zaterdag 30 mei 2015

Beknopte geschiedenis van de populaire muziek (deel 5)

Brittania rules the waves

Maar laten we terugkeren naar de eerste helft van de zestiger jaren wanneer in Europa, met name in Groot-Brittannië een nieuwe interpretaties aan de rock-muziek wordt gegeven – de term rock(-muziek) heeft nu ingang gevonden en is geen synoniem meer voor rock ‘n’ roll - door te putten uit alle stijlen die op dat ogenblik binnen de populaire markt bestaan.

Beat

De combinatie van harde rock 'n' roll met de zachte gospel roep-en-antwoord-stijl is het geheim van de groepsvokale stijl waarin gezongen wordt en tegelijkertijd de instrumenten bespeeld worden. Deze wordt naar hun meest eminente vertegenwoordigers, nu beat-muziek genoemd (Beatles - Liverpool, met hun eeuwige tegenpool: The Rolling Stones). Ray Davies (The Kinks) verdient een speciale vermelding als één van de grootste storytellers van de popmuziek.



Symfonische en jazz-rock

De inbreng vanuit Europa brengt een groeiende verfijning aan die niet enkel ligt in de muziek en in de verbreding van het veld waarop de teksten betrekking hebben, maar tevens in een groeiende belangstelling voor de eigen artistieke rock-traditie.Rock evolueert naar een nieuwe kunstvorm (art rock, progressive rock) waarin bruggen worden geslagen naar ‘klassieke’ muziek (Britse symfonische rock met ‘klassieke’ compositiestructuren, arrangementen en instrumenten (Yes)) en jazz (de Amerikaanse improvisatie-gezinde jazzrock of fusion (Mahavishnu Orchestra).

Mod

Onder de Londense jongens (‘swinging London’) uit de arbeidersklasse ontwikkelt zich een groep die voor stijl zeer gevoelig is en die zich voornamelijk kenmerkt door de fetisjistische aandacht die aan kleren en uiterlijk wordt besteed. ‘Moderne’ popgroepen (The Who: ‘Hope I die before I get old’) verschijnen op het podium en voeren de elegantie van smaakvolle goed gesneden kleding en veel uiterlijk vertoon, met dandy-kenmerken, ten tonele, hetgeen uitstekend paste bij de stemming van het mod(ern) publiek, dat overigens heldhaftige veldslagen levert met de rockers. Niet alleen wordt een symbolische strijd geleverd via de muziek door jongeren tegen de ‘parent culture’, onderling bakenen de jongeren zichzelf af in kampen, waar stijl het wapen is in de differentiëringsoorlog.



Hardrock

Sprekend over beat-muziek mag nochtans het belang van de herontdekking van de blues in Engeland (Alexis Korner, John Mayall) vooraan in de jaren zestig niet onderschat worden voor de Britse rockmuziek. Zij is een belangrijke voedingsbodem (Rolling Stones) tot in de eerste hardrock (Cream, Jimi Hendrix, Led Zeplin, Deep Purple) en de latere heavy metal (Iron Maiden, Black Sabbath, Steppenwolf met de eerste populaire metal-song Born to be wild). In deze heavy rock zijn een groot geluidsvolume, een obligate gitaar-solo, en vaak een langzamer tempo zodat ook drums en bas uit de rol van begeleidingsinstrument kunnen treden, de ingrediënten. Vaak gaat het ook om een macho-bedoening van langharige zangers met veel plankenritueel.

donderdag 28 mei 2015

The Vegetable Orchestra

Black Betty

“Black Betty” is een Afro Amerikaanse "work song" ("Chaingang") song vaak toegeschreven aan Huddie “Lead Belly ‘Ledbetter, maar de vroegste opnames zijn ouder.

De oorsprong en betekenis van de tekst is onderhevig aan discussie. Meestal neemt men aan dat het over een meisje gaat, of een jonge vrouw. Niets is minder waar. Black Betty was de naam van de zweep die ongenadig op de ruggen van de chaingang gevangenen neerkwam wanneer zij het ritme niet hielden bij het werk.

Sommige bronnen beweren dat de song is afgeleid van een 18e-eeuwse marscadans en een primitieve musket met een zwart geschilderde kolf. “Bam-ba-lam” zou dan verwijzen naar het geluid van de schoten. Van soldaten werd gezegd dat ze “Black Betty” knuffelden. Het was hun enige vriend(in) aan het front.

In een interview van Alan Lomax met een voormalige gevangene van de Texas, Doc Reese (aka “Big Head”), verklaart Reese dat de term “Black Betty” werd gebruikt door de gevangenen om te verwijzen naar de “Black Maria” – de penitentiaire wagen die hen naar het veld bracht en weer terug haalde.

In 1934 omschrijven John A. en Alan Lomax in hun boek “American Ballads and Folk Songs” de oorsprong van “Black Betty” als volgt:

Black Betty is not another Frankie, nor yet a two-timing woman that a man can moan his blues about. She is the whip that was and is used in some Southern prisons. A convict on the/ Darrington State Farm in Texas, where, by the way, whipping has been practically discontinued, laughed at Black Betty and mimicked her conversation in the following song.”

John Lomax intervieuwde ook blues muzikant James Baker (beter bekend als “Iron Head”) in 1934, bijna een jaar na de opname van Iron Head. In het artikel voor Musical Quarterly, “Sinful Songs of the Southern Negro”, bevestigt Lomax nogmaals dat “Black Betty” de bijnaam is van de “bullwhip”.

dinsdag 26 mei 2015

In Alle Staten: New Mexico


De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian Wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?

In deze 32e aflevering:
New Mexico
New Mexico
De staat van de onevenaarbare, onverslaanbare John Denver.


zondag 24 mei 2015

Ekseption (1)

Ekseption was de naam van een Nederlandse symfonische rockband die vooral actief was in de jaren 60 en 70 van de 20e eeuw. Ekseption maakte verschillende hits en won in 1970 een Edison. De groep werd vooral bekend vanwege zijn op klassieke werken geënte, vroeg-progressieve rockmuziek met jazzimprovisaties.

