zaterdag 30 december 2017

Plagiaulos

Het bekendste instrument in de oudheid is de panfluit. Het wordt al aangetroffen op de Cycladeneilanden rond 2500 voor Christus. Toch verdwijnt het even van het toneel tot het weer verschijnt vanaf 600 voor Christus in de Griekse afbeeldingen. Aan het ontstaan van de panfluit is een Griekse legende verbonden. Ze wordt beschreven in de metamorfosen van Ovidius. Pan, een god geboren met geitepoten, horens en een harig bovenlichaam werd enorm gepest op de Olympusberg. Dus verliet hij de godenwereld en vestigde zich in Arcadië. Hij is de god van de bossen en de velden en wordt zelfs geassocieerd met de natuur in het algemeen. In die bossen deed hij maar drie dingen: spelen op zijn fluit, nymfen versieren of stampen met zijn poten om de stervenden op stang te jagen. Op een dag werd hij echter tot over zijn oren verliefd op de waternymf Syrinx. Zij moest echter niets van hem weten en vluchtte telkens weg van hem. toen ze plots aan de rivier de ladon kwam die ze niet kon oversteken, smeekte ze Artemis haar te veranderen voordat ze in de handen zou vallen van Pan. Toen Pan haar vasthield merkte hij tot verbazing dat hij riet vasthield. De grote zucht die hij liet, veroorzaakte een magisch en rustgevend geluid uit de holte van de rietstelen. Uit troost plukte Pan de stengels en verbond verschillende pijpen van elk een andere lengte aan elkaar met was en noemde het de Syrinx, naar zijn geliefde. Toch is het zo dat veel vroeger in de mythen en legende de panfluit werd toegeschreven aan Hermes. (Cf. Homerische Hermes-hymne). Maar meer en meer wordt het geassocieerd met Pan en krijgt het ook de status van een herdersinstrument. Vroeger had het meer aanzien. Maar het werd vanaf 500 v. Chr. scheef bekeken door componisten en intellectuelen.
De panfluit bestaat uit naast elkaar liggende, cilindrische rieten buizen, variërend in aantal van 3 tot 14. Deze buizen worden door twee horizontale latjes samengehouden. Maar er waren ook panfluiten die uit ivoor of uit hout werden gesneden.
Foto: particuliere collectie



Foto links : Museé Alésia, Alise-Saint-Reine
Foto rechts: Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek
Door te blazen aan de bovenkant in laat men de lucht rillen in de buis. De toonhoogte van de buis is onafhankelijk van de lengte van de buis: hoe korter, hoe hoger de toonhoogte. Aangezien vroeger de pijpen altijd even lang werden geconstrueerd, gebruikte men een ander procédé. Met stopte bijenwas in de buizen tot men de gewenste toonhoogte voor die welbepaalde buis wilde hebben. Belangrijk voor de standvastigheid van de toon is om de was goed aan te stampen. De was werd ook gebruikt om eventuele krassen of kleine openingen in de wand van de buis te dichten. Ook de binnenkant van de randen van de fluit werden ingewreven om een optimaal geluid te krijgen. Later werden de buizen zodanig geconstrueerd dat ze al verschillende lengtes hebben (Cf. foto panfluit uit Alesia). Meestal, en dit is merkwaardig misschien, wordt zo gespeeld dat de laagste toon rechts, de hoogste toon links ligt. Dit verschilt bijvoorbeeld met de piano, waar men van links laag begint en rechts hoog eindigt. Hoewel de panfluit het herdersinstrument bij uitstek wordt en dus vaak door iemand alleen wordt bespeeld, zien we vaak op afbeeldingen dat de panfluit ook gecombineerd samen met de harp, kithara en slaginstrumenten zoals de krotala en de tympanon.



De voorloper van de panfluit kenden de Grieken ook, een eenstemmige syrinx, waarbij in een buis verschillende gaatjes werden geboord. Daarnaast kenden ze ook de dwarsfluit (plagiaulos), die vanuit Egypte kwam overgewaaid. Men blies hierbij over het open uiteinde van een buis heen of over een gat - zoals de moderne dwarsfluit - aan de zijkant van de buis.

