Begonnen als boekbinderij, ontwikkelde de Haagse muziekwinkel Servaas, zaak zich in de jaren twintig tot verkooppunt van bladmuziek. Nico Servaas jr, een naamgenoot van zijn vader en grootvader, loopt als kind al in de winkel rond en ziet hoe zijn vader vanaf 1954 met toenemend succes muziekinstrumenten is gaan verkopen.
Als Nico in 1962 uit militaire dienst komt, gaat het snel met de ontwikkeling van de (beat-) muziek in Nederland. Op dat moment is de grotendeels instrumentale indorock, onder aanvoering van The Tielman Brothers, nog het summum. Nico is niet muzikaal, maar wel een ondernemer. Hij zoekt uit op welk merk instrumenten de immens populaire Shadows spelen. Zo komt hij uit bij het gitaarmerk Burns. Hij verwerft er de exclusieve rechten voor de Benelux vanen krijgt vervolgens de bassist van de Haagse Crazy Rockers zover dat die ook op een Burns-gitaar gaat spelen. Die wil eerst niet, maar met de opmerking van Nico, ‘John Rostill van The Shadows speelt er ook op’, gaat hij overstag. En via de Crazy Rockers wil vervolgens heel Den Haag een Burns-gitaar die, exclusief, bij Servaas in de Haagse Schoolstraat is te krijgen.
Vanaf dat moment gaat het snel. De winkel wordt, in de tijd dat de indorock plaatsmaakt voor de beatmuziek, steeds meer een ontmoetingsplaats voor bekende muzikanten en van hun fans, die er quasi-toevallig langslopen in de hoop hun idolen aan te treffen. Die kans is best groot, want Peter Vink, bassist van Q’65 is de buurjongen van Nico Servaas. Rinus Gerritsen en George Kooymans wonen een paar straten verderop en zijn ook heel regelmatig in de winkel te vinden.
Nico Servaas denkt groot en onderneemt groot. Rinus Gerritsen van The Golden Earrings wil, nadat hij The Who heeft zien optreden, een Danelectro-bas. Nico wil er best een bestellen, maar dat wil de leverancier niet. Dus gaat Nico naar New Jersey en komt terug met honderd Danelectro-bassen. En het alleenrecht op verkoop in de Benelux natuurlijk. Hetzelfde verhaal met de Marshall-versterkers, die Nico’s klanten zien in Club 192 op de Scheveningse Pier, als daar een Britse band optreedt. “Wij zitten op allemaal rotzooi te spelen,” vat Peter Vink van Q65 samen. Nico zorgt ervoor.
Zijn klanten kunnen de versterkers eigenlijk niet betalen, maar kopen op de pof is bij Servaas geen probleem. Nico heeft het systeem overgenomen van zijn vader: “Ken je die jongens? Geef dan maar mee.” Maar de administratie is waterdicht en voor wie zijn betalingsverplichtingen niet nakomt, is geen enkel pardon. Als er niet wordt betaald, haalt Nico de spullen weer op, in een enkel geval in de zaal waar die avond een optreden geboekt stond.