zondag 23 november 2014

Muziek en kleur




Door de eeuwen heen heeft het verband tussen kleur en muziek filosofische en creatieve ontdekkingen geĂŻnspireerd en onze referenties en taal op wonderlijke wijze vormgegeven. Dat we specifiek verwijzen naar de 7 kleuren van het spectrum danken we aan Newton’s ontdekking van de breking van wit licht in kleuren en zijn besluit die kleuren te verbinden met de 7 tonen van de toonladder. Hij schreef in 1675 aan de Royal Society: “en mogelijk kan kleur onderscheiden worden in zijn kenmerkende gradaties van rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en diep violet, vergelijkbaar met de wijze waarop geluid binnen een octaaf in tonen wordt verdeeld.”

Gedreven zoals de oude Grieken vóór hem om een integrale kosmologie te ontdekken, geloofde Newton dat de verdeling van licht in kleur overeen moest komen met de 7 tonen van de toonladder, vooral omdat een indeling in 7 een basisprincipe was in alchemie, religieuze filosofie en klassieke kosmologie. Zijn beroemde ‘Kleurencirkel’ laat een basisindeling zien waarin de 7 kleuren geplaatst worden naast de 7 tonen van de antieke Griekse Dorische toonaard, die ten tijde van Newton de kerkmuziek overheerste.

Het zoeken naar een verband tussen kleur en muziek was meer dan louter een wiskundig onderzoek. Voor de Grieken, Newton, Kepler en vele anderen was het een religieuze zoektocht om de verbinding te vinden tussen de geziene en gehoorde wereld van licht en geluid en de ongeziene, ongehoorde wereld van oorzaak en invloed. Net als de alchemistische speurtocht naar de Steen der Wijzen was het een zoeken naar harmonie, niet alleen in het begrijpen, maar juist ook in het zijn.

Muziek en kleur delen dezelfde taaluitdrukkingen. We spreken van ‘toon’ in relatie tot zowel licht als geluid. Muziek kent naast de toonladder van 7 een ‘chromatisch’ (van het Griekse woord voor kleur: chroma) 12-tonen stelsel. Sporadisch zijn er in de geschiedenis verwijzingen naar muziek en kleur te vinden. Musici in het oude Egypte speelden op basis van een kleurenreeks als een soort partituur. Dat concept klonk bij Debussy in de 19e eeuw na toen hij veronderstelde “Ik raak er steeds meer van overtuigd dat de essentie van muziek niet in een traditionele en vaste vorm gevangen kan worden. Het bestaat uit kleuren en ritmes.”

Naast filosofisch onderzoek probeerde men steeds weer de effecten van kleur en geluid te begrijpen. Plato schreef in zijn Res publica speciale effecten en betekenis toe aan de 7 toonaarden van de Griekse muziek, waarbij hij beschreef welke toonaard bijvoorbeeld opvoeding, orde of welzijn bevorderde. Die Griekse erfenis is nog zichtbaar in het concept van ‘majeur’ en ‘mineur’ en hun verschillende stemmingen.

Ook kleurentherapie - een moderne complementaire therapie - heeft zijn wortels in het verleden. In de 19e eeuw ontstond Chromotherapie onder invloed van het denkbeeld dat kleur een fysiologische reactie veroorzaakt. In de eerste Wereldoorlog hadden sommige ziekenhuizen in Londen zogenaamde kleurgenezing zalen voor gevallen van overspannen zenuwen ten gevolge van onder andere granaatvuur. In dezelfde periode werd er verf op de markt gebracht voor therapeutische doeleinden. Blauw werd gezien als kalmerend en verkoelend, rood als stimulerend.

De combinatie van kleur en muziek als toepassing voor welzijn heeft ook in recenter tijden voorstanders gevonden.

Jimi Hendrix zei in 1970: “Ik zie een tijd voor me waarin mensen een aparte, volledig audiovisueel vormgegeven ruimte hebben. Waar je languit kunt gaan liggen en alles vibreert er in kleuren en geluiden. Een kamer voor overpeinzing om je zenuwen tot rust te laten komen. Het zou ongelofelijk zijn als je muziek kunt maken die zo perfect is dat het als stralen door je heen filtert en die je uiteindelijk zou genezen.”

Het zoeken naar betekenis van kleur en de toepassing in welzijn is nooit opgehouden. Nu mensen de beperking van wetenschap als verklaring van elk menselijk verschijnsel beginnen te zien, wordt er mogelijk meer waarde gehecht aan de menselijke ervaring en het anekdotisch bewijs dat kleur werkelijk een specifiek effect heeft. Wetenschappelijk dogma kan ertoe leiden dat mensen alleen over kleur en geluid denken als willekeurige frequenties in een elektromagnetisch spectrum, maar onze ervaring vertelt iets anders.

We weten allemaal dat kleur en geluid ons beĂŻnvloeden. We kiezen kleur en muziek om een stemming of gevoel uit te nodigen of te bevