donderdag 31 juli 2014

Leeslint: The Band (8)

Op het hoogtepunt, rond 1970, stond The Band in zeer hoog aanzien bij een grote groep muzikale fijnproevers, maar bijna nog meer bij popcritici en collega-muzikanten. Zo verklaarde Eric Clapton, die geregeld met hen samenwerkte, meer dan eens dat hij het allerliefst lid van The Band zou zijn geworden. Voor het publiek waren ze een groep hardwerkende musici zonder sterallures, die liever hard met elkaar werkten aan perfectionering van hun songs dan achter drank en vrouwen aan te gaan. Later werd duidelijk dat ook zij toch niet ongevoelig waren voor de aandacht van groupies en de verlokkingen van drank en drugs. Ook hier ging dit gepaard met een verlies aan frisheid en creativiteit. Vooral Richard Manuel en Rick Danko konden hun verslaving moeilijk de baas. Toen Robbie Robertson te kennen gaf dat hij genoeg had van het rondtrekken met "this alcoholic freakshow", leidde dit het einde in van The Band in zijn oorspronkelijke samenstelling, ook al werd dat einde groots gevierd.



Het feit dat Robertson op grond van zijn rol als songwriter de rechten op het merendeel van de composities opeiste, zou later een bron van veel onenigheid tussen de leden worden. De anderen hadden er spijt van dat zij na het uiteenvallen van The Band hun rechten voor een eenmalige afkoopsom aan Robertson hadden verkocht. Vooral tussen Helm en Robertson is het nooit meer goed gekomen. Helms argument was (en is nog steeds) dat de songs van de Band het resultaat waren van intensief groepswerk en dat de speciale 'sound' van de groep in gezamenlijkheid tot stand kwam.

dinsdag 29 juli 2014

In Alle Staten: Maine

De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian Wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?

In deze 20e aflevering:
Maine
Maine
De in 1964 geboren Patty Griffin is op dit moment Maine's bekendste artieste. Singer songwriter Griffin werd in 2007 artiest van het jaar in de VS, wordt vergeleken met o.a. Emmylou Harris en de Dixie Chicks en bracht samen met Led Zeppelin zanger Robert Plant in 2007 het album Band of Joy uit. Hier gaan we nog veel van horen !


maandag 28 juli 2014

Bill Gaither en de McGuire Sisters

Wie is de meest succesvolle artiest in de single hitparade die nooit een album/LP/CD-notering had ?
En andersom: welke artiest had nooit succes met een single, maar behaalde wel een notering in de albumcharts?


Het antwoord op de eerste vraag: de McGuire Sisters. Phyllis, Christine, and Dorothy waren in de periode 1954-1961 goed voor 35 hitnoteringen waaronder de no. 1 hit, "Sugartime" (1958). Van een LP notering kwam het echter nooit.

Maar liefst 40 albums van Bill Gaither bereikte de charts, ook ander andere namen als
Bill Gaither Trio; The Gaithers; Gaither Vocal Band; Bill and Gloria Gaither.
Een hitnotering met een song haalde hij echter nooit...

vrijdag 25 juli 2014

Wijn na bier geeft plezier...

Een aloude volkswijsheid luidt: ‘wijn na bier geeft plezier, bier na wijn geeft venijn’. Ofwel: bespaar jezelf een kater door van licht alcoholhoudende drankjes op sterkere over te stappen, en niet andersom. Onzin, of scheelt het achteraf echt in brakheid, vraagt Maria Bornhijm uit Oud-Vossemeer.

Onzin, zegt een medewerker van de Alcohol Infolijn, onderdeel van het Trimbos-instituut voor geestelijke gezondheid. ‘We hebben dit weleens uitgezocht en het blijkt een fabel. Mensen die op één avond zowel bier als wijn drinken krijgen sowieso vaker een kater. Niet vanwege het afwisselen, maar omdat ze op zulke avonden doorgaans sowieso te veel drinken. En dan maakt de volgorde echt niet uit.’
Het antwoord van de Alcohol Infolijn wordt bevestigd door toxicoloog Erik Danen van het Leiden/Amsterdam Center for Drug Research: ‘Er is geen enkel bewijs. Uit onderzoek blijkt, dat alléén de totale hoeveelheid alcohol in het lichaam een rol speelt bij een kater.
Waar komt deze wijsheid dan vandaan? Uit de Middeleeuwen en heeft te maken je financiële situatie, vertelt Leo van Bergen, medisch historicus aan de Vrije Universiteit. ‘Vroeger dronk de gegoede burgerij wijn en het klootjesvolk bier, in plaats van water. Ging je van wijn naar bier, dan zat je financieel aan de grond. Dat gaf dus ‘venijn’. Raakte je beurs beter gevuld, en ging je van bier naar wijn, dan gaf dat ‘plezier’. Vandaar de uitdrukking.’
Heeft de spreuk ons dan al die eeuwen misleid? Hebben we, na een avondje wijn drinken, de biertjes dan voor niets in de koelkast laten staan?
Mogelijk is er wel een placebo-effect, denkt andragoog Jaap van der Stel, auteur van Drinken, Drank en Dronkenschap.
Als je bijvoorbeeld iemand wijsmaakt, dat je wat alcohol in zijn jus d’orange hebt gedaan, denken mensen soms echt, dat ze dronken zijn, zegt Van der Stel: ‘Mogelijk werkt het met de wijn-na-bierregel net zo. Misschien denken we dat we echt meer koppijn ervaren als we de regel hebben overtreden.’

