (het eerste liedje dat hij schreef) tegen in de Rotterdamse Bijenkorf. Ook die was men vergeten om hem toe te sturen. De twee plaatjes verkochten redelijk, waardoor Hans van Deventer een jaar later weer zes liedjes mocht opnemen. De ep Delirium tremens en de single Dromenland, die hiervan het gevolg waren, verkochten echter erg slecht. Bovema besloot hem nog één kans te geven. De ep die vervolgens in 1964 verscheen bevatte sterke nummers: Petruschka, Stamboom, Als je wou en een heropname van Bombazijn, omdat van Deventer niet tevreden was over de eerdere versie. De reacties op deze plaat waren bijna allemaal positief. Het leek er nu toch echt op dat voor Hans van Deventer de goede tijden waren aangebroken. De Nederlandse radio en televisie lieten het echter volledig afweten. De ep met vijf ‘hansons’ die een jaar later weer verscheen, was opnieuw van een uitstekend gehalte. Vooral onze zuiderburen toonden grote belangstelling voor Hans van Deventer. De Belgen moesten zijn platen echter in Nederland gaan kopen, want de importeur was niet geïnteresseerd. <br /><br />In die dagen was Hans vaak lang bezig met het beantwoorden van brieven van fans. Optreden deed hij zelden: hij kreeg door een gebrek aan zelfvertrouwen steeds meer last van plankenkoorts. Mede daardoor had hij slechts een klein publiek. Teleurgesteld en ontmoedigd besloot hij zijn muzikaal testament te maken. In 1967 verscheen de lp Jeugdgodinnen, een bloemlezing van zijn beste liedjes. Alles op deze langspeler werd door Hans van Deventer zelf verzorgd: de teksten, de muziek, en de arrangementen. Het dubbel opnemen in de geluidsstudio maakte het voor hem mogelijk zowel de gitaarbegeleiding als de solo’s in te spelen. Bevriende amateurmusici, zoals Suzan van den Hoek (hobo en Engelse hoorn) en Kees Nederveen (spijkerpiano, klarinet en piccolo), vulden hem aan. De plaat verkocht vrij goed, maar na drie maanden was hij uit alle winkels verdwenen, en een herpersing is nooit verschenen.<br /><br />KoR van der Goten, op dat moment – 1968 – de belangrijkste chansonnier van België (maar ondertussen zelf al lang in de vergetelheid geraakt), was behoorlijk aangedaan door het feit dat Hans van Deventer een punt zette achter zijn muzikale carrière. Van der Goten noemde hem de onbetwiste grootmeester van het chanson, wiens grammofoonplaten hij geen week zou kunnen missen. “Ik begrijp hem… bijna”, zei KoR, “en om dat ‘bijna’ zal ik verder doen”. <br /><br />Hans van Deventer ging Nederlands studeren en les geven aan het Hugo Grotius te Delft. Zijn teleurstelling trachtte hij te verdrijven met drank. Rond 1980 scheidde hij van zijn vrouw Lijnie en trok zich steeds verder terug uit het sociale leven, en werd meer en meer een soort kluizenaar. Zijn zoon Fulco is ook actief in de muziek: hij zingt en speelt gitaar, tres en tiple in Septeto Trio Los Dos, van wie in 2007 de cd Somos Hermanos verscheen. Bij de cd-presentatie was Hans aanwezig. Fulco heeft de gitaar waar zijn vader zijn liederen op componeerde van hem gekregen. Als hij thuis speelt, dan is dat altijd op die gitaar.Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-76624535640402373672023-08-20T00:00:00.000+02:002023-08-20T00:00:00.267+02:00Jim ReevesJames Travis Reeves is geboren in de plaats Galloway in Texas op 20 augustus 1923, als jongste in een gezin met 9 kinderen, helaas overleed zijn vader toen hij 1 jaar was.<br />
Hij had al op jonge leeftijd een grote liefde voor muziek, maar begon hij een carrière als honkballer die in 1947 vroegtijdig eindigde door een blessure aan zijn enkel.<br />
Kort daarna trouwde hij met Mary White, zij was een lerares en hij werd discjockey bij een country muziek radiostation, KGRI in Henderson, Texas.<br />
In 1952 ging Jim werken voor radiostation KWKH in Sheveport, Louisiana, waar hij was aangenomen om de gastheer te zijn in de Louisiana Hayride Show.<br />
Met zijn voeten stevig gegrondvest in de country muziek, duurde het nog maar kort voordat zijn loopbaan begon te groeien.<br />
In 1953 nam hij zijn eerste succesplaat, Mexican Joe, op die een nummer één notering kreeg.<br />
In 1955 tekende hij een contract met RCA en werd lid van de Grand Ole Opry.<br />
Tegen het einde van de jaren 50 kwam de Rock-’n-Roll op en verschoof Reeves onder invloed van Chet Atkins zijn stijl van de pure country wat in die richting.<br />
Jim Reeves was met Patsy Cline één van de eersten die de Nashville-sound brachten en ook was hij een van de eersten die met ‘close talking’ microfoontechniek werkte, iets wat zijn stem extra goed deed uitkomen.<br />
zijn alias was “Gentleman Jim” en hij werd de Amerikaanse countryzanger die bekend werd door zijn warme fluwelen stem.<br />
Hierover had hij met de opnametechnicus van RCA een zo hooglopende ruzie dat hij tussen 1962 en begin 1964 geen opnames meer maakte.<br />
Jim Reeves werd de meest populaire zanger in zuid Afrika, populairder dan bijvoorbeeld Elvis Presley of Cliff Richard.<br />
In 1962 stonden er zelfs 13 platen tegelijk in de top 20 van Zuid-Afrika, dat hadden Elvis Presley en Cliff Richard nog niet gepresteerd.<br />
Toen in 1960 Jim Reeves met zijn wereldhit “He’ll have to go” in vele landen in de wereld doorbrak, kwam hij meteen hoog op de Zuid-Afrikaanse hitparade terecht en van het nummer werden dan ook maar liefst wereldwijd 3.000.000 exemplaren verkocht.<br />
In 1961 kwamen zijn platen zoals “Losing your love”, “You’re the only good thing”, “In a mansion stands my love”, “Little Ole You” hoog op de Zuid-Afrikaanse hitlijsten terecht.<br />
Ook bracht hij de volgende succesvolle hits in Zuid-Afrika zoals “Partners“, “Danny Boy“en “I’m gonna change everything”.<br />
Dit nummer, “I’m gonna change everything”, is de stoffige plaat van de week bij radio de BOM, in dit nummer zingt Jim Reeves over dat hij alles gaat veranderen om de herinneringen aan zijn liefje uit te wissen.<br />
Hij haalt de foto’s van de muur, steekt de gordijnen in de brand en gooit zijn verjaardagscadeaus weg, niets maag meer aan haar herinneren, de party is over.<br />
Het einde van Jim Reeves kwam heel onverwachts, zijn vliegtuig kwam op weg naar huis in Nashville op 31 juli 1964 in een zware storm terecht.<br />
