zaterdag 20 juli 2019

You've got a friend

Zelf zingen, zelf je liedjes schrijven, maar er niet zelf een hit mee scoren, een vette hit dan nog wel, dat overkwam ondermeer Carole King toen ze You’ve got a friend schreef. In de versie van James Taylor werd het een nummer één in de zomer van 1971 toen die in de top honderd The Raiders voorbijstak die daar op twee stonden met Indian Reservation en Carole King, jawel op drie, maar die had wel twee weken eerder op één mogen staan met It’s too late en dat, hou je vast, zo maar liefst vijf weken na mekaar, dus aan mijn openingszin moet ik wat sleutelen, al wou ik daarmee aangeven dat het toch vreemd moet zijn dat je zelf een perfecte plaat uitbrengt, in dit geval  de elpee Tapestry en dat iemand anders er als de kippen bij is één van de nummers op die plaat te coveren en daar dan een nummer één mee scoort. Weet je wat, ik ga het verhaal stap voor stap vertellen!

In de lente van 1971 had Carole King alom succes geoogst met haar elpee Tapestry waarmee ze zomaar liefst vijftien weken na mekaar op één zou genoteerd staan in de Amerikaanse album top honderd en waarvan uiteindelijk 15 miljoen exemplaren zouden verkocht worden. Nu was King al wat gewoon als hitlecverancierster van aardig wat evergreens in de jaren zestig waaronder Will you love me tomorrow voor The Shirelles, Take good care of my baby voor Bobby Vee, The Locomotion voor Little Eva, Go way little girl voor Steve Lawrence, Up on the roof voor The Drifters, I’m into something good voor Herman’s Hermits enz… nummers die ze samen met Gerry Goffin, haar toenmalige echtgenoot. Dan heb ik het nog niet gehad over hun klassiekers zoals You’ve lost that lovin’ feelin’ voor The Righteous Brothers , You make me feel like a natural woman voor Aretha Franklin en Chains voor The Cookies dat iets later ook door The Beatles op plaat zou worden gezet. In een vorig leven was Carole King ooit het liefje geweest, of zeg maar boezemvriendin, van Neil Sedaka die speciaal voor haar één van zijn grootste hits Oh Carol neerpende, waarop zij hem van antwoord diende in Oh Neil, intussen een aardige collector’s item. Na haar scheiding van Gerry Goffin in 1968 richtte ze de groep The City op. Iets later besloot ze solo te gaan, maar voelde zich te bedeesd om in haar nieuwe teksten over haar eigen leven en gevoelens te schrijven. Dat kostte haar ontzettend veel moeite. Ze had ook geen zin om zich te profileren als “een zangeres van hitjes”. Die had ze wel aan de lopende band geschreven, maar er zelf mee in the picture staan wou ze niet. Ze zou wel een elpee afleveren en wat voor een, de daarnet al genoemde Tapestry, een mijlpaal in de Amerikaanse popgeschiedenis en één van de beste singer songwriter platen ooit. Ze zou voortaan met U worden aangesproken. Ze was toen al dé absolute nummer één als vrouwelijke hitleverancier met zeven nummer één hits op haar schrijversactief. Met Tapestry had ze in 1972 vier Grammy’s op zak. James Taylor deed op zij beurt nog een extra duit bij in het zakje.
Taylor had méér dan zomaar snel naar haar plaat Tapestry geluisterd. Die was compleet onder de indruk van de song You’ve got a friend. Nu waren Carole en James al jarenlang hondstrouwe vrienden en toen zij bezig was met de opname van Tapestry zat hij enkele honderden meters verderop in een andere studio samen met producer Peter Asher (van het Britse duo Peter and Gordon) de laatste hand te leggen aan zijn elpee Sweet Baby James. Carole had James eerder leren kennen via Danny Kortchmar die met haar samen in hun groep The City zat. In 1971 trok James Taylor op tournee en hij nam Carole en haar groep mee als voorprogramma. James kwam uit een oerdegelijk milieu. Zijn vader was rector van de medische afdeling aan de universiteit in North Carolina en zijn moeder was een behoorlijk geschoolde lyrische sopraan. Zowel James als zijn broers Alex en Livingston als zijn zus Kate waren door de muziek bezeten en zouden nadien ook elk hun eigen platen opnemen. Ieder jaar tijdens de zomer brachten James en zijn familie hun vakantie door in Martha’s Vineyard. Op zijn vijftiende leert hij daar Danny Kortchmar kennen met wie hij een duo vormt. Ze winnen een locale zangwedstrijd en dat is zowat de start van James ‘ carrière die iets later op school een groep vormt samen met zijn broer Alex The Fabulous Corsairs. Ook al is hij nog maar zeventien, James krijgt te kampen met een zware depressie en verblijft tien maanden in The McLean Psychiatric Hospital in Belmont, Massachusetts. Voor hem de uitgelezen kans om muziek te maken op zijn gitaar en een rist songs bij mekaar te schrijven. Hij mag het ziekenhuis verlaten en trekt naar New York op zich daar aan te sluiten bij de nieuwe band van van zijn vriend Danny Kortchmar  The Flying Machine. Danny blijkt niet opgezet met het feit dat James aan de heroïne zit en wijst hem na een tijdje de deur. Om van zijn  verslaving verlost te geraken, verhuist James in 1968 voor een tijdje naar Londen. Danny had James vooraf getipt eens een bezoek te brengen aan Peter Asher, die intussen baas was geworden van de A and R afdeling van Apple, het platenlabel van The Beatles. Met een demo onder de arm mag hij langskomen. Voor Apple neemt James Taylor één album op. Hij krijgt tijdens één nummer op die plaat zelfs de ruggesteun van Paul McCartney en George Harrison. Maar James geraakt maar niet van zijn verslaving af. Hij laat zich opnemen in het centrum Austin Rigss in Stockbridge, Massachusetts, een hospitaal waar ze gespecialiseerd zijn in het behandelen van drugsverslaafden. Intussen heeft Peter Asher, Apple verlaten en is producer geworden bij Warner Brothers Records in Amerika waar hij James Taylor meteen een nieuw platencontract aanbiedt. Zijn tweede elpee Sweet Baby James levert Taylor de hit Fire and Rain op, waarin hij zijn drugsverslaving van zich af probeert te schrijven alsmede de zelfmoord van één van zijn vrienden.
Het succes van de elpee Sweet Baby James zorgt ervoor dat James samen met Peter Asher de 3de januari 1971 de opnamestudio mag intrekken en daar tot de 28ste februari keihard werkt aan de opname van zijn derde elpee Mud Slide Slim and The Blue Horizon, zijn meest populaire ooit. Met deze plaat zou hij tot op de tweede plaats geraken van Billboard’s album top honderd. Tijdends de opnamen kan hij een beroep doen op de beste muzikanten: Russ Kunkel, Joni Mitchell, Danny Kortchmar, Peter Asher die niet alleen produceert, maar ook meezingt én Carole King die James maar al te graag op de piano begeleidt en hier en daar graag een paar noten meezingt. Zij leent James één van haar nummers van haar Tapestry elpee You’ve got a friend. Op datzelfde moment zit Dusty Springfield in de platenstudio en blik ook You’ve Got a Friend in, maar door problemen met haar firma wordt die plaat nooit uitgebracht en zal pas in 1999 voor de eerste keer te horen zijn op de luxe uitgave van de plaat Dusty in Memphis op het Rhino Label.
De vijfde juni 1971 beslist Warner Brothers You’ve got a friend van James Taylor als single op de markt te brengen met You can close your eyes op de b-kant. De 31ste juli staat de single op nummer één, maar moet na een week die bovenste stek overlaten aan The Bee Gees die daar komen postvatten met How can you mend a broken heart. Iets later mag James Taylor een Grammy Award in ontvangst nemen als Best Pop Male Vocal Performance en Carole King voor Song of The Year. Voor James zou het bij die ene nummer één blijven. Hij zou nadien nog in de Amerikaanse top tien opduiken met de singles: Mockingbird, How sweet it is en Handy Man. In Engeland geraakt James Taylor met You’ve got a friend tot op de vierde plaats in de Britse Top Veertig. In de Nederlandse hitlijsten zit er een twintigste plaats in. Aan onze hitlijsten gaat die single compleet voorbij.
Om hun succes en hun vriendschap te bekronen, huwen Carole en James de derde november 1972 met elkaar, een relatie die in 1982 op vraag van Carole King wordt ontbonden. Tal van covers zouden van You’ve Got A Friend een regelrechte klassieker maken. Versies van: Petula Clark, Jimmy Cliff, Billy Crawford, Ella Fitzgerald, The Housemartins, Lucio Dalla, Andy Williams, Johnny Mathis, Aled Jones, Melissa Manchester enz…
Het album Mud Slide Slim and The Blue Horizon zou James Taylor ook nog de hit Long Ago and Far Away opleveren. De laatste jaren teert Taylor vooral op zijn successen van vroeger met enkele Best Of cd’s en de successen van anderen die hij in 2008 opneemt op de cd Covers en het jaar nadien vervolledigt met Sings Covers. Drie jaar eerder blikte hij de cd James Taylor At Christmas in met daarop ondermeer de klassieker The Christmas Song waarop hij begeleid wordt door onze bloedeigen Toots Thielemans.

donderdag 4 juli 2019

The Rolling Stones

4 juli 1969 wordt in Engeland ‘Honky Tonk Women’ als veertiende single van The Rolling Stones uitgebracht. Het nummer is tussen 12 mei en 12 juni 1969 in de Olympic Studio in Londen opgenomen. De B-kant ‘You Can’t Always Get What You Want’ is opgenomen op 17 en 28 november 1968 en 15 en 29 mei 1969. Op het nummer is een 60-koppig koor te horen en speelt Al Kooper op piano, vleugel en hoorn. Jack Nitzsche heeft het arrangement gemaakt.