zondag 29 mei 2022

The Chants

The Chants waren een Doo Wop groep uit Liverpool. Zij begonnen in 1962 als “the Shades” en bestonden uit Joe Ankah, Eddie Ankah, Nat Smeda, Alan Harding en Eddie Amoo.
The Beatles waren grote fans van de groep en hebben hen zelfs begeleid in the Cavern. Brian Epstein is een tijdje hun manager geweest; maar dat duurde niet lang.
The Chants waren een van die ontelbare groepjes die aan de oorsprong van de Merseybeat lagen.
Ondanks het feit dat dit een geweldig goeie groep was is de naam “The Chants” nu volledig verdwenen, zelfs uit het collectieve geheugen. De groep bestond tot in 1975.
The Chants waren anders dan de rest van de beat groepen in Liverpool. Eerst en vooral waren ze zwart en een vocale groep in de stijl van de grote doo wop groepen uit Amerika.
In september 1962 deden ze een auditie in de Cavern maar ze beschikten niet over een begeleidingsgroep. Daarom boden the Beatles aan hen te begeleiden. John was immers bevriend met de zanger; Eddie Amoo. Brian Epstein had een probleem. The Beatles moesten de hoofdact zijn, en niet zo maar een begeleidingsgroepje.
Toch zette John Lennon zijn willetje door. In november 1962 maakten the Chants hun debuut in the Cavern met de Beatles in steun. The Chants zongen, begeleid door the Beatles, 'Duke Of Earl', 'A Thousand Stars', '16 Candles 'en' Come Go With Me 'voor een enthousiast publiek. De set duurde ongeveer 20 minuten.
Epstein werd zelfs korte tijd hun manager maar door gebrek aan interesse van “Eppie” viel dat gauw in het water.
The Chants maakten een aantal singles, maar buiten Liverpool waren ze absoluut onbekend.
Gefilmd door Granada TV in 1964 is dit een mooi voorbeeld van hoe Liverpool er in die tijd uitzag. The Chants zingen “I could write a book” op Merseyside. Het is een hartelijk stukje, vooral de close-ups van een aantal zwijmelende meisjes.
“I could write a book” was hun tweede single (Pye 7N 15591 1964)
Tijdens het wekelijks programmam “Juke Box Jury”, met deze keer de Four Fab in de jury, kreeg het nummer het maximum “Four thumbs Up”. In de hitparade was het nergens te bespeuren.

vrijdag 13 mei 2022

20 bekende bands die oorspronkelijk anders heetten

The Red Hot Chili Peppers heetten oorspronkelijk Tony Flow and the Miraculously Majestic Masters of Mayhem.
Jimi Hendrix Experience ontstond nadat Hendrix ontdekt werd met zijn band Jimmy James and the Blue Flames.
Pearl Jam heette in 1990 een jaartje Mookie Blaylock.
De Bee Gees heetten eerst The Rattlesnakes.
The Doors kozen oorspronkelijk voor de naam Psychedelic Rangers.
The Cure startte onder de naam Easy Cure.
Pink Floyd kwam er na een rist andere namen, waaronder Sigma 6, The Meggadeaths, The (Screaming) Abdabs (of Architectural Abdabs), Leonard's Lodgers, The Spectrum Five en The Tea Set. Syd Barrett bedacht uiteindelijk The Pink Floyd Sound als naam.
Black Crowes gingen eerst door het leven als Mr. Crowes Garden. 
U2 begon in 1976 op de Mount Temple Comprehensive School in Dublin onder de naam Feedback. Net voor ze zich U2 noemden, heetten ze ook nog even The Hype. 
R.E.M. koos oorspronkelijk voor iets controversiëlere namen als Cans Of Piss en Negro Wives.
The Beach Boys heetten ooit The Pendletones.
Led Zeppelin startte als The New Yardbirds.
The Golliwogs was de oorspronkelijk naam van Creedence Clearwater Revival. 
Het brave Smile met Freddy Mercury werd later het flamboyantere Queen.
Grateful Dead deed het ooit als Mother Mcree's Uptown Jug Champions en als The Warlocks.
The Detour werd in 1964 The Who, maar maakte datzelfde jaar nog even een zijsprong naar The High Numbers. Dat werd al snel weer The Who.
Gerrit en de Krekels zijn begonnen als The Parklane Boys.
Black Sabbath heette oorspronkelijk The Polka Tulk Blues Band, wat later ingekort werd tot Polka Tulk. Ze heetten ook even Earth, maar naar verluidt vond Ozzy Osbourne dat vreselijk. 
The Beatles startten als The Quarrymen en heetten tussendoor ook The Black Jacks, Johnny and the Moondogs, The Silver Beetles en Long John and the Silver Beetles.
Oasis begon als The Rain.
Nirvana koos oorspronkelijk voor de namen Pen Cap Chew en Skid Row.
Radiohead startte in 1985 als On A Friday.