Beide inzittenden, Reeves als piloot en een vriend, Dean Manuel, kwamen om het leven.Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-81311304797433581762023-07-31T00:00:00.000+02:002023-07-31T00:00:00.266+02:00The EaglesDe groep Thr Eagles ontstond in het begin van de jaren zeventig in Los Angeles, eerst als begeleidingsband van Linda Ronstadt, maar al snel sloegen ze hun eigen vleugels uit. Hun vroegste muziek was een mengeling van country en bluegrass, vermengd met de harmonieën van de Californische surfmuziek. Hierdoor ontstonden gevoelige nummers over relaties, auto's en een zwervend leven. De pioniers van dit nieuwe genre waren begenadigde singer-songwriters als Jackson Browne, J.D. Souther en Warren Zevon en bands als Buffalo Springfield en Poco. Uit de subcultuur in en om Sunset Boulevard en The Valley in Los Angeles die rond deze componisten ontstond, distilleerden de Eagles een eigen geluid dat synoniem werd met de term Californische countryrock. Op latere albums van de groep werd de bluegrassmuziek meer en meer afgezworen en ging men over naar een meer recht-toe-recht-aan rock-geluid.<br />
<br />
Geen van de vier oprichters was geboren in Californië. Gitarist/toetsenist Glenn Frey ontvluchtte de koude winters en de beklemmende muziekscene van zijn geboortestad Detroit en introduceerde een Rhythm-and-blues-geluid. Drummer Don Henley was bijna afgestudeerd in Engelse literatuur.<br />
<br />
Gitarist/mandolinist/banjospeler Bernie Leadon had een passie voor country en bluegrass die een sterke invloed had op het vroege geluid van de band. Bassist Randy Meisner was een liefhebber van auto's en fietsen en verkeerde eigenlijk liever bij zijn familie dan dat hij zijn tijd besteedde aan het bespelen van een basgitaar in een rockband.<br />
<br />
De band werd geformeerd in 1971 toen John Boylan - toen manager van Linda Ronstadt - Frey, Leadon, and Meisner losweekte van hun bezigheden. Ze misten nog een drummer totdat Frey Henley belde die hij had ontmoet in The Troubadour in Los Angeles. Twee maanden lang vormde Eagles de band achter Ronstadt, maar na afloop van deze tournee besloten de mannen een eigen groep te vormen.<br />
<br />
Er volgden nog wat personeelswisselingen : Bernie Leadon zorgde ervoor dat Don Felder bij de groep kwam vanaf "On the Border". Daarna stapte hij op. Randy Meisner werd vervangen door Tim Schmidt van Poco, en Joe Walsh kwam erbij vanaf "Hotel California".<br />
<br />
The Eagles hebben in ieder geval héééél goed geluisterd naar Jethro Tull en "We used to know" uit hun fantastische "Stand Up" album. De melodie én de akkoorden progressie zijn praktisch identiek met "Hotel Californie". Zo erg zelfs dat Ian Anderson er publiek voor uit kwam dat hij hier ergens wel wat royalties voor verdiende van de heren Felder, Frey & Henley.Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-71158755723304705932023-07-13T00:01:00.000+02:002023-07-13T00:01:00.261+02:00Bob Dylan<img height="200px" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEh8mmUmHb0qTEhbioawmxD1e5xgcYo9m5WessES0MW_fB2HiFe06PiI3nr04aUa639RRzLHxVih-LRb_6wwic1doSMwDthGQvolvl4OrDHDwnpaEvp-m6M3G8euEmqzq_T9spmH1I6qaqO9/s200/COVER.jpg" width="200px" />Bob Dylan brengt op 13 juli 1973 het album Pat Garrett & Billy The Kid uit. Het is de soundtrack van de gelijknamige film waarin Bob Dylan de rol van Alias speelt. Kris Kristofferson is te zien als Billy The Kid. James Coburn is Pat Garrett en Rita Coolidge speelt Maria. De regie is in handen van Sam Peckinpah. Knockin’ On Heaven’s Door, afkomstig van dit album, wordt op 8 augustus 1973 uitgebracht. Knockin’ On Heaven’s Door heeft Bob Dylan in februari 1973 opgenomen in Nashville. Hij wordt begeleid door Terry Paul, Roger McGuinn van The Byrds, Jim Keltner en Carl Fortina. Knockin’ On Heaven’s Door wordt door de meest uiteenlopende artiesten opgenomen. Er zijn uitvoeringen van Eric Clapton, Booker T. Jones, Nina Hagen, Jerry Garcia, Randy Crawford, Danny & Dusty, The Sisters Of Mercy, Herman Brood, The Jody Singers en Guns ’N Roses. <br />
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<object class="BLOGGER-youtube-video" classid="clsid:D27CDB6E-AE6D-11cf-96B8-444553540000" codebase="http://download.macromedia.com/pub/shockwave/cabs/flash/swflash.cab#version=6,0,40,0" data-thumbnail-src="http://1.gvt0.com/vi/cJpB_AEZf6U/0.jpg" height="266" width="320"><param name="movie" value="http://www.youtube.com/v/cJpB_AEZf6U&fs=1&source=uds" /><param name="bgcolor" value="#FFFFFF" /><embed width="320" height="266" src="http://www.youtube.com/v/cJpB_AEZf6U&fs=1&source=uds" type="application/x-shockwave-flash"></embed></object></div>
Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-39549270113205691532023-06-25T00:00:00.000+02:002023-06-25T00:00:00.273+02:00Popfestivals, hippies en anarchie in de vorige eeuwHet fenomeen Popfestival is inmiddels ingeburgerd. Jaarlijks heb je een kleine honderd popfestivals alleen al in Nederland, wereldwijd is dat bijna niet meer na te gaan. Het fenomeen is in de jaren 60 van de vorige eeuw in Amerika ontstaan. Het eerste grote meerdaagse Popfestival was het Californische Monterey Pop dat in juni 1967 plaats vond.<br /><br />In de jaren erna worden overal in Amerika festivals georganiseerd waarvan Woodstock in 1969 de meest legendarische is. Er is een groot verschil in de Popfestivals toen en nu. Popfestivals van nu zijn veelal ‘een paar dagen er tussenuit’.<br /><br />Popfestivals in de jaren 60 in America hadden veel meer met een ‘lifestyle’ te maken. De Popfestivals waren een direct uitvloeisel van de Flower Power beweging en hippie cultuur uit San Francisco, waar ze de zogenaamde love-inns organiseerden. De hippies trokken als nomaden van festival naar festival.<br /><br />Liedjes als ‘All you need is love’ en ‘If you’re going to San Francisco’ stammen uit die tijd. De teksten van deze songs geven goed weer hoe de sfeer in die tijd op het festival terrein in het Kralingse Bos was. Zelfs de politie en bewakers werden ermee besmet zodat ze bezoekers die geen geld hadden gewoon binnen lieten. Het legendarische Woodstock werd een giga ‘love inn’ Er werden 20.000 mensen verwacht en er kwamen er 400.000. ‘Kassa’ zou je nu denken, de meeste mensen kwamen echter onbetaald binnen, waardoor het festival financieel failliet ging. Vanwege de uitmuntende sfeer en de goed gedocumenteerde film, is het over de wereld bekend als een historisch fenomeen.<br />De bands die langs deze popfestivals trokken waren bovendien de beste uit die tijd.<br />Onderling contact tussen de bezoekers is er nauwelijks, iedereen doet ‘zijn eigen ding’<br /><br /><div>