donderdag 24 juli 2014

Beatleboom

Het is ironisch maar waar: kevers hebben een boom ter nagedachtenis aan Beatle George Harrison in Los Angeles gedood. De insecten, in het Engels 'beetles', aten de boom in Los Angeles op.

"Los van het verlies van de boom, had Harrison de ironie waarschijnlijk zeer amusant gevonden", schrijft de Los Angeles Times. De pijnboom werd in 2004 gepland in het Griffith Park, als ode aan de ex-Beatle.

De boom met gedenkbordje in het Griffith Park

De gitarist overleed in 2001 in de Amerikaanse stad en was bovendien een fervent tuinier. Vorig jaar was de boom al ruim 3 meter hoog, maar de keveraanval werd hem uiteindelijk fataal.

Bomen in het Griffith Park hebben regelmatig te lijden onder de aanvallen van schorskevers. De kevers nestelen zich tussen de schors en het hout en leven van het boomvocht, waardoor de boom sterft. Op de plek van de oude Beatle-boom wordt een nieuwe geplant.

dinsdag 22 juli 2014

Canon van de Nederlandse Popmuziek: 1959

Peter Koelewijn maakt Neerlands eerste rockklassieker
Peter Koelewijn maakte met Kom Van Dat Dak Af dé rock-’n-roll klassieker van de Nederlandse popgeschiedenis. Het is 1959 en Peter Koelewijn is de motor van zijn band Peter en zijn Rockets. Platenmaatschappij Bovema nodigt de groep uit voor een auditie. Een paar dagen daarvoor schrijft Koelewijn nog het nummer Kom Van Dat Dak Af. De tape van de auditie blijft nog een tijdje op de plank liggen, omdat het label er niets in ziet. Co de Kloet, producer van het populaire radioprogramma Tijd Voor Teenagers, krijgt het nummer toevallig te horen en is laaiend enthousiast. Hij adviseert Bovema het nummer meteen uit te brengen. De single ligt in 1960 in de schappen en wordt een nummer 1-hit in Nederland en België. In 1971 wordt Kom Van Dat Dak Af in een vernieuwde versie opnieuw een grote hit. Weer tien jaar later wordt het nummer in een live-versie uitgebracht en haalt wederom de hitlijsten. In 1989 wordt de klassieker samen met DJ Sven en Miker G in een modern jasje gestoken en een nieuwe generatie zingt wederom massaal: Kom Van Dat Dak Af.

zaterdag 19 juli 2014

Eric Clapton (7)

In 1974 nam Clapton 461 Ocean Boulevard op met daarop zijn versie van Bob Marley's I Shot the Sheriff.
Het nummer werd een grote hit en bracht zowel Marley als Reggae muziek bij een groot publiek bekend.



In de jaren zeventig leefde Eric samen met Pattie Boyd, de ex van George Harrison. Deze aren werden gedomineerd door excessief drugs- en alcoholgebruik. Begin jaren '80 (Eric was inmiddels gehuwd met Pattie) lukte het Eric van zijn verslaving af te komen. De albums die hij opnam Behind the Sun (1985) en August (1986), geproduceerd door Phil Collins, werden geen groot succes in de UK.

