zaterdag 21 juli 2012

Geschiedenis van de Nederlandse blues (7): Flavium en Barrelhouse

Halverwege de jaren zestig ontwikkelt zich, in navolging van Engeland, in Nederland een bluesbeweging. De eerste publiciteit krijgen de uit jazzkringen afkomstige Gay Pohl en Victoria Varekamp., die samen met Leo Unger  en Antoine Gerson Lohman in ’65 het Loosdrechts Jazzconcours winnen. Eerder, in ’62, wint boogie woogie-pianist Rob Hoeke hetzelfde festival. Via Loosdrecht komen daarna meer namen van Nederlandse bluesinterpretatoren naar voren; in ’67 de (akoestische) Endatteme Jug Band, in ’68 de Oscar Benton Blues Band en in ’70 John The Relevator. De werkelijk ondergrondse beweging zit in Den Haag met Q65, The Subterreneans, Blues & Sons (met de eerder genoemde Leo Unger  en Antoine Lohman), Indiscrimation en het daaruit voortspruitende Livin’  Blues. In Zwolle opereert Blues Dimension, een groep waarvan menig lid uiteindelijk terecht komt bij de legendarische Cuby  & The Blizzards, en in de Beverwijkse Bintangs bezit Nederland zijn eigen Rolling Stones. In Amsterdam ontwikkelt zich de akoestische loot met mensen als Boudewijn Wijdeveld, Boy van Delden, Wim van Dulleman, Frank Sutherland, Peter Klencke en Peter de Jong. Samen met de Rotterdamse jugbands (w.o. Endatteme Jug Band en Bill Brooker’s Jug Band) en de pianisten Karel Kellenbach en Rudy van Ingen vormen zij een club artiesten, die regelmatig te zien is op de ‘ Haagse Blues Festivals’ .Den Haag kent daarop aansluitend zeven jaar lang een bluesclub, de Hoochie Coochie Club, waar naast genoemde artiesten tevens optreden Bert Jansen, Maarten de Boer, Leo Wijnkamp, Sugar Mama’s Bluesband e.a. Uiteindelijk blijven slechts de elektrisch versterkte groepen over: het bekendst worden in de jaren zeventig Barrelhouse, de Hoochie Coochie Band en Flavium.

Barrelhouse

In ’74 voortgesproten uit de Oscar Benton Blues Band. Kort daarop wordt de opvallende zangeres Tineke Schoemaker ingelijfd. Naast eigen werk worden oude bluesnummers met smaak gekozen en van een eigen arrangement voorzien. Albert Collins With The Barrelhouse Live (’79) getuigt van hun uitstekende live reputatie. Ontwikkelt zich vanaf Beware (’79) tot een soepele rockgroep met bluesinvloeden. Na Every Night In The Week (’85) , waarop Schoemaker is vervangen door Jony de Boer, keert de groep bijna in haar geheel terug naar Oscar Benton. In september ’93 komt de oorspronkelijke bezetting weer bij elkaar.

Flavium

Neerlands meest consistende bluesgroep. Wordt in ’69 te Apeldoorn opgericht door gitarist Anne Geert Bonder. Voornaamste hoeksteen in hun stijl is de even stevige als vloeiende dubbele gitaar-line-up, waarin vooral Bonders soleerwerk opvalt. Vanaf ’75 maakt men bijna jaarlijks een album, waarvan de twaalfde, 20 Years of Blues Power (’89), een geslaagde ode is aan hun roots.

In de loop der jaren heeft de band vele bezettingswisselingen gehad. Medio 2010 bestaat een fris en gewillig Flavium uit Anne Geert Bonder (gitaar) Jos Veldhuizen (zang) Eddy van de Bunte (orgel/piano) Eric Bagchus (bas) Ramon Rambeaux (drums). Aan de nummers voor een nieuwe cd wordt hard gewerkt.