Dat was in 1970, in het jaar van het Holland Popfestival, heel anders. Onder de bezoekers van het festival bestond een groot gemeenschapsgevoel.<br /><br />Fazanten, die zich terugtrokken in de uiterste hoekjes van het bos moeten op deze dag wel raar opgekeken hebben van al die ‘vreemde vogels’ die daar een gebrek aan territoriumdrift ten toon spreidden, ‘love en peace, vogel’ riepen ze elkaar toe, terwijl ze met twee vingers een V-teken maakte.<br /><br />Hoeveel bezoekers er precies waren bij het Kralingse Popfestival blijft gissen. Er zijn 27.000 kaarten verkocht, maar je kon ook heel makkelijk zonder kaartje binnenkomen. De schattingen lopen van 60.000 bezoekers tot 130.000 bezoekers. Het juiste aantal weet niemand, maar het was vol in het bos, heel erg vol.<br /><br />Het Holland Popfestival gaat in de volksmond door het leven als het ‘Kralingse Popfestival’ of Stamping Ground.<br /><br />Het was in vele opzichten uniek; niet in de minste plaats vanwege de voortrekkersrol die het had op het vaste land van Europa, als het eerste popfestival in Nederland.<br /><br />Daarnaast is het uniek omdat het een beeld geeft van de overgang van provo- naar hippiecultuur in Nederland in die tijd.<br /><br />De jongerencultuur had sinds de Tweede Wereldoorlog diverse stromingen meegemaakt. Eind jaren vijftig begon dit in Amerika al met de beatgenaration. Eigenlijk was dit een avant gardistische culturele stroming van literaire ‘drop outs’, die er experimenteerden met literaire vormen onder invloed van drugs. Zij keerden zich tegen de gevestigde orde en de kleinburgelijkheid. Hun boeken werden door jongeren over de hele wereld gelezen.<br /><br />In Amerika was de volgende stroming die van de hippies en de flowerpower.<br />Kenmerkend voor deze groep was dat zij eigenlijk de maatschappij de rug toekeerden, hippies waren a-politiek en leefden als een soort nomaden die hier en daar nederzettingen vestigden, waar zij hun onbespoten groenten teelden en de liefde en de drugs met elkaar deelden. Zij leefden in een magische sprookjesachtige wereld met een hoog ‘New Age’ gehalte.<br /><br />De oosterse goeroe Maharishi werd met open armen ontvangen en de boeken van Carlos Castenada, met name “lessen van Don Juan”, werden verslonden omdat spirituele ervaringen onder invloed van LSD en andere drugs daarin verheerlijkt werden.<br /><br />In Nederland zat er tussen de beatgeneratie en de hippiecultuur nog de provo’s en kaboutercultuur. De provo’s waren juist zeer politiek betrokken. De provo’s waren veel assertiever dan de hippies later en brachten misstanden aan het licht door ludieke acties te organiseren. Tussen een Happening van de provo’s en een kunstperformance is zeker een link te trekken. Het verschil zit in de context waaruit de actoren komen. Bij de Happening is het de context van de politiek bewuste activist die op een creatieve manier aandacht vraagt en bij de performance is er de context van de kunstwereld. Beide gebruiken beeldende middelen om een publiek te manipuleren tot betrokkenheid. De activist zal daarbij meer gebruik maken van een retoriek die aansluit bij maatschappelijk relevante items. Terwijl de kunstenaar zich meer op de esthetiek van zijn performance zal richten. Alhoewel zeker in die tijd esthetiek zelfs voor de kunst bijna een vies woord was.<br /><br />Maar ook in de acties van Provo kan je een zekere esthetiek niet ontkennen. Bijvoorbeeld de ‘witte’ plannen.<br /><br />Met wit als de kleur van de onschuld en als actiekleur worden er allerlei ludieke acties uitgedacht.<br />De ‘witte filosofie’ voor afschaffing van werk, de ‘witte grachten’, de ‘witte schoorstenen’ voor schone lucht, het ‘witte kinderplan’ voor gratis crèches en tegen het gezinsdenken, het ‘witte slachtofferplan’ waarbij de veroorzaker van een fataal ongeluk het slachtoffer met witte verf moest omlijnen op het wegdek, het ‘witte wijvenplan’ voor kosteloze medische zorg voor vrouwen, het ‘witte kippenplan’ tegen het harde optreden van de politie (blauwe kippen), het bekende ‘witte fietsenplan’ en de ‘witkarren’. Tegelijkertijd schrijft het provolid Roel van Duyn een gedegen handboek voor provo’s, treffend getiteld Het witte gevaar. Zo verspreidt Provo vlak voor het huwelijk van prinses Beatrix en Claus von Amsberg in 1966 ‘witte geruchten’, o.a. dat ze suikerklontjes met LSD aan de politiepaarden zouden gaan voeren.<br /><br />Je kan niet zeggen dat er een wisselwerking was tussen kunst en Provo. Je kan wel beweren dat deze acties net als kunstwerken met verbeelding. Veelvuldig werd gebruikt gemaakt van leuzen op de muren en pamfletten waarmee het straatbeeld werd versierd. De muren vertellen verhalen van een tijd, de grotten van Lascaue, de activisten in de jaren zestig en graffitiekunstenaars nu.<br /><br />Het beeld van de Provo was een driehoek met een appel erin en een stip op de appel. De appel stond voor Amsterdam de stip voor het Spui, waar het Lieverdje stond. Bij het Lieverdje begonnen veel acties of Happenings. Robbert Jan Grootveld de anti-rookmagiër hield er dadaïstische Happenings tegen het roken. Dat hij zelf shag en marihuana rookte daar maakte niemand zich druk over. Het teken van de hippie was het vredeteken, waar de provo ook gebruik van maakte.<br /><br />In de geschiedschrijving omtrent Provo lijkt het hoofdzakelijk een Amsterdamse aangelegenheid, maar ook Rotterdam had twee vergelijkbare actiegroepen;<br />‘De Nieuwe Generatie’ en ‘Desperado’. Amsterdam had de antie-rookmagiër Robbert Jan Grootveld maar Rotterdam had de anti-verkeersmagiër Tom Jaspers, die ludieke acties verzon tegen de vervuilende auto. Amsterdam had het Lieverdje als centrale actieplek, Rotterdam de Beertjes op de Lijnbaan, waar lunchworst werd uitgedeeld als verwijzing naar de toenmalige minister Luns. De werkelijke geboorte van het gedachtegoed van zowel ‘Provo’, Desperado’ en ‘De Nieuwe Generatie’ vond plaats in Rotterdam Noord, Wilgenstraat 22.<br /></div>
<div>