Foto: Allard Pierson Museum Amsterdam

maandag 25 december 2017

Septiemakkoorden...en nog een paar

Tussen de buitenste noten van een septiemakkoord is er een septiem, bv. in de toonladder van
C: c – e – g - bes.
Een septiemakkoord kan viermaal worden omgekeerd. De eerste omkering noemt men het kwintsextakkoord (6/5), de tweede omkering het terts-kwartakkoord (4/3) en de derde omkering het secundeakkoord (2). De namen van de omkeringen van septiemakkoorden zijn eenvoudig te onthouden: ze duiden steeds op de plaats waar zich de dissonant (= secunde) bevindt. Bij een kwintsextakkoord bv. bevindt zich de dissonant tussen de kwint boven de grondtoon en de sext boven de grondtoon; bij een secundeakkoord tussen de prime boven de grondtoon (feitelijk overbodig) en de secunde boven de grondtoon.

Ook hier geldt: octaafverplaatsingen en verdubbelingen veranderen alleen de verschijningsvorm, maar niet het akkoord en de omkering zelf. De omkering wordt alleen bepaald door de bastoon, niet door de bovenstemmen:

De belangrijkste akkoorden
  • · C: Grote drieklank (bv. c – e – g).
  • · C6: Grote drieklank met toegevoegde (grote) sext (bv. c – e – g – a).
  • · C+: Overmatige drieklank (bv. c – e - gis).
  • · Cm: Kleine drieklank (bv. c – es – g).
  • · Cm6: Kleine drieklank met toegevoegde (grote) sext (bv. c – es – g – a).
  • · C7: Dominantseptiemakkoord (bv. c – e – g – bes).
  • · C7+: Overmatig dominantseptiemakkoord (bv. c – e – gis – bes).
  • · Cmaj7: Groot septiemakkoord (bv. c – e – g - b).
  • · Cm7: Klein septiemakkoord (bv. c - es – g – bes).
  • · Cdim: Verminderd septiemakkoord (bv. c – es – ges – bes).
In een voorhoudingsakkoord ('sus-akkoord') is de terts vervangen door een kwart of grote
secunde, bvb.: Csus2 (c - d – g), Csus4 (c – f – g), Csus2,4 (c – d - f – g), C7sus4 (c – f - g – bes) en
C7sus4 (c – d – g – bes).

Afbeeldingsresultaat voor crazy acoustic guitar player

woensdag 20 december 2017

Wild Thing

De in New York City geboren singer-songwriter James Wesley Voight, bekend onder zijn artiestennaam Chip Taylor, is de componist van  “Wild Thing”, een song die hij in ongeveer 20 minuten schreef en die hem geen windeieren zou leggen zoals later bleek. Deze oorspronkelijk door Jordan Christopher & The Wild Ones in 1965 opgenomen song is het best bekend door de in 1966 opgenomen versie van de Britse groep The Troggs. Zij bereikten in juli 1966 met het nummer de toppositie in de Billboard Hot 100. “Wild Thing” in de uitvoering van The Troggs staat op # 257 in de Rolling Stone Magazine’s lijst van de 500 Greatest Songs of All Time.



Componist Chip Taylor bracht het nummer 30 jaar later zelf ook uit en wel op het album “Hitman” uit 1996.

De eerder genoemde versie van The Troggs werd opgenomen in de Olympic Studios, Carton Street, Londen, door producer Keith Grant. De in één keer in mono opgenomen take 2 werd uitgebracht, vanwege distributieproblemen, op twee platenlabels nl. Atco en Fontana. Op de B-kant verschenen respectievelijk “With a Girl Like You” en “From Home”.

Nadat The Troggs er zo’n geweldige hit mee hadden gescoord namen meer artiesten dit nummer ook op, Jimmie Hendrix deed op het Montery Festival 1967 een vlammende versie van het nummer, “Senator Bob Kennedy” ( Bill Minkin) eveneens in 1967. Ook The Nihilist Spasm Band (1967), Fancy (1974), The Goodies (1976), The Creatures (1981), The Meteors, (1983), Cold Chisel, Sister Carol (1986), The Runaways, Sam Kinison (1988), Cheap Trick (1992), Divinyls (1993), Hank Williams, Jr (1995), Amanda Lear (1987), Bruce Springsteen and the E Street Band, Westlife, Trash Cans, Chimaira (2011), Liz Phair(2010), Mr. Ed Jumps the Gun (1995), The Fargone Beauties (1991) en Prozzak namen het nummer op in hun album-repertoire en/of voerden het uit tijdens hun optredens.