Ekseption ontstond in 1967 uit het Haarlemse schoolbandje The Jokers, dat in 1958 was opgericht door Hans Alta (bas), Rob Alta (gitaar), Rein van den Broek (trompet, flugelhorn, saxofoon), Tim Griek (drums) en Huib van Kampen (gitaar/saxofoon). In het eerste jaar speelden ook Ton Heydenrijk (sax) en Hans Timmer (orgel) mee. De groep speelde voornamelijk covers van rhythm & blues-, jazz- en popnummers. In 1965 veranderden The Jokers hun naam in Incrowd, maar door het succes van een andere Nederlandse groep met die naam moesten ze weer iets anders verzinnen. In 1967 werd dat Ekseption. Ton Heydenrijk en Hans Timmer verlieten de groep. Rob Kruisman kwam erbij en nam de muzikale leiding op zich.



April 1967 kwam toetsenist Rick van der Linden de groep versterken. In 1968 won Ekseption de eerste prijs op het Loosdrechtse Jazz Festival en raakte daarmee in één klap tot ver over de Nederlandse grenzen bekend. Ze kregen bij Phonogram een platencontract, wat het volgende jaar zou resulteren in hun eerste grammofoonplaat, Ekseption. Hiermee begon een succesrijke periode van vijf jaar, waarin de band door heel Europa toerde en onder meer speelde in het Olympia in Parijs, de Philharmonie in Hamburg en het Palladium in Londen.

In 1968 verlieten Hans Alta en Tim Griek de groep en werden vervangen door Cor Dekker (basgitaar) en Peter de Leeuwe (drums), beiden ex-Hottletts. Rob Alta was al eerder opgestapt. Tim Griek zou later producer worden van o.a. Brainbox en André Hazes.

In 1969 werd Ekseption door de Engelse band The Nice geïnspireerd om klassieke stukken te bewerken en daarmee de muzikale koers te verleggen naar een mix van rock en klassieke muziek. Rick van der Linden had een conservatoriumopleiding klassieke muziek genoten en had ervaring met het spelen in verschillende pop- en jazzgroepen als het Occasional Swingcombo en het Ferdinand Povel Quartet. Met zijn arrangementen van klassieke werken van onder meer Bach, Albinoni, Beethoven, Mozart, Tsjaikovski en Chatsjatoerjan was hij voor een groot deel verantwoordelijk voor het geheel nieuwe, eigen en energieke geluid van de band.

De eerste single, The 5th of The fifth. (een arrangement op Beethovens vijfde symfonie), deed het goed en haalde de derde plaats op de hitlijsten. Ook Rhapsody in blue (Gershwin) en Air (J.S. Bach, 2 weken op nr.1 in de Hilversum 3 Top 30) deden het uitstekend. Deze successen bezorgden Rick van der Linden de muzikale leiding van de groep. Air en The 5th waren trouwens nog arrangementen ontstaan in samenwerking tussen Van den Broek, Van der Linden, De Leeuwe, Van Kampen en Kruisman. Ekseptions eerste album Ekseption werd uitgegeven in 1969. Datzelfde jaar echter verlieten Rob Kruisman en Huib van Kampen de band, vanwege verschillen van mening over de te volgen muzikale koers. Huib van Kampen ging het (muziek)onderwijs in. Dick Remelink (sax, fluit, ex-Pocomania) verving Rob Kruisman, die zich bij Island aansloot.


Ekseptions vaste bezetting bestond zodoende begin 1970 uit Rein van den Broek, Rick van der Linden, Cor Dekker, Dick Remelink en Peter de Leeuwe. Zanger Michel van Dijk deed mee op het tweede album van Ekseption, evenals Dennis Whitebread (echte naam: Witbraad), die Peter de Leeuwe tijdelijk verving op de drums. Het succesvolle conceptalbum uit dat jaar, Beggar Julia's time trip, won een Edison. Het album verbeeldt de reis van een vrouw uit het jaar 900 door de tijd van toen naar het heden, die haar in aanraking bracht met allerlei componisten en muziekstijlen. Enkele van de nummers op dit album zijn het rock/jazznummer Pop giant, het barokke Feelings en het vocale nummer Julia. Het album bevat ook een aantal originele, klassiek getinte composities van Rick van der Linden. Het nummer "Concerto" begint met het eerste deel van Tchaikovsky's Pianoconcert, en gaat dan over in het tweede deel van Beethoven's Pianosonate nr. 8 in c. Een ander nummer, Italian concerto, werd een hit.

Nog in 1970 werd ook het derde Ekseption-album opgenomen met de simpele titel Ekseption 3. Peter de Leeuwe was weer terug en Michel van Dijk, ontevreden over de nadruk op instrumentale muziek, had de groep verlaten en zou later opduiken als zanger bij Brainbox en Alquin. Hij werd vervangen door Steve Allet (echte naam: Coen Merkelbach), overgekomen van de groep Ginger Ale. Het album, een muzikaal schilderij van het boekje Le petit prince van Antoine de Saint-Exupéry, haalde de eerste plaats op de albumhitlijst. Het nummer Peace planet (naar Bachs Suite no. 2) werd als single een enorme hit. Ekseption 3, met nummers als Morning rose, On Sunday they will kill the world, B 612 en Another history (een jazzy ballade) is het meest vocale van alle Ekseption-albums. Toch nam Van der Lindens instrumentale tweedelige suite Piece for symphonic and rock group in A minor een centrale plaats in en zou dit album het laatste van de groep zijn met vocale solonummers. Op dit album staat als enige in de reeks een quasi-livenummer, Rondo.


zaterdag 23 mei 2015

The Story of The Rolling Stones, deel 6

The Rolling Stones: de grootste rock & roll-band ter wereld met een lange geschiedenis.

December '74 verlaat Mick Taylor de groep. Samen met Jack Bruce vormt hij een groep, die slechts kort bestaat. Na vele audities wordt Ron Wood, afkomstig van The Faces, als Taylors vervanger aangewezen. Door het vertrek van Taylor spelen op Black And Blue, opgenomen in de periode van december '74 tot april '75, afwisselend de gitaristen Harvey Mandel, Wayne Perkins (beide aanvankelijke gegadigden) en Ron Wood mee. De plaat wordt pas in april '76 uitgegeven. Hetzelfde jaar vinden tot in de finesses georganiseerde tournees door de Verenigde Staten en Europa plaats, waarbij 'zesde Stone' Ian Stewart (piano), Billy Preston (orgel) en Ollie Brown (percussie) tot de vaste begeleiders behoren. Nederland ziet de Stones tweemaal optreden in het tjokvolle stadion van Fc Den Haag.