Gedurende de jaren tachtig bleef hij met groot succes albums uitbrengen, alhoewel hij nooit meer de immense populariteit bereikte van de jaren zestig en zeventig. In 1985 trad hij op tijdens Live Aid, in Philadelphia. Zijn optreden vormde één van de hoogtepunten van het Amerikaanse gedeelte van Live Aid. In 1988 speelde hij mee met Dire Straits tijdens het Nelson Mandela 70th Birthday Tribute Concert. Tevens liet Clapton zich in de jaren '80, samen met vele andere artiesten, vaak zien tijdens concerten voor The Prince's Trust, een stichting van de Britse prins Charles. In 1987 werd hij lid van de Anonieme Alcoholisten, en sindsdien lijkt zijn alcoholverslaving onder controle. Tijdens de opnamen van het album Behind the sun in 1985 leerde hij Yvonne Khan Kelly kennen, met wie hij een verhouding én een kind kreeg: zijn oudste dochter Ruth (1985). Clapton verliet Pattie Boyd, en in 1988 scheidden zij. De verhouding met Kelly duurde echter niet lang, en Clapton had een losse relatie met Italiaans model Lori Del Santo. Uit deze verhouding werd in 1986 een zoon, Conor, geboren.


Eric Clapton’s grootste succes in de jaren '70 is het album Slowhand. Het bevat de hits “Lay Down Sally”,  “Wonderful Tonight” en een live versie van “Cocaine.”

donderdag 17 juli 2014

Marloes Klaasen

Nooit eerder werd er door Gerrit of zijn Krekels aandacht besteed aan De Grote Prijs van Nederland, maar daar is nu wel alle reden toe.
Graag je aandacht voor toptalent Marloes Klaasen.
Marloes Klaasen is een singer songwriter die vooral Nederlands maar ook Engels schrijft. Met haar gitaar creëert ze melodieën waarmee ze de zanglijn met haar stem uitzet met een soulfull jazzy sound. Zij verdient om in deze langstlopende muziekcompetitie van Nederland een grote slag te  slaan en eindelijk landelijk door te breken. Om mee te mogen doen zijn nog een paar stemmen nodig (klik hier) en bekijk nu alvast haar video.


woensdag 16 juli 2014

CCR

Creedence Clearwater Revival is een met een kenmerkend swampgeluid gezegende, Amerikaanse rockband die vanaf eind jaren zestig enige tijd geldt als een der beste en succesvolste van haar generatie.
De groep wordt in '59 in het Californische El Cerrito door de Fogerty-broers opgericht onder de naam Tommy Fogerty And The Blue Velvets, met de San Francisco Bay Area als voornaamste werkterrein.
In '64 worden ze door het Fantasy-label gecontracteerd, onder voorwaarde dat ze zich omdopen tot The Golliwogs.



Brown Eyed Girl is de eerste single, een bescheiden hit op grond waarvan ze een aantal jaren werkzaam blijven (opvolgende singles floppen volledig). Eind '67 herdopen The Golliwogs zich in Creedence Clearwater Revival (gangbare afkorting: Ccr).
Creedence Clearwater Revival profiteert van de algemene belangstelling voor muziek uit San Francisco, ofschoon de muziek van Ccr (een mengeling van country & western-, rhythm &blues- en rock & roll-invloeden) niets van doen heeft met de betreffende 'westcoast' rock.
Van Creedence Clearwater Revival worden gelijktijdig twee singles uitgebracht (Dale Hawkins' Suzie Q en Screamin' Jay Hawkins' I Put A Spell On You), die beide een hitnotering halen.



Bayou Country levert de tweezijdige millionseller Proud Mary/Born On The Bayou op, terwijl Green River hetzelfde doet met Bad Moon Rising/Lodi en Green River/Commotion. Ten tijde van de release van Willy & The Poor Boys wordt Ccr algemeen gezien als een van de belangwekkendste en succesvolste Amerikaanse bands, hetgeen nog eens bewezen wordt door het van Willy & The Poor Boys getrokken Down On The Corner, dat weer een grote hit wordt.
Tournees door Europa leveren Ccr nog meer fans op en Cosmo'S Factory bezorgt de band twee verdere millionsellers (Travelin' Band/Who'll Stop The Rain en Up Around The Bend). Op Pendulum blijkt echter dat zich binnen de band een splijtzwam heeft ontwikkeld: de plaat valt uiteen in nummers met de vertrouwde Ccr (lees: John Fogerty)- sound en halfgare experimenten waarvoor met name Tom Fogerty verantwoordelijk blijkt te zijn. Niet lang na Pendulum stapt deze dan ook uit de groep, waarna Ccr als trio nog een op Live In Europe geregistreerde wereldtournee maakt. Maar het is duidelijk dat Stu Cook en Doug Clifford meer in de melk te brokkelen willen hebben en na Mardi Gras en de hitsingle Sweet Hitch-Hiker valt Ccr in '72 uit elkaar. In dat jaar verschijnen van Tom Fogerty Tom Fogerty en Excalibur, terwijl Doug Clifford debuteert met ‘Cosmo' Clifford, alledrie platen die zeker in verhouding tot de oude Ccr en de latere John Fogerty van weinig betekenis zijn.