Wim de Lobel, hoofdredacteur van de Vrije; een anarchistisch blad, woonde daar. Hij bracht de verschillende activisten de anarchistische beginselen bij. Roel van Duin kwam daar al over de vloer toen hij nog in Den Haag op het lyceum zat. Dat het anarchisme dat de jaren zestig kleur gaf begon in Rotterdam staat niet in de grote Provo naslagwerken.<br />De kritiek op de consumptiemaatschappij die provo’s en hippies deelden en de anarchistische tendens, kon je in de kunst overal terugvinden.<br /><br />Conceptuele stromingen als de Pop-art, maakten van de consumptiemaatschappij een onderwerp. De Italiaanse kunstenaar Manzoni liep in die tijd in Rotterdam rond, zijn ingeblikte ‘shit’ van de kunstenaar, kan je zien als een reflectie op de consumptiemaatschappij. Daarbij speelde natuurlijk, naast de maatschappelijke relevantie, de intrinsieke vraag aan de kunst als consumptieartikel een rol; ‘wat is kunst en waaraan ontleent ze haar waarde’. Wat dat betreft stelde de kunst deze vraag al veel eerder dan de politiek.<br /><br />Kunst zou je per definitie anarchistisch kunnen noemen, tenminste als ze niet valt voor de verleidingen van haar verkoopbaarheid. Zowel performance als conceptuele kunst, vallen binnen de categorie van onverkoopbaarheid. In die tijd moest je echter niet tegen een kunstenaar zeggen dat De provobeweging heeft met haar ludieke happenings beelden ontwikkeld die van grote invloed waren op de Nederlandse hippiecultuur. Aangezien het hippiedom nomadisch van aard was, hield zij zich niet aan stadsgrenzen en zag je de verworvenheden ook op het popfestival.<br /><br />Eigenlijk kan je zeggen dat 1970 een overgangsperiode was van de roerige jaren zestig met de verschillende anarchistisch provocatieve groepen, naar de wat rustigere jaren zeventig waar met name een meer anarchistisch pacifisme de boventoon voerde. In deze jaren leefden jongeren hun in de jaren 60 verworven idealen uit; ‘love, peace and freedom’. Ze waren het strijden moe en keerden de maatschappij de rug toe om in een eigen Utopia te leven.<br /><br />Veel van de songteksten van de diverse bands uit die tijd hadden deze thema’s. Maar niet alleen de songteksten bezongen de liefde, vrede en vrijheid, ook de acties benadrukten deze onderwerpen.<br />Een mooi voorbeeld is de actie van John Lennon en Yoko Ono in 1969 in het Hilton in Amsterdam.<br /><br />Waar de Fluxus kunstenares en haar musicerende geliefde een week in bed bleven en vanuit hun bed journalisten en andere bezoekers ontvingen.zijn werk politiek was. Kunst en politiek waren verschillende dingen volgens de kunstenaars.</div>
Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-57335585178486708232023-06-15T00:00:00.000+02:002023-06-15T00:00:00.269+02:00Rockin' Billy"Hou Je Echt Nog Van Mij, Rocking Billy?" Van Ria Valk was na "Kom Van Dat Dak Af" en "Ramona" de derde Nederlandse rocker of wat daarvoor moest doorgaan. In ieder geval swingde het al een heel pak meer dan zijn voorbeeld.<br />
<br />
Inderdaad, Rocking Billy emigreerde niet alleen van Nederland naar Amerika, hij was voordien ook al vanuit Zweden naar Nederland afgereisd.<br />
<br />
De tekst is min of meer bewaard gebleven, het is alleen het arrangement dat een aardig tandje bijsteekt, want het Zweeds origineel bleef duidelijk steken in de boerenpolka. Geschreven door Stig Anderson, de latere manager van ABBA (de showwereld is klein ginder) en alsof ze het er speciaal voor gedaan hebben stikt het weer van de Skandinavische klinkers in de titel.<br />
<br />
Ria Valk (Eindhoven, 11 februari 1941) is een Nederlandse zangeres, voormalig televisie-presentatrice en actrice.<br />
In mei 1959 werd ze met haar uitvoering van Tutti Frutti tweede achter winnaar Pim Maas bij een Elvis-imitatiewedstrijd. Het betrof hier de verkiezing van de Nederlandse Elvis Presley, in Cinema Royal. Ria verscheen in een zwart-oranje gestreepte lange broek, met laarzen en een cowboyhoed voor het voetlicht. De zaal joelde heftig, want iedereen vond dat meisjes met Elvis-verkiezingen niets te maken hadden.<br />
<br />
In haar beginjaren legde ze zich toe op de rock-’n-roll en scoorde ze in 1960 de hit “Hou je echt nog van mij Rockin’ Billy”, wat haar definitieve doorbraak betekende. Daarop volgden succesvolle nummers als Ik wil een cowboy als man, Als ik de golven aan het strand zie en Tommy uit Tennessee. Samen met Rob de Nijs, Trea Dobbs, Marijke Merckens en Kitty Courbois acteerde en zong Ria Valk in de TV-show “TV-magazine”, waarin ze naast humoristische liedjes ook redelijk wat serieus materiaal te zingen kreeg van Harrie Geelen en Hans Peters. Een aantal nummers uit het programma zijn vastgelegd op de LP TV Magazine 1965 op het DECCA-label, één van de eerste populaire LP’s die behalve in mono ook in stereo verscheen.<br />
<br />
Later legde Ria zich voornamelijk toe op het komische genre met onder andere veel carnavalshits zoals “Janus pak me nog een keer”, “We hebben de feestneus van Toon gevonden”, “Vrijgezellenflat”, “De liefde van de man gaat door de maag”, “Leo” en “Jans Pommerans”.<br />
<br />
Eind jaren ’80 speelde ze een rol in de VARA TV-serie “Zeg ‘ns AAA” en scoorde nog een aantal bescheiden feesthits.Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-61261567876751542562023-05-25T00:00:00.000+02:002023-05-25T00:00:00.255+02:00Dorsale deuntjesMuziek kan tot tranen toe roeren, en een paar tonen van een liedje zijn genoeg om gevoelens en herinneringen op te roepen van decennia terug. Hoe is dat mogelijk?<br />
<br />
Een muziekwetenschapper uit Californië denkt het antwoord te hebben, en hoopt met zijn kennis Alzheimer-patiënten te helpen.<br />
<br />
Er is nauwelijks een mens te vinden die niet gevoelig is voor de effecten van muziek. Wetenschappers doen er steeds meer onderzoek naar, en ze weten een breed publiek te bereiken met hun bevindingen. Daniel Levitin had in 2007 een verkoopsucces met het boek ‘This is your brain on music’, en de bekende neuroloog Oliver Sacks deed het een jaar later minstens zo goed met ‘Musicophilia’.<br />
<br />
In het boek van Sacks komt de bijzondere relatie tussen muziek en geheugen duidelijk naar voren. Een mooi voorbeeld is zijn patiënt Clive Wearing, een muzikant die door een herseninfectie werkelijk niets meer kon onthouden. Na een aantal seconden al was hij vergeten wat er daarvoor was gebeurd. Toch kon hij nog de meest ingewikkelde muziekstukken spelen, ook al hield hij bij hoog en laag vol ze niet te kennen.<br />
<br />
Een andere patiënt van Sacks voelde als gevolg van een hersenbeschadiging geen enkele emotie meer. Zijn gedrag en communicatie was gespeend van elk gevoel. Maar als hij begon te zingen, deed hij dat met alle gevoel en emotie die bij de muziek paste. Muziek was de enige toegang die hij nog had tot zijn emoties.<br />
<br />
<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;">
<a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjjaZup5BBiCTMbAy3zosoJn2NCfg216jkULvLFeXTDpytt4gNXqe9JrqfubvKPoZej1tjEqAKngg5rCvkQtjKv3lhXKuvC4F1uei1ZjxHcMPq6YpKKXM7F8_itLHBVCXKd8NCR4aBtV5db/s1600/PicsArt_1354126926495.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" height="320" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjjaZup5BBiCTMbAy3zosoJn2NCfg216jkULvLFeXTDpytt4gNXqe9JrqfubvKPoZej1tjEqAKngg5rCvkQtjKv3lhXKuvC4F1uei1ZjxHcMPq6YpKKXM7F8_itLHBVCXKd8NCR4aBtV5db/s320/PicsArt_1354126926495.jpg" width="240" /></a></div>