Diverse concerten tijdens deze tournee worden op band vastgelegd, hetgeen in september '77 resulteert in de derde officiële live-LP van de Stones, ditmaal een dubbele: Love You Live. Hetzelfde jaar komen Jagger en Richards regelmatig in het nieuws wegens echtscheidingen, vrijages met presidentsvrouwen en - alsof het weer '66 is - arrestaties wegens drugsbezit.

Nadat Wea zeven jaar de distributie van het Rolling Stones Records-label heeft verzorgd, wordt er een distributie-deal gesloten met Emi, welke Some Girls wegens vertraging om de omstreden hoes later dan gepland uitbrengt. Het blijkt de beste Stones-LP sinds ‘‘Exile On Main St.''. Al lopen de heren aardig richting veertig, toch telt de plaat enkele ouderwets smerige rock & roll-nummers. Miss You wordt een gigantische hit, Respectable (dat is zo'n vuige rocker) haalt een aanzienlijk bescheidener notering. Het is een bijzonder vruchtbare periode voor de groep, want de sessie levert ook materiaal op voor Emotional Rescue en Tattoo You. Richards en Wood doen met enkele muzikale kornuiten (onder wie Ollie Brown en Ian MacLagan) een Amerikaanse toer als de New Barbarians, maar een plaat onder die groepsnaam wordt wegens contractuele moeilijkheden tegengehouden en verschijnt als 'soloplaat' van MacLagan. Jagger werpt zich op als beschermheer van Peter Tosh en zingt mee op diens doorbraakhit Don't Look Back. Charlie Watts speelt in zijn vrije tijd in de veteranenformatie Rocket 88. Bill Wyman verzorgt de soundtrack van de in de zomer van '81 in roulatie gaande rolprent Green Ice en scoort in datzelfde jaar een hit met de novelty-song (Si Si) Je Suis Un Rock Star, die ook zijn derde solo-album Green Ice in het succes meesleept.

Emotional Rescue kan aanzienlijk minder overtuigen dan zijn voorganger. Wel staan er wederom twee hits op: het jachtige She's So Cold en het titelnummer, dat evenals Miss You van twee jaar daarvoor onmiskenbare disco-invloeden (hoge falset-stemmen) kent en de plaat toch in gigantische aantallen over de toonbank helpt. Van trendsetters zijn de Stones langzaam trendvolgers geworden die zonder zich werkelijk in te hoeven spannen immens populair blijven.

vrijdag 22 mei 2015

1962 ♫ ♫ Charles Aznavour



Tu t'laisses aller à l'émission télé Music Hall de Jacques Normand à Montréal en 1962

Franse zanger die in de jaren '60 en '70 hits scoort met o.a. 'Esperanza', 'Yesterday When I Was Young', 'The Old Fashioned Way' en 'To Die Of Love'. Charles Aznavour is een ontdekking van Edith Piaf, en inmiddels één van de grootste entertainers van de 20ste eeuw. Hij speelde mee in tientallen films, gaf honderden concerten en verkocht miljoenen albums. Bovendien is Charles Aznavour auteur en vertolker van wereldberoemde chansons.

woensdag 20 mei 2015

Wie verdient het meest aan Spotify?


Wie houdt het meeste geld over aan muziekstreamingdiensten, de artiesten, de labels of de diensten zelf? Een contract uit 2011 tussen Sony en Spotify over de Amerikaanse markt, waar The Verge de hand op kon leggen, licht een tipje van de sluier op. Het document staat bol van de juridische termen en ingewikkelde berekeningsformules, maar de conclusie lijkt duidelijk: Sony heeft al een aardige duit verdiend aan Spotify.

Het contract gaat over de periode 2011 tot 2013, met een mogelijke verlenging tot 2014 als Sony daarmee instemde. Om toegang te krijgen tot de Sony-catalogus betaalde Spotify voor de eerste twee jaar een voorschot van 25 miljoen dollar, met de optie om voor het derde jaar 17,5 miljoen te moeten betalen. In regel gaan die voorschotten niet naar artiesten, maar houden de labels die voor zichzelf.

Er is ook een zogenaamde “Most Favored Nation”-clausule voorzien. Dat wil zeggen dat Sony het recht heeft om een onafhankelijke auditeur aan te stellen, die moet nagaan of andere labels een beter contract hebben gekregen. Als dat zo is, moet Spotify het verschil aan Sony bijpassen. Dit verschil wordt berekend op basis van het relatieve marktaandeel van de labels.

Spotify moet Sony ook voor negen miljoen dollar aan gratis reclameruimte geven op zijn dienst. De prijs van die reclame wordt ook niet berekend aan de standaardtarieven, maar er wordt rekening gehouden met een zware korting. Sony mag die reclame gebruiken om zijn eigen artiesten te promoten, maar mag die ook verkopen met winst.

In een gunstige clausule voor Spotify wordt bepaald dat het label sowieso 15 procent van alle reclameverkopen aan derde partijen mag houden. Het bedrijf verkocht in 2014 voor net geen honderd miljoen euro aan reclame, maar rept over die 15 procent nooit.

En dan de hamvraag: hoeveel geld betaalt Spotify aan Sony per afgespeeld liedje? Daar is, zelfs met het contract in de aanslag, erg moeilijk een getal op te plakken. Sony krijgt 60 procent van Spotify’s bruto-omzet vermenigvuldigd met het procentuele aantal streams van Sony. Als Spotify bijvoorbeeld 100 miljoen bruto-omzet draait, krijgen de labels 60 miljoen.

Er is echter ook nog een tweede, veel complexere formule die hier over gaat. Die formule treedt in werking als de opbrengst volgens deze berekening groter is dan wat er uitbetaald wordt volgens de berekening van de omzet. Voor gratis luisteraars betaalt Spotify 0,00225 dollar per stream. Als het bedrijf zijn groeidoelen mist, kan dat oplopen tot 0,0025 dollar.

Voor betalende gebruikers gaat het om het percentage van muziek uit de Sony-stal die afgespeeld wordt, vermenigvuldigd met het aantal Spotify-abonnees en nog eens vermenigvuldigd met zes dollar.

Wat Sony verder met het geld doet en hoeveel er naar de artiest doorvloeit, is ook niet te zeggen. Dat hangt allemaal af van het soort contract dat de artiesten met hun platenfirma afsluiten.

Artiesten die zich misnoegd voelen over het feit dat ze zo weinig uitbetaald worden voor gestreamde liedjes, moeten hun pijlen dan ook niet alleen op Spotify en co. richten, maar ook op hun labels, zo merkt The Verge op.

Door Frederic Petitjean | 20 mei 2015 op ZDNet.com

maandag 18 mei 2015

Texas Alexander

Een onbekend verleden, een leven als rondreizend muzikant, de kost verdienend op het land en langs de spoorwegen en een gevangenisstraf wegens moord zijn toch wel de elementen die zich in het leven van een bluesmuzikant moeten verenigen. Althans, hieruit bestaat het ‘romantische’ beeld dat wij ervan hebben. Hoewel dat voor veel van hen niet opgaat, voldoen een aantal toch wel aan dit beeld. Ik noem onder meer Leadbelly, Bukka White en Son House.
Texas Alexander is iemand die zich aan deze groep kan toevoegen.
Alger Alexander aanschouwt op 12 september 1900 het levenslicht in Jewett, Texas, ergens halverwege Houston en Texas. Behalve dat zijn familie arme pachters, zgn. ‘sharecroppers’ waren en dat hij de meeste tijd bij zijn grootouders doorbracht, is van zijn jeugdjaren niet veel bekend. Wel weten we dat hij de oudere neef is van Lightnin’ Hopkins en de oom van Frankie Lee Sims. Hij werkt als reizend arbeider op het land en langs de spoorwegen.
Texas Alexander is klein van stuk en heeft een stevige, diepe stem, die je niet bij zijn postuur zou vermoeden. Hijtreedt op straten en tijdens picknicks en feesten op in de omgeving. Daar werkt hij regelmatig samen met Blind Lemon Jefferson. Als hij in 1927 in Dallas woont en er in een pakhuis werkt wordt hij ontdekt door Sam Price, de man die ook Blind Lemon Jefferson aan een platencontract heeft geholpen. Hij maakt dat jaar zijn eerste opnamen Dit doet hij tot en met 1929 voor labels als Okeh en Vocalion. In die jaren maakt hij 69 opnamen, waarvan er 64 worden uitgebracht. Hiervoor reist hij naar New York, San Antonio en Fort Worth. In november 1928 neemt hij een nummers op, dat sommigen een van de oudste versies van “The House Of The Rising Sun” nomen. Deze bewering is onjuist. Het lied heet “The Rising Sun” en is een volledig ander nummer. Andere songs die hij opneemt zijn “Mama's Bad Luck Child”, "Sittin' on a Log”, "Texas Special”, "Broken Yo Yo" en "Don't You Wish Your Baby was Built Up Like Mine?". Op deze opnamen wordt hij begeleid door Lonnie Johnson en Eddie Lang, die hiermee het begin maken van de nu zo gewaardeerde gitaarduetten.



Texas Alexander speelt zelf geen instrument, maar hij schijnt altijd wel een gitaar met zich te hebben meegedragen, die was bedoeld voor zijn begeleiders. Zijn gezang is voor zijn begeleiders moeilijk te volgen. Hij kan makkelijk improviseren en bedient zich van de vrije ritmiek uit de worksong en dat blijkt voor de meeste muzikanten een behoorlijke uitdaging te zijn. Dat is in opnamen af en toe duidelijk hoorbaar als zijn begeleiders zich tijdens het nummer moeten aanpassen aan het door Alexander gebruikte ritme. Degene die dit het best weten te pareren zijn Lonnie Johnson, die een vrije gitaarmelodie neerzet tegenover de zanglijn, en King Oliver, die eventueel vrijgekomen maten gewoon met de trompet invult.
Na een periode van vijf jaar zoekt hij op 9 april 1934 weer de studio op, waar hij acht nummers voor Okeh opneemt met Sam en Bo Chatmon, het viool- en gitaarduo dat bekend is onder de naam Mississippi Sheiks. En op dezelfde dag worden nog zes nummer opgenomen met de Six Black Tams, een groep van onbekenden, die saxofoon, klarinet, gitaren en piano spelen. Tijdens de depressiejaren werkt hij met zijn neef Sam Hopkins, die later bekend wordt als Lightnin’ Hopkins en Chester Burnett (bekend als Howlin’ Wolf) en Lowell Fulson. Zijn invloed op deze drie mag niet worden onderschat.
In 1939 vermoordt hij zijn vrouw. Dit doet hem van 1940 tot en met 1945 belanden in de staatsgevangenis in Paris, Texas. Deze verhoudingswijze lichte straf kan duiden op verlichtende omstandigheden, maar de reden hiervan is niet duidelijk. Nadat hij uit de gevangenis is ontslagen blijft Alexander voor een groot deel in de buurt van Houston. Hij hervat het optreden en maken van opnamen, maar zijn zangstijl is volledig uit de tijd. Een auditie, die hij samen met zijn neef Sam Hopkins doet voor Aladdin Records loopt op niets uit. Voor Hopkins leidt dit echter tot het maken van zijn eerste opnamen met gitarist Thunder Smith. Dit duo gaat onder de naam Thunder & Lightnin’ aan de slag en deze bijnaam blijft voor altijd aan hem plakken.
Alexanders laatste opnamen dateren van 1950 met gitarist Leon Benton en pianist Buster Pickens onder de naam Benton’s Busy Bees.
Op 16 april 1954 overlijdt Texas Alexander in Richards, Texas aan de gevolgen van syfilis. Hij is begraven aan Longstreet Cemetery in Montgomery County, Texas.
De invloed, die Texas Alexander heeft gehad op andere muzikanten in Texas en via hen over het hele land, valt niet te ontkennen. De meeste van zijn opnamen zijn vele jaren later opnieuw uitgebracht door Document en Matchbox.

vrijdag 15 mei 2015

B.B. King overleden

Zanger en bluesgitarist B.B. King is op 89-jarige leeftijd overleden. Hij wordt als een van de grootste blueszangers van de vorige eeuw beschouwd. Het overlijden is door zijn agent bekendgemaakt.

King leed aan diabetes en zijn gezondheidstoestand ging de afgelopen maanden snel achteruit. Hij overleed in zijn slaap in zijn huis in Las Vegas.

King was ook regelmatig in Nederland te zien en te horen, hij trad een aantal keer op het North Sea Jazz Festival op.  

Hoewel hij in 2006 een afscheidstournee hield, stond de bluesgitarist tot afgelopen najaar op de bühne. In oktober moest hij wegens ziekte zijn laatste optredens afzeggen.

