De ster van Ferre Grignard staat ineens aan de hemel in 1964. Hij heeft een grote hit: ‘Ring Ring, I’ve Got to Sing’. Het is het begin van een korte, maar hevige carriere die de Antwerpse cafezanger tot op de planken van de Parijse Olympia zal brengen.
Fernand - Ferre - Grignard wordt in 1939 geboren in een kleinburgerlijk Antwerps gezin. Zijn schoolcarriere is een aaneenschakeling van mislukkingen tot zijn vader hem eindelijk naar het kunstonderwijs laat vetrekken. Hij wil schilder worden. In de late jaren vijftig ontstaat er in de buurt van de Antwerpse Stadswaag een circuit van artiestencafes en galerijtjes. Grignard stort zich daarin.
Hij maakt er o.a. kennis met Fred Bervoets. Intussen heeft hij zich zelf gitaar leren spelen en treedt hij af en toe op met gelegenheidsensembles. Ze spelen skiffle en blues. Grignards stem en zangstijl vallen bij velen meteen op: hij heeft de Blues, al spreekt hij geen woord Engels.
Met de schilderscarriere wordt het niks. Grignard geraakt niet van de grond. Hij heeft intussen wel een gezin gesticht. Ze leven op de rand van de armoede.
In 1964 gaat in Antwerpen cafe ‘De Muze’ open: een nieuwe verzamelplaats voor ‘alternatief’ Antwerpen en wijde omgeving. Ferre gaat er dikwijls zingen en spelen. De ondernemende cafebaas neemt een plaatje van hem op, in eigen beheer: ‘Ring, Ring’. Wat later komt platenbaas Hans Kusters langs. Ook hij raakt onder de indruk van Ferre’s zangstijl. Hij biedt Ferre een contract aan en laat ‘Ring, Ring’ opnieuw opnemen.
Het wordt een knallende hit. Ferre is de juiste man op de juiste plaats: het hoogtepunt wordt een optreden in de Olympia.
Kort daarop klaagde hij de Franse vedette Johnny Hallyday aan, die een bewerking had gemaakt van zijn tweede hit “My crucified Jesus”. Het plagiaat zelf kon hem niet zoveel schelen, wel het feit dat Halliday er een tekst op had gemaakt, die beledigend was tegenover hippies in het algemeen en Grignard in het bijzonder.
Grignard leefde overeenkomstig zijn imago: wild en nonchalant. Dat deed zijn carrière geen goed. De fans waren hem snel vergeten en Grignard werd weer cafézanger. Vlak voordat hij in 1982 aan keelkanker zou overlijden, probeerde hij een come-back te maken, “met beklemmend werk, indringend als een lange doodskreet”.
Omdat hij vaak in het Antwerpse jazzcafé “De Muze” zat, hangt er ook nu nog steeds een groot portret van Grignard aan de muur.