zaterdag 9 november 2013

Kristallnaach

In ‘Mein Kampf’ stond het al geschreven. En toen Hitler in 1933 aan de macht kwam werd de vrijheid van de 600.000 zielen tellende Joodse bevolking steeds meer ingeperkt. Overal verschenen borden met ‘Joden niet welkom’ en ‘Koop niet bij Joden’. De Joden in Duitsland werden uit ambtelijke functies gezet en mochten niet meer aan de universiteiten studeren. Met de Neurenberger Wetten uit 1935 verloren de Joden ook hun burgerrechten. Steeds meer Joden probeerden Duitsland te ontvluchten. In 1938 waren er 150.000 naar het buitenland gevlucht. Die landen werden echter met het toenemen van de vluchtelingenstroom steeds terughoudender. Steeds vaker werd de toegang botweg geweigerd.
De volgende stap was het opzetten van de bevolking tegen de Joodse medeburger. De aanleiding werd begin november 1938 gevonden. De ‘moord’ op de Duitse diplomaat Vom Rath in de Duitse ambassade in Parijs. Door de Poolse Jood Herschel Grynzpan. Zijn ouders, die al tientallen jaren in Duitsland woonden, waren samen met duizenden anderen naar Polen teruggestuurd. Polen liet echter niet iedereen toe en aan de grens speelden zich mensonterende toestanden af. Herschel, die in Parijs woonde, hoorde hiervan en wilde protesteren bij de Duitse ambassade in die stad. Uit frustratie heeft hij toen Vom Rath neergeschoten. Volgens sommige bronnen had hij eigenlijk de ambassadeur zelf willen treffen.
De diplomaat raakte zwaargewond maar overleed alsnog twee dagen later. Deze 9e november was de dag dat veel Duitsers de mislukte Bierkellerputch van Hitler uit 1923 herdachten. Er werd door de politie gewaarschuwd voor onregelmatigheden door dronken, boze burgers die zich wilden wreken voor de moord op Vom Rath. Goebbels maakte dankbaar gebruik van dit nieuws en instrueerde de SA om overal de bevolking zoveel mogelijk aan te moedigen. Wat een spontane volksopstand leek, bleek later een zorgvuldig geregisseerde pogrom. De politie, de SS en de Gestapo hielden zich afzijdig en overal werden Joodse bezittingen vernield.
In een telex schrijft Heydrich dat ‘synagogen in brand gestoken mogen worden als er geen gevaar bestaat dat het vuur overslaat naar de omliggende huizen’ en ‘dat winkels en woningen van Joden mogen worden vernietigd, maar niet geplunderd’. De bezittingen moesten namelijk in handen van de Duitse overheid terecht komen. Gedurende Kristallnacht werden tenminste 7.500 winkels, 29 warenhuizen en 171 woningen verwoest, 191 synagogen verbrand en nog eens 76 synagogen op een andere manier vernield. Tevens werden Joodse gemeenschapscentra, dodenkapellen, begraafplaatsen en vergelijkbare gebouwen in brand gestoken. Ook werd de Joodse bevolking niet met rust gelaten. Er vielen tientallen doden en honderden zwaargewonden. Tevens slaagde Hitler erin de Duitse bevolking te doen geloven dat de Joden zelf verantwoordelijk waren voor de vernielingen. De schadevergoedingen werden dan ook door het heffen van extra belastingen door de Joodse bevolking zelf betaald. Vanwege het vele glas van met name de gebroken winkelruiten kreeg de gebeurtenis de eufemistische naam ‘Kristallnacht,’ een titel die bij veel Joden nog steeds kwaad bloed zet. Andere benamingen zijn; Reichspogromnacht en Novemberpogrome 1938.
Hitler en Goebels wilden de buitenwereld doen geloven dat ‘alle’ burgers aan deze pogrom hadden meegedaan. Een enkeling keek echter huilend door de kieren van zijn gordijnen toe hoe het land van Goethe en Schiller steeds verder naar de afgrond rolde. Een grote groep deed gretig mee en de overgrote meerderheid zweeg. En bleef nog zeven lange jaren zwijgen.
Voor de trein van de geschiedenis is de Kristalnacht een belangrijk station dat uiteindelijk leidde tot de Shoah, de poging van Hitler om het hele Joodse volk uit te roeien. Een paar jaar later, toen de Tweede Wereldoorlog in volle hevigheid was losgebarsten, besloot Hitler tijdens de Wannsee-conferentie tot de Endlösung. Niet veel later branden overal de vuren. Miljoenen Joden zouden dit niet overleven.



Het lied
In 1983 werd het lied “Kristallnaach’ een hit voor de Duitse Rockband BAP. Deze groep uit Keulen zong het lied in het lokale dialect. Het lied gaat natuurlijk over de hierboven genoemde gebeurtenis. In Duitsland kan en mag men begin jaren ’80 kritisch naar de eigen geschiedenis uit die periode kijken. Voor het eerst zonder het label ‘Dader’ erbij te hoeven plakken.
Er is nog een reden waarom het lied in de jaren ’80 zo aanslaat. In deze periode steekt overal in Europa de vreemdelingenhaat weer de kop op. Waren het in de jaren ’30 in Duitsland de Joden, nu zijn het in veel landen de buitenlandse gastarbeiders, die ‘onze’ banen afpakken. En eigenlijk zou dit lied ook prima vandaag de dag nogmaals uitgebracht mogen worden. Als waarschuwing tegen de rechtse populisten die de burger bang maken voor de ‘verderfelijke’ Islam.