<br />
<br />
<b>Precious memories</b><br />
Bijna iedereen kent deze verbinding tussen muziek, geheugen en emoties uit eigen ervaring. Een paar tonen van een liedje kunnen genoeg zijn om lang vergeten ervaringen tot in detail te herbeleven. Een hete zomerdag uit je kindertijd of de eerste dans met je eerste geliefde kunnen door muziek weer in al hun intensiteit naar boven komen.<br />
<br />
Hoe is het mogelijk dat muziek zulke intense herinneringen en emoties kan oproepen? De Californische muziekonderzoeker Petr Janata denkt dit te hebben uitgedokterd en beschreef zijn bevindingen in Cerebral Cortex.<br />
<br />
Janata liet een aantal van zijn studenten fragmenten uit dertig liedjes horen terwijl hun hersenactiviteit werd gemeten met behulp van fMRI-scanner. Deze hersenscanner kijkt waar het bloed in het brein naar toestroomt en geeft zo een beeld van waar de meeste activiteit is. Om er zeker van te zijn dat de muziek een associatie zou kunnen oproepen met het verleden van de studenten, koos Janata liedjes uit de top-100 uit jaren waarin de proefpersonen tussen de acht en achttien jaar oud waren.<br />
<br />
Na elk liedje gaven de studenten aan wat ze van de muziek vonden, en of het een speciale herinnering opriep. Na de hele sessie moesten ze vertellen welke liedjes de meest intense herinneringen opriepen, en wat voor herinneringen dat waren.<br />
<br />
<b>Dorsale deuntjes</b><br />
De studenten herkenden gemiddeld zeventien van de dertig liedjes, en associeerden dertien daarvan met herinneringen. De deuntjes die de sterkste meest emotionele reacties opriepen bij de studenten, riepen tevens de meest opvallende herinneringen op. En op die momenten was er de meeste activiteit in het dorsale deel van de mediale prefrontale cortex. Oftewel: een stukje hersenschors aan de voorkant van het hoofd.<br />
<br />
Dit resultaat is een bevestiging van onderzoek dat Janata eerder heeft gedaan. Hij had toen een ‘kaart’ gemaakt van een aantal muziekstukken, waarop de ontwikkeling van een muziekstuk was uitgeschreven: van akkoord tot akkoord, van frase tot frase en van melodie tot melodie. Als proefpersonen naar deze muziekstukken luisterden, dan bleek uit hun hersenscan dat ze deze ontwikkelingen in de muziek bijhielden in hetzelfde gebied in de hersenschors. Ook riep dit allerlei herinneringen op.<br />
<br />
‘Het mooie is dat de delen van de hersenen die de ontwikkelingen in de muziek bijhouden, dezelfde delen zijn die reageren op hoezeer de muziek is verbonden met herinneringen’, zegt Janata.<br />
<br />
<b>Muziektherapie</b><br />
Dat kan goed nieuws zijn voor mensen met Alzheimer. Die reageren namelijk nog heel goed op muziek die verbonden is met hun herinneringen. Muziektherapie lijkt daarom een reële mogelijkheid. Een mp3-speler met een persoonlijke selectie van liedjes zou kwaliteit van leven van Alzheimer-patiënten op een goedkope en effectieve manier kunnen verbeteren.<br />
<br />
Dus kijk niet raar op als Alzheimer-patiënten binnenkort gelukzalig voor zich uit zitten te mijmeren met een koptelefoon op. Ze zijn dan de mooiste episodes uit hun leven aan het herbeleven.Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-66767117983643759832023-05-10T00:00:00.000+02:002023-05-10T00:00:00.249+02:00Arthur AlexanderArthur Alexander (10 mei 1940 – 9 juni 1993) is bekend van diverse hits, die gecoverd zijn door onder meer The Beatles en The Rolling Stones.<br />
<br />
Arthur Alexander tekende bij Muscle Shoals als zanger, toen een betrekkelijk nieuw label. Bij dit label scoorde hij zijn eerste hits, die ook meteen de eerste hits van het label waren.<br />
<br />
Het eerste succes werd geboekt met "You Better Move On", dat gecoverd werd door The Rolling Stones. Daarna volgden "Anna" (The Beatles), "Soldier of Love" (The Beatles opnieuw) en "Set Me Free" (gecoverd door Esther Philips en Joe Tex). Hieruit bleek wel dat hij goed was in het arrangeren van muziek, net als in het schrijven van songteksten.<br />
<br />
Alexander switchte naar een ander label, maar het succes bleef weg. In 1975 scoorde hij nog een bescheiden hitje met "Everyday I Have To Cry". Daarna werkte hij vooral als buschauffeur. In 1993 besloot Alexander zijn muzikale aspiraties nieuw leven in te blazen. Hij tekende bij een nieuw label en begon weer met optreden. Maar het was hem niet gegund: hij overleed een maand na het tekenen van het contract aan een hartaanval.Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-26085257361052063642023-04-22T00:00:00.000+02:002023-04-22T00:00:00.267+02:00Nine Hundred Miles from Home<b>1. Five hundred miles</b><br />
<br />
"500 Miles" (ook bekend als "500 Miles Away from Home" of "Railroaders 'Lament') is een folksong die vooral polpulair was in de Verenigde Staten en Europa in de jaren 1960 gedurende de zgn. folk revival.<br />
<br />
De eenvoudige repetitieve tekst is een klaagzang van een reiziger die ver van huis is, geen geld meer heeft en te beschaamd is om terug te keren. Het lied wordt over het algemeen gecrediteerd als zijnde geschreven door Hedy West, terwijl sommige bronnen ook Bobby Bare, Curly Williams, en / of John Phillips als co-writers aangeven.<br />
<br />
Hedy West zegt dat ze het lied leerde als kind van haar grootmoeder van vaderskant Lillie Mulkey West.<br />
<br />
Maar het gaat veel verder terug : "500 Miles" gerelateerd aan een oudere folksong, "900 Miles", die zelf kan zijn oorsprong vindt in een zuidelijke Amerikaanse fiddle tune genaamd "Reuben's Train '.<br />
<br />
Hedy West was een zanger en banjo-speler uit een Noord-Carolina folkies familie. Waarschijnlijk heeft ze een oudere folktune wat meer opgeknapt en toegankeliker gemaakt, hier en daar de tekst aangepast om zo een meer populaire versie te maken en de credits. Hedy West overleed op 3 juli 2005, 67 jaar oud.<br />
<br />
"500 Miles" is West “grootste hit” De eerste release van het nummer lijkt te zijn geweest op de 1961 titelloze debuut van de Journeymen. In de hiparade verscheen het lied in 1963 met Bobby Bare. Het werd door talloze artiesten opgenomen, waaronder oa Peter, Paul & Mary, The Kingston Trio, The Brothers Four en vele anderen.<br />
<br />
<b>2. Wat is de oorsprong van deze song ?</b><br />
<br />
Blijkbaar gaat dit lied veel verder terug dan de versie Hedy West.<br />
<br />
De auteur van volksmuziek is meestal anoniem. Folk songs zijn gemaakt door een gemeenschap, doorgegeven van generatie op generatie, komt ergens tot rust en past zich aan aan de plaatselijke noden en gewoonten. Dit is de reden waarom Bob Dylan zelden zijn eigen nummers twee keer op dezelfde manier zingt. Natuurlijk is er een stramien maar het principe blijft.<br />
<br />
<b>3."900 Miles" wordt "500 Miles".</b><br />
<br />
Deze song is in oorsprong een “train song”. Een folk vorm waarin de folk muzikant het heeft over een aantal mijlen, treinritten, bestemmingen en een eenzame stoomfluit.<br />
<br />
<b>4. Nine Hundred Miles</b><br />
<br />
In zijn huidige vorm is dit is een hillbilly blues. Woody Guthrie, de Okie balladeer en gitaar-picker, leerde het van een neger schoenpoetser in zijn woonplaats van Okema, Oklahoma.<br />
<br />
De melodie dook op in vele vermommingen en kent variaties in het hele Zuiden.<br />
In het tidewater land van Virginia noemen ze het de "Ruben Blues":<br />
<br />
When old Reuben left home, he wasn't but nine days old,<br />
When he come back he was a full grown man.<br />
When he come back he was a full grown man.<br />
<br />
They got old Reuben down and they took his watch and charm,<br />
It was everything that poor boy had.<br />
It was everything that poor boy had.<br />
<br />
Bob Dylan’s “I was young when I left home” is een perfect voorbeeld van zo’n “verzamel” song. Gebaseerd voornamelijk op Guthries versie.<br />
<br />
Verder naar het Westen, zingen de sharecroppers :<br />
<br />
I got my chickens in my sack and the hounds are on my track.<br />
But I'll make it to my shanty 'fore day,<br />
And I'll keep my skillet good and greasy all the time.<br />
<br />
In Kentucky en Tennessee vertellen ze het verhaal van de trein die in de omgeving van een kolenmijn reed waar gevangenen dwangarbeid verrichtten.<br />
<br />
The longest train that I ever seen,<br />
Run around Joe Brown's coal mine,<br />
The engine past (sic) at six o'clock,<br />
And the last car passed by at nine.<br />
<br />
Vandaag is de oudste directe uitloper van deze song de opname van Fiddlin’ John Carson als “I’m nine hundred miles from home” (1924).<br />
<br />
<b>5. “R(e)uben's Train”</b><br />
<br />
Ol Reuben made a train & he put it on a track<br />
He ran it to the Lord knows where<br />
Oh me, oh my ran it to the Lord knows where<br />
<br />
Should been in town when Reuben's train went down<br />
You could hear that whistle blow 100 miles<br />
Oh me, oh my you could hear the whistle blow 100 miles<br />
<br />
Last night I lay in jail had no money to go my bail<br />
Lord how it sleeted & it snowed<br />
Oh me, oh my Lord how it sleeted & it snowed<br />
<br />
I've been to the East, I've been to the West<br />
I'm going where the chilly winds don't blow<br />
Oh me, oh my I'm going where the chilly winds don't blow<br />
<br />
Oh the train that I ride is 100 coaches long<br />
You can hear the whistle blow 100 miles<br />
Oh me, oh my you can hear the whistle blow 100 miles<br />
<br />
I got myself a blade, laid Reuben in the shade,<br />
I'm startin' me a graveyard of my own.<br />
Oh, me, oh lordy my, startin' me a graveyard of my own.<br />
<br />
Deze song is de directe voorloper van “900 Miles” en wordt in de Appalaches gespeeld op clawhammer banjo.<br />
<br />
De oudste opgenomen versie is deze van Emry Arthur<br />
<br />
<b>6. Train 45"</b><br />
<br />
Dit is een andere klassieke "Train Song" op basis van hetzelfde gevoel. Tal van bluegrass spelers - o.a. Bill Monroe en de Stanley Brothers – hebben het gespeeld. Carter Stanley (Ruby Rakes) beweert de tekst te hebben geschreven, maar nogmaals, niemand kan echt worden aangeduid als de auteur.<br />
<br />
Ik voeg de versie van "Grayson & Whitter" en "The New Lost City Ramblers" toe.<br />
<br />
6. "In the Pines"<br />
<br />
Misschien is dit de oervorm van de zuidelijke ballade voor het zwarte meisje (dark girl).<br />
<br />
Overal waar deze melodie opdook gaat het over melancholie, een verlangen naar verre oorden in de richting van dingen die verloren en onherstelbaar zijn. In "Nine Hundred Miles" is dit thema uitgegroeid tot de meest beklijvende van alle spoorweg bluessongs.<br />
<br />
Net als tal van andere volksliederen werd "Where Did You Sleep Last Night" doorgegeven van de ene generatieaan de andere, van mond tot mond.<br />
<br />
De eerste gedrukte versie van het lied door Cecil Sharp, verscheen in 1917, en bestond uit slechts vier lijnen en een melodie. De lijnen zijn:<br />
<br />
Black girl, black girl, don't lie to me<br />
Where did you stay last night?<br />
I stayed in the pines where the sun never shines<br />
And shivered when the cold wind blows<br />
<br />
<br />
In 1925 werd een versie van het lied opgenomen op fonograaf cilinder door een folk verzamelaar.<br />
<br />
Dit was het eerste opgenomen spoor van een oude traditie. Deze variant van "The Longest Train" heeft een strofe over "De langste trein die ik ooit zag".<br />
<br />
Waarschijnlijk is deze strofe een eigen leven gaan leiden. In verschillende “folksongs” of “negrsongs” komt dit thema nu terug.<br />
<br />
Muziek historicus Norm Cohen zegt in zijn boek "Long Steel Rail: The Railroad in American Folksong” ( 1981) volkslied," the song came to consist of three frequent elements: a chorus about "in the pines", a stanza about "the longest train" and a stanza about a decapitation, though not all elements are present in all versions. “<br />
<br />
De song werd opgepikt door verschillende hillbilly bands.<br />
<br />
De persoon die “in the pines” gaat of onthoofd is beschreven als een man, een vrouw, een puber, een vrouw, een echtgenoot of een ouder. De “Pines” (de dennen) staan symbool voor de seksualiteit, dood of eenzaamheid. De trein staat als symbool voor de doder van een geliefde, of als het verlaten van zijn geliefde.<br />
<br />
In andere varianten wordt een confrontatie beschreven. De persoon die wordt op de proef gesteld is altijd een vrouw, nooit een man.<br />
<br />
De Kossoy Sisters folk-versie vraagt: "Little girl, little girl, where'd you stay last night? Not even your mother knows." Het antwoord op de volgende vraag "Where did you get that dress, and those shoes that are so fine?" is "from a man in the mines, who sleeps in the pines." Het thema is duidelijk. Een vrouw wordt betrapt op iets wat ze niet hoorde te doen.<br />
Een variante is deze van Ora Ellison in Lookout Mountain Georgia. Hier gaat het om de verkrachting van een jonge meid uit Georgia die “in the pines” vlucht uit schaamte. Haar verkrachter, een jonge soldaat wordt onthoofd door de trein.<br />
<br />
Mrs. Ellison denkt dat deze song is ontstaan kort na de burgeroorlog.<br />
De oudste versie van deze gaat terug naar de Peg Leg Howell blues "Rolling Mill Blues".<br />
<br />
Andere bekende versies zijn: Leadbelly, Doc Watson, The Louvin Brothers ...<br />
<br />
Het lied werd vreemd genoeg ook opgenomen door The Journeymen onder de titel: "Black Girl", dat brengt ons terug naar waar we begonnen, en sluit de cirkel.<br />
<br />
1924 - Fiddlin John Carson - I'm Nine Hundred Miles from Home<br />
1929 - Grayson & Whitter - - Train 45<br />
1929 - Peg Leg Howell - Rolling Mill Blues<br />
1930 - Emry Arthur - Reuben Oh Reuben<br />
1935 - Leadbelly - Where Did You Sleep Last Night<br />
1945 - Woody Guthrie - 900 Miles (BBC Recording Children's hour)<br />
1953 - Cisco Houston & Woody Guthrie - 900 Miles<br />
1953 - Red Smiley - 900 Miles<br />
1959 - The New Lost City Ramblers - Train 45<br />
1961 - Barbara Dane - Nine Hundred Miles<br />
1961 - The Journeymen - 500 Miles<br />
1961 - The Journeymen - Black Girl<br />
1962 - Bob Dylan - I Was Young When I Left Home (Home recording)<br />
1962 - Kingston Trio - 500 Miles<br />
1962 - Lonnie Donegan - 500 Miles Away From Home<br />
1962 - Mac Wiseman - In the Pines<br />
1962 - Peter, Paul and Mary - 500 Miles<br />
1963 - Bobby Bare - Five Hundred Miles<br />
1963 - Dock Boggs - Ruben's Train<br />
1963 - Hedy West - 500 MilesUnknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-71271331654410382292023-02-13T11:40:00.002+01:002023-02-13T11:40:15.445+01:00De Kwintencirkel volgens Chat GPTDe Kwintencirkel is een diagram dat de relaties tussen de 12 noten in de Westerse muziek weergeeft. <div>Het wordt de "cirkel" genoemd omdat het op circulaire wijze is gerangschikt, en "vijfde toon" omdat het de relaties tussen elke noot en de vijfde noot (7 halve tonen of half-tonen) hoger in toonhoogte weergeeft. </div><div>Beginnend met de noot C en verdergaand met de klok mee, is elke noot vijf tonen hoger dan de vorige. Bijvoorbeeld, als u met de klok mee van C naar G gaat, zult u D, A, E, B tegenkomen, enzovoort. </div><div>Als u dit patroon blijft volgen, komt u uiteindelijk terug bij C. </div><div>De Kwintencirkel wordt in de muziektheorie gebruikt om sleuteltekens en de relaties tussen hen te begrijpen. </div><div>Elke noot in de cirkel kan een toniek (of grondtoon) zijn van zijn eigen sleutel, en het aantal kruizen of mollen in het sleutelteken neemt toe als u met de klok mee om de cirkel beweegt. </div><div>Bijvoorbeeld, C Major heeft geen kruisen of mollen, G Major heeft één kruis, D Major heeft twee kruisen, enzovoort. In tegengestelde richting, door tegen de klok in te bewegen, neemt het aantal mollen in het sleutelteken toe. </div><div>Naast sleuteltekens kan de Kwintencirkel ook worden gebruikt om de relaties tussen akkoordverloop te bepalen en bij het overdragen van muziek van de ene sleutel naar de andere. </div><div><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEi_NCG5iotl-Qc2RumAJDCnIxlG-1CF9Y8p8GeyLxfvYpoOQFqNakvwH-OTMOSBcsxUrffytWOlkS6sVT6TN_B6dS60aO_mimtUL7Qu3BDUlxQjRS2d1vlw5zLZ6g1jABzMnyAn5AKRZHs9OevpKFNLirRATcs7cKZK0nEShCNmJzE3yzm4CMxxGIVYrQ/s1200/1200px-Circle_of_fifths_deluxe_4.svg.png" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1200" data-original-width="1200" height="320" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEi_NCG5iotl-Qc2RumAJDCnIxlG-1CF9Y8p8GeyLxfvYpoOQFqNakvwH-OTMOSBcsxUrffytWOlkS6sVT6TN_B6dS60aO_mimtUL7Qu3BDUlxQjRS2d1vlw5zLZ6g1jABzMnyAn5AKRZHs9OevpKFNLirRATcs7cKZK0nEShCNmJzE3yzm4CMxxGIVYrQ/s320/1200px-Circle_of_fifths_deluxe_4.svg.png" width="320" /></a></div><br />Het is een nuttig hulpmiddel voor muzikanten en componisten om de relaties tussen noten en sleutels te begrijpen en kan helpen bij de creatie en analyse van muziek.
</div>Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-56935171607871386992023-02-11T00:00:00.000+01:002023-02-11T00:00:00.180+01:00Quintette du Hot Club de France<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="http://www.youtube.com/embed/PRrARSnGzxQ" width="420"></iframe><br />
<br />
Dit is een vroege opname van Django Reinhardt uit september 1934, de naam "Quintette du Hot Club de France" werd voor de overigens toen niet uitgegeven plaat niet gebruikt, die kwam pas bij de derde opname, "Dinah" in december van dat jaar. De groep nam "I Saw Stars" en "Confessin'" op onder de naam "Delaunay's Jazz" (Charles Delaunay was een van de oprichters van de Hot Club de France). Op uitnodiging van Django zong Bert Marshall een in Parijs wonende Amerikaan beide nummers, de musici waren: Django Reinhardt, sologitaar; Stephane Grappelly, viool; Joseph Reinhardt en Roger Chaput, ritmegitaar en Louis Vola, bas. Voor de opnamesessie in december was Marshall (gelukkig) niet uitgenodigd en werd behalve "Dinah" ook "Tiger Rag" op de plaat gezet.<br />
<br />
<iframe allowfullscreen="" frameborder="0" height="315" src="http://www.youtube.com/embed/gRgMEVRdOcg" width="420"></iframe>Unknownnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1347835592157464800.post-49122661405552612902023-02-04T00:00:00.000+01:002023-02-04T00:00:00.174+01:00Motown (deel 2)<br />
<div>
In het midden van de jaren vijftig gebruikte men de term 'rhythm and blues' voor zwarte muziek. Om de blanke markt te bereiken, huurde men blanke artiesten in om covers te maken van de originele nummers. Als 'popmuziek' verkocht dit beter dan het oorspronkelijke liedje, dat alleen onder zwarten werd gedistribueerd. Zo werd Elvis Presley beroemd met covers als 'Hound Dog' en 'Shake, Rattle and Roll'; Pat Boone 'coverde' enkele R&B-musici, waaronder Fats Domino. De uitdaging voor Gordy was om blanke kopers te trekken voor zijn platen en dat betekende dat hij zich moest losmaken van de R&B-markt. Gordy stichtte Motown met achthonderd dollar die hij van de beleggingsclub van zijn familie had gekregen. Hij kocht een huis op West Grand Boulevard. Hij woonde boven en werkte beneden. Gordy gaf het huis een wit verfje en zette er tweedehands opname-apparatuur in. 'Ik wilde dat de artiest de deur inkwam als onbekende en de deur uitging als een ster', vertelde Gordy. Hij liet met grote blauwe letters 'Hitsville U.S.A.' op het huis schilderen.