In films waaronder The Mighty Duck, Encino Man en Major League (Charlie Sheen, Tom Berenger en Corbin Bernsen) en in televisie-series zoals Saved By The Bell en Painted Lady nam de song een belangrijke plaats in.

vrijdag 15 december 2017

The Big Three – Banjo Song (1963)

Zeldzaam zijn de liedjes die tot tweemaal toe n°1 US kunnen worden, laat staan drie keer, als je de intro apart rekent. Dat die eer ooit een Nederlands nummer te beurt viel zal wel altijd uniek blijven. Dat het bovendien zo ver is kunnen komen is ten dele toe te schrijven aan het succes van dat lied in België, want in eigen land was Venus van Shocking Blue geen n°1, noch vóór, noch na het Amerikaanse avontuur.
“Componist” was Robbie van Leeuwen, een Haagse jongen die als gitarist bij The Motions was begonnen alvorens Shocking Blue op te richten, een band die aanvankelijk matig scoorde met een mannelijke zanger. Venus was hun derde single met de half Hongaarse, half Duitse Mariska Veres op het voorplan en zij gaf de doorslag, zoals gezegd eerst in België, later in Frankrijk, Italië, Spanje en Duitsland.



Jerry Ross, een Amerikaanse producer die een nieuw label wilde opstarten (Colossus), kocht in Nederland de rechten op van Venus. Eind ’69 bracht hij het uit in Amerika en begon ook daar de klim “all the way to the top”. Zeventien jaar later werd de bankrekening van Ross opnieuw aangedikt toen diezelfde klim nog eens werd overgedaan door de drie Britse meiden van Bananarama en hun producers Stock, Aitken, Waterman. Een mens zou voor minder achterstallige royalties nastreven. Door de vroegtijdige dood van zowel Mama Cass als auteur Tim Rose kwamen Robbie Van Leeuwen en/of Jerry Ross hier bijzonder goed mee weg.
Het blijft echter een “shocking” mysterie hoe Robbie Van Leeuwen deze song zo klakkeloos kon kopiëren.

donderdag 14 december 2017

14 december: DeFord Bailey Day

Blues en country hebben elkaar altijd een beetje scheef aangekeken, zo lijkt het. Was blues de muziek voor de arme zwarten, country was meer voor de arme blanken. Althans, zo wordt vaak gedacht. Inmiddels wordt de blues ook door blanken gespeeld en de country door zwarten. Als wordt gevraagd naar een zwarte countryartiest dan blijft het meestal even stil. In de beginjaren van de blues en de country, eind achttiende en begin negentiende eeuw ontliepen de beide genres elkaar niet veel. Een van de eerste countrysterren, Jimmy Rogers, speelde naast country ook blues en van bluesartiesten als Robert Johnson en Charley Patton is bekend dat zij ook countrymuziek speelden. In die tijd werd er niet zo moeilijk over gedaan. En wat te denken van de eerste ster van de Grand Old Opry, hét countrybolwerk van de VS. Als eerste echte ster wordt niet Uncle Dave Macon of Jimmy Rogers genoemd. Nee, die eer gaat naar de zwarte DeFord Bailey.



DeFord Bailey wordt op 14 december 1899 geboren in het landelijke Smith County, Tennessee, ongeveer zestig kilometer ten oosten van Nashville. Door zijn moeder Mary Reedy wordt hij naar haar voormalige leraren op school, Mr. DeBerry en Mrs. Ford, vernoemd. Bailey stamt uit een familie van boeren en boerenknechten. Zijn grootvader is een bevrijde slaaf, die nog in de Burgeroorlog heeft gevochten. Kort na zijn geboorte komt zijn moeder te overlijden en zijn tante Barbara en haar man Clark Odum worden zijn pleegouders. Als hij drie jaar oud is krijgt hij polio, waardoor zijn groei wat achterblijft en hij er een licht gebogen rug aan overhoudt.

