woensdag 21 december 2022

Albert King

De Amerikaanse blueszanger en gitarist Albert King overlijdt op 21 december 1992 in Memphis in Tennessee aan een hartaanval.
 De linkshandige gitarist Albert King wordt op 25 april 1923 in Indianola, Mississippi als Albert Nelson geboren. In de late jaren veertig speelt Albert King drums en gitaar bij de In The Groove Boys in Arkansas. In 1952 duikt hij in Chicago en in het nabij gelegen Gary op als drummer bij John Brim en Jimmy Reed. Eén jaar later maakt hij zijn eerste opnamen voor Parrot (nu Chess), die een stilistische verwantschap met de Chicago-blues laten horen. Voor Bobbin Records in St. Louis maakt Albert King in 1959-1961 een serie opnamen die, via de duidelijke invloed van B.B. King, de groei naar een originele stijl openbaren. 



In 1966 begint Albert King aan zijn succesvolle periode bij Stax, zijn loopbaan lijkt nu pas goed op gang te komen. Met begeleiding van Booker T. & The MG's en The Memphis Horns neemt hij klassiekers op als Born Under A Bad Sign, Crosscut Saw en Laundromat Blues. In 1990 speelt hij mee op de succesvolle I Still Got The Blues cd van de Britse gitarist Gary Moore. Het jaar daarop maakt Albert King met Red House zijn eerste geslaagde plaat sinds lange tijd. Albert King is 69 jaar geworden.

zaterdag 10 december 2022

Beatmuziek in Zeeland

Door de opkomst van The Beatles en andere Merseybeatgroepen verandert de popmuziek vanaf 1963/64. Rock-'n-roll is passé, beat is het nieuwe toverwoord. Er ontstaan talrijke Nederbeatgroepen.

In Zeeland evolueren Johnny And The Blue Jeans in Group 69 en Group 69 Sect. Ze verwerven zelfs landelijke bekendheid en worden nog beroemder met de opvolger daarvan: Dragonfly. Min of meer ontdekt door de dichter Hans Verhagen maakt deze 'hippiegroep' twee grammofoonplaatjes in 1968.
De groep is ook diverse malen op de televisie te bewonderen en heeft optredens in binnen- en buitenland. Meerdere malen spelen ze samen met een beroemde act als Pink Floyd.

Andere Zeeuwse bandjes uit die tijd zijn bijvoorbeeld The Skybolts (Vlissingen), Flarth (Middelburg/Vlissingen) en Mooch (Goes).

Underground

Muziekstijlen volgen elkaar snel op. Na de beat wordt minder commerciële muziek, ook wel underground genoemd populair. Het zijn "langharige" groepen die –wederom – naar Amerikaans voorbeeld meer progressieve, experimentelere muziek laten horen.
Vaak wordt in de openlucht opgetreden. Denk aan wereldberoemde popfestivals als Monterey Pop (1967) en Woodstock (1969) in Amerika en het Holland Pop Festival (in het Kralingse Bos bij Rotterdam, 1970). En in Zeeland bijvoorbeeld Music in the Park (op het Middelburgse Molenwater, 1970).

Echte undergroundbands in Nederland zijn onder meer Group 1850, The Zipps en Zen.
In Zeeland zijn het naast de hierboven reeds genoemde Dragonfly bijvoorbeeld de groepen St. Giles System en Universal Delight.

De groep Flarth, hier in een 'tussenopstelling' met van links naar rechts Ron Castel, Ron van der Meer, Eddy van Broekhoven en Leo van de Ketterij.
Gitarist van die laatste band is Vlissinger Leo van de Ketterij.
In de jaren 1970 en 1971 is hij gitarist van één van de meest commerciële groepen die Nederland ooit heeft gekend: het Haagse Shocking Blue.
Boegbeeld van deze band is zangeres Mariska Veres (1947-2006) en leider en componist is Robbie van Leeuwen.

Leo van de Ketterij maakt ze mee op hun hoogtepunt, als hun nummer 'Venus' een wereldhit is. Hij toert met de band door Europa en naar Israël, maar verlaat Shocking Blue in de zomer van 1971. Nadien blijft hij actief met muziek, als muzikant en componist.

maandag 5 december 2022

Ramses en Focus

Nadat de tiener Thijs van Leer op 5 december 1967 auditie deed voor een half zwart geschminkte Ramses Shaffy – de zanger had een Zwarte Pietenklus die avond – wordt hij aangenomen in de entourage rond de Amsterdamse zanger. Van Leer tourt een jaar lang met Shaffy in zijn programma Shaffy Cantate.

Ramses is bijzonder gecharmeerd van Thijs – hij zou zelfs verliefd zijn op de toetsenist – en schreef zelfs een nummer over hem: “Jij bent nu daarbinnen”.Van Leer heeft het allemaal nog niet in de gaten en introduceert Shaffy bij zijn ouders. De moeder van Thijs is overtuigd soefi en laat een diepe indruk achter op Ramses. De twee raken bevriend en onder haar invloed schrijft Shaffy de tekst van het nummer The Shrine Of God.

Focus begon als trio, opgericht door de klassiek geschoolde organist/fluitist Thijs van Leer in 1969. Dit Trio Thijs van Leer, met bassist Martijn Dresden en drummer Hans Cleuver, begeleidde Ramses Shaffy en Liesbeth List, en de Nederlandse uitvoeringen van de Amerikaanse musical Hair.

Tijdens een opname als begeleidingsgroep voor de kerstsingle ‘Vier ballen en een piek’ van Neerlands Hoop (Freek de Jonge en Bram Vermeulen) ontmoette het trio de Amsterdamse gitarist Jan Akkerman die toen uit de groep Brainbox kwam. Hij voegde zich eind 1970 bij de groep en nam met hen het album In and out of focus op.

maandag 28 november 2022

Lennaert Nijgh

Lennaert Herman Nijgh (Haarlem, 29 januari 1945 – aldaar, 28 november 2002) was een Nederlands tekstdichter. Nijgh maakte vooral naam als tekstdichter voor Boudewijn de Groot, een jeugdvriend met wie hij opgroeide in Heemstede. Samen bezochten ze het Coornhert Lyceum in Haarlem. Ook nadat Nijgh na twee jaar het gymnasium verliet, bleven ze bevriend.

Hun eerste samenwerking was in een 8mm-filmpje dat Nijgh maakte en waarin De Groot twee liedjes zong. Nieuwslezer Ed Lautenslager was onder de indruk van die liedjes, zag een toekomst in Nijgh en De Groot als liedjesschrijvend duo en bracht hen in contact met platenmaatschappij Phonogram.

Dat De Groot in de jaren zestig kon uitgroeien tot protestzanger en troubadour van de flowerpower had hij mede te danken aan de teksten van Nijgh. Hun eerste hit was Een meisje van 16, een vertaling van Charles Aznavours “Une enfant (de seize ans)”. De tweede, Welterusten Meneer de President, vestigde de naam van De Groot als protestzanger, iets wat bij de zanger zelf gemengde gevoelens opriep, want hij zag zichzelf niet alleen als vertolker van maatschappijkritische liedjes.

De teksten die Nijgh schreef ervoer De Groot eind jaren zestig als steeds minder passend bij zijn imago. Voordat het in 1968 tot een breuk kwam, maakten ze nog grote hits als Het Land van Maas en Waal, Testament en Meester Prikkebeen. In 1973 werd de samenwerking weer hervat met de LP Hoe sterk is de eenzame fietser. Het album werd een groot (kas)succes.

De meeste roem vergaarde hij met Boudewijn de Groot. Maar ook Rob de Nijs, Astrid Nijgh, Liesbeth List en tal van andere artiesten maakten goede sier met zijn teksten. Strand, Welterusten meneer de president, Testament, Het Land van Maas en Waal, Pastorale, Malle Babbe, Ik doe wat ik doe en Avond: allemaal voorbeelden van succesnummers die op Nijghs naam staan. Het zijn liedjes die in de loop der jaren stuk voor stuk beroemder werden dan hijzelf.

Nijgh heeft bijna zijn hele leven geschreven, op periodes na waarin hij leed aan een schrijversblok. In de omgeving van Haarlem is hij ook bekend geworden door zijn columns in het Haarlems Dagblad. Hij schreef meerdere boeken (waaronder zijn debuutroman Tobia) en draaide zijn hand niet om voor minder in het oog springend werk. Zo beschreef Nijgh drie jaar voor zijn dood onder de titel Met Open Mond de 150-jarige geschiedenis van Van der Pigge, een drogisterij in Haarlem waar het boek nog steeds te koop is.

Eind 2002 stierf Nijgh na een kort ziekbed op 57-jarige leeftijd. Op de Oude Groenmarkt in Haarlem is een standbeeld voor hem opgericht. Het marmeren beeld met de letters A en Z werd ontworpen door beeldhouwer Marinus Boezem. De begin- en eindletter van het alfabet symboliseren volgens Boezem het materiaal dat door schrijvers en dichters wordt gebruikt om hun creaties te maken. In november 2007 verscheen op Nijghs vijfde sterfdag de biografie Testament.

zondag 20 november 2022

Motown (deel 1)

Jarenlang sloot de blanke platenwereld de zwarte muziek buiten. Maar toen kwam Motown, en plotseling kende iedereen hun liedjes. De jongens en meisjes uit de armste wijken van Motor City, USA, veroverden de wereld.

Berry Gordy beheert de studio van zijn moeizaam draaiende platenmaatschappij Benny Gordy bracht samen met zanger Smokey Robinson een verbeterde versie van het bestaande liedje 'Shop Around' uit en het werd onweerstaanbaar als dansnummer. De single kwam uit in december 1960 en schoot naar de top van de hitparade, stond daar zes weken en werd de eerste gouden plaat van de maatschappij. 'Shop Around' bleek het openingssalvo van een spervuur van hits in de jaren zestig, die Gordy's kleine studio veranderde in een miljoenenonderneming en die een dynamisch nieuw woord aan het woordenboek van de Amerikaanse muziek toevoegde: 'Motown'.