Terwijl Tom Fogerty rustig doorgaat met het maken van solo-albums, verhuren Clifford en Cook zich als ritmesectie (bijvoorbeeld voor Groovers Paradise van Doug Sahm), totdat zij ten slotte in '76 plaatsnemen in de Don Harrison Band. John Fogerty begint zijn solocarrière als The Blue Ridge Rangers, een eenmansgroep die op The Blue Ridge Rangers oorspronkelijke interpretaties van klassiekers uit de country & western, gospel en bluegrass ten beste geeft. Hoewel John Fogerty en het daarvan afkomstige Rockin' All Over The World (jaren nadien wel succesvol door Status Quo gecoverd) grandioos floppen, behoort het volgens de Nederlandse critici tot een van de belangrijkste rock & roll-platen van de jaren zeventig. Een derde elpee, Hoodoo, wordt nooit uitgebracht, waarna Fogerty zich voor lange tijd uit de openbaarheid terugtrekt.



Pas in '85 komt hij voor de dag met Centerfield, waarop hij de CCR-draad weer oppakt. De plaat wordt binnen een maand goud. Maar op Eye Of The Zombie waagt hij zich met wisselend resultaat aan allerlei stijlexperimenten en na een Amerikaanse solotournee treedt de grote stilte weer in. In september '90 overlijdt Tom Fogerty in zijn woonplaats Scottsdale, Arizona aan tuberculose. Na een afwezigheid van meer dan een decennium vertolkt John Fogerty een paar Creedence-klassiekers tijdens The Concert For The Rock And Roll Hall Of Fame. Het blijkt de opmaat voor zijn tweede comeback Blue Moon Swamp, waarmee hij op een alleszins geslaagde wijze terugkeert bij zijn oude vertrouwde swamprock- geluid. Wat bevestigt wordt met de uitstekende live-plaat Premonition, waarop Fogerty naast een greep uit zijn solowerk, ook een tiental Creedence-klassiekers vertolkt. In de zomer van '00 maakt John Fogerty solo eindelijk zijn Nederlandse podiumdebuut; als het voorprogramma van Tina Turner's afscheidsconcert in het Groningse stadspark. September '04 komt het tegenvallende Deja Vu All Over Again uit, met slechts tien korte nummers. In maart '05 staat hij tweemaal in de Heineken Music Hall in Amsterdam.

zondag 13 juli 2014

The Silkie

The Silkie brengt op 10 september 1965 You´ve Got To Hide Your Love Away uit. Het is een nummer uit de film Help! van The Beatles. De single wordt op 9 augustus 1965 opgenomen. Hij is geschreven en geproduceerd door John Lennon en Paul McCartney. George Harrison en Paul McCartney begeleiden The Silkie op tamboerijn en gitaar. Op 23 september 1965 komt You´ve Got To Hide Your Love Away de Engelse hitparade binnen.

vrijdag 11 juli 2014

Herman Brood (1946-2001)


Hermanus Brood werd geboren op 5 november 1946 in Zwolle. Op jonge leeftijd kreeg hij pianoles en rond zijn zeventiende begon hij muziek te maken, geïnspireerd door rock ’n rollsterren als Fats Domino en Little Richard. Een opleiding aan de Arnhemse kunstacademie heeft hij nooit voltooid. Brood werd eerst toetsenist bij de Arnhemse band The Moans. Met deze formatie toerde Brood intensief in het Duitse nachtclubcircuit, waar de basis werd gelegd voor zijn excessieve drank- en drugsgebruik.

Eind jaren zestig maakte Brood deel uit van de legendarische Drentse bluesband Cuby + Blizzards. Nadat deze groep uiteenging (1974) was hij korte tijd actief bij de groep Stud en later een van de oprichters van de Arnhemse band Vitesse (1975). Vervolgens startte Brood een succesvolle solocarrière. Meedeinend op de golven van de punk en de new-wave, gecombineerd met ouderwetse rock ’n roll, bracht hij met zijn band Wild Romance de albums Street (1977) en Shpritsz (1978) uit. Het werden Nederpop-klassiekers en ze hadden evenveel succes als het live-album Cha-Cha (1978).