Bailey groeit op in een familie waar, zoals hij dat noemt, zwarte hillbilly muziek wordt gespeeld. Een vorm van muziek dat door zowel zwarten als blanken wordt gespeeld. Als jong kind krijgt hij een mondharmonica en al snel speelt hij deze muziek mee. De mondharmonica blijft zijn favoriete instrument, hoewel hij ook gitaar, banjo, mandoline en viool kan spelen. Ook leert hij liedjes in de kerk en kan hij de geluiden, die hij om zich heen hoort, nadoen. Zo bootst hij de langsrijdende trein en ook geluiden van honden en andere dieren van de boerderij na.
In 1918 overlijdt ook zijn vader. Hij verhuist hierop naar Nashville waar hij allerlei baantjes heeft; variërend van hulp in de huishouding, winkelhulp tot liftboy. Ondertussen duikt hij in de muziek en leert jazz, blues en popnummers spelen van opnamen en optredens, die hij bijwoont. Als in 1923 zijn tante en pleegmoeder Barbara Lou overlijdt, begint de familie uiteen te vallen. Haar man verhuist naar Detroit en DeFord blijft in Nashville achter.
Omdat hij wat onderdelen nodig heeft voor zijn fiets, wat overigens zijn belangrijkste vervoermiddel is, hoort hij dat de manager van de winkel, Fred 'Pop' Exum, gefascineerd is van zijn harmonicaspel. Als deze Exum in september 1925 het radiostation WDAD begint laat hij Bailey er vaak optreden. Bij de radio ontmoet hij harmonicaspeler en bandleider Dr. Humphrey Bate. Deze haalt Bailey over samen met hem op te treden en van de eigenaar van Nashvilles grotere radiostation WSM, George D. Hay, mag hij auditie komen. Vanaf juni 1926 treedt hij vaak op tijdens het programma “Barn Dance” en wordt hij door Hay omgedoopt als 'The Harmonica Wizard'.
En inderdaad is Bailey ook een magnifiek artiest, wiens versies van “Fox Chase”, zijn treinsong “Pan American Blues” en andere nummers onmiddellijk hits worden. Hij blijft de komende vijftien jaar een van het station meest geliefde en best betaalde sterren.

In 1927 krijgt het programma een andere naam. Het uur ervoor wordt klassieke muziek gespeeld en de presentator van dat programma laat zich laatdunkend uit over de simpele muziek dat na hem wordt gespeeld. Hay zegt over de radio dat men heeft geluisterd naar een uur 'Grand Opera', maar dat zij nu zullen luisteren naar 'Grand Ole Opry' en daarmee de aftrap geeft voor het meest legendarische en langstlopende radioprogramma.
In hetzelfde jaar krijgt Bailey de gelegenheid opnamen te maken voor het Brunswick label. In twee sessies in New York wordt acht songs opgenomen, waaronder het overbekende “Pan American Blues”. Deze worden dat jaar nog uitgebracht in Brunswicks 'Songs from Dixie'-serie, waarbij Bailey de enige zwarte artiest is. Door het zusterlabel Vocalion worden de songs eveneens uitgebracht en in 1930 volgt door Brunswick een heruitgave. Maar, net zoals bij vele andere artiesten, ziet hij weinig van de royalty's terug, ondanks het succes die zijn platen hebben. In 1928 haalt Hay het platenlabel Victor over om opnamen in Nashville te maken. Dit worden de allereerste opnamen in deze plaats en ook Bailey is erbij en neemt acht nieuwe songs op, waarvan drie in 1932 worden uitgegeven. Ook hieraan zal hij weinig verdienen en na 1928 zal hij geen opnamen meer maken.
Omdat hij niet tevreden is met zijn salaris wisselt Bailey in 1928 naar een ander radiostation, WNOX. Maar twee jaar later keert hij weer terug bij WSM en bedingt dan een beter salaris. Eind 1929 trouwt hij met Ida Lee Jones, waarmee hij drie kinderen krijgt. Hij opent in 1930 een barbecuetent en schoenpoetsstand. Ook begint hij kamers te verhuren. Dit alles om zijn inkomen wat op te krikken.
In 1932 wordt het vermogen van WSM opgekrikt naar 50.000 watt en is daardoor te beluisteren van de oostkust van de VS tot aan de Rocky Mountains. Bailey is daardoor in miljoenen huishoudens te horen en hij wordt een voorbeeld voor duizenden harmonicaspelers. Deze kopen ook zijn platen en bestuderen zijn
werk. Optredens met andere Opry-sterren in het zuiden en middenwesten vergroten alleen nog maar zijn populariteit. Tijdens deze optredens speelt hij, showman als hij is, gitaar (linkshandig en ondersteboven), speelt met een jojo en rammels met stokjes of botten tijdens zijn harmonicaspel. Vanwege de rassenscheiding moet hij vaak gescheiden van zijn collega’s eten en slapen. De vijf dollar die hij per dag verdient is nauwelijks genoeg om de kosten te dekken en een beduidend lagere beloning als wat de anderen betaald krijgen. Vaak wordt hij bedrogen of krijgt hij betaald in whisky, iets dat hij als niet-drinker steeds beleefd afslaat. Ondanks deze behandeling is hij de ster van de show en trekt hij steeds het grootste publiek.


zondag 10 december 2017

Hound Dog

Jerry Leiber heeft het zijn leven lang onthouden, hoe hij in 1956 op de pier in New York op zijn collega Mike Stoller stond te wachten. Hij vernam daar dat de ‘Andrea Doria’, het schip waarmee Stoller reisde, in aanvaring was gekomen met ‘The Stockholm’, een Zweeds schip en dat er 44 passagiers waren verdronken. Een Amerikaanse fregat had de overlevenden opgepikt en naar de haven in New York gebracht. Er heerste bij hun weerzien een enorme blijdschap, niet alleen omdat Mike het overleefd had, maar omdat ze een dikke hit te pakken hadden. Elvis Presley had namelijk een top tien hit gescoord met Hound Dog, een song die eerder al was opgepikt en ingeblikt door Big Mama Thornton.



