zaterdag 16 april 2022

Electric Light Orchestra

Electric Light Orchestra, met Roy Wood en Jeff Lynne, treedt op 16 April 1972 voor de allereerste keer op, tijdens een optreden in de Fox And Greyhound-pub in het Engelse Croydon.

Electric Light Orchestra komt voort uit The Move, een even beruchte als succesvolle band die begin 1966 wordt opgericht in het Engelse Birmingham maar carriere maakt vanuit Londen. The Move combineert een controversiele podiumact met bizarre publiciteitsstunts en voorziet haar Beatle-eske songs van immer opvallende arrangementen. Zo opent haar eerste hit, Night Of Fear, met een van Tsjaikovski geleend themaatje, waarvan de gitaarpartij aangevuld wordt door een ronkende cello. Niet zomaar een bedenksel: zanger en gitarist Roy Wood is al heel lang geobsedeerd door de mogelijkheid symfonische elementen te integreren in de rockmuziek. Als dan ook in 1971 The Move na vijf veelbewogen jaren en bijna twee keer zoveel hits (ondermeer I Can Hear The Grass Grow, Flowers In The Rain, Fire Brigade, Blackberry Way en Brontosaurus) min of meer overgaat in The Electric Light Orchestra, is daarmee een langgekoesterde droom van Wood werkelijkheid geworden. 

Eerder heeft zich in 1970 de eveneens uit Birmingham afkomstige Jeff Lynne bij The Move gevoegd. Lynne speelt voordien in de groep The Idle Race, waarmee hij twee weinig succesvolle en erg Beatles-achtige elpees maakt. In 1971 nemen de drie laatst overgebleven Move-leden, Wood, Lynne en Bev Bevan (midden), samen met Bill Hunt (hoorn) en Steve Woolam (viool) de eerste ELO-elpee op. Op dit album wordt door met name Wood driftig wordt geexperimenteerd met nieuwe klankbeelden, door de inbreng van knarsende cello's en strijkbassen (beide bespeeld door Wood), snerpende violen en koperen hoorns. De in creatief opzicht gespannen verhouding tussen Lynne en Wood leidt in 1972 tot het vrijwillige vertrek van laatstgenoemde, die zo met een genereus gebaar ELO aan Jeff Lynne overdoet.

zondag 10 april 2022

Geografie van de blues (4)

Memphis:
De stad van de befaamde Beale Street-wijk (waar W.C. Handy en vele anderen rond de eeuwwisseling speelden) en van de legendarische Sun-studio's, waar eigenaar Sam Philips in het begin van de jaren vijftig plaatopnamen maakt met Howlin' Wolf, B.B. King en Elvis Presley.
De Memphis-blues kent 2 totaal verschillende stijlen van muziek: die van de jaren twintig en die van de jaren vijftig. De ene ontwikkelde zich in de tijd van de tent- en medicineshows. Begin jaren vijftig ging de Memphis-blues op de elektrische toer. De Memphis-blues wordt gekenmerkt door flink versterkt, soms extreem vervormd, gitaarwerk, en door agressieve en donderende drumpartijen. De zang die nogal gepassioneerd is, maakt de muziek nog indrukwekkender.

B.B. King werd op 16 september 1925 geboren in Indianola in Mississippi als Riley B. King. Hij zong in zijn jeugd in een kerk, waar de predikant hem een paar gitaarakkoorden leerde en zo zijn belangstelling voor het instrument wekte. Hij begon te luisteren naar bluesgitaristen, onder wie T-Bone Walker, zijn grootste inspiratiebron. Maar de man die de jonge Riley het meest beïnvloedde was de slidegitarist Bukka White, een neef van hem. King verhuisde midden jaren veertig naar Memphis, woonde een tijdje bij zijn neef en probeerde met zijn blote vingers de sound van Bukka's slidespel te imiteren. Als er een naam in de blues is die bijna iedereen kent, dan is dat B.B. King wel. In zijn enorme succesvolle carrière die vijftig jaar beslaat heeft B.B. King meer mensen bereikt dan welke andere bluesartiest ook. Wie anders trekt concertzalen in, maakt reclame voor fastfood in prime-time tv-commercials, duikt op in een comedyserie met Bill Cosby en scoort een hit met de U2? Hij heeft meer gedaan dan wie ook om de blues een gezicht te geven. Daarnaast is hij uitvinder van de beroemde vingervibrato, waarbij hij met een vinger snel een snaar heen en weer bewoog en zo schommelingen in de toon bewerkstelligde. Hij is mede hierdoor in de afgelopen vijftig jaar de meest geïmiteerde elektrische gitarist in de populaire muziek geweest. Als zanger bracht hij gospelinvloeden in de rauwe blueszang en gaf hij de blues een nieuw geluid. B.B. maakte de blues acceptabel voor de beter kringen en wist uiteindelijk zelfs het grote publiek aan te spreken. Als mens heeft hij er zijn levenswerk van gemaakt om het voortbestaan van de blues te waarborgen, en hij heeft meer onderscheidingen en eredoctoraten in ontvangst mogen nemen dan wie ook. Aan het begin van z'n carrière versierde B.B. een radioschnabbel. Iedere dag was hij aan het eind van de dienst van een DJ te horen op het radiostation WDIA. Zijn eerste R&B hit, Three O'Clock Blues nam hij op in Memphis. In de jaren 50 regende het hits. Niemand die beter gitaar speelde en beter kon zingen dan hij. Hoewel de tijd waarin hij 300 concerten per jaar afwerkte voorbij is, speelt hij nog altijd en overal waar muziekfans hem willen horen.