<br /><br />Al had Gordy geen magische formule voor hits, in korte tijd ontstond een eigen geluid. Onder invloed van Afrikaans-Amerikaanse muziek - jazz, gospel, blues, R&B, doo-wop - ontwikkelden Motown-artiesten een beukende beat op de achtergrond, een aanstekelijke ritme dat de tieners liet swingen op de dansvloer. Uiteindelijk werd een groep van jazzmusici Motowns huisband, de Funk Brothers. Hun eigen manier van spel op de bas, piano, drums en saxofoon, begeleid door meeklappende handen en tamboerijnen, werd karakteristiek voor de 'Motown Sound.'<br /><br />Motowns stal van producers en schrijvers schreef vaardig teksten bij deze mix; onschuldige teksten over jonge liefdes - het verlangen, de verheerlijking, het verlies en het terugwinnen. Het team van Hitsville, fabriceerden hit na hit. The Temptations zongen over 'sunshine on a cloudy day' en 'a girl's smile so bright she could have been a candle.' The Supremes zagen een minnaar 'walk down the street, knowing another lover you'd meet.'<br /><br />Spontaniteit en creatieve gekkigheid waren de regel bij Motown. Hitsville, 24 uur per dag open, werd een vaste ontmoetingsplaats voor de artiesten. Als een groep tijdens een opnamesessie wat meer achtergrondzang nodig had of meer tamboerijnen, stond er altijd iemand klaar. Niets ging te ver.<br /><br />De integratie ritme met symfonische strijkjes was een andere techniek die Motown gebruikte om naar de pop over te stappen. Toen Gordy voor het eerst strijkers van het Detroit Symphony Orchestra inhuurde, stribbelden ze tegen op verzoeken om de arrangementen te spelen. 'Dit kan niet, dit is nooit eerder gedaan', riepen ze. 'Maar dat is wat ik mooi vind, dat wil ik horen', hield Gordy vol.' Sommige musici stapten op, 'Maar toen we hits scoorden met strijkinstrumenten, vonden ze het prachtig.'<br /><br />Motown was meer dan een opnamestudio, het was ook een muziekuitgever, een talentenjager, een platenfabrikant en zelfs een school. Sommige artiesten noemden het 'Motown U', de universiteit van Motown. Terwijl de ene groep in de studio opnam, deed een andere groep aan stemtraining. Terwijl de choreograaf the Temptations een aantal nieuwe stappen leerde, hamerden arrangeurs en muziekschrijvers er een melodie uit op de vleugel.<br /><br />In 1962 propten vijfendertig enthousiaste musici zich in een lawaaierig oud busje voor Motowns eerste tournee, een slopend schema van dertig optredens heen en weer langs de Oostkust.<br />Enkele shows waren in het Zuiden, waar veel van deze jonge mensen voor het eerst aan den lijve rassenscheiding meemaakten: in restaurants werden ze niet geholpen of moesten ze via de achterdeur naar binnen. Na een concert in Birmingham, Alabama, werd de bus beschoten. In Florida sprongen de mensen uit het zwembad van het motel toen de Motown-groep erin dook. Zo nu en dan, als ze speelden voor een publiek dat voor het eerst geïntegreerd was, of als zwarte en blanke tieners in de gangpaden dansten, hielp de muziek de raciale scheiding te overbruggen.<br /><br />Platen winkels weigerden een album met zwarte Amerikanen op de hoes in de bakken te zetten. Vandaar dat een brievenbus en niet the Marvelettes te zien zijn op de cover van hun Please Mr. Postman-elpee.<br /><br />Drie zwarte tienermeisjes uit een woningbouwproject in Detroit doorbraken alle rassenscheidingen. Mary Wilson, Diana Ross en Florence Ballard deden al in 1960 auditie bij Gordy, maar hij wees ze de deur omdat ze nog op school zaten. Vanaf toen kwamen de meisjes elke dag langs in de studio, waar ze altijd bereid waren mee te zingen en te klappen. Een paar maanden later tekenden ze een contract en noemden ze zichzelf te Supremes.<br /><br />De daaropvolgende jaren namen ze allerlei liedjes op, zonder veel succes. Toen zetten song writers Holland-Dozier-Holland een energiek ritme en een koortje van 'baby, baby' onder een eentonig, klaaglijk liedje, en ze noemden het 'Where Did Our Love Go'. De plaat schoot naar de top van de hitlijsten en was de eerste van vijf nummer één hits in 1964 en '65.<br /><br />De meisjes bleven nog een jaar gewoon in de projects wonen, maar verder veranderde hun leven compleet. Een zomertoernee met Dick Clark en een optreden in de Ed Sullivan Show werden gevolgd door televisiespots, concerten in nachtclubs, internationale tournees en publiciteit in alle media. Al snel wisselden ze hun zelfgemaakte jurken in voor glamoureuze, met lovertjes bestikte gewaden, en de tourbus voor een verlengde limousine.<br /><br />De gladde sound van the Supremes maakte de weg vrij voor andere Motown-artiesten. Motown bleef aan de top van de hitparades, gelijk opgaand met de Beatles, de Rolling Stones en de Beach Boys. In het midden van de jaren zestig verkocht Motown meer 45-toerenplaten dan enige andere maatschappij.<br /><br />Rond 1968 had Motown alle verwachtingen overtroffen en de groei ging maar door. Dat jaar zette de onderneming een nieuw hoofdkwartier neer van tien verdiepingen, aan de rand van de binnenstad van Detroit. Vier jaar later volgde Motowns eerste film, Lady Sings the Blues, met Diana Ross in de hoofdrol. Gordy wilde meer doen in de filmindustrie en verhuisde het bedrijf naar Los Angeles. De verhuizing naar Los Angeles was het begin van het einde van Motowns gouden tijd. Er veranderde veel. Zangers verlieten hun groep voor een solocarrière. De huisgroep en het team van jonge producers verdwenen. Veel inmiddels beroemde artiesten werden weggekocht door andere maatschappijen en klaagden dat Motown hen had bedrogen. Rechtszaken volgden. Steeds doken verhalen op over Motowns banden met de maffia.<br /><br />In 1988 verkocht de oprichter Motowns platendivisie voor 61 miljoen dollar aan MCA Records, die het in 1994 weer doorverkocht aan Polygram Records voor 300 miljoen.<br /></div>
<div>
In Detroit kunnen fans de sfeer van het vroegere Motown nog proeven. Het blauw-witte Hitsville-huis is nu een museum, gesticht door Gordy’s zus. Een oud mengpaneel, een snoepautomaat ,de studio, de bladmuziek voor 'Stop! In the Name of Love' staat nog op de Steinway, microfoons bungelen aan het plafond en muziekstandaards staan opgesteld, de harmonika van Stevie Wonder, Michael Jacksons handschoen met namaakdiamanten, toneelkleding, gouden en platina platen en talloze foto's.<br /><br />Hoewel de buurt van Hitsville niet meer je dat is, trekt het museum een constante stroom bezoekers, mensen die eens wilden zien waar de Motown-sterren vandaan kwamen. </div>
Unknownnoreply@blogger.com