B.B. King (16-09-1925) zijn vloeiende, op de Texas-stijl van Lonnie Johnson en T-Bone Walker geënt gitaarspel en zijn in de gospeltraditie gedrenkte vocalen leveren een onweerstaanbare combinatie op die bij
zowel platenkopers als medemuzikanten in de smaak valt. Een lange rij hits en navolgers is het resultaat. Naast bekende gitaristen als Albert King en Little Milton stappen vanaf het eind van de jaren vijftig ook de nieuwe lichtingen uit Chicago over naar het B.B.-kamp. Daarna is er bijna geen bluesgitarist meer, en daarmee samenhangend ook bijna geen rockgitarist, die niet op de een of andere manier door B.B. (Blues Boy) King is beïnvloed.


King begint zijn muzikale loopbaan in een kerkkoor. De kennismaking met de blues loopt via Bukka White en Robert Jr. Lockwood. Lockwood zet hem op het spoor van T-Bone Walker. Uiteenlopende andere gitaristen die King beïnvloeden zijn Charlie Christian, Django Reinhardt en Les Paul. Hij maakt zijn plaatdebuut in '49 als vocalist op een viertal opnamen voor het Bullet-label uit Memphis. Van '50 tot '62 staat King onder contract bij Modern. Platen verschijnen op de Rpm-, Kent-, Crown- en United-labels. Zijn eerste opnamen zijn net als de Bullet-opnamen in de stijl van shouters en jumpblues-artiesten als Roy Brown en Louis Jordan. Three O'Clock Blues, in '52 een nummer 1-hit in de Amerikaanse r&b-lijsten, is het begin van zijn eigen stijl. Andere hits volgen: Woke Up This Morning, Please Love Me, You Upset Me Baby, Everyday I Have The Blues (in '55 zijn eerste millionseller), Sweet Little Angel, Sweet Sixteen en Rock Me Baby. Vanaf '62 staat King onder contract bij Abc, dat later door Mca wordt overgenomen. Hier scoort hij met Don't Answer The Door, Why I Sing The Blues en The Thrill Is Gone (in '70 zijn tweede millionseller en te vinden op Completely Well).
In latere jaren moet King veel soul- en funkwater in zijn blueswijn doen. Goede bluesplaten maakt hij na '70 niet meer. My Kind Of Blues is een prachtige plaat waarop King en pianist Lloyd Glenn op relaxte wijze een aantal bluesstandards afwerken. Live At The Regal is een klassieke live-plaat. De jaren zeventig brengen een tweetal niet erg opwindende collaboraties met vocalist Bobby 'Blue' Bland, Together For The First Time...Live en Together Again...Live, alsook Midnight Believer en Take It Home, die voor bijna 90% platen van de jazz-funkgroep The Crusaders zijn. There Must Be A Better World Somewhere is een slechte live-plaat en Love Me Tender is een enigszins saaie, maar niet volkomen mislukte poging op het bluespad terug te keren. In '85 levert hij enkele bijdragen aan de soundtrack voor de John Landis-film Into The Night; de desbetreffende nummers maken ook deel uit van het officiële jubileumalbum Six Silver Strings, 's mans vijftigste.
Op King Of The Blues 1989 spelen onder anderen Mick Fleetwood, Steve Cropper, Bonnie Raitt en Stevie Nicks mee. B.B. is op zijn beurt te gast op de U2-plaat Rattle And Hum en in de gelijknamige speelfilm. Uit de optredens die hij in '89 in Nederland geeft, blijkt dat B.B. op het podium vasthoudt aan zijn vertrouwde bluesstijl, dit in schril contrast tot de funky moderniseringspogingen op zijn meer recente platen.
Eind september '90 start hij, te beginnen in Taiwan en eindigend in New York, een ambitieuze, anderhalve maand durende wereldtournee met Ray Charles, een evenement waarover King op de van tevoren gehouden persconferentie opmerkt: 'Spelen met Charles is als sterven en ten hemel gaan.' In '91 opent hij zijn B.B. King Blues Club aan Beale Street in Memphis. Op het spontane Blues Summit zingt B.B. duetten met o.a. Koko Taylor, Etta James, Ruth Brown, Irma Thomas, Robert Cray, Buddy Guy en John Lee Hooker. Het duet-concept wordt voortgezet met Deuces Wild, waarop o.m. de Stones, Eric Clapton, Van Morrison en Tracy Chapman te horen zijn. Wel doet hij het sinds hij de zeventig is gepasseerd iets rustiger aan: tweehonderd in plaats van tweehonderdenvijftig concerten per jaar. King Of The Blues is een vierdelige cd-box, die zijn complete carrière tot dan toe ('49-'92) beslaat. Riding With The King is een ongedwongen duoplaat van twee veteranen die niets meer te bewijzen hebben. Blues All Around Me is een uitstekende biografie. De schitterende 4-cd box The Vintage Years zijn sleutelopnamen voor de Rpm, Kent en Crown labels, gedurende de jaren vijftig en zestig. Dit is de definitieve B.B. Zijn nostalgische vertolkingen van allerhande r&b- en pop-standards op Reflections, bewijzen dat hij zich op kan maken voor een lucratieve oude dag in Las Vegas.



In 2004 werd aan King een eredoctoraat overhandigd van de Universiteit van Mississippi. Tevens had hij ook zijn uitgebreide bluescollectie geschonken aan het 'Ole Miss Center for Southern Studies'.
King heeft een zeer vol en zeer actief leven geleid. Hij bezit een vliegbrevet, is bekend als gokker, vegetariër, niet-drinker en niet-roker. Als diabeticus sinds meer dan tien jaar, is King een van de spreekbuizen van de strijd tegen diabetes.
B.B. King speelt vooral op Gibson-gitaren en noemt ze traditiegetrouw "Lucille". Dit is ontstaan in de winter van 1949. King speelde in Twist, een plaats in Arkansas, Amerika. Tijdens zijn optreden begonnen twee mensen te vechten en ze stootten een vat brandende benzine om die als verwarming dienst deed. Daardoor kwam het gebouw in brand te staan. Toen iedereen buiten was, realiseerde King zich dat hij zijn gitaar had achtergelaten. Hij riskeerde toen zijn leven om zijn gitaar te halen. Toen King later hoorde dat het gevecht over een vrouw ging die "Lucille" heette, besloot hij zijn gitaar zo te noemen, om zich er aan te herinneren nooit meer zoiets te doen. Ook zijn hond die op 27 januari 2006 vermist is geraakt heet "Lucille". Degene die de hond terug vindt, krijgt als beloning een gitaar met handtekening.