Leiber en Stoller schreven Hound Dog in 1952 in Los Angeles. Het nummer was in handen gekomen van orkestleider Johnny Otis die in zijn achtertuin een semi-professionele studio had waar hij Jerry en Mike uitnodigde om te komen luisteren naar een opname die hij had gemaakt met blueszangeres Willie Mae ‘Big Mama’ Thornton. Willie Mae was in Montgomery, Alabama geboren en naar Texas verhuisd. Otis was naar Los Angeles afgezakt in de hoop dat Leiber en Stoller, beiden negentien, hem van wat geschikt materiaal konden voorzien. Ze hadden al iets geschreven voor Little Esther Philips, maar Big Mama was toch van een ander niveau en omvang, letterlijk nog te verstaan ook. Ze woog 200 pond en had littekens op haar gezicht. Ze wilden voor haar dan ook een liedje schrijven dat even bruut en ruw klonk als zij eruitzag. Leiber en Stoller stappen na die afspraak met Otis in hun wagen, rijden samen naar Mike’s huis in de buurt waar Mike achter zijn buffetpiano plaatsneemten en Jerry snel wat woorden bij mekaar zingt en schreeuwt, want het moest bluesy klinken:
“You ain’t nothing but a hound dog, quit snooping round my door, you can wag your tail, but ain’t gonna feed no more“.
10 minuten later stappen ze opnieuw in hun auto richting Otis. Die fronste een beetje de wenkbrauwen, want Hound Dog was in die tijd slang voor motherfucker. Toen de dag was aangebroken om het nummer met Big Mama in te blikken, liet de drummer van dienst het afweten. Otis nam dan maar de drumpartij voor zijn rekening terwijl Leiber en Stoller de opname in goede banen probeerden te leiden. En Big Mama had er zin in. Ze smeet heel haar hebben en houden, stem en lijf dus, in de ring: ” you told me you was high class, but I can see through that, and daddy I know you ain’t no cool cat”.

De eerste take was enorm, weten Leiber en Stoller zich jaren later nog te herinneren, de tweede was nog beter. Big Mama Thornton scoorde met haar versie van Hound Dog een grote hit in de r&b charts. Zoals dat toen in was, werd haar hit snel gecoverd ondermeer door Little Esther Philips en Bob Wills and The Texas Playboys, de versie die Elvis hoorde en waarmee hij graag meezong. Hound Dog werd ook van antwoord gediend door Rufus Thomas die als antwoordplaat op de proppen kwam met Bear Cat, één van Presley’s lievelingsplaatjes in 1953. Deze versie zou trouwens de allereerste echte hit zijn die het Sun Label in huis haalde. Bear cat werd geschreven door de baas van Sun records, Sam Phililips die nog van plmagiaat werd beschuldigd, maar dat werd nadien geregeld.
Een nare bijklank was dat Johnny Otis zijn naam onder Hound Dog had gezet en niet die van Leiber and Stoller omdat beide jongens nog maar 19 waren, in die tijd nog niet meerderjarig. Hun ouders hadden hun handtekening onder het contract moeten zetten. Het duurde jaren en een bikkelharde rechtszaak vooraleer Leiber en Stoller de rechtmatige eigenaars van Hound Dog werden.



In 1955 namen Freddy Bell and The Bell Boys het nummer op in hun repertoire en op plaat, Teen Records. In de lente van 1956 zongen ze het tijdens een live optreden van hen in Las Vegas, waar Elvis ook present was. Het is hier dat Presley het nummer oppikte en besloot het ook op te nemen. Presley zelf trad eind april op in The New Frontier Hotel. De 5de juni 1956 zong Presley Hound Dog live tijdens zijn tweede optreden in The Milton Berle Show en de 1ste juli in The Steve Allen Show. Presley droeg toen een smoking en zong Hound Dog terwijl hij recht in de ogen van Sherlock keek, een rasechte basset hound, een laagpotige jachthond van Engels-Franse afkomst. De 2de juli 1956 trok Elvis naar de RCA studio’s in New York City om Hound Dog op te nemen. Het is het eerste nummer waarbij Presley de steun krijgt van The Jordanaires als backingvocalisten. 31 takes waren er nodig alvorens er in alle tevredenheid werd beslist het nummer op single uit te brengen. Plaats twee was de hoogste notering in de Amerikaanse charts voor Presley. Eerst weerhielden The Platters met hun My way Presley van de eerste plaats en nadien The King zichzelf toen hij Hound Dog voorbijstak met zijn volgende single Don’t be cruel. Ook in Engeland hield Hound Dog stil op de tweede plaats in de Britse top veertig. Tot op de dag van vandaag werden er bijna tien miljoen exemplaren van Presley’s Hound Dog verkocht. In België moest Presley zich in onze top dertig tevreden stellen met een veertiende plaats.