Gordy, geboren en getogen in Detroit, startte zijn onderneming in 1959 en ontleende de naam aan de bijnaam van Detroit, 'Motor City'. Motown combineerde elementen van blues, gospel, swing en pop met een beukend achtergrondritme en creëerde zo een nieuwe, onmiddellijk herkenbare dansmuziek. In de concurrentieslag om de aandacht van de tieners, veranderde Motown radicaal de kijk van het publiek op de zwarte muziek.

Het ritmische nieuwe geluid fascineerde zowel blanke als zwarte jongeren, al waren de musici zonder uitzondering zwarte tieners, meestal afkomstig uit Detroits verpauperde wijken. Door hun ruwe talenten te koesteren en te polijsten, maakte Gordy van hen imponerende vaklui. The Supremes, Mary Wells, the Temptations, the Miracles, the Contours, Stevie Wonder, the Marvelettes, Diana Ross, Marvin Gaye, Martha and the Vandellas, the Four Tops, Gladys Knight and the Pips, Michael Jackson - de Motown-artiesten lieten de hele wereld dansen en zingen.

Hoewel hij altijd al van muziek hield, was Gordy zeker niet van plan zelf een platenmaatschappij te beginnen. Hij verliet de middelbare school zonder diploma en had een jaar of tien nodig om zijn draai te vinden. Geboren in 1927, als zevende van acht kinderen, erfde hij zijn vaders ondernemersinstinct. Gordy senior bezat een stukadoors- en timmerbedrijf en was bovendien eigenaar van de Booker T. Washington groentewinkel. Het gezin woonde boven deze zaak en zo gauw de kinderen over de toonbank konden kijken, moesten ze meehelpen. In de zomer ventte de Gordy watermeloenen met zijn vaders truck en na schooltijd poetste hij schoenen in de binnenstad. Op kerstavond verkochten hij met zijn broers tot laat in de avond kerstbomen, zich verwarmend aan een vuur in een olievat.

Nadat hij van school was gegaan, probeerde Gordy het in de boksring. Gordy wist net het hoofd boven water te houden totdat hij in dienst moest. Eenmaal terug uit het leger, waar hij alsnog zijn middelbare-schooldiploma had gehaald, opende hij een in jazz gespecialiseerde platenwinkel. Daarna werkte hij bij de Ford Motor Company in de assemblage, waar hij 85 dollar per week verdiende met het bevestigen van chromen strips op Lincolns en Mercury's. Om aan de eentonigheid te ontsnappen, verzon hij liedjes en melodietjes terwijl de auto's langsrolden. In de late jaren vijftig bezocht hij regelmatig Detroits zwarte nachtclubs en verwierf zich een zekere bekendheid met het verkopen van zijn liedjes. Zijn grote doorbraak kwam toen hij Jackie Wilson ontmoette, een opvallende zanger, die net zijn solocarrière was begonnen. Gordy schreef enkele hits voor Wilson, waaronder 'Reet Petite', 'Lonely Teardrops' en 'That is Why.' Hij ontmoette ook William (Smokey) Robinson. Gordy hielp Robinsons band, the Miracles, aan optredens en studio's, maar er viel niet veel mee te verdienen omdat de muziekindustrie de musici, componisten en tekstdichters uitbuitte. Het was Robinson die Gordy overhaalde zijn eigen maatschappij op te richten.

donderdag 10 november 2022

Blues-ritme

Een van de belangrijkste ingrediënten van de blues is de beat, ofwel het ritme. Zelfs bij akoestische varianten van de blues heeft elk nummer een duidelijk herkenbaar ritme. De reden daarvoor is simpel: de blues is altijd min of meer dansmuziek geweest, of het tempo nu een vlotte boogie is of een langzame en slepende bluesshuffle.

Een ander belangrijk ingrediënt van de blues is de zang. De zang van de blues die stevig is geworteld in de gospeltraditie, is vaak rauw, zit vol diepgevoelde emotie en wordt op een directe en eerlijke manier gebracht. Hoe je je stem dient te gebruiken bij het zingen van de blues is niet een-twee-drie te zeggen. Blues kun je zingen op de zoetgevooisde manier van Bobby 'Blue' Bland, maar evengoed met een smerig stemgeluid als dat van Howlin' Wolf. In beide gevallen is en blijft het blues. Bij het zingen van de blues gaat het niet om perfect verklankte noten of dat je elke noot precies op de tel raakt, maar meer om het uiten van oprechte emotie (van treurig tot dolblij en alles wat daartussen zit) in muziek. Een derde kenmerk van de blues wordt gevormd door de instrumenten. Het is met bluesbands net als met eenden. Zoals je een eend direct herkent aan zijn gekwaak en waggelende loopje, zo is ook een bluesband direct te herkennen. Als een bluesband eruitziet en klinkt als een bluesband, dan is het waarschijnlijk ook een bluesban d. In een bluescafé zul je nooit en cello, hobo of pauk op het podium zien. Wat je er wel zult aantreffen, zijn gitaren, een drumstel, een mondharmonica en misschien een wasbord als je in Louisiana bent. Een van de manieren waarop je een bepaalde vorm van muziek kunt uitleggen, is te kijken welke instrumenten er worden gebruikt bij het spelen van die muziek.

Het ritme van een nummer wordt aangegeven met een bepaalde maataanduiding. In de bluesmuziek wordt 99% van alle nummers gespeeld in een vierkwartsmaat. Als je tot vier kunt tellen, en ik denk dat de meeste dat wel kunnen, kun je precies ver genoeg tellen voor 1 maat bluesmuziek. Een maat in de bluesmuziek bestaat dus gewoonlijk uit 4 tellen. Om nu een echt bluesritme te krijgen hoef je alleen de tweede en de vierde tel van de maat te accentueren, zodat je een zogenoemde backbeat krijgt (1-2-3-4, 1-2-3-4 enz.). Pak nu dat ritme, tel sneller of langzamer al naargelang het temp dat je wilt, en je hebt de bluesbeat te pakken. In een standaard bluesschema worden over het algemeen drie akkoorden gespeeld, en meestal zijn dat majeurakkoorden, maar er kunnen ook mineurakkoorden tussen zitten. In een bluesschema van twaalf maten krijt elk van deze akkoorden vier maten toegewezen. Dit aantal kan, afhankelijk van de structuur van een song variëren. In de allereenvoudigste bluesvorm wordt het muzikale hoofdthema ten gehore gebracht in de eerst vier maten en nog eens herhaald in de maten vijf tot en met acht. De laatste vier maten bekronen meestal het oorspronkelijke thema door er een bepaalde draai aan te geven of er een eind aan te breien. Alles bij elkaar opgeteld kom je dan aan 12 maten. In de volgende regels volgt een voorbeeld van zo'n bluesschema en de typische maatverdeling die daarbij hoort. Onder de regels met de maten staan de gezongen woorden, die het basisthema aangeven. Dit thema wordt in de tweede regel herhaald en daarna afgerond in de afsluitende regel:


1-2-3-4, 2-2-3-4, 3-2-3-4, 4-2-3-4

I woke up this morning, feeling oh so bad...


5-2-3-4, 6-2-3-4, 7-2-3-4, 8-2-3-4

I woke up this morning, feeling oh so bad...


9-2-3-4, 10-2-3-4, 11-2-3-4, 12-2-3-4

Thinking about my baby and it makes me oh so sad.

De Blues met andere Muziek


Als je goed luistert, kun je in vrijwel elke andere Amerikaanse muzieksoort sporen van de blues horen. Soms is de connectie overduidelijk, zoals bij de rechte lijn die er loopt van de blues naar de Rock 'n Roll, een van de muzikale loten aan de stam van de blues. Van alle Amerikaanse vormen van muziek heeft de jazz de sterkste historische band met de blues. Maar niemand weet precies of de ene de andere beïnvloedde of andersom. Het waarschijnlijkst is dat beide muziekstijlen zich tegelijkertijd ontwikkelden en zodoende elkaar hebben beïnvloed. Het waren jazzbands die als eerste optraden met klassieke blueszangeressen als Ma Rainey en Bessie Smith en die ook als eersten platen met hen opnamen. Naar verluidt speelden jazzbands rond de eeuwwisseling bijna uitsluitend blues en van blues afgeleide muziek. Toen jazzmuzikanten begonnen te improviseren op popliedjes, begaf de jazzmuziek zich op een nieuw terrein dat nog altijd wordt verkend.

Maar zelfs nadat bigbandgroepen een rage waren geworden, bleef de blues een muzikale toetssteen waar jazzmuzikanten zich toe wendden als bron van inspiratie. Of je het nu rhythm and blues, soulmuziek, jump 'n jive of boogie-woogie noemt, muziek met een sterke beat is altijd een van de kenmerkendste elementen van de blues geweest. En toen bluesmuzikanten van het platteland naar de grote stad verhuisden, werd, de beat nog krachtiger. In de loop van de tijd mengden zich andere muzikale elementen met deze dansvriendelijke bluesloot en veranderden die elementen deze stijl. Het begin van de Rhythm and Blues werden door jumpbands gemaakt van na de Tweede Wereldoorlog. Jumpartiesteen, aangevoerd door mensen als Louis Jordan, namen de jazzstijl van bigbands over, slankten die af tot muziek in een kleinere bezetting en voegden er een zware beat aan toe. De jumpbluesstijl van de jaren veertig ontwikkelde zich uiteindelijk uit de muziek van deze jumpbands. De jumpblues werd gekenmerkt door een sterk boogie-woogie ritme om op te dansen en sterke blazerspartijen. Tenslotte werden er zangers met een stevige stem aan de mix toegevoegd, waarna de muziek zich ontwikkelde tot de Rhythm and Blues, maar met een sterker accent op de leadzang dan bij de jumpblues.