Focus op Focus (1)

1968
Brainbox wordt opgericht in Amsterdam. Pierre van der Linden doet al ervaring op in After Tea, Jan Akkerman ruikt reeds aan hitparadesucces met The Hunters (The Russian Spy And I) en Kaz (in deze tijd nog Casimirz) Lux is ook al actief in een handvol groepen.
1969
Hèt succesjaar van Brainbox. De band scoort enkele grote hits, ondermeer met het eigen Down Man en met een bijzondere bewerking van Summertime van George Gershwin, dat met Dark Rose overigens een extra a-kant heeft. Jan Akkerman krijgt perfect tegenspel van het doorrookte stemgeluid van Kaz Lux. Ondanks de successen verlaat de eigenzinnige Akkerman eind 1969 Brainbox om met Thijs van Leer de progressieve rockformatie Focus te formeren.
Thijs van Leer is een klassiek geschoold pianist en fluitist. Hij formeert het Thijs van Leer Trio, dat naast hemzelf uit Hans Cleuver (drums) en Martin Dresden (bas) bestaat. Het trio treedt vooral als begeleidingsgroep op, zo werkt men met Ramses Shaffy, Liesbeth List en ook mee bij de musical Hair. Eind '69 komt Jan Akkerman bij het trio en wordt de naam veranderd in Focus.
De groep speelt enkele weken in de orkestbak tijdens de uitvoering van de musical Hair.
1970
Dit jaar stapt ook Pierre van der Linden van Brainbox over naar Focus. Jan Akkerman wordt vervangen door de gitaristen Rudy de Queljoe (ex-Dragonfly) en Herman Meyer (ex-Fullhouse).  Het oude, superieure geluid is nog wel te horen op het debuut Brainbox (opgenomen in de oude bezetting), dat naast eigen werk Dark Rose en Sea Of Delight uitsluitend bestaat uit opvallende vertolkingen van nummers van Paul Simon, George Gershwin, Lowell Fulsom, Jimmy Reed en Tim Hardin. Singles gemaakt met de nieuwe leden laten horen dat het vertrek van Jan Akkerman een forse aderlating is.
In het najaar komt de debuutelpee In And Out Of Focus uit. Als eerste single wordt Why Dream uitgebracht. De muziek van Focus hinkt dan nog iets teveel op twee gedachten: enerzijds het keurige brave klassiek getinte werk van het voormalige Thijs van Leer Trio, anderzijds het wat ruigere gitaarwerk van Akkerman. Desalniettemin wordt de elpee tamelijk enthousiast ontvangen. Akkerman wil niet langer met Dresden en Cleuver werken en stelt Van Leer voor de keuze, zij eruit of ik eruit. Omdat Thijs inziet dat Focus zonder de inbreng van Jan toch Focus niet is, gaat hij overstag. Jan haalt zijn drummende ex-Brainbox maat Pierre van der Linden erbij en een bassist wordt gevonden in de persoon van Cyril Havermans. Voordat Havermans toetreedt speelt Peter van der Sande (Serpentine) even mee met Focus.



1971
De groep ontvangt een Edison voor de eerste plaat. De tweede single House Of The King wordt een hit en nationaal begint de groep aardig door te breken. In Londen wordt de tweede elpee Focus 2 opgenomen. De groep begint zijn definitieve richting te vinden. Klassiek wordt moeiteloos vermengd met jazz en rock. Akkerman krijgt veel ruimte om te soleren (bijvoorbeeld op het één plaatkant in beslag nemende Eruption). Van Leer zingt niet echt veel, maar 'jodelt' onverstaanbare woorden, iets wat mede tot handelsmerk van Focus zal uitgroeien. Focus staat voor de eerste maal op Pinkpop. Als Hocus Pocus als single verschijnt wordt dat een grote hit in Nederland en Duitsland. Cyril Havermans verlaat de groep, om een eigen band te beginnen, hij wordt vervangen door Bert Ruiter. De formatie staat avond aan avond op de planken en speelt lange sets van soms wel drie uur.

dinsdag 12 mei 2015

Een beknopte geschiedenis van de populaire muziek (deel 4)

Zwarte muziek in het tegenoffensief

Bij de zwarte bevolkingsgroep in de USA is haar muziek aan een herdefiniëring toe nu blanke producers de rhythm and blues naar zich hadden getrokken. Dat gebeurt door versmelting van wereldlijke en kerkelijke negertradities in de soul, en door de vermenging van rhythm and blues met Zuid-Amerikaanse klanken in de ska.

Soul en funk

Soul is eigenlijk een blues-tekst met een gospel-omlijsting. Soul is een verzamelnaam voor in feite sterk gevarieerde zwarte dansmuziek, en waarin, bijvoorbeeld, de noordelijke Motown of Detroit-sound (Marvin Gaye, Supremes en het schrijverstrio Holland-Dozier-Holland) kan geplaatst worden tegenover de meer emotionele, zuidelijke Memphis-sound (Aretha Franklin). De stijl komt tot een hoogtepunt in het midden van jaren zestig. Soul is verbonden met de bewustwording van de zwarten in de USA (James Brown: ‘Say it loud, I’m black and I’m proud’). Uit een verfijnde versie van de soulstijl, vaak met breed uitgesmeerde, quasi klassieke arrangementen (startpunt: Theme from Shaft, Isaac Hayes) zal zich achteraf in Philadelphia een zachtere (soft-soul) maar zeer dansbare variant met de term funk laten benoemen (ook vaak met een ‘geplukte’ bas). Niet zwart, maar ook wel overdadig gearrangeerd met breed uitgesmeerde instrumentenpartijen is de inbreng van producer Phil Spector (zijn ‘wall of sound’ wordt gedemonstreerd op Tina Turners eerste solo-hit River deep, mountain high, en op opnamen van meidengroepen als Crystals, Ronettes).



Disco

De funk-muziek, liefst met opnamen van voldoende lange duur (op zogenoemde maxi-singles), wordt later bekend als disco sinds het midden van de jaren zeventig (Donna Summer). Het zijn weer hoofdzakelijk blanke producers (Moroder) die de zwarte soul omvormen tot blanke disco. Disco, als blanke variant van de soul, zal dan een narcistische, de realiteit ontvluchtende (dansen in een afgesloten ruimte), een erotische-extatische en chique-decadente (gegroeid uit het homo-milieu) levensstijl geworden zijn. Hij is verheven boven de kortstondige dansrages als deze van de twist in het begin van de jaren zestig; het belang van de twist mag nochtans niet onderschat worden gezien het de eerste maal is dat de partners individualistisch, elk voor zichzelf dansen, in tegenstelling tot de paardansen.

