donderdag 10 oktober 2013

Cuby & the Blizzards - deel 1

In 1962 speelde in Assen de beatgroep The Rocking Strings, bestaande uit Eelco Gelling (sologitaar), Wim Kinds (drums), Hans Kinds (slaggitaar) en Nico Schröder (bas). Zij speelden voornamelijk Shadow-instrumentals en maakte zelfs nog twee plaatjes: “Autumn Leaves” en de EP “Black Rock”. Nico, die niet op zondag mocht spelen, werd vervangen door Willy Middel en Dick Beekman nam de plaats in van Wim. Toen in 1964 jazz- en bluesliefhebber Harry Muskee zich aansloot was één van de meest roemruchte (blues)groepen uit de Nederlandse pophistorie een feit: Cuby & the Blizzards.

Bij het bedenken van de naam werd 'Blizzards' uit een woordenboek gehaald en 'Cuby' was de naam van de hond van Harry's buren. De bezetting was Harry Muskee (zang), Eelco Gelling (gitaar), Dick Beekman (drums), Willy Middel (bad) en Hans Kinds (slaggitaar).

Muskee en Gelling namen het voortouw en introduceerden een nieuwe muziekstijl in Nederland: de blues. In het begin was dat niet makkelijk. Veel zaalhouders zaten niet te wachten op deze 'vreemde muziek' en het langharige tuig dat er op afkwam. Op een middag werd “Stumble And Fall” en “I'm So Restless” opgenomen en uitgebracht door de platenmaatschappij CNR. Het werd live en zonder enige overdubs op de band gezet. Landelijk deed de single weinig, maar in de noordelijke provincies werd de band al snel populair. Er vormde zich vanuit Drenthe een heuse bluesscene en het duurde niet lang voordat de rest van Nederland volgde met Livin' Blues in Den Haag, de Bintangs in Beverwijk en Blues Dimension in Zwolle. Ook C&B's roem verspreidde zich over het land.

Het eerste buitenlandse optreden liet niet lang op zich wachten en al in 1965 werd opgetreden in Maderno aan het Gardameer in Italië.


De volgende opnamen werd gemaakt voor het Philips-label van Phonogram. De volgende single was “LSD (Got A Million Dollar)”, geschreven door Tom McGuinness van Manfred Mann, met als b-kant “Your Body Not Your Soul”, één van de eerste eigen nummers van Muskee. De NCRV weigerde deze plaat te draaien.


De eerste hitnotering kreeg C&B met “Back Home”/”Sweet Mary”, dat het vier weken volhield en de 33e plaats behaalde.
Toen kwamen de eerste personele problemen. Dick Beekman vertrok naar de Ro-d-ys, een beatgroep uit Winschoten, en hij werd vervangen door de zeventienjarige Hans Waterman. Rond die tijd begon C&B zowel nationaal als internationaal door te breken. In 1966 kwam hun eerst album “Desolation” uit, waarvoor de groep tijdelijk werd uitgebreid met Henk Hilbrandie.
Grolloo is inmiddels de woonplaats van Muskee geworden en de door hem gehuurde boerderij werd een centrum en broedplaats van nationale en internationale blues. Sowieso reperteerde C&B in de deel van deze boederij. Maar ook hebben diverse bluesgrootheden, zoals John Mayall, Eddie Boyd en Alexis Korner, bij Harry gelogeerd en in de bedstee geslapen. Behalve talloze sessions heeft dat onder meer geleid tot de begeleiding van Van Morrison, regelmatige optredens met Alexis Korner en de samenwerking met de Amerikaanse blueszanger Eddie Boyd, met wie de band in 1967 de lp “Praise The Blues” opnam.
Live 1968
Het jaar 1967 mag voor de band in meer dan één opzicht succesvol genoemd worden. Zij ontvingen namelijk uit handen van Wim Sonneveld een Edison, een onderscheiding die nog geen enkele groep uit dit genre heeft mogen ontvangen. Hoewel blues nog niet was doorgedrongen tot het commerciële circuit slaagden Muskee en zijn band erin zo populair te worden dat de door hen tussen 1966 en 1971 uitgebrachte singles maar liefst negen keer de Top 40 haalden.
Tijdens een van de optredens uit deze periode meldde zich een jonge pianist bij de groep: Herman Brood. Brood kende het harde leven als beroepsmuzikant, want met zijn groep Moan had hij al veel opgetreden voor Amerikaanse militairen in Duitsland. Een ware slijtageslag en met pepmiddelen probeerden zij op de been te blijven. Brood werd door C&B ingelijfd en hij trok een tijdje in bij Harry in Grolloo.
Met Brood in de band werd de lp “Groeten uit Grolloo” opgenomen, waarvan “Another Day Another Road” een redelijke hit werd. Het album bevatte ook de klassieker “Somebody Will Know Someday", geïnspireerd door een verbroken relatie va Muskee.



