Sonny en Cher waren een van die magische muzikale combinaties van het midden van de jaren '60.
Salvatore "Sonny" Bono (geb. 16 februari 1935) begon in Los Angeles bij Specialty Records als songwriter in de late jaren '50. Hij was “verantwoordelijk” voor "Koko Joe" van Don en Dewey en "She Said Yeah" van Larry Williams (later gecoverd door de Rolling Stones en The Righteous Brothers).
Bono werd een protege van Phil Spector en slaagde erin om een hele rits songs te schrijven die Phil Spector de moeite vond. De meest in het oog springende was “Needles and Pins" in samenwerking met Jack Nitzsche. Het werd een hit voor Jackie DeShannon en in Engeland door the Searchers.
In 1963 ontmoette hij, tijdens sessiewerk voor Phil Spector, een 16-jarige, would-be zangeres Cherilyn Sarkasian Lapierre (geb. 20 mei 1946), in een cafe naast een Los Angeles radiostation.
Ze had eerder met Spector een niemendalletje opgenomen “Ringo I love you”, onder de naam Bonnie Jo Mason. Hoewel Sonny was getrouwd met Donna Rankin, met wie hij een dochter had, werd hij verliefd.
Sonny hielp Cher aan een baantje als achtergrondzangeres bij Phil Spector. Ze zong backing vocals voor “You’ve lost that loving feeling” van The Righteous Brothers, ”Da Doo Ron Ron” van The Crystals en “Be My Baby” van The Ronettes.
Sonny en Cher vormden echter eerst een artistiek duo vooraleer te trouwen. In eerste instantie werden ze bekend als “Caesar en Cleo”. Het duo maakte een paar singles, o.m. "The Letter", "Do You Wanna Dance" en "Love Is Strange”, met relatief weinig succes.
Het was pas nadat ze onder contract kwamen bij Atlantic Records als “Sonny en Cher” dat de hitmachine begon te rollen. Het duurde een paar jaren en Cher ging solo.