De invloed van de gospelzangers op de rhythm and blues gaf de muziek een nieuw aanzien, waarna de benaming werd afgekort tot R&B. De variant waartoe de muziek in het midden van de jaren zestig evolueerde, werd soulmuziek genoemd. Deze muzieksoort kreeg uiteindelijk de naam R&B-soul. R&B-soul vormt een aparte en heftige mix van de beste soulmuziek, gospel en blues. Als er een vorm van Amerikaanse muziek rechtstreeks afstamt van de blues, dan is het wel de Rock 'n Roll. De blues weerklinkt door alle rockmuziek. De term Rock 'n Roll werd oorspronkelijk gebruikt door muzikanten die in de jaren twintig jazzmuziek maakten. Rock is echter over het geheel genomen echte, onvervalste blues, maar dan met een stevige beat. De eerste Rock 'n Roll songs leken veel op jumpblues nummers uit de jaren veertig. Maar het zal met name voor altijd te boek staan als de eerste populaire muziekvorm die werd omarmd door de jeugdcultuur van alle rassen. Rock 'n Roll is niets meer of minder dan versnelde blues. Je kunt het R&B noemen maar het is en blijft blues. Na de R&B kwam de Rock 'n Roll, eigende zich die sound toe, verkleinde de bezetting van de band en zette er dat stevige ritme onder. Vroeger werden bluesmuziek en gospelmuziek wel eens vergeleken met afsplitsingen van een spiritueel pad, waarvan de ene leidde tot zonde en de andere tot verlossing. Maar 'gewijde' gospelmuziek en 'wereldse' bluesmuziek kruisen elkaars muzikale pad veel vaker dan je zou denken. Veel vroege bluesartiesten, onder wie Son House en Charlie Patton speelden zowel blues- als gospelnummers wanneer ze optraden. Patton maakte zelfs platen in beide stijlen. De zang in de blues is direct afgeleid van de zang in gospelmuziek. Stemvibrato, bepaalde noten een halve toon lager zingen, het gebruik van melismen (een lettergreep uitrekken over verscheidene noten) en de emotionele geestdrift in de beste bluesconcerten is afgeleid van de kerkmuziek. Veel blueszangers oefenden hun stem van jongsaf aan in een kerkkoor, en diverse soulzangers maakten goed gebruik van hun gospelzanglessen en werden uitzonderlijke R&B vocalisten. Oppervlakkig gezien lijkt countrymuziek niets te maken te hebben met de blues, maar een snelle blik op de Amerikaanse muziekgeschiedenis wijst uit dat de twee muziekvormen elkaar tientallen jaren gezelschap hebben gehouden. De man die wordt beschouwd als de vader van de countrymuziek, Jimmy Rodgers, bereikte in de jaren twintig de status van ster door eindeloze variaties te zingen op zijn Blue Yodel-thema wat eigenlijk niets anders is als een reeks bluesstrofen met aan het einde van elke twee strofen een cowboy jodel. Andere cowboyzangers volgden in de jaren dertig en veertig Rodgers' voorbeeld op door countrysongs te componeren met een sterke bluessound als basis. De persoon die van deze muzikale kruising een echte kunstvorm maakte en daar veel succes mee boekte was Hank Williams sr. In zijn hits zijn de traditionele bluesteksten en de muzikale structuur van de blues weer terug te herkennen. De emotionele lading van de songteksten is misschien wel de sterkste link tussen country- en bluesmuziek. Of een song nu gaat over liefdesverlangens, een voorbije liefde, bedrog en mishandeling of je klaarmaken voor een stevig avondje op stap op zaterdagavond, de blues- en de countrymuziek benaderen hun onderwerpen eerlijk en recht doorzee. Nu countrymuziek aan populariteit wint bij het grote publiek en de gemiddelde leeftijd van kopers van countrymuziek daalt, begint moderne country steeds meer te klinken als Rock 'n Roll, wat de band tussen country en de blues alleen maar sterker maakt.

dinsdag 1 november 2022

1962 ♫ ♫ Otis Redding

Otis Redding, de King of Soul, wordt gezien als een van de invloedrijkste soulzangers van de jaren zestig. De invloeden van Sam Cooke en Little Richard komen duidelijk naar voren in zijn muziek. Na een paar geflopte singles neemt hij in 1962 het zelf geschreven "These Arms Of Mine" op, een emotionele ballade, die in 1962 zijn eerste hit wordt. Dit is het begin van een reeks successen die zijn naam als beste soul-ballad zanger bevestigt. The Rolling Stones die een paar van zijn nummers opnemen waaronder: "That’s How Strong My Love Is" en "Love Is Pain In My Heart" zorgen hierdoor dat Otis Redding ook in Engeland bekend wordt.

Het in 1965 uitgebrachte nummer "Respect" (opgenomen in een hoger tempo) zorgt voor een doorbraak naar de blanke markt. Zijn geslaagde optreden op het Monterey Popfestival, waarvan de meeste bezoekers blank zijn, levert hem een nog grotere populariteit op. In december 1967 komt Otis Redding, samen met zijn band The Bar-Kays, door een vliegtuigongeluk om het leven. Het postuum uitgebrachte "Sittin’ On The Dock of The Bay" (1968) wordt een millionseller, het nummer is rustiger en melodieuzer en staat inmiddels op het repertoire van Gerrit en de Krekels.


maandag 10 oktober 2022

Geografie van de blues (10)

Texas:
Dallas, Houston en Austin speelden alle drie een grote rol in de ontwikkeling en geschiedenis van de Texas-blues. Beroemde bluesartiesten die in Texas werden geboren en werkten zijn o.a. Stevie Ray Vaughan, Johnny Winter en T-Bone Walker.

 De Texas-blues bestaat al bijna een eeuw en kende in die tijd twee keer een bloeiperiode. De eerste in de jaren twintig en de tweede na de Tweede Wereldoorlog. Tot de kenmerken van de Texas-blues behoren verder de relaxte, ontspannen speelstijl en een sterk swingritme, dat doet denken aan het ritme van groepen die jazz uit de jaren dertig en veertig spelen.

Als de hedendaagse blues een echte gitaarheld heeft, dan is dat wijlen Stevie Ray Vaughan (1954-1990). Stevie Ray beschikte over een duizelingwekkende gitaartechniek die deed denken aan Albert King en Jimi Hendrix en wordt daardoor vaker geïmiteerd dan wie ook. Stevie Ray werd op 3 oktober 1954 geboren in Oak Cliff, een stadsdeel van Dallas. Zijn eerste leermeester was zijn oudere broer Jimmie, die twee grote liefdes in hem wakker maakte: de gitaar en de blues. Hij hield in 1970 de middelbare school voor gezien en begon aan z'n carrière als bluesartiest. Hij kreeg veel aanbiedingen van grote artiesten, zoals Mick Jagger en David Bowie. In 1986 begon Stevie Rays jarenlange verslaving aan alcohol en drugs haar tol te eisen. Hij viel in oktober na een concert van het podium. Hij ging daarna in de eerste maanden van 1987 uitgebreid op tournee in de VS, maar meldde zich na zijn laatste optreden direct bij een afkickcentrum. Hij was het grootste deel van dat jaar bezig met zijn verslavingen en met orde op zaken te stellen. Maar hij keerde terug en speelde de sterren van de hemel. Begin 1990 nam hij een album op met zijn broer Jimmmie, genaamd Family Style. Op 26 augustus 1990 trad Stevie op met verschillende bekende bluesartiesten zoals Buddy Guy, Eric Clapton Robert Cray en z'n broer Jimmie Vaughan. Na de show stapte hij in een helikopter die hem naar Chicago zou brengen. Een paar minuten na vertrek stortte de helikopter neer in dichte mist. Alle vijf mensen aan boord kwamen daarbij om het leven...

zaterdag 10 september 2022

Geografie van de blues (9)

St. Louis:
Een stad die in de bluesgeschiedenis is vereeuwigd door de song 'St. Louis Blues' van W.C. Handy. Rocker Chuck Berry, R&B artiest Ike Turner en de bluesartiesten Albert King en Little Milton werkten hier in de jaren vijfig.

W.C. (William Christopher) Handy werd in 1873 geboren in Muscle Shoals in Albama en was een geschoold musicus die optrad met diverse tent en variétéshows in het zuiden van de Verenigde Staten. Tijdens zijn reizen hoorde Handy vroege versies van wat later de blues zou worden. Handy beweerde in 1903 de blues te hebben ontdekt toen hij een straatmuzikant slidegitaar hoorde spelen. Handy was verre van een bluespurist. Met zijn negenkoppige dansband entertainde hij de betere kringen van de Afrikaans-Amerikaanse gemeenschap. De vroege bluesmuziek die hij hoorde, was misschien wel fascinerend, maar hij beschouwde die als te rauw en te ongepolijst voor massaconsumptie. Hij veranderde echter van mening toen een combo bestaande uit een gitaar, een mandoline en een contrabas optrad in een pauze tijdens een van zijn bals. Na een nummer te hebben gespeeld, kreeg het trio meer fooien dan wat Handy's band de hele avond ophaalde. In 1912 kwam Handy met z'n eerste bluescompositie, 'Memphis Blues', de eerste song met het woord Blues in de titel.
Het succes van deze song leidde tot meer hits voor Handy, waaronder 'St. Louis Blues', 'Ole Miss', 'Beale Street Blues' en 'Yellow Dog Blues'. W.C. Handy was niet de uitvinder van het huidige standaard bluesschema van drie regels van vier maten, maar was wel enorm invloedrijk doordat hij dit schema populair maakte. Handy spoorde andere componisten en muziekuitgevers aan om deze nieuwe vorm van muziek te onderzoeken. W.C. Handy was bandleider en componist en wordt vaak aangeduid als 'de Vader van de Blues'. In een naar hem genoemd park in Memphis staat een standbeeld van hem, hij is geëerd met een Amerikaanse postzegel en de jaarlijkse Handy Awards zijn de meest prestigieuze prijzen die er te verdienen zijn in de blues. Op 28 maart 1958 stierf William Christopher Handy in New York.


donderdag 18 augustus 2022

Scott McKenzie (1939-2012)

10 Jaar geleden overleed Scott McKenzie. Hij is het bekendst van zijn hit San Francisco (be sure to wear some flowers in your hair) uit 1967.