In 1979 speelde Brood in de film Cha Cha met onder andere Nina Hagen, met wie hij een stormachtige relatie had. Vervolgens ondernam hij een poging om als muzikant in Amerika succes te boeken. Die mislukte jammerlijk en luidde de neergang in van Broods muzikale prestaties.
In de jaren tachtig en negentig manifesteerde Brood zich vooral als beeldend kunstenaar. Zijn tekeningen, zeefdrukken en action paintings, waren beïnvloed door de stijl van Cobra. Hij gebruikte felle kleuren, want hij was kleurenblind. Zijn werken vonden aftrek bij een breed publiek en worden nog altijd verhandeld. Veel van zijn werk wordt gebruikt voor merchandising. Daarnaast publiceerde hij dichtwerken.



Brood werkte aan zijn imago als onverbeterlijke 'zoon van alle moeders' en schroomde niet via de roddelpers en tv-optredens van zijn privé-leven een publieke zaak te maken. Hij ging verschillende relaties aan en kreeg uiteindelijk vier kinderen. Brood koketteerde openlijk met zijn stevige drugsgebruik. Al noemde men hem onberekenbaar, onvolwassen en intelligent, hij mocht een levensgenieter, dichter, schilder, rocker en een soort dorpsgek zijn. Zo had Brood een groot aantal bewonderaars die zijn manische levensstijl prachtig vonden en de ‘knuffeljunk’ accepteerden. Of iedereen hem echt graag als schoonzoon had willen hebben is een andere vraag.

De meningen over Brood als muzikant en popster lopen uiteen. Voor velen geldt hij als Neerlands belangrijkste en grootste rock ’n rollartiest, maar de echt succesvolle periode was van korte duur. Bij leven scoorde Brood twee bescheiden toptien hits: Never be clever (1979) en samen met Henny Vrienten Als je wint (1984). De eerste hit, Saturday night (1978) bereikte slechts de 23ste plaats in de Nederlandse top-40, maar werd uiteindelijk zijn bekendste nummer. Het staat ieder jaar in de Radio 2 top-2000.
De drie albums van eind jaren zeventig waren zeker succesvol; latere albums en singles deden het minder goed. Brood heeft geen echte klassieke topper op zijn naam staan als Radar love, Mississippi of Venus. Zijn grootste hit – My way – scoorde hij pas na en door zijn geruchtmakende overlijden.

Door Broods onverminderde drank- en drugsgebruik werd zijn fysieke conditie zorgwekkend en werd gevreesd voor zijn leven. Brood zelf verraste zijn publiek met een laatste album Ciao Monkey (2001), waarop hij al zinspeelt op het einde van zijn leven
In 2001 verscheen het tweede deel van Broods biografie van zijn vriend Bart Chabot, Broodje Halfom. Met Chabot spreekt Brood kort voor zijn einde al over zijn zelfmoord. Hij moet er slecht aan toe zijn geweest, want toen Kurt Cobain zich zeven jaar eerder van het leven beroofde keurde Brood dat ten zeerste af. Cobain was vader en Brood stelde: ’Iedereen die een kind heeft, weet dat het leven plotseling zin krijgt.’

Op 11 juli 2001 besloot Brood dat zijn lichaam "op" was en zijn levenslust was verdwenen. Hij beëindigde zijn leven met een sprong van het dak van het Amsterdamse Hilton-hotel. ‘Maak er een mooi feest van’ had hij in een afscheidsbriefje geschreven. Hij liet zijn sporen na in de vorm van een gevarieerd en uitgebreid oeuvre en een rijk gedocumenteerde levensloop.
Bart Chabot heeft de uiteindelijk vierdelige biografie over Brood in 2003 voltooid. In 2006 kwam de film Wild romance uit, die gaat over Broods leven in de periode 1974-1979.

woensdag 9 juli 2014

Muziek, Rap en ons verouderingsproces


Nieuw onderzoek wijst erop dat musiceren een gunstige invloed kan hebben op het verouderingsproces.
Dat schrijven wetenschappers in het blad Neurobiology of Aging. Ze baseren hun conclusies op experimenten met jonge en oude muzikanten en mensen die nog maar enkele jaren of nog nooit musiceerden.

Experiment
De proefpersonen kregen spraak te horen en de onderzoekers keken hoe (snel) hun brein daar op reageerde. Er bleken grote verschillen te zijn tussen muzikanten en mensen die nog nooit gemusiceerd hadden. “De oudere muzikanten deden het niet alleen beter dan hun leeftijdsgenoten die nog nooit gemusiceerd hadden, ze verwerkten de prikkel tevens net zo snel en accuraat als de jongere mensen die nog nooit gemusiceerd hadden,” vertelt onderzoeker Nina Kraus van de Northwestern University.

Zenuwstelsel
Het onderzoek wijst erop dat een leven lang musiceren een grote invloed heeft op de manier waarop ons zenuwstelsel functioneert. Dit onderzoek wijst er op dat het zenuwstelsel bijvoorbeeld beter in staat is om geluiden (spraak) te verwerken. En dat is niet helemaal nieuw. Onlangs schreven wetenschappers ook al dat musiceren goed is voor het gehoor.