dinsdag 10 mei 2022

Geografie van de blues (5)

Chicago:
Chicago wordt algemeen beschouwd als het centrum van de moderne blues. In de befaamde Chess-studio in deze stad namen Howlin' Wolf, Little Walter, Muddy Waters en nog vele anderen hun beste muziek op en schreven daarmee in de jaren vijftig en zestig bluesgeschiedenis.

De Chicago-blues is waarschijnlijk de populairste en meest beluisterde vorm van blues. Het populaire beeld van een piepklein podiumpje in een rokerig zaaltje met daarop een groep muzikanten die staan te jammen op elektrische gitaren, een versterkte mondharmonica, piano, bas en drums is rechtstreeks terug te voeren tot de vroege Chicago-stijl.

De mondharmonica- ook wel mondorgel genoemd en zonder twijfel het meest handzame instrument van de blues- is de tweede grote solostem van de blues. Het instrument kreeg ongeveer tegelijk met de gitaar een prominente plaats binnen de bluesmuziek. De mondharmonica wordt beschouwd als een blaasinstrument dat je bespeelt door lucht over metalen of houten trilplaatjes te blazen. Met dit warme en expressieve instrument kun je klanken voortbrengen die variëren van doordringende akoestisch jammer geluiden tot de volle, rijke sound van de elektrische mondharmonica's die worden gebruikt in de Chicago-blues.

Wanneer je een mondharmonica akoestisch bespeelt, vorm en verander je het geluid oor de manier waarop je je handen om het instrument legt en beweegt. Je krijt er dan tonen en nuances uit die veel weghebben van een menselijke zangstem. Wanneer je speelt met elektrische versterking, plaats je de mondharmonica pal tegen een goedkope microfoon om een 'smerig' verwrongen geluid te krijgen dat het kenmerk is van de moderne Chicago-blues.

woensdag 4 mei 2022

Léo Ferré

In 1949 schrijft Léo Ferré, een jonge cabaretier « Monsieur Tout-Blanc » , een chanson dat al gauw wordt verboden door het « Comité d’écoute de la radiodiffusion française ».

Waarom ?

Léo Ferré heeft het over het zwijgen van paus Pius  XII tijdens de tweede wereldoorlog. Zelfs wanneer hij op de hoogte wordt gebracht – in detail – van de holocaust en de afschuwelijke gevolgen voor de Joden, zwijgt  Pius XII.

Waarom protesteerden de kerk, Pacelli en later Pius XII niet tegen de boycot van de joodse winkeliers op 1 april 1933, tegen de rassenwetten van Neurenberg in 1935, tegen de mishandeling van de joden bij de Anschluss in 1938, tegen de gruweldaden tegen de joden na Kristallnacht in 1938?

In maart 1937 publiceert Pius XI de encykliek « Mit brennender Sorge »  (met een brandende bezordheid) . Het nazisme wordt niet met naam genoemd maar wel de heidense mystiek waarop het berust. De raciale theorien van Hitler worden als dusdanig ook niet aangeklaagd maar wel zegt deze encykliek dat “hij die ras, natie en beleid boven de menselijke waardigheid stelt dwaalt”.

Een tweede encykliek volgt “Divini redemptoris » die het communisme veroordeelt.

De paus sterft op 10 februari 1939. Zijn opvolger : Kardinaal Eugenio Pacelli , volgt hem op als Pius XII. Hij was lange tijd de pauselijke nuntius in Duitsland, o.m. onder Hitler.

Zijn eerste daad als paus is de Osservatore Romano (het dagblad gepubliceerd door de officiële informatiedienst van het Vaticaan) aan te manen om ten alle prijze een controverse met Duitsland te voorkomen.

Terwijl de internationale spanningen wijzen naar een komend conflict, zet de Paus al zijn energie in om de vrede te bewaren.