Dankzij het succes van “Groeten Uit Grolloo” en de samenwerking met Eddie Boyd werden Cuby & the Blizzards in 1968 in de polls van de muziekbladen gekozen als 'Beste bluesgroep van Nederland'. Maar de roem eiste zijn tol: het begon te gisten in de groep. Als eerste vertrok slaggitarist Hans Kinds, die in militaire dienst moest en wiens plaats niet werd opgevuld. Ook Willy Middel vertrok en werd vervangen door de van Blues Dimension afkomstige Jaap van Eik. Problemen met managers leidde opnieuw tot problemen. Ook Hans Waterman nam afscheid en hij werd vervangen door de teruggekeerde Dick Beekman.
In het voorjaar van 1969 maakte C&B een tournee door Nederland met Fleetwood Mac en in augustus traden zij op in de beroemde Marquee Club in Londen. De wisselingen in de groep volgden elkaar in hoog tempo op. Van Eik en Beekman werden ontslagen door manager Jan Venhuizen, vanwege 'het missen van teveel optredens', dat de band handenvol geld kostte. Van Eik vertrekt naar Blues Dimension en Beekman duikt later in Livin' Blues op. Ook Herman Brood ruimde het veld omdat hij de voorgenomen reis naar Amerika in gevaar bracht. Hij was gepakt voor platendiefstal en omdat er nog een voorwaardelijke straf wegens drugsbezit openstond moest hij de gevangenis in. Achteraf ging deze voorgenomen reis toch niet door. Achtereenvolgens werden zij vervangen door Herman Deinum (bas), Hans Lafaille (drums) en Helmig van der Vegt (toetsen).
Eind 1969 kwam “Appleknocker's Flophouse” uit, dat onmiddellijk een succes werd. Op deze lp beroerde Helmig van der Vegt de toetsen in plaats van Herman Brood. Op de foto van het hoesje van de single "Appleknockers Flophouse"/"Because Of Illness" is het hoofd van Helmig erg knullig gemonteerd op een foto, die de band nog met Brood had laten maken. Er werd nog een tournee gemaakt door Polen met optredens in Warschau, Katowice en Poznan en aan het eind van het jaar stonden ze in het voorprogramma van B.B. King in het Amsterdamse Concertgebouw.

Maar op de succesvolle jaren zestig volgde een tegenvallende zeventiger jaren. Geplande toernees naar Amerika, Engeland en Scandinavië gingen niet door, er was ruzie met managers en de boerderij in Grolloo werd verlaten. Muskee en Gelling trokken zich terug in een flat in Assen.
De samenwerking met hun manager Ide de Jong, die ook de belangen van Focus behartigde, werd problematisch. De groep raakte verdeeld in twee kampen. De breuk kwam definitief voor een optreden in Münster (Duitsland). En eigenlijk door een simpel communicatieprobleem. De vrachtwagen met apparatuur kreeg problemen bij de grens en Harry en Eelco keerden terug naar Assen. De andere drie, zie allen in Zwolle woonden, hadden hier geen weet van, reisden op eigen gelegenheid en stonden in Münster tevergeefs te wachten. Dit was de druppel om de stekker uit C&B te trekken.

Twee keer kwam Cuby & the Blizzards in de oorspronkelijke bezetting bijeen. De eerste keer was op 9 juni 1973 voor een afscheidsconcert in Concertzaal Bellevue in Assen. De bezetting was Harry Muskee, Eelco Gelling, Willy Middel, Hans Kinds, Herman Brood en Jaap van Eik met als gastmuzikanten: Wim Ennes, Henk Nahrendorf en Hans Waterman. Voor dit concert kwamen de fans uit heel het land en Bellevue was al dagenlang uitverkocht.
Er kwam vraag naar een afscheidsplaat. Deze werd op 15 juni 1974 opgenomen in een van de NOS-studio's in Hilversum voor het TV-programma 'Nederpopzien'. Dan valt het doek definitief voor Cuby & the Blizzards.
Too Blind To See
(Live in Arcade, Schiedam)