Reggae

Naast de soul-muziek herdefinieert de zwarte muziek zich in de ska. De ska is tot ontwikkeling gekomen op Jamaica alwaar derhalve Zuid- en Midden-Amerikaanse (calypso-)ritmen zijn opgenomen, die versmolten worden met rhythm and blues. Blazers, bas en piano zijn prominent aanwezig (Desmond Dekker). Na 1966 verandert ska in rocksteady, die meer relaxed, cool is. Dub is de extreem bewerkte studio-ska met ondermeer veel galm-effecten (Dub Syndicatte, Test Dept.) De sluimerende en grotendeels instrumentale ska-stijl van het einde van de jaren vijftig, zal dus eerst onder de naam rock steady een meer slome, maar – belangrijker – vervolgens, vanaf einde van de jaren zestig, onder de naam reggae, tot een dansbare, maar toch ook nog slome (cf mariuana-gebruik) muziek-stijl evolueren (Bob Marley). Deze is ook met het sociaal protest van de zwarte bevolking en een met religieuze overtuiging (rastafari) geladen. In de tweede helft van de jaren zeventig zal de ska in Groot-Brittannië opnieuw in de belangstelling komen door de ‘Two-Tone’ -groepen (Specials).

zaterdag 9 mei 2015

Karen Dalton

Vast herkenbaar: op een goede dag overvalt je opeens een stukje muziek waarvan je je afvraagt waarom je dat nog nooit eerder hoorde. Dat zijn de beste verrassingen.
Volgens The Guardian is Karen Dalton The best singer you’ve never heard of.
Nou, dat dus. In sommige kringen al tijden herontdekt, maar voor degene haar werk nog niet hoorde, wordt wellicht net zo’n fan als Bob Dylan.

Vers uit Oklahoma, gescheiden met kind, gitaar en banjo onder de arm dook ze op begin jaren ’60 in de folkscene van New York.
De doorbraak kwam nooit, waarschijnlijk doordat Dalton geen eigen liedjes schreef maar covers zong, die ze zich overigens op onnavolgbare wijze eigen maakte. Maar het was de glorietijd van de singer-songwriters.

En wellicht klonk ze te ongepolijst, donker en eigenzinnig voor het grote succes? Daarbij had ze een hekel aan optredens en opnames maken. It’s So Hard To Tell Who’s Going To Love You The Best is eigenlijk stiekem opgenomen door Fred Neil, liegend dat de opnameband niet meeliep.

Maar misschien zat haar zelfdestructieve persoonlijkheid haar meer in de weg. Ze koos het ruige pad; alcohol, drugs, straatleven. In 1993 stierf ze, waarschijnlijk aan aids. Een treurig levensverhaal, wat rest zijn een aantal opnames waaraan eenieder verslingerd kan raken. Aangenaam alsnog kennis te maken.




donderdag 7 mei 2015

Muziek en intelligentie


We hebben in Nederland van het maken van muziek iets bijzonders, uitzonderlijks gemaakt. De rol van muziek in het onderwijs wordt steeds kleiner en een beperkte groep kinderen heeft de mogelijkheid om een muziekinstrument te leren bespelen.

Dat is jammer en berust op misverstanden. Met als gevolg dat we muziek als een luxe blijven zien in plaats van als een typisch menselijke vaardigheid die nauw verstrengeld is met een scala aan sociale, emotionele en cognitieve vaardigheden. Daarnaast kan muziek ook een therapeutisch effect hebben op hersenziekten. Althans, dat is wat geconcludeerd kan worden uit de recente wetenschappelijke literatuur over de relatie tussen muziek en ons brein.
Afbeeldingsresultaat voor muziek en intelligentie

Een eerste misverstand is dat je als musicus geboren wordt. Daar wordt dan meestal mee bedoeld dat een uitzonderlijk muzikaal talent genetisch bepaald is. Hier is echter maar weinig bewijs voor te vinden. Het omgekeerde lijkt eerder het geval: praktisch alle mensen hebben een biologische aanleg voor het waarnemen en waarderen van muziek. Amuzikaal zijn is in feite de grote uitzondering. Het wordt amusia genoemd en bestaat uit een verzameling erfelijke (of door een hersenbeschadiging ontstane) afwijkingen in het herkennen of reproduceren van melodieën en ritmes. Naar schatting vier procent van de mensen in het Westen heeft er in meer of mindere mate last van.

Het tegenovergestelde van amusia is een extreme overgevoeligheid voor het waarnemen, onthouden en uitvoeren van muziek. Daarbij kun je denken aan kinderen met autisme of het Williams-syndroom, die een uitzonderlijk, vaak spontaan ontwikkeld talent voor muziek aan de dag leggen. Ook zijn er mensen die als gevolg van een neurologische aandoening plotseling zeer muzikaal blijken te zijn of dit juist zijn kwijtgeraakt. Het zijn allemaal uitzondelijke gevallen die je doen beseffen dat onze hersenen een speciale band met muziek hebben.

Recent ontwikkelingspsychologisch onderzoek laat zien dat vrijwel alle jonge kinderen een grote sensibiliteit voor muziek hebben, lang voordat ze hun eerste woorden spreken. Zowel baby's als jonge kinderen blijken melodische en ritmische wisselingen in muziek te herkennen, en hun onderscheidingsvermogen is op die punten vaak sterker dan dat van de gemiddelde volwassene. Het is dus van belang in te spelen op deze zeer vroeg aanwezige gevoeligheid voor muziek en deze te ontwikkelen.


Van het luisteren naar (klassieke) muziek word je slim. Dit is een recenter misverstand dat vaak ten onrechte ingezet bij het verdedigen van het belang van muziek. Ondanks de indrukwekkende productie van boeken en cd's rond het vermeende Mozart-effect, blijkt het een marginaal, kortdurend, maar vooral een indirect effect te zijn. Niet de muziek zelf, maar de veranderde stemming blijkt het tijdelijke effect te verklaren.