Training
Samen met eerdere studies wijst dit onderzoek erop dat muziek invloed heeft op de manier waarop wij spraak verwerken. En de onderzoekers hebben goede hoop dat ook oudere mensen die nog nooit gemusiceerd hebben baat kunnen hebben bij dit onderzoek. Wellicht kan een intensieve muzikale training op latere leeftijd er alsnog voor zorgen dat ze spraak beter kunnen verwerken en dus beter kunnen communiceren in omstandigheden waar ze anders moeite mee zouden hebben (denk aan een lawaaiige omgeving waar iedereen door elkaar praat).

Hoewel nader onderzoek nog nodig is, kan er in ieder geval wel geconcludeerd worden dat muziek iets met mensen doet. Niet alleen op emotioneel, maar ook op biologisch niveau.

Wetenschappers hebben ontdekt dat rapmuziek sensoren in het menselijk lichaam van energie kan voorzien.

De sensor beschikt over een heel klein uitsteekseltje. Dit trilt met bepaalde trillingen mee. Vergelijk het met een duikplank waarvan het uiteinde met uw beweging meebeweegt.

Trilling
Zoals u weet, zijn geluiden ook trillingen. Wanneer deze geluiden een bepaalde frequentie hebben (tussen de 200 en 500 hertz) dan kunnen ze het uitsteekseltje van de sensor laten vibreren. “De muziek bereikt de correcte frequentie slechts op bepaalde momenten,” vertelt onderzoeker Babak Ziaie van de Purdue University. “Bijvoorbeeld als er een sterke bas klinkt. De akoestische energie van de muziek gaat door het lichaamsweefsel en laat het uitsteekseltje trillen.” Het uitsteeksel is piëzo-elektrisch en wekt dus energie op wanneer het wordt samengedrukt.

Verzenden
Wanneer geluiden zich niet langer tussen die frequentie ophouden, stopt het uitsteekseltje met trillen en wordt de energie die is opgewekt direct door de sensor gebruikt. De sensor stelt bijvoorbeeld de bloeddruk vast en verstuurt die informatie direct.

Bloeddruk
In theorie kunnen mensen bijvoorbeeld om het uur even naar rapmuziek luisteren. De sensor wordt dan actief, meet bijvoorbeeld de bloeddruk en verstuurt die gegevens direct naar een ontvanger buiten het lichaam. “Zo’n meting duurt niet lang,” merkt Ziaie op. De onderzoekers probeerden ook jazz- en rockmuziek en de blues uit. Maar dat werkte niet zo goed. “Rap is het beste, omdat het veel geluiden met een lage frequentie bevat.”



De sensor. Foto: Birck Nanotechnology Center / Purdue University.

Aneurysma
De sensor die de onderzoekers ontwikkelden, is ongeveer twee centimeter lang en kan niet alleen de bloeddruk, maar bijvoorbeeld ook de druk in de blaas vaststellen. De sensor kan dus helpen bij incontinentie, maar ook bij aneurysma’s (verwijding in het vaatstelsel).
De sensor heeft duidelijk voordelen ten opzichte van de huidige sensoren. Het grootste voordeel is wel dat de sensor geen batterijen nodig heeft.

maandag 7 juli 2014

Bijna vergeten: Les Reed

Les Reed werd geboren op 24 juli 1935 te Surrey (Engeland) als Leslie David Reed en is een tekstschrijver, musicus en orkestleider. Al op zijn 14de was Reed een volleerd musicus. Hij speelde toen al piano, accordeon en vibrafoon. De man studeerde aan het London College of Music om daarna deel uit te maken van de Willis Reed Group.
Samen met hen toerde hij 4 jaar rond. Maar ook Reed ontsnapte niet aan de militaire dienstplicht, en dat zou, zo blijkt achteraf, niet zo slecht geweest te zijn voor zijn latere carrière. Tijdens zijn dienstplicht maakte Reed namelijk deel uit van the Royal East Kent Military Band waar hij piano en klarinet speelde. Het was tijdens deze periode dat hij besloot om zich professioneel met muziek bezig te houden. Reed voegde de daad bij het woord en werd resident pianist bij de Lido nachtclub in Londen. Deze job zou hij een tijd volhouden, maar in 1959 werd hij lid en pianist van The John Barry Seven. Samen met hen zou hij zijn opwachting maken in de tv-serie Drumbeat en speelde hij mee op vele van hun hits zoals onder andere “James Bond Theme","Hit And Miss"en" Walk, Don’t Run". Midden de jaren ’60 zou Reed de andere aspecten van het muziek maken voor zijn rekening nemen. Hij ging een partnerschap aan met muziekschrijver Geoff Stephens en even later met een andere schrijver, namelijk Barry Mason. Met die laatste slaagde hij er in enkele hits te verwezenlijken waaronder onder andere “Delilah” van Tom Jones en “I Pretend” van O’Connor. Les Reed was een bekend figuur in de muziekwereld, maar dan voornamelijk als muzikant en tekstschrijver, maar dat zou veranderen in 1969 toen hij met zijn Reed’s orchestra “Man of Action” opnam. “Man of Action” werd van 1970 tot 1974 gebruikt als ‘tune’ op Radio Noordzee Internationaal (later Veronica). De rest is geschiedenis. “Man of Action” wordt bekend en wist zelf de 7de plaats te behalen in de hitlijsten van onze noorderburen.


vrijdag 4 juli 2014

Rev. Gary Davis (1896 – 1972)

Op het toppunt van zijn leven, dat wil zeggen aan het eind van de twintiger jaren van de 20e eeuw, was Reverend Gary Davis een van de twee bekendste vertegenwoordigers van de ragtimegitaarstijl, genaamd de Piedmont-stijl, die voornamelijk aan de oostkust van de VS werd beoefend. 35 jaar later, waaronder een periode van ruim twintig jaar toen hij op de straten van Harlem in New York heeft gespeeld, was hij nog steeds een van de belangrijkste muzikanten op dit gebied. Dit was de tijd van de opleving in interesse van blues- en folkmuziek, begin zestiger jaren, en Davis was nu de inspiratie van tientallen jonge muzikanten, waaronder Bob Dylan, Taj Mahal, Donovan, Jorma Kaukonen,David Bromberg en Ry Cooder.

Gary Davis wordt op 30 april 1896 geboren in Laurens, South-Carolina. Zijn ouders zijn John en Evelina Davis. Hij beweert zelf later dat, toen hij drie weken oud was, zijn ogen beschadigd raakten als gevolg van chemicaliën die erin terecht kwamen. Andere bronnen vertellen dat hij vanaf geboorte al gedeeltelijk blind is, maar vast staat dat hij voordat hij volwassen is zijn gezichtsvermogen helemaal verloren is. Hij leert zichzelf vanaf zesjarige leeftijd gitaar spelen en op zijn twintigste heeft hij een van de meest geavanceerde gitaartechnieken in de blues. Samen met zijn zeven broers en zussen wordt hij door zijn grootmoeder in Greenville, South-Carolina opgevoed, nadat zijn vader heeft besloten dat zijn moeder niet goed voor hen kan zorgen.
Tot zijn invloeden behoren gospel, marsmuziek, ragtime, jazz en hokum en langzamerhand vormt hij een geheel eigen stijl. In Greenville komt hij onder de invloed komt van lokale gitaristen als Willie Walker, Sam Brooks en Baby Brooks. Davis zingt in de kerk in het nabijgelegen Gray Court. Hij leert braille op het Cedar Springs School for Blind People in Spartanburg. Na een val op het ijs breekt Gary zijn linkerpols; het is een breuk die slecht wordt gezet en hierdoor moet hij bij het gitaarspelen zijn and in een vreemde hoek houden. Hierdoor moest hij de akkoorden op een vreemde wijze pakken; iets dat zeker heeft gezorgd voor zijn aparte speelstijl.


Gary verhuist halverwege de twintiger jaren naar Durham, waar hij straatmuzikant wordt. Hier trouwt hij met zijn eerste vrouw, die hij weer verlaat als hij erachter komt dat zij hem ontrouw is. Zijn populariteit komt niet alleen voort uit de hoeveelheid van stijlen die hij onder de knie heeft, maar vooral door zijn virtuositeit op gitaar.
Zoals vele straatmuzikanten verwerkt ook Davis een aantal gospels tussen de blues en ragtime, zodat het moeilijker wordt voor de politie om hem te verjagen. Hij begint het gospelmateriaal serieuzer te nemen en wordt in 1933 zelfs dominee. Hierna weigert hij over het algemeen om blues te spelen. In zijn jaren als rondreizend muzikant treft hij vaak Blind Boy Fuller, Brownie McGhee en Sonny Terry, die allen in dezelfde Piedmont-stijl spelen. In 1935 betreedt Davis voor het eerst een opnamestudio. Hiervoor reist hij samen met Blind Boy Fuller naar New York. Hij neemt een 15-tal spirituals en bluesnummers op voor de American Record Company. Maar vanwege een probleem met de betaling zal het negentien jaar duren voordat hij weer een voet in een studio zet. In 1937 trouwt Davis met zijn tweede vrouw Annie Bell Wright.

Begin veertiger jaren verhuist hij naar New York waar hij op de straten van Harlem speelt en predikt in de Missionary Baptist Connection Church. Aan het einde van de veertiger jaren gaat hij weer de studio in waar hij een aantal gospelnummers opneemt. Maar het duurt tot midden vijftiger jaren voordat hij een fanschare begint op te bouwen.
Het folktrio Peter, Paul and Mary neemt zijn “Samson And Delilah” op en langzamerhand krijgt het voornamelijk blanke publiek interesse in de muziek van Rev. Gary Davis. Zijn werk verschijnt op platenlabels als Stinson, Folkways en Riverside. Begin zestiger jaren wordt hij 'herontdekt' door de liefhebbers van folk en na wat aarzeling stemt hij toe hier aan deel te nemen. Een belangrijke doorbraak is zijn optreden op het Newport Folk Festival, waar hij o.m. "Samson and Delilah (If I Had My Way)" en "Twelve Gates to the City” zingt. Hij brengt een live-album uit op het Vanguard-label en is onderwerp van twee documentaires, die in 1967 en 1970 worden gemaakt.

Rev. Gary Davis groeit uit tot een van de populairste muzikanten die de folk- en bluesrevival voort heeft gebracht. Hij speelt voor veel en voornamelijk enthousiaste toeschouwers. Zijn nummers zijn allemaal spirituals, maar muzikaal gezien staan die niet ver af van wat hij in de dertiger jaren op heeft genomen. Ook zijn gitaartechniek is nog intact; op zijn grote Gibson speelt hij nog steeds adembenemend ingewikkelde ritmes en tegenmelodieën.

Gary Davis sterft op 5 mei 1972 aan de gevolgen van een hartinfarct, terwijl onderweg was naar een optreden in Newtonville. Hij wordt nog naar het ziekenhuis gebracht waar hij later komt te overlijden. Zijn begrafenis vindt plaats op de Rockville Cemetery in Lynbrook, New York.
Hij laat een behoorlijk grote verzameling werk na en zelfs nu nog, bijna 30 jaar na zijn dood, is de invloed van Gary Davis nog steeds te horen in het werk van Ry Cooder, Taj Mahal en Jorma Kaukonen, om er maar een paar te noemen.

donderdag 3 juli 2014

Michel Polnareff

Michel Polnareff (Nérac (Lot-et-Garonne), 3 juli 1944) is een Franse zanger en songschrijver van Joodse afkomst die vooral in de jaren '60 populair was. Zijn eerste single, La Poupée qui fait non uit 1966, was meteen zijn grootste hit en werd meerdere malen gecoverd, onder andere door Mylène Farmer en Khaled in 1996. Het was Jimmy Page, gitarist van The Yardbirds en later Led Zeppelin, die gitaar speelde op het nummer.

Polnareff werd geboren in een kunstminnende familie. Zijn moeder, Simone Lane, was danseres en zijn vader, Leib Polnareff (of Léo Poll), werkte ooit samen met Edith Piaf. Michel leerde piano en gitaar spelen voor hij professioneel muzikant werd. Tot het begin van de jaren '80 had hij een grote populariteit in Frankrijk. Hij stond bekend voor zijn opvallende voorkomen, steeds met een zonnebril en extravagante, modieuze showkostuums

Volgens de legende, die door Polnareff trouwens wordt bevestigd in zijn boek, stelde Polnareff speciale eisen om de titelsong van deze EP op te nemen. Hij wilde een studio waarin 5000 kaarsen brandden om een “kerk” gevoel te creëren (!)..

Deze song wordt vaak tot de beste van Polnareff gerekend. De melodie heeft een prachtige dialoog tussen de klassieke orgel en de elektrische bas.

De woorden zijn van Pierre Delanoë, die hier een van zijn donkerste teksten schreef.
Ze vertellen het verhaal van een boer die verliefd wordt op een rijke aristocratische vrouw, Jane Laze. Ze hebben een geheime affaire. Jane moet echter trouwen met een jonge man van haar eigen status, een verbintenis die gearrangeerd wordt door haar ouders. Dronken van jaloezie doodt de verteller  de vriend van het meisje. Aan de vooravond zijn executie vertelt hij dat hij geen spijt heeft, maar dat hij alleen maar betreurt niet lang genoeg te leven om ook de volgende verloofde van Jane te elimineren.