Zodra de vijandelijkheden beginnen in september 1939, wordt Pius XII op de hoogte gebracht van de nazimethodes (moorden op intellectuelen in Polen, speciale behandelingen voorbehouden aan Joden). De paus wordt geconfronteerd met een dilemma: moet publiekelijk veroordelen dergelijke misdrijven?

Wat volgt is Stilte.

Toch wordt hij in de zomer van 1941 door verschillende bisschoppen gebrieft over de systematische moord op de gehandicapten en geesteszieken. De Paus zwijgt.

Wanneer vervolging toeneemt tot een systematische uitroeiing gaat de stilte van de paus verder.

Met de lancering van Operatie Barbarossa (de aanval op de Sovjet-Unie door het derde Reich), op 22 juni 1941, blijft de Paus op het standpunt van zijn voorganger : het communisme is "grote vijand van het christendom en de christelijke beschaving." De ontmanteling van de Orthodoxe Kerk in de Sovjet-Unie, de slachtpartijen van de priesters tijdens de Spaanse Burgeroorlog (die hij toegeschreven aan de anti-christelijke haat tegen communisten), versterken de paus in zijn overtuiging.

Zelfs de grote razzia in 1943 te Rome waar meer dan duizend Romeinse joden werden aangehouden in Rome (16 oktober 1943), doet de Paus niet uit zijn reserve komen. Kardinaal Maglione weet vertrouwelijk te zeggen dat de Paus niet wilde gedwongen worden om zijn afkeuring uit te drukken"(!)

Waarom liet de katholieke kerk toe dat haar priesters de nazi's inzage gaven in hun geboorte- en huwelijksregisters, zodat de nazi"s konden nagaan wie joods was en wie niet?

Waarom protesteerde ze niet tegen de deportaties van de joden? Waarom verhief de paus zijn stem niet toen op 23 oktober 1943 meer dan duizend joden in Rome werden opgepakt en afgevoerd?

Waarom kwam Pius XII niet openlijk tussenbeide toen priester-president Tiso van Slowakije de nazi's zelfs betaalde om "zijn" joden te deporteren?

Waarom verleende hij privéaudiëntie aan Anté Pavelic, de leider van de Ustasabeweging van Kroatië, die talloze joden en orthodoxe Serviërs liet vermoorden?

Waarom heeft hij nooit één hooggeplaatste nazi geëxcommuniceerd?

Waarom liet hij Mein Kampf niet op de index van de verboden boeken plaatsen, ook niet in 1948, toen de kerk nog de Méditations van Descartes, de Lettres persanes van Montesquieu en Le rouge et le noir van Stendhal op haar zwarte lijst zette?

Monsieur Tout-Blanc

Monsieur Tout-Blanc
Vous enseignez la charité
Bien ordonnée
Dans vos châteaux en Italie
Monsieur Tout-Blanc
La charité, c´est très gentil
Mais qu´est-ce que c´est?
Expliquez-moi

Pendant c´temps-là moi j´vis à Aubervilliers
C´est un p´tit coin perdu au bout d´la misère
Où l´on n´a pas tell´ment d´questions à s´poser
Pour briffer faut bosser mon p´tit père

Monsieur Tout-Blanc
L´oiseau blessé que chaque jour
Vous consommez
Etait d´une race maudite
Monsieur Tout-Blanc
Entre nous dites, rappelez-vous
Y a pas longtemps
Vous vous taisiez

Pendant c´temps-là moi j´vivais à Aubervilliers
Ça n´était pas l´époque à dir´ des rosaires
Y avait des tas d´questions qu´il fallait s´poser
Pour durer faut lutter mon p´tit père

Monsieur Tout-Blanc
Si vous partez un beau matin
Les pieds devant
Pour vos châteaux en paradis
Monsieur Tout-Blanc
Le paradis, c´est p´t-êt´ joli
Priez pour moi
Moi j´ai pas l´temps

Car je vivrai toujours à Aubervilliers
Avec deux bras noués autour d´ma misère
On n´aura plus tell´ment d´questions à s´poser
Dans la vie faut s´aimer mon p´tit père

Monsieur Tout-Blanc
Si j´enseignais la charité
Bien ordonnée
Dans mes châteaux d´Aubervilliers
Monsieur Tout-Blanc
Ça n´est pas vous qu´j´irais trouver
Pour m´indiquer
C´qu´il faut donner