Stukken overtuigender is recent onderzoek dat in kaart bracht wat nu feitelijk het effect van muziek-lessen is op de cognitieve vaardigheden van kinderen, los van inkomen of sociale klasse. Canadees onderzoek laat zien dat kinderen die muzieklessen volgden (piano, zang of viool), in vergelijking tot kinderen die geen muzieklessen volgden, na een jaar significant beter scoorden op een reeks van cognitieve taken, reikend van IQ en taal begrip tot concentratie en leervermogen.

Muzieklessen hebben dus een onmiskenbaar positief effect op belangrijke cognitieve functies. Zo kan muziek bijdragen aan het opbouwen van een reserve voor het denkvermogen, een 'cognitieve reserve'. Een grotere cognitieve reserve betekent dat men meer verschillende manieren van denken (cognitieve strategieën) ontwikkelt die op latere leeftijd kunnen beschermen tegen 'normale' cognitieve achteruitgang in het denkvermogen, en bij hersenziektes die het cognitief functioneren kunnen aantasten.

Naast allerhande cognitieve voordelen, beperkt muziek zich niet tot cognitie alleen. Ook op sociaal en emotioneel gebied heeft muziek een grote impact. Een voorbeeld is stemmingsregulatie: het veel voorkomende gebruik van muziek om onze emoties te versterken, te veranderen of te ontladen. Recent hersenonderzoek laat zien dat muziek een intieme relatie heeft met dieper gelegen hersengebieden die betrokken zijn het reguleren van emotie. Luisteren naar je favoriete muziek kan zelfs dopamine, een belangrijke neurotransmitter, aanmaken dat van invloed is op een sterk gevoel van welzijn. Wederom een voorbeeld dat laat zien dat onze hersenen een speciale band met muziek hebben.

Muziek stimuleert een groot aantal hersengebieden. Dat betreft niet alleen de gehoorschors, waar de informatie binnenkomt, maar bijvoorbeeld ook gebieden die met leren te maken hebben, met emoties en met beloning. Door deze globaal stimulerende eigenschap is het ook begrijpelijk dat muziek als een therapie is onderzocht en lijkt inderdaad te werken bij een groot aantal hersenziekten.

Muziektherapie is op gang gekomen toen het de pijn en ellende van soldaten in de Eerste en Tweede Wereldoorlog bleek te verzachten en hun lichamelijke reacties bleek te verbeteren. Nu zijn er gecontroleerde trials met muziek therapie beschikbaar die gunstige effecten bleken te hebben bijvoorbeeld bij pasgeboren couveuse kinderen, kinderen met leer en gedragsstoornissen, mentale retardatie, autisme spectrum stoornissen, hersenletsel, depressie en dementie.

Maar ook buiten het terrein van de hersenziekten heeft muziek een gunstig effect op sociale cohesie, het versterken van groepsgevoel of het vinden van je eigen identiteit: er zijn voorbeelden te over die laten zien dat muziek in de puberteit een belangrijke rol vervult (wie herinnert zich niet de muziek uit zijn jeugd, met alle indrukken die daarbij hoorden?).

Zowel het luisteren naar als het maken van muziek stimuleert een rijk scala van cognitieve, emotionele, sociale en culturele vaardigheden en kunnen zorgen voor intense, richtingbepalende ervaringen. Aspecten die met weinig andere middelen zo verenigd en aangewakkerd kunnen worden dan met muziek. Muziek zou pas een luxe zijn als we haar niet meer nodig  hadden. Het tegendeel lijkt het geval.


zondag 3 mei 2015

Simon & Garfunkel (deel 5)



In Parijs heeft Simon zijn gitaar bij de hand en wordt straatmuzikant, iets wat in die tijd nog een echt avontuurlijke keuze betekent. Parijs wordt in deze periode bezocht door veel Engelse muzikanten. Rock-'n-rollers moeten naar Hamburg en folkies leren de echte discipline van gitaarspelen op straat, "busking", in Parijs. Simon speelt wekenlang op de straten langs de Seine en overnacht naar eigen zeggen doorgaans op banken, op straat. Een van de Engelsen die hij treft is Dave McCausland uit het graafschap Essex, waar hij folk-avonden organiseert in het Railway Hotel in Brentwood. MacCausland vertelt geestdriftig over de opkomende folk-scene in Engeland en nodigt hem uit naar Brentwood te komen.
In de herfst van 1963 keert Simon terug naar New York. Hij laat Garfunkel songs horen die hij in Frankrijk heeft geschreven, zoals "He Was My Brother". Het zijn liedjes die opvallen door harde, hoge eind-uithalen, een overblijfsel van aandacht proberen te trekken tijdens straatoptreden. Samen met Garfunkel speelt hij "He Was My Brother" nog dezelfde avond in Folk City. Die maand wordt ook de song "Bleecker Street" geschreven, samen met MacDougal Street wel de meest bekende straat van Greenwich Village. In de song regent het en lopen de mensen starend voor zich uit in een desolate, steriele omgeving. Wanneer Kennedy vermoord wordt, is dat voor Simon aanleiding om "The Sound Of Silence" te schrijven. De muziek is binnen enkele dagen geschreven, maar Simon worstelt drie maanden met de — uiteindelijk zeer fraaie, symbolisch zwaar geladen — tekst. Het wordt, zo zal blijken, een uiterst belangrijke song voor het duo.



In de lente van 1964 vliegt Simon naar Engeland, nog steeds onzeker over zijn professionele toekomst. Hij gaat optreden in Brentwood, Essex, op uitnodiging van Dave McCausland. Hij ontmoet de jonge secretaresse Kathy, die hem een zekere stabiliteit verschaft en hem tot enige songs inspireert, zoals "Kathy's Song" van het album The Sounds Of Silence. Na een maand of wat is zowel Simon als Garfunkel weer terug in New York. Garfunkel heeft zijn architectuurstudie afgebroken en concentreert zich op een leraarschap wiskunde, Simon is weer aan het werk in de muziekuitgeverij.

vrijdag 1 mei 2015

Ben E. King overleden

Soullegende Ben E. King is op 76-jarige leeftijd overleden. Dat meldt de BBC op gezag van zijn agent. De Amerikaanse zanger is vooral bekend van zijn hit Stand By Me uit 1961.

King begon zijn carrière eind jaren 50 bij de band The Drifters. Hij is onder meer te horen op de nummers There Goes My Baby en Save The Last Dance For Me.

In de jaren 80 stond Stand By Me opnieuw hoog in de hitlijsten toen het nummer opnieuw werd gebruikt in de gelijknamige film.