McKenzie werd op 10 januari 1939 in Jacksonville, Florida geboren als Philip Blondheim. Hij groeide op in Virginia en raakte bevriend met de zoon van één van zijn moeders vrienden, John Phillips. Aan het eind van de jaren '50 vormde hij met Phillips een doo wop band, The Locals. Ze traden ook samen op onder andere namen, zoals The Journeymen in 1964. Phillips begon in die tijd de groep The Mamas and the Papas met Michelle Gilliam, Denny Doherty en Cass Elliot. McKenzie wilde liever solo optreden, terwijl Phillips de groep vormde en uiteindelijk naar Californië verhuisde. Een korte tijd later volgde McKenzie hem vanuit New York City en hij tekende een contract bij Lou Adlers label Ode. Phillips schreef en produceerde San Francisco voor McKenzie en het werd uitgebracht in 1967. Phillips speelde in dit nummer gitaar en Cass Elliot bespeelde de bellen. Het werd een top vijf-hit in Amerika, en bereikte in verschillende landen de #1-positie, waaronder Nederland.

San Francisco was over de hele wereld succesvol, en geldt tegenwoordig als een echt hippielied. Na deze single werd Like an old time movie uitgebracht, wederom geschreven en geproduceerd door Phillips, maar veel minder succesvol dan zijn voorganger. McKenzie bracht twee albums uit: The Voice of Scott McKenzie en Stained Glass Morning. Aan het eind van de jaren '60 stopte hij met opnemen en hij ging voor korte tijd in een woestijn en Virginia Beach wonen.

In 1986 ging hij in een nieuwe versie van The Mamas and the Papas zingen en in 1988 schreef hij samen met Phillips de Beach Boys hit Kokomo. In 1998 ging hij met pensioen en stopte hij met The Mamas and Papas.

woensdag 10 augustus 2022

Geografie van de blues (8)

Piedmont-streek;
De Piedmont is een gebied dat zich uitstrekt over delen van North en South Carolina en Georgia. Het gebied is beroemd vanwege de grote akoestische bluesartiesten die er in de jaren twintig en dertig vandaan kwamen, onder wie Blind Blake, Brownie McGhee, Blind Willie McTell en Ma Rainey.

Ma Rainey werd op 26 april 1886 geboren als Gertrude Malissa Pridgett. Ze bleek al op jonge leeftijd een begenadigd zangeres. Op haar twaalfde maakt ze haar muzikale debuut tijdens een talentenjacht in haar woonplaats Columbus in Georgia. Ze trouwde in 1904 met de variété showmanager William 'Pa' Rainey en veranderde haar artiestennaam in 'Ma'. Een rare keus voor een meisje van achttien jaar, maar het was wel een naam die bij haar leek te passen. Ma Rainey werd "de Moeder van de Blues" genoemd, een eretitel. Hoewel ze niet de eerst bluesartiest was die een plaat maakte had ze al bijna twintig jaar haar best gedaan om de bluesmuziek populair te maken voordat ze haar eerst nummer vastlegde. Haar succes effende het pad voor veel andere vrouwelijke bluesartiesten, onder wie haar beschermeling Bessie Smith. Als live-artiest was ze ronduit een fascinerende verschijning. Ze stapte op het podium vanuit een reusachtige kopie van een Victrola, helemaal extravagant uitgedost. Eenmaal op het podium paradeerde ze op en neer, bleef ze staan, poseerde ze voor het publiek, lachte ze, kreunde ze, schreeuwde ze en ging ze tekeer alsof haar leven ervan afhing. De mensen lieten zich vaak zo meeslepen door haar show dat ze met haar mee kreunden. Ze zong rechttoe-rechtaan en met een vanzelfsprekende zuiverheid die betoverend werkte op haar luisteraars. Om nu van Ma Rainey te zeggen dat ze een krachtig stemgeluid had, zou te zwak zijn uitgedrukt. De enige keer dat ze een microfoon gebruikte, was en een opnamestudio, en zelfs dat is twijfelachtig, gezien de primitieve apparatuur in haar tijd. In het begin van de jaren 30 zag Ma zich door de economische wereldcrisis en de verschuiving in populariteit van vrouwelijke blueszangers naar mannelijke countrybluesartiesten gedwongen te stoppen met het maken van platen en met toeren. Veel van haar collega's verdwenen in de anonimiteit en kwamen financieel in de problemen, maar de ontembare Ma Rainey ging het voor de wind. Ma Rainey stierf in 1939 op 54-jarige leeftijd na een welbesteed leven in de wereld van de showbusiness en de bluesmuziek.

zaterdag 30 juli 2022

don't let me be misunderstood

De blikvanger van The Animals was zanger Eric Burdon, een klein mannetje met een gigantische stem, maar het muzikale genie achter de groep was onmiskenbaar Alan Price.
Price vormde in 1961 in Newcastle, samen met bassist Chas Chandler, drummer John Steel en gitarist Hilton Valentine The Alan Price Rhythm and Blues Combo. De leden kenden elkaar van school of uit het kleine jazz- en bluescircuit van Newcastle. Toen een jaar later Eric Burdon er als zanger bijkwam, veranderde men de naam in The Animals. De uitzonderlijke stem van Burdon plaatste hem al snel op de voorgrond. 
The Animals beschouwden zichzelf als rhythm and bluesgroep. Hun eerste single, Baby let me take you home, was echter een middle-of-the road popnummer, dat de band nooit live heeft willen spelen. Het nummer kwam op 16 april 1964 uit, maar geraakte in Engeland niet verder dan de 21ste plaats. Twee maanden later volgde hun bewerking van de traditional House of the rising sun en daarmee stootten ze direct door naar de eerste plaats, ook in de Verenigde Staten, waar het nummer echter, zonder medeweten van de band, in een sterk bekorte versie werd uitgebracht. Het nummer viel op door het karakteristieke gitaarintro en door het feit dat het zes minuten duurde, hoewel daar in de VS ruim de helft af ging. De opvolgers I’m crying, het Nina Simone-nummer Don’t let me be misunderstood, Boom Boom en Sam Cookes Bring it on home to me deden het iets minder goed, maar de groep had wel haar naam definitief gevestigd.

Don’t let me be misunderstood is inmiddels een klassieker in het repertoire van De Krekels.

dinsdag 19 juli 2022

1962 ♫ ♫ Anneke Grönloh



Mieke Telkamp, Milly Scott en Anneke Grönloh vertegenwoordigen in 1962 ons land tijdens het in die tijd beroemde Knokke Festival. Het is daar, dat Anneke voor het eerst ‘Brandend Zand’ zingt. Wanneer het liedje op single uitkomt, schiet het binnen twee weken naar de eerste plaats van de hitparade, waar het ruim drie maanden blijft staan.(Deze video is uit 2000.)

Brandend Zand staat al jaren op het repertoire van Gerrit en de Krekels. 't Is maar dat u het weet.

zondag 10 juli 2022

Geografie van de blues (7)

New Orleans;
New Orleans, de Crescent City, heeft een lange en rijke muziektraditie. Het muzikale spectrum van de stad varieert van blues (Guitar Slim) tot jazz (Louis Armstrong, King Oliver) en R&B en soul (Professor Longhair, Irma Thomas).

De blues van New Orleans heeft veel weg van feestmuziek. Deze blues wordt gekenmerkt door dartelende pianoritmes, energieke blazerssecties, tal van jumpbluesartiesten en onderscheid zich door krachtige Caribische ritmes en de grote verscheidenheid aan stijlen.

maandag 27 juni 2022

Mary Wells

Mary Wells was één van de eerste supersterren van het roemruchte Motown-label. Eind 1962 bereikten maar liefst acht Motown-singles de Top 10 en drie daarvan stonden op de naam van Mary Wells! Toch kende ze een moeizame start vanaf het moment dart ze in 1960 bij Motown tekende. Berry Gordy was haar persoonlijke (zang)coach die er eerst voor moest zorgen dat haar stem hees genoeg werd om haar eerste single Bye Bye Baby uit te kunnen brengen. Toen dat gelukt was en het nummer de R&B Top 10 bereikte werd meteen gekeken naar een mogelijke opvolger. Berry schakelde Mickey Stevenson in om hem te helpen met het schrijven en produceren hiervan en niet veel later zorgde I Don’t Want To Take A Chance ook voor een Top 10-notering. Haar eerste LP, Bye Bye Baby, bijna in het geheel geproduceerd door Gory zou spoedig volgen en van Mary een gevestigde artiest maken. Gordy richtte zich vooral op nieuw, jong talent dus hij vertrouwde Mary volledig toe aan Stevenson en ‘ stortte’ zich volledig op The Supremes om hun doorbraak te realiseren. Stevenson schreef en produceerde vervolgens Mary’s nieuwe single, Strange Love, een ballad met strijkarrangementen maar dit nummer flopte volledig en men moest naarstig op zoek naar een koerswijziging. Met de keuze voor Smokey Robinson als tekstschrijver voor Mary bedacht Gordy een meesterzet. Smokey hoorde beduidend andere en nieuwe vocale mogelijkheden bij de stem van Mary en schreef The One Who Really Loves You voor haar. Het nummer bereikte niet alleen de R&B-Top 10 maar ook nog eens de achtste plek in de Pop-hitlijst! Hoog tijd voor een compleet nieuw album en het kwartet Stevenson, Robinson, Holland en Bateman ging aan de slag met de selectie van de nummers. Het was in die tijd gebruikelijk dat een Motown-album tien nummers bevatte, waaronder een aantal uitgebrachte singles (met B-kant) en nummers uit de eigen Jobete/Motown-catalogus. En op dezelfde wijze als haar debuut werd dus ook het album The One Who Really Loves You uitgebracht. Omdat de B-kanten van de twee singles Strange Love en The One Who Really Love You al op haar debuutalbum waren vastgelegd, moest men dus op zoek naar acht ‘album-vullers’. Drifting Love schreef Mary zelf en voor She Don’t Love You tekende Gordy. Daarnaast een aantal covers waaronder het Smokey-nummer You Beat Me To The Punch, wat haar nieuwe single werd en zelfs haar eerste nummer 1-hit! Voor het derde album van Mary zou men wat meer tijd nemen en de single-releases beter uitkienen. Slechts één nummer voor het nieuwe album Two Lovers And Other Great Hits kwam uit de ‘ back-catelogue’ van Mary, te weten de Mable John-cover No Love. Samen met Melvin Franklin van The Temptations schreef Mary Stop Right Here, Berry Gordy schreef en produceerde Was It Worth It maar de rest van de nummers werd geproduceerd door Smokey Robinson en Mickey Stevenson. Na zijn misser met Strange Love, liet Mickey niets aan het toeval over en koppelde hij Mary aan niemand minder dan Marvin Gaye, die uiteindelijk de co-productie van My 2 Arms – U = Tears voor zijn rekening nam. Daarnaast liet hij Mary ‘kennismaken’ met oude ‘ standards’ en dat leverde de nummers Goody-Goody (Benny Goodman, 1936), Looking Back (Nat King Cole, 1953) en Guess Who (Jesse Belvin, 1959) op. De beste nummers op Two Lovers zijn echter de Smokey-tracks. Het titelnummer bereikte wederom de nummer 1-positie in de hitlijsten met als B-kant het fraaie Operator. Grappig detail over dit nummer is dat het gebruikt werd voor haar volgende album Live On Stage, waarbij de master-tape werd gebruikt, met het geluid van publiek eroverheen gemixt. Het nummer is in werkelijkheid nooit live opgenomen! De derde en laatste Smokey-bijdrage was het nummer Laughing Boy, dat in februari 1963 als single werd uitgebracht. Haar Motown-carrière duurde na deze single nog slechts 15 maanden, waarbij ze deze periode glorieus afsloot met een andere nr.1-single in de Pop-lijsten, My Guy. Daarna bleef ze wel prachtige muziek maken maar moest Mary in de hitlijsten plaatsmaken voor nieuw Motown-talent waarmee het label vervolgens de ene na de andere hit afleverde.

vrijdag 10 juni 2022

Geografie van de blues (6)

Mississippi-Delta:
De Mississippi-Delta is het landbouwgebied van de staat dat algemeen wordt beschouwd als de geboorteplaats van de blues. Tot de artiesten die in dit gebied werden geboren en werkten, behoren onder anderen Son House, Robert Johnson, Charlie Patton, John Lee Hooker en Muddy Waters.

De meeste Delta-blues wordt akoestisch gespeeld, zoals op de originele platen uit de jaren twintig en dertig, met gitaren met een holle klankkast die werden gemaakt voordat de elektrische gitaar aan het eind van de jaren veertig zijn intrede deed in de blues. De Delta-blues wordt gekenmerkt door fantastisch gitaarspel, snijdend slidewerk en diepe boogieritmes, alles gebracht met een emotionele diepte die van de plaat druipt.

Er bestaan 2 versies van het levensverhaal van Robert Johnson. Wij hebben gekozen voor het meest interessante. In zijn jeugd op de Dockery-plantage besloot Robert bluesmuzikant te worden en deed hij zijn uiterste best om dat doel te bereiken. Na opdracht te hebben gekregen om met zijn gitaar om twaalf uur 's nachts op een nabijgelegen kruising te verschijnen, werd Johnson daar verwelkomd door de duivel zelf. Hij pakte Johnsons gitaar, stemde het instrument en gaf het toen aan Johnson terug. Vanaf die dag speelde en zong Johnson dankzij zijn bovennatuurlijke gaven beter dan welke bluesartiest ook. Producent John Hammond wilde dat Johnson optrad tijdens een Spirituals To Swing Show in de Carnegie Hall in 1938 en stuurde mensen erop uit hem op te sporen en naar New York te brengen. Helaas kwam toen het droevige bericht uit Mississippi dat Johnson was overleden, in een jukejoint vergiftigt door de jaloerse man van een vriendin. Volgens de legende had hij h et schuim op zijn mond staan, kroop hij rond op handen en voeten en hapte hij als een dolle hond naar de mensen om hem heen toen hij voor het laatst in levenden lijve werd gezien. Naar verluit sprak hij vlak voor hij stierf de volgende woorden: 'Ik hoop dat de Verlosser komt en mij meeneemt uit mijn graf'. Nu volgen de gebeurtenissen die wel echt gebeurd zijn: Hij trouwde in 1929 en zou wellicht een rustige huisvader zijn geworden, maar zijn vrouw en zoon stierven een jaar later tijdens de bevalling. Vervolgens begon hij van plaats naar plaats te trekken om de blues te spelen. Hij was voortaan steeds onderweg, oefende onophoudelijk om zijn spel te vervolmaken en trad zo vaak op als hij kon. Johnson had rare gewoontes. Hij oefende in het donker geleund tegen een grafsteen op het plaatselijke kerkhof. Hij liftte stiekem mee met goederentreinen naar Chicago, Detroit, New York en St. Louis. Johnson hervatte zijn nomadische bestaan op een zaterdagavond in augustus. Na zijn optreden flirtte hij op de dansavond met een vrouw, waarop haar jaloerse man of vriend besloot hem dat betaald te zetten door de zanger een fles illegale whisky aan te bieden met daarin een scheut loog. Johnson bleef drinken en spelen tot hij zo ziek was dat hij niet meer verder kon. Hij werd overgebracht naar het nabijgelegen Greenwood, waar hij op 16 augustus 1938, na een paar dagen verschrikkelijke pijn te hebben geleden overleed aan longontsteking.

John Lee Hooker is ongetwijfeld een van de echte groten van de blues, samen met Muddy Waters, B.B. King en Howlin' Wolf. Hooker wordt vaak de 'Koning van de Boogie' genoemd, en zijn energieke ritmische manier van gitaar spelen is een onlosmakelijk element van de sound en stijl van de blues geworden. Na zijn geboorte op 17 augustus 1920 in Mississippi groeide John Lee op in een bluesrijke omgeving, waarin hij gitaar leerde spelen van zijn stiefvader Will Moore. In zijn kinderjaren zong Hooker gospelsongs in de kerk, wat zijn belangrijkste muzikale invloed was, tot de blues hem te pakken kreeg. Toen hij 15 was, liep hij weg van huis en ging naar Memphis om daar naam te maken in de bluesscène. Hij werd gepakt en teruggestuurd naar huis, maar keerde uiteindelijk toch weer terug. Om de eindjes aan elkaar te knopen werkte hij als zaalwacht in een bioscoop. Hooker maakte in de daaropvolgende zes jaar onder tal van verzonnen namen, bijnamen en varianten van zijn eigen naam platen voor zowat elke platenmaatschappij dat hem een contract aanbood. Hoogtepunten uit de carrière van Hooker in de jaren tachtig waren zijn toetreding tot de Hall of Fame van de Blues Foundation en de heruitgave van verschillende vroegere platen van hem. Daarnaast was hij te zien in de film "The Blues Brothers", waarin hij al stampend de voor hem typische boogie patronen voor het voetlicht bracht met het nummer 'Boom Boom'. John Lee Hooker overleed in 2001, opende in 1997 zijn eigen bluesclub in Californië: John Lee Hooker's Boom Boom Boom.

zondag 29 mei 2022

The Chants

The Chants waren een Doo Wop groep uit Liverpool. Zij begonnen in 1962 als “the Shades” en bestonden uit Joe Ankah, Eddie Ankah, Nat Smeda, Alan Harding en Eddie Amoo.
The Beatles waren grote fans van de groep en hebben hen zelfs begeleid in the Cavern. Brian Epstein is een tijdje hun manager geweest; maar dat duurde niet lang.
The Chants waren een van die ontelbare groepjes die aan de oorsprong van de Merseybeat lagen.
Ondanks het feit dat dit een geweldig goeie groep was is de naam “The Chants” nu volledig verdwenen, zelfs uit het collectieve geheugen. De groep bestond tot in 1975.
The Chants waren anders dan de rest van de beat groepen in Liverpool. Eerst en vooral waren ze zwart en een vocale groep in de stijl van de grote doo wop groepen uit Amerika.
In september 1962 deden ze een auditie in de Cavern maar ze beschikten niet over een begeleidingsgroep. Daarom boden the Beatles aan hen te begeleiden. John was immers bevriend met de zanger; Eddie Amoo. Brian Epstein had een probleem. The Beatles moesten de hoofdact zijn, en niet zo maar een begeleidingsgroepje.
Toch zette John Lennon zijn willetje door. In november 1962 maakten the Chants hun debuut in the Cavern met de Beatles in steun. The Chants zongen, begeleid door the Beatles, 'Duke Of Earl', 'A Thousand Stars', '16 Candles 'en' Come Go With Me 'voor een enthousiast publiek. De set duurde ongeveer 20 minuten.
Epstein werd zelfs korte tijd hun manager maar door gebrek aan interesse van “Eppie” viel dat gauw in het water.
The Chants maakten een aantal singles, maar buiten Liverpool waren ze absoluut onbekend.
Gefilmd door Granada TV in 1964 is dit een mooi voorbeeld van hoe Liverpool er in die tijd uitzag. The Chants zingen “I could write a book” op Merseyside. Het is een hartelijk stukje, vooral de close-ups van een aantal zwijmelende meisjes.
“I could write a book” was hun tweede single (Pye 7N 15591 1964)
Tijdens het wekelijks programmam “Juke Box Jury”, met deze keer de Four Fab in de jury, kreeg het nummer het maximum “Four thumbs Up”. In de hitparade was het nergens te bespeuren.

vrijdag 13 mei 2022

20 bekende bands die oorspronkelijk anders heetten

The Red Hot Chili Peppers heetten oorspronkelijk Tony Flow and the Miraculously Majestic Masters of Mayhem.
Jimi Hendrix Experience ontstond nadat Hendrix ontdekt werd met zijn band Jimmy James and the Blue Flames.
Pearl Jam heette in 1990 een jaartje Mookie Blaylock.
De Bee Gees heetten eerst The Rattlesnakes.
The Doors kozen oorspronkelijk voor de naam Psychedelic Rangers.
The Cure startte onder de naam Easy Cure.
Pink Floyd kwam er na een rist andere namen, waaronder Sigma 6, The Meggadeaths, The (Screaming) Abdabs (of Architectural Abdabs), Leonard's Lodgers, The Spectrum Five en The Tea Set. Syd Barrett bedacht uiteindelijk The Pink Floyd Sound als naam.
Black Crowes gingen eerst door het leven als Mr. Crowes Garden. 
U2 begon in 1976 op de Mount Temple Comprehensive School in Dublin onder de naam Feedback. Net voor ze zich U2 noemden, heetten ze ook nog even The Hype. 
R.E.M. koos oorspronkelijk voor iets controversiëlere namen als Cans Of Piss en Negro Wives.
The Beach Boys heetten ooit The Pendletones.
Led Zeppelin startte als The New Yardbirds.
The Golliwogs was de oorspronkelijk naam van Creedence Clearwater Revival. 
Het brave Smile met Freddy Mercury werd later het flamboyantere Queen.
Grateful Dead deed het ooit als Mother Mcree's Uptown Jug Champions en als The Warlocks.
The Detour werd in 1964 The Who, maar maakte datzelfde jaar nog even een zijsprong naar The High Numbers. Dat werd al snel weer The Who.
Gerrit en de Krekels zijn begonnen als The Parklane Boys.
Black Sabbath heette oorspronkelijk The Polka Tulk Blues Band, wat later ingekort werd tot Polka Tulk. Ze heetten ook even Earth, maar naar verluidt vond Ozzy Osbourne dat vreselijk. 
The Beatles startten als The Quarrymen en heetten tussendoor ook The Black Jacks, Johnny and the Moondogs, The Silver Beetles en Long John and the Silver Beetles.
Oasis begon als The Rain.
Nirvana koos oorspronkelijk voor de namen Pen Cap Chew en Skid Row.
Radiohead startte in 1985 als On A Friday.


dinsdag 10 mei 2022

Geografie van de blues (5)

Chicago:
Chicago wordt algemeen beschouwd als het centrum van de moderne blues. In de befaamde Chess-studio in deze stad namen Howlin' Wolf, Little Walter, Muddy Waters en nog vele anderen hun beste muziek op en schreven daarmee in de jaren vijftig en zestig bluesgeschiedenis.

De Chicago-blues is waarschijnlijk de populairste en meest beluisterde vorm van blues. Het populaire beeld van een piepklein podiumpje in een rokerig zaaltje met daarop een groep muzikanten die staan te jammen op elektrische gitaren, een versterkte mondharmonica, piano, bas en drums is rechtstreeks terug te voeren tot de vroege Chicago-stijl.

De mondharmonica- ook wel mondorgel genoemd en zonder twijfel het meest handzame instrument van de blues- is de tweede grote solostem van de blues. Het instrument kreeg ongeveer tegelijk met de gitaar een prominente plaats binnen de bluesmuziek. De mondharmonica wordt beschouwd als een blaasinstrument dat je bespeelt door lucht over metalen of houten trilplaatjes te blazen. Met dit warme en expressieve instrument kun je klanken voortbrengen die variëren van doordringende akoestisch jammer geluiden tot de volle, rijke sound van de elektrische mondharmonica's die worden gebruikt in de Chicago-blues.

Wanneer je een mondharmonica akoestisch bespeelt, vorm en verander je het geluid oor de manier waarop je je handen om het instrument legt en beweegt. Je krijt er dan tonen en nuances uit die veel weghebben van een menselijke zangstem. Wanneer je speelt met elektrische versterking, plaats je de mondharmonica pal tegen een goedkope microfoon om een 'smerig' verwrongen geluid te krijgen dat het kenmerk is van de moderne Chicago-blues.

woensdag 4 mei 2022

Léo Ferré

In 1949 schrijft Léo Ferré, een jonge cabaretier « Monsieur Tout-Blanc » , een chanson dat al gauw wordt verboden door het « Comité d’écoute de la radiodiffusion française ».

Waarom ?

Léo Ferré heeft het over het zwijgen van paus Pius  XII tijdens de tweede wereldoorlog. Zelfs wanneer hij op de hoogte wordt gebracht – in detail – van de holocaust en de afschuwelijke gevolgen voor de Joden, zwijgt  Pius XII.

Waarom protesteerden de kerk, Pacelli en later Pius XII niet tegen de boycot van de joodse winkeliers op 1 april 1933, tegen de rassenwetten van Neurenberg in 1935, tegen de mishandeling van de joden bij de Anschluss in 1938, tegen de gruweldaden tegen de joden na Kristallnacht in 1938?

In maart 1937 publiceert Pius XI de encykliek « Mit brennender Sorge »  (met een brandende bezordheid) . Het nazisme wordt niet met naam genoemd maar wel de heidense mystiek waarop het berust. De raciale theorien van Hitler worden als dusdanig ook niet aangeklaagd maar wel zegt deze encykliek dat “hij die ras, natie en beleid boven de menselijke waardigheid stelt dwaalt”.

Een tweede encykliek volgt “Divini redemptoris » die het communisme veroordeelt.

De paus sterft op 10 februari 1939. Zijn opvolger : Kardinaal Eugenio Pacelli , volgt hem op als Pius XII. Hij was lange tijd de pauselijke nuntius in Duitsland, o.m. onder Hitler.

Zijn eerste daad als paus is de Osservatore Romano (het dagblad gepubliceerd door de officiële informatiedienst van het Vaticaan) aan te manen om ten alle prijze een controverse met Duitsland te voorkomen.

Terwijl de internationale spanningen wijzen naar een komend conflict, zet de Paus al zijn energie in om de vrede te bewaren.

Zodra de vijandelijkheden beginnen in september 1939, wordt Pius XII op de hoogte gebracht van de nazimethodes (moorden op intellectuelen in Polen, speciale behandelingen voorbehouden aan Joden). De paus wordt geconfronteerd met een dilemma: moet publiekelijk veroordelen dergelijke misdrijven?

Wat volgt is Stilte.

Toch wordt hij in de zomer van 1941 door verschillende bisschoppen gebrieft over de systematische moord op de gehandicapten en geesteszieken. De Paus zwijgt.

Wanneer vervolging toeneemt tot een systematische uitroeiing gaat de stilte van de paus verder.

Met de lancering van Operatie Barbarossa (de aanval op de Sovjet-Unie door het derde Reich), op 22 juni 1941, blijft de Paus op het standpunt van zijn voorganger : het communisme is "grote vijand van het christendom en de christelijke beschaving." De ontmanteling van de Orthodoxe Kerk in de Sovjet-Unie, de slachtpartijen van de priesters tijdens de Spaanse Burgeroorlog (die hij toegeschreven aan de anti-christelijke haat tegen communisten), versterken de paus in zijn overtuiging.

Zelfs de grote razzia in 1943 te Rome waar meer dan duizend Romeinse joden werden aangehouden in Rome (16 oktober 1943), doet de Paus niet uit zijn reserve komen. Kardinaal Maglione weet vertrouwelijk te zeggen dat de Paus niet wilde gedwongen worden om zijn afkeuring uit te drukken"(!)

Waarom liet de katholieke kerk toe dat haar priesters de nazi's inzage gaven in hun geboorte- en huwelijksregisters, zodat de nazi"s konden nagaan wie joods was en wie niet?

Waarom protesteerde ze niet tegen de deportaties van de joden? Waarom verhief de paus zijn stem niet toen op 23 oktober 1943 meer dan duizend joden in Rome werden opgepakt en afgevoerd?

Waarom kwam Pius XII niet openlijk tussenbeide toen priester-president Tiso van Slowakije de nazi's zelfs betaalde om "zijn" joden te deporteren?

Waarom verleende hij privéaudiëntie aan Anté Pavelic, de leider van de Ustasabeweging van Kroatië, die talloze joden en orthodoxe Serviërs liet vermoorden?

Waarom heeft hij nooit één hooggeplaatste nazi geëxcommuniceerd?

Waarom liet hij Mein Kampf niet op de index van de verboden boeken plaatsen, ook niet in 1948, toen de kerk nog de Méditations van Descartes, de Lettres persanes van Montesquieu en Le rouge et le noir van Stendhal op haar zwarte lijst zette?

Monsieur Tout-Blanc

Monsieur Tout-Blanc
Vous enseignez la charité
Bien ordonnée
Dans vos châteaux en Italie
Monsieur Tout-Blanc
La charité, c´est très gentil
Mais qu´est-ce que c´est?
Expliquez-moi

Pendant c´temps-là moi j´vis à Aubervilliers
C´est un p´tit coin perdu au bout d´la misère
Où l´on n´a pas tell´ment d´questions à s´poser
Pour briffer faut bosser mon p´tit père

Monsieur Tout-Blanc
L´oiseau blessé que chaque jour
Vous consommez
Etait d´une race maudite
Monsieur Tout-Blanc
Entre nous dites, rappelez-vous
Y a pas longtemps
Vous vous taisiez

Pendant c´temps-là moi j´vivais à Aubervilliers
Ça n´était pas l´époque à dir´ des rosaires
Y avait des tas d´questions qu´il fallait s´poser
Pour durer faut lutter mon p´tit père

Monsieur Tout-Blanc
Si vous partez un beau matin
Les pieds devant
Pour vos châteaux en paradis
Monsieur Tout-Blanc
Le paradis, c´est p´t-êt´ joli
Priez pour moi
Moi j´ai pas l´temps

Car je vivrai toujours à Aubervilliers
Avec deux bras noués autour d´ma misère
On n´aura plus tell´ment d´questions à s´poser
Dans la vie faut s´aimer mon p´tit père

Monsieur Tout-Blanc
Si j´enseignais la charité
Bien ordonnée
Dans mes châteaux d´Aubervilliers
Monsieur Tout-Blanc
Ça n´est pas vous qu´j´irais trouver
Pour m´indiquer
C´qu´il faut donner

zaterdag 16 april 2022

Electric Light Orchestra

Electric Light Orchestra, met Roy Wood en Jeff Lynne, treedt op 16 April 1972 voor de allereerste keer op, tijdens een optreden in de Fox And Greyhound-pub in het Engelse Croydon.

Electric Light Orchestra komt voort uit The Move, een even beruchte als succesvolle band die begin 1966 wordt opgericht in het Engelse Birmingham maar carriere maakt vanuit Londen. The Move combineert een controversiele podiumact met bizarre publiciteitsstunts en voorziet haar Beatle-eske songs van immer opvallende arrangementen. Zo opent haar eerste hit, Night Of Fear, met een van Tsjaikovski geleend themaatje, waarvan de gitaarpartij aangevuld wordt door een ronkende cello. Niet zomaar een bedenksel: zanger en gitarist Roy Wood is al heel lang geobsedeerd door de mogelijkheid symfonische elementen te integreren in de rockmuziek. Als dan ook in 1971 The Move na vijf veelbewogen jaren en bijna twee keer zoveel hits (ondermeer I Can Hear The Grass Grow, Flowers In The Rain, Fire Brigade, Blackberry Way en Brontosaurus) min of meer overgaat in The Electric Light Orchestra, is daarmee een langgekoesterde droom van Wood werkelijkheid geworden. 

