zaterdag 26 mei 2012

Tips voor de mondharmonicaspeler

Een mondharmonica dient men op te warmen voordat het instrument bespeeld wordt.
Dus zacht inspelen, vooral op een nieuw, nog niet ingespeeld instrument.
Wie zich simpelweg aan deze regeltjes houdt, voorkomt veel ellende, zoals valse tonen, hinderlijke bijgeluiden, een zwaar spelend instrument e.d. Neem voor dat opwarmen rustig de tijd en doe dat et de handen en/of met behulp van de adem, door zowel aan de voor als aan de achterkant van de mondharmonica zachtjes te blazen. Beschouw dit maar als iets dat er nu eenmaal bij hoort, net als een gitarist die ook eerst zijn instrument moet stemmen, voordat hij kan gaan spelen. Een ander belangrijk punt dat vaak vergeten wordt, is het volgende;
na het spelen moet het instrument niet direct opgeborgen worden in doosje of etui, maar eerst een uurtje of wat plat neergelegd worden (eerst goed uitslaan op de hand), zodat het vocht eruit kan verdampen. Lukt dit niet, bijvoorbeeld wanneer je na een repetitie of les direct naar huis moet, doe dat dan alsnog zodra je thuis komt. Het instrument wordt minder snel vuil en bovendien blijven bepaalde onderdelen vrij van roestvorming.
  • Bewaar uw mondharmonica nooit onverpakt, ook niet in uw jas of broekzak. Het instrument is alleen dan tegen stof en vuil beveiligd, wanneer het goed verpakt is.
  • Bij koud weer mag de mondharmonica niet in koude toestand bespeeld worden, anders beslaan de stemtongen en zouden dan kunnen breken. Men verwarmt eerst het instrument tussen de handpalmen of laat het enige minuten in een verwarmt vertrek liggen, maar ook weer niet bij de kachel of in de zon.
  • Ook een mondharmonica is een muziekinstrument en moet eerst worden ingespeeld, dan pas wordt de toon rond en vol. Dat inspelen geschiedt door langzaam en zacht in te blazen.
  • Men moet niet direct na de maaltijd op het instru¬ment spelen, tenzij men de mond goed spoelt, aan¬gezien anders etensresten, die zich nog in de mond bevinden, tijdens het spelen in de luchtkanalen komen en zo vervolgens tussen de stemplaatjes, waar zij opdrogen en dan blijven zitten.
  • Houdt uw hoofd rechtop tijdens het spelen, dan voorkomt U, dat er speeksel in het instrument dringt. Dus niet het hoofd voorover buigen.
  • Na het spelen moet de mondharmonica goed, maar oordeelkundig uitgeklopt worden, zodat het daarin gedrongen speeksel verwijderd wordt. Dit uitkloppen geschiedt door de speelzijde (de luchtopeningen tegen de palm van de hand te slaan. NOOIT UITKLOPPEN TEGEN KLEDINGSTUKKEN, B.V. OP UW ARM OF KNIE.
  • Degene, die het bezit van een mondharmonica op prijs stelt, veegt de dekken iedere keer na het spelen goed af met een vochtig zacht doekje, dat niet pluist.
  • Na het spelen laat men het instrument in een matige temperatuur drogen, doch niet in de zon of bij de kachel.
  • Af en toe de nikkelen delen een weinig invetten, teneinde roesten te voorkomen.
  • Ieder bespeeld zijn eigen instrument. Mondharmonica's en tandenborstels leent men niet uit en worden niet geruild.