Vreemd genoeg waren Leiber en Stoller niet kapot van de versie van Presley. Hij had er een folk-rock versie van gemaakt, heel anders dan de r&b aanpak van Mama Thornton. Het duurde jaren vooraleer Leiber en Stoller zich met de opname van Presley konden verzoenen. Die versie is nerveuzer en meer up tempo dan die van Big Mama en dat maakt Presley nu net zo rock and roll.

Er werden jaren nadien toch nog voortreffelijke covers afgeleverd ondermeer in 1989 door Link Wray op zijn album The Original Rumble en in 1992 door Jeff Beck voor de soundtrack van de film Honeymoon in Vegas. Toen James Last er zich in 1978 aan waagde, fronsten we toch even de wenkbrauwen, hoe graag we de man ook lusten.

Toen Leiber en Stoller jaren geleden op Broadway hun show Smokey Joe’s Café op de bühen brachten, werd de musical afgesloten met Hound Dog in de versie van zangeres B.T. Thomas die akelig dicht in de buurt van Big Mama Thornton kwam en kijk, Jerry en Mike waren méér dan tevreden.

vrijdag 8 december 2017

Misverstanden...


De neck van een gitaar heet bij ons hals. De bridge heet bij ons kam, maar die term wordt ook vaak met brug vertaald. De brug zit eigenlijk van de kop van de gitaar naar de hals toe, wat in het Engels nut genoemd wordt. Als je de kam brug noemt, hoe moet je de brug dan noemen ? Vaak zie je dan de term "topkam"...

De Engelse muziekterm sharp betekent niet scherp, maar kruis (#).
Flat betekent niet plat of vlak, maar mol (b).

Een blues mondharmonica wordt in Amerika bluesharp genoemd, soms kortweg "harp". Een "harp player" in een blues band bespeelt dus heel iets anders als onze harp! Verwarrend genoeg heet in het Engels een harp een harp...

woensdag 6 december 2017

Johnny Hallyday (1943-2017)


De belichaming van seks, drugs en rock 'n roll heet in Frankrijk Johnny Hallyday. De successen van de vandaag overleden rockster waren in het buitenland zeer beperkt, maar in eigen land is zijn status onaantastbaar. Hallyday vervulde de rol van sekssymbool tot boven de pensioengerechtigde leeftijd.

Artistieke ambitie zit er al snel in bij Jean-Philippe Smet, zoon van een Belgische vader en Franse moeder. Hij neemt in zijn jeugd al dans-, zang- en gitaarlessen. Hij weet nog niet wat hij precies wil tot hij in 1957 de film Loving You met Elvis Presley ziet. Dát wil hij ook.

Spannend

Hallyday zingt in kroegen en kleine theaters in Parijs. Zijn eerste tv-optreden is direct een succes, want hij krijgt een platencontract aangeboden. Hallyday is jong, nieuw en spannend. Rollend over de grond brengt hij zijn rock 'n roll in het Frans en Parijs heeft zoiets nog nooit gezien.

Zijn eerste elpee, Hello! Johnny, komt uit in 1961. Nog maar 18 jaar oud is hij een tieneridool en rond zijn concerten spelen zich hysterische taferelen af. In Nederland scoort hij twee nummer-1 hits, waarvan Pour moi la vie va commencer (1963) wellicht de bekendste is.

De clip van Pour moi la vie va commencer
Net als zijn grote voorbeeld Elvis Presley ontkomt ook hij niet aan militaire dienst, ook in Duitsland, maar dat maakt hem voor een breder publiek juist respectabeler.

Energie

En dan moeten de jaren 60 nog komen. Even lijkt de nieuwigheid eraf en Hallyday raakt in een diep dal als zijn populariteit afneemt. Maar hij komt terug. Hij neemt veel covers op van Engelse en Amerikaanse nummers en manoeuvreert handig met de muzikale trends mee.

Bijna ieder jaar brengt Hallyday een nieuw album uit en gaat hij op tournee door Frankrijk. Hij acteert in films. Zijn leven is immer voer voor de roddelbladen, hij trouwt vier keer, hertrouwt ook nog eens, heeft relaties met veel jongere dames, krijgt kinderen, adopteert kinderen. Cocaïnegebruik, drank, verkeersongelukken, het levert in Frankrijk nauwelijks commentaar op. Hoewel hij op latere leeftijd een paar keer op het podium instort, zijn zijn shows vol energie.
The biggest rockstar you've never heard of.
Zo werd de Fransman in Engelstalige landen gekscherend genoemd
Zwitserland

Toch wordt hij in 2006 onderwerp van een controverse, als hij aankondigt naar Zwitserland te verhuizen. Het wordt hem kwalijk genomen dat hij op deze manier aan de Franse fiscus probeert te ontkomen. Een jaar later wordt hij bekritiseerd om zijn aanwezigheid op een bijeenkomst van de nieuwgekozen presidentskandidaat Nicolas Sarkozy.

Rond 2010 heeft Johnny Hallyday serieuze problemen met zijn gezondheid. Er wordt darmkanker geconstateerd en hij wordt verschillende keren opgenomen in het ziekenhuis. Van een afscheid wil de bejaarde rocker niet weten.

Jeugdig charisma

Omdat het nooit tot een echte internationale doorbraak is gekomen, werd Hallyday in Engelstalige landen wel 'the biggest rockstar you've never heard of' genoemd. Ook de Fransen zijn ergens verbaasd dat juist deze man een nationaal icoon is geworden met een carrière van meer dan vijftig jaar.

Vriend en vijand zijn het erover eens dat zijn muziek niet de sleutel is van zijn succes. Veel liedjes zijn inmiddels gedateerd. Maar zijn jeugdig charisma en de energie die hij tijdens zijn talloze live-optredens tentoonspreidde, namen hele generaties voor hem in.

dinsdag 5 december 2017

Tom Waits, deel 2

Big Time is de soundtrack van een ongewone concertfilm, waarin hij niet alleen op het podium in actie te zien is, maar tevens gestalte geeft aan verschillende personeelsleden van het theater waar het optreden plaatsvindt. Het album bevat ook enkele nieuwe stukken, waarmee Waits naar eigen zeggen weer een fase in zijn carrière heeft afgesloten. Toch ligt zowel de soundtrack Night On Earth/Original Soundtrack Recording van de nieuwe Jarmusch-film als het opnieuw voortreffelijke Bone Machine in het verlengde van Swordfishtrombones, Rain Dogs en Franks Wild Years, zij het dat er in dit verklankte inferno opmerkelijk veel percussie-instrumenten worden gebruikt, terwijl het geheel toch bepaald niet a-melodieus valt te noemen. Hij ontvangt voor dit album een Grammy in de categorie 'Best Alternative Music Album.' Zeker zo excentriek is The Black Rider, dat de liedjes bevat van een horror en comedy combinerende sprookjesmusical, een variatie op de opera Der Freischutz uit 1821, geschreven door William S. Burroughs en geregisseerd door Robert Wilson. Het grootste sprookje is evenwel de even bizarre als bonafide hit die Waits op de valreep van '93 scoort in de vorm van de samen met de avantgarde-pianist Gavin Bryars en een naamloze zwerver uitgevoerde gospelsong Jesus' Blood Never Failed Me Yet.



Als acteur schittert Waits in Short Cuts van Robert Altman, waarin hij met veel overtuiging een drankzuchtige, aan lager wal geraakte limousine-chauffeur neerzet, en in het Jim Jarmusch-tussendoortje Coffee And Cigarettes, een korte eenakter waarin hij en Iggy Pop zichzelf spelen in een hilarische 'roadhouse'-dialoog. Ook is hij te zien in Deadfall en Bram Stoker's Dracula. Rod Stewart heeft in '92 een hit met Waits' Tom Traubert's Blues. Waits schrijft ook teksten en muziek voor Alice, een theaterproductie van Robert Wilson, gebaseerd op Alice In Wonderland. In september '95 verschijnt Holly Cole's Temptation, dat volledig bestaat uit covers van Waits, een half jaar later gevolgd door de soundtrack van Dead Man Walking met daarop twee nieuwe Waits-nummers.. Ook levert Tom bijdragen aan albums van zijn vrienden Chuck E. Weiss, Rambling Jack Elliot en een Kinky Friedman-tribute. In '98 speelt hij
de wapensontwerper Doc Heller in Kinka Usher's film Mystery Men.

Mule Variations is het studio-album waarop zijn fans zeven jaar hebben moeten wachten. Het is tevens zijn eerste voor een nieuwe maatschappij, het voorheen als punklabel bekend staande Epitaph. De plaat wordt door de pers als meesterwerk binnen gehaald en blijkt ook in commercieel opzicht een voltreffer te zijn. Waits gaat ook weer op tournee, waarbij zijn twee pittig geprijsde concerten in Den Haag in enkele uren geheel uitverkopen. Fans en critici begroeten de comeback met onverholen enthousiasme en de net vijftig jaar geworden zanger krijgt in '00 voor het album een Grammy in de categorie Best Contemporary Folk Album. Nog meer filmsoundtrack-bijdragen: Liberty Heights en Gunshy. Een hernieuwde samenwerking met Robert Wilson resulteert in Woyzeck, een muziektheaterproject, gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Georg Büchner, dat in november '00 in Kopenhagen in première gaat. Dat jaar produceert hij ook het album Wicked Grin van de blanke bluesman John Hammond, waarop twee nummers van zijn hand zijn te vinden. Ook is hij te horen op platen van Dan Hicks, Primus en Sparklehorse. The Dime-Store Novels Vol. 1, Live At Ebbets Field bevat een radiosessie uit '74 die eerder als bootleg in omloop is.



Alice en Blood Money verschijnen gelijktijdig. Beide bevatten songs voor theaterproducties van Robert Wilson, respectievelijk Alice In Wonderland en Woyzeck. Waits blijkt met zijn unieke persoonlijkheid en originele mix van stijlen diverse generaties aan te spreken. Op het gevarieerde Real Gone, met liedjes over politiek, oorlog, executies en auto's, is Waits weer uitstekend op dreef. Met onder meer oude jazz en wat Waits zelf cubist funk noemt. En dat allemaal, voor het eerst, zonder piano. De composities (geschreven met echtgenote Brennan)zijn onder meer in de badkamer van Waits ontstaan. Les Claypool (bas), zoon Casey Waits (draaitafel, drums), Marc Ribot (gitaar, cigarbox-bass), Larry Taylor (bas), Brian 'Brain' Mantia (percussie) en Harry Cody (banjo, gitaar) behoren tot de ingeschakelde musici. Ribot, Taylor en 'Brain' vormen de begeleidingband van Waits als hij op 19, 20 en 21 november concerten geeft in Carré, Amsterdam. De peperdure kaartjes voor de optredens (eerste rang: 98 euro) zijn binnen een kwartier uitverkocht. De welgestelde happy few krijgt een selectie Waits-nummers uit het laatste anderhalve decennium voorgeschoteld in een meer dan twee uur durende show. De als rauw getypeerde optredens zelf krijgen lovende reacties. Waits is te horen op Blinking Lights And Other Revelations van Eels ('05). Ook zijn composities van zijn hand te vinden op een aantal soundtracks (o.a. Shrek 2 en Robots).

vrijdag 1 december 2017

Geschiedenis van de Nederlandse popmuziek (9)


Op nationale schaal groeien Marco Borsato, Guus Meeuwis, Kane en Anouk uit tot niveau stadionact. Gerard Joling, Gordon, René Froger en nieuwkomer Jeroen van der Boom bereiken onder de noemer Toppers ook die status. In de grote zalen komen we verder de namen Ilse DeLange, Krezip, Trijntje Oosterhuis, Bløf en de eeuwig groene Golden Earring tegen. Na het overlijden van André Hazes in 2004 groeit Frans Bauer uit tot het nieuwe idool in het levenslied.



Het festival- en clubcircuit laat ondertussen een veelkleurig beeld zien met Beef (reggae), Relax (hiphop), Di-rect (rock), Voicst (alternative rock), Alain Clark (soul), Textures (metal), Moke (britpop), Sabrina Starke (R&B), VanVelzen (rock) en De Staat (alternative rock). Daar dient zich ook een nieuwe generatie singer/songwriters aan, met Ellen ten Damme, Stevie Ann, Marike Jager, Roosbeef, Lucky Fonz III, Bertolf en Tim Knol. Op het scheivlak van jazz en pop opereren Room Eleven, Wende Snijders, Wouter Hamel, Giovanca en Caro Emerald. Succesvol muzikaal avontuur is er van C-mon & Kipsky en het twintig man tellende hiphoporkest van Kyteman.