Eerder heeft zich in 1970 de eveneens uit Birmingham afkomstige Jeff Lynne bij The Move gevoegd. Lynne speelt voordien in de groep The Idle Race, waarmee hij twee weinig succesvolle en erg Beatles-achtige elpees maakt. In 1971 nemen de drie laatst overgebleven Move-leden, Wood, Lynne en Bev Bevan (midden), samen met Bill Hunt (hoorn) en Steve Woolam (viool) de eerste ELO-elpee op. Op dit album wordt door met name Wood driftig wordt geexperimenteerd met nieuwe klankbeelden, door de inbreng van knarsende cello's en strijkbassen (beide bespeeld door Wood), snerpende violen en koperen hoorns. De in creatief opzicht gespannen verhouding tussen Lynne en Wood leidt in 1972 tot het vrijwillige vertrek van laatstgenoemde, die zo met een genereus gebaar ELO aan Jeff Lynne overdoet.

zondag 10 april 2022

Geografie van de blues (4)

Memphis:
De stad van de befaamde Beale Street-wijk (waar W.C. Handy en vele anderen rond de eeuwwisseling speelden) en van de legendarische Sun-studio's, waar eigenaar Sam Philips in het begin van de jaren vijftig plaatopnamen maakt met Howlin' Wolf, B.B. King en Elvis Presley.
De Memphis-blues kent 2 totaal verschillende stijlen van muziek: die van de jaren twintig en die van de jaren vijftig. De ene ontwikkelde zich in de tijd van de tent- en medicineshows. Begin jaren vijftig ging de Memphis-blues op de elektrische toer. De Memphis-blues wordt gekenmerkt door flink versterkt, soms extreem vervormd, gitaarwerk, en door agressieve en donderende drumpartijen. De zang die nogal gepassioneerd is, maakt de muziek nog indrukwekkender.

B.B. King werd op 16 september 1925 geboren in Indianola in Mississippi als Riley B. King. Hij zong in zijn jeugd in een kerk, waar de predikant hem een paar gitaarakkoorden leerde en zo zijn belangstelling voor het instrument wekte. Hij begon te luisteren naar bluesgitaristen, onder wie T-Bone Walker, zijn grootste inspiratiebron. Maar de man die de jonge Riley het meest beïnvloedde was de slidegitarist Bukka White, een neef van hem. King verhuisde midden jaren veertig naar Memphis, woonde een tijdje bij zijn neef en probeerde met zijn blote vingers de sound van Bukka's slidespel te imiteren. Als er een naam in de blues is die bijna iedereen kent, dan is dat B.B. King wel. In zijn enorme succesvolle carrière die vijftig jaar beslaat heeft B.B. King meer mensen bereikt dan welke andere bluesartiest ook. Wie anders trekt concertzalen in, maakt reclame voor fastfood in prime-time tv-commercials, duikt op in een comedyserie met Bill Cosby en scoort een hit met de U2? Hij heeft meer gedaan dan wie ook om de blues een gezicht te geven. Daarnaast is hij uitvinder van de beroemde vingervibrato, waarbij hij met een vinger snel een snaar heen en weer bewoog en zo schommelingen in de toon bewerkstelligde. Hij is mede hierdoor in de afgelopen vijftig jaar de meest geïmiteerde elektrische gitarist in de populaire muziek geweest. Als zanger bracht hij gospelinvloeden in de rauwe blueszang en gaf hij de blues een nieuw geluid. B.B. maakte de blues acceptabel voor de beter kringen en wist uiteindelijk zelfs het grote publiek aan te spreken. Als mens heeft hij er zijn levenswerk van gemaakt om het voortbestaan van de blues te waarborgen, en hij heeft meer onderscheidingen en eredoctoraten in ontvangst mogen nemen dan wie ook. Aan het begin van z'n carrière versierde B.B. een radioschnabbel. Iedere dag was hij aan het eind van de dienst van een DJ te horen op het radiostation WDIA. Zijn eerste R&B hit, Three O'Clock Blues nam hij op in Memphis. In de jaren 50 regende het hits. Niemand die beter gitaar speelde en beter kon zingen dan hij. Hoewel de tijd waarin hij 300 concerten per jaar afwerkte voorbij is, speelt hij nog altijd en overal waar muziekfans hem willen horen.

donderdag 10 maart 2022

Geografie van de blues (3)

Californië:
Zowel Los Angeles als het gebied rond de Baai van San Francisco hebben een actieve blues- en R&B-scene gehad sinds het eind van de jaren veertig. Bekende bluesartiesten uit het westkustgebied zijn onder anderen Wynonie Harris, Etta James en Pee Wee Crayton.

De West Coast-blues ontleent een groot deel van haar swingtempo en ritmische cadans aan de naoorlogse Texas-blues, wat gemakkelijk te verklaren is. Veel enthousiaste beoefenaars van de west Coast-blues waren namelijk oorspronkelijk afkomstig uit Texas. De West Coast-blues wordt gekenmerkt door vloeiende gitaarsolo's en jazzy improvisaties.

vrijdag 25 februari 2022

Rock Around The Clock

Bill Haley & His Comets krijgen op 25 februari 1957 in Engeland een gouden plaat voor Rock Around The Clock. Er zijn in twee jaar tijd één miljoen van verkocht. Op 26 November 1955 komt Bill Haley & His Comets met Rock Around The Clock voor de eerste keer op de eerste plaats in de Engelse hitlijst. De single is dan al op 12 Juni 1954 in Amerika uitgebracht. Rock Around The Clock is in 1953 geschreven door muziekuitgeven James Myers (Jimmy De Knight) en Max Freedman. Het origineel wordt opgenomen door Sonny Dae & His Knight, een obscuur Western Swing bandje. De tekst is gebaseerd op het nummer Around The Clock Blues, dat Wynonie Harris al in 1945 opneemt, met de Johnny Otis All Stars. (Oorpronkelijke titel is Dance Around The Clock). In 1954 ontmoeten de componisten de countryzanger Bill Haley die wel eens wat anders wil zingen dan alleen country. Op 12 April 1954 wordt Rock Around The Clock opgenomen als B-kant van de single Thirteen Women, en haalt een bescheiden notering in de Amerikaanse hitparade. Dankzij de film Blackboard Jungle, met Glenn Ford in de hoofdrol, waarin Bill Haley het nummer zingt, wordt het in 1955 alsnog een nummer 1 hit en wordt de Rock & Roll een rage over de hele wereld.

vrijdag 11 februari 2022

Blowin’ in the wind

“Blowin ‘in the Wind” is een lied geschreven door Bob Dylan en uitgebracht op zijn album uit 1963, “The Freewheelin’ Bob Dylan”.
De song klinkt als een preek/sermoen en stelt vragen…vragen, waarop eigenlijk geen antwoord wordt verwacht.
Het refrein “The answer, my friend, is blowin’ in the wind” is ondoordringbaar en tegelijk dubbelzinnig, het slaat je recht in het gelaat, klaar als een klontje en tegelijk ongrijpbaar, als de wind zelf.
Dylan schreef en speelde oorspronkelijk een song met twee strofes. De eerste publieke opname circuleert onder Dylan kenners (sorry voor de naam) en is uit Gerde’s Folk City, opgenomen op 16 april 1962.
Kort na dit optreden voegde Dylan de middelste strofe toe aan de song.

Het lied werd voor het eerst gepubliceerd in mei 1962, in de zesde editie van Broadside, het tijdschrift opgericht door Pete Seeger en gewijd aan "topical songs" (actualiteits nummers).

In juni 1962 werd het lied gepubliceerd in Sing Out, vergezeld van Dylan’s commentaar :

There ain’t too much I can say about this song except that the answer is blowing in the wind. It ain’t in no book or movie or TV show or discussion group. Man, it’s in the wind—and it’s blowing in the wind. Too many of these hip people are telling me where the answer is but oh I won’t believe that. I still say it’s in the wind and just like a restless piece of paper it’s got to come down some …But the only trouble is that no one picks up the answer when it comes down so not too many people get to see and know …and then it flies away I still say that some of the biggest criminals are those that turn their heads away when they see wrong and know it’s wrong. I’m only 21 years old and I know that there’s been too many …You people over 21, you’re older and smarter

In zijn hoestekst voor “The Bootleg Series Volumes 1-3 (Rare & Unreleased) 1961-1991”, schrijft John Bauldie dat het Pete Seeger was die voor het eerst wees op de gelijkenis tussen de melodie van “Blowin ‘in the Wind” en deze van de oude negro-spiritual “No More Auction Block ‘.

Volgens Alan Lomax in zijn “The Folk Songs of North America” is het lied ontstaan ​​in Canada en werd het gezongen door voormalige slaven diehier naartoe gevlucht waren nadat Groot Brittannië de slavernij had afgeschaft in 1833.

In 1978 gaf Dylan zelf zijn bron toe : “‘Blowin’ in the Wind’ has always been a spiritual. I took it off a song called ‘No More Auction Block’ — that’s a spiritual and ‘Blowin’ in the Wind’ follows the same feeling.”

Dylan zelf zong “No more Auction Block” in “The Gaslight Café” in oktober 1962 (The Bootleg Series Volumes 1-3 (Rare & Unreleased) 1961-1991).

“Blowin ‘in the Wind” is waarschijnlijk de ultieme hymne van de burgerrechtenbeweging uit de jaren zestig.

De vroegste uitgebrachte cover van deze song is waarschijnlijk deze van het Chad Mitchell Trio, opgenomen juni 1962 en uitgebracht op hun Kapp LP “In action!”. Dit album werd later opnieuw uitgegeven onder de titel “Blowin’ In de wind.

Wanneer Bob “Blowin’ in the Wind” zelf zong in Gerde’s introduceerde hij de song zo : “ Here’s one that’s called “How Many Roads Must a Man Walk Down”….Here’s a song that’s in sort of a set… set pattern of songsthat say… a little more than”I love you, and you love me,An’… let’s go over to the banks of Italy, And we’ll raise a half a family, You for me, and me for me…”

Joan Baez (onvermijdelijk hier) herinnert zich: “I don’t remember the exact first time, but I remember leaving Gerde’s Folk City in New York City, and I heard Bob do it, maybe not the first time, but he had just written it.And I got into a cab and I was so excited. Bob put me in the cab, actually, and I drove off and I wanted the world to know I’d been in on this phenomenal episode, this incredible new song. And I was trying [laughs] to tell the New York cab driver about it. “You wouldn’t believe this. I mean, this is amazing. This is real poetry.” [laughs] He said, “Does it rhyme?” [laughs] I said, “Yeah.” He says, “Okay.” [laughs] He wasn’t impressed. But something in me knew, probably, it was one of the songs that would last forever. “

The New World Singers (Gil Turner, Bob Cohen, Delores Dixon en Happy Traum) waren de eerste om dit nummer op te nemen, in 1962.

Volgens de Smithsonian Folkways website zou Dylan Gil Turner backstage hebben benaderd en gevraagd of hij “Blowin’ in the Wind” voor hen mocht zingen. Turner was zo onder de indruk, dat hij Dylan vroeg of hij het lied mee mocht nemen naar het podium om het met de groep te zingen.

Zegt Bob Cohen: “So one day Dylan says to us: “Hey, I got this new song” and we go down to the basement at Gerdes (filled with rats, roaches and other folkies) and he sings his new song: “Blowin’ In the Wind”which was based on the melody of “No More Auction Block”. In those days we spoke of “borrowing” tunes, something Pete Seeger called “the folk process”. Woody Guthrie and Joe Hill and even J.S.Bach had done it. We thought it was great and started to sing it. We would bring Dylan up on that postage stamp of a stage to sing it along with us. It seemed to me then as it does now that his re-working or recreation of that spiritual carried on its original message and was in itself a song of resistance to all the injustice in the world. We would go on to sing it in Mississippi in 1963-64 where it became a civil-rights anthem. During our sets at Gerdes, Dylan would sit at the bar drinking wine that we often bought for him. He listened to us night after night. After about a year when we made an album for Ahmet Ertegun, head of Atlantic records and son of a Turkish diplomat, (Ahmet loved the blues and he is wonderfully portrayed in the recent film “Ray”), Dylan would write the liner notes for our album much in the same style he uses in his new book, “Chronicles”, writing generously about each of us. Ironically, when we sang “Blowin’ In The Wind” for Ahmet Ertegun he said that if we could change the lyrics to make it a love song then he would include it on our album! But we were too far into the essence of that song to change it, singing it at college rallies to raise money for the Student Non-Violent Coordinating Committee and its voter registration work in the South. When Moe Asch (Folkways) decided to release an album of topical songs on Broadside Records (Broadside, the topical song magazine that first printed many of Dylan’s songs along with others) we were asked to sing “Blowin’ In the Wind” and we did – making it the first recording of that song, even before Bob did it on Columbia Records.”

donderdag 10 februari 2022

Geografie van de blues (2)

Kansas City (Missouri):
In de jaren dertig en veertig was Kansas City een centrum voor zowel de blues als de jazz. De stad maakte in de jaren zestig naam in de muziek door de Rock 'n Roll-klassieker 'Kansas City' van Wilbert Harrison.

dinsdag 1 februari 2022

Bar-Kays Day

Op 1 februari 1982 wordt in Memphis in Tennessee deze dag uitgeroepen tot Bar-Kays Day.

The Bar-Kays zijn in de jaren zestig de groep die zanger Otis Redding begeleidt. In 1967 heeft de formatie een grote hit met Soulfinger. Op 10 december 1967 komen Otis Redding, zijn manager en vier leden van de Bar-Kays om het leven bij een vliegtuig ongeluk bij Lake Montana. De vier Bar-Kays leden zijn: Jimmy King (gitaar), Ronnie Caldwell (orgel), Phalon Jones (saxofoon) en Carl Cunningham (drums). Ben Cauleu (trompet) overleeft het ongeluk. Samen met bassist James Alexander, die de vlucht gemist heeft omdat hij zijn huurauto moest terugbrengen, richt Cauleu een nieuwe Bar-Kays formatie op. Deze formatie is ondermeer te horen op het album Hot Buttered Soul van Isaac Hayes.

zondag 23 januari 2022

Animals / Pink Floyd

Op 23 januari 1977 wordt het album Animals van Pink Floyd uitgebracht. Animals is de opvolger van het succesvolle Wish You Were Here uit 1975. Twee nummers, Raving And Drooling en You've Got To Be Crazy die Pink Floyd jaren geleden al heeft geschreven, worden omgedoopt tot respectievelijk Sheep en Dogs. Op Animals worden varkens, honden en schapen gebruikt als metaforen voor leden van de huidige maatschappij. Inspiratiebron is het boek Animal Farm van George Orwell. Animals is opgenomen in de Britannia Row Studios in Londen, en komt op 12 februari 1977 de Nederlandse LP Top 50 binnen. Het album staat in de week van 26 Februari 1977 één week op de eerste plaats. Na het uitkomen van het album gaat Pink Floyd onder de naam In The Flesh Tour op tournee. Tijdens de concerten worden Dave Gilmour, Roger Waters, Nick Mason en Richard Wright bijgestaan door Dick Parry (saxofoon) en Snowy White (gitaar). Op 17, 18 en 19 Februari 1977 staat Pink Floyd in de Oude Ahoy Hal in Rotterdam. De setlist bestaat uit het gehele album Animals, gevolgd door een integrale uitvoering van het album Wish You Were Here.

De hoes van Animals levert de nodige problemen op. Roger Waters wil perse dat het opblaasbare varken dat wordt gebruikt echt boven de Battersea Power Station in Lonen zou vliegen. Het nemen van deze foto neemt uiteindelijk drie dagen in beslag. Op de eerste dag is het fantastisch weer met een prachtige dramatische lucht, maar het opblazen van het enorme varken neemt te veel tijd in beslag en gaat halverwege ook door technische problemen de mist in. Op de tweede dag is de scherpschutter die is ingehuurd om in te grijpen mocht het misgaan wegens de kosten niet ingehuurd. Een dure misrekening, omdat door de harde wind het varken op deze tweede dag losschiet en boven Zuid-Oost London op eigen houtje rondvliegt. Gelukkig komt het varken in een weiland bij Kent terecht. Op de derde dag gaat alles naar wens. Toch worden de foto's van deze dag niet gebruikt voor de uiteindelijke hoes. De hoes van Animals is samengesteld uit foto's van de eerste dag (De fabriek met de prachtige lucht) en de laatste dag (Het varken).

vrijdag 21 januari 2022

Jackie Wilson

Soul zanger Jackie Wilson overlijdt op 21 januari 1984 in Mount Holly, New Jersey, na zo'n acht jaar in een comatueuze toestand te zijn gehouden. 

Jack Leroy Wilson Jr. wordt op 9 juni 1934 in Detroit, Michigan geboren, en begint in 1953 zijn zangcarriere in de Rr&B/Doo-Wop-groep Billy Ward & The Dominoes, waarin hij de opvolger is van Clyde McPhatter, die leadzanger van The Drifters wordt. Met de Dominoes maakt Wilson tussen 1953 en 1957 een stuk of twintig opnamen voor Federal, King en Decca. Daarna gaat hij als solist verder op het Brunswick label en heeft al gauw succes met het novelty-achtige Reet Petite uit 1957, en de tienerschuiver Lonely Teardrops uit 1959. Beide songs zijn geschreven door de latere Motown-baas Berry Gordy Jr. Beinvloed door Mario Lanza brengt Wilson operaballades als Night en Alone At Last, die op single gekoppeld worden aan stevige R&;B-nummers als Doggin' Around en A Woman, A Lover, A Friend. Met Sam Cooke is Wilson een van de eersten die zich buiten het traditionele R&B/Gospel-concept begeeft. Tussen 1957 en 1964 scoort hij maar liefst dertig hits en bereikt hij zowel bij een zwart als een blank publiek een grote populariteit als live-performer door zijn geweldige stembereik en gevoel voor drama. Na zijn laatste grote hits, het Motown-achtige Whispers en Higher And Higher, vindt hij geen aansluiting bij de nieuwe stromingen in de zwarte muziek en zoekt hij grotendeels zijn toevlucht tot het oldies-circuit. Tijdens een optreden in het Latino Casino in New Jersey in September 1975 wordt hij getroffen door een bijna fatale hartaanval, waardoor hij in voortdurende (half)coma-toestand jarenlang in het ziekenhuis verpleegd moet worden. Na zijn dood bereikt begin 1987 het nummer Reet Petite wederom de hoogste regionen van de hitparade, doordat iemand op het lucratieve idee komt het te ondersteunen door een animatiefilmpje. Hetzelfde gebeurt met I Get The Sweetest Feeling en Higher And Higher. Drie jaar na zijn overlijden wordt Jackie Wilson op 21 januari 1987 opgenomen in de Rock And Roll Hall Of Fame. Begin 1987 scoort Jackie Wilson in Nederland zijn eerste nummer 1-hit. Reet Petite (uit 1957) staat vanaf 14 februari 1987 twee weken op nummer 1 in de Top 40. 

Jackie Wilson is 49 jaar geworden.

maandag 10 januari 2022

Geografie van de blues (1)

Baton Rouge:
Als je je afvraagt waar en wanneer de swampblues van Louisiana is ontstaan, dan moet je zijn in Baton Rouge in de jaren vijftig. Uit Baton Rouge en omgeving kwamen bluesartiesten als Slim Harpo en Lightnin' Slim.

Louisiana is een staat die rijk is aan inheemse muzikale stijlen, waaronder jazz, cajun, zydeco en swamp pop. Daarnaast heeft de Louisiana-blues wat haar sound betreft veel te danken aan de naoorlogse elektrische Chicago-blues. Kenmerkend is de losse blues, veel minder emotioneel beladen dan andere varianten, luie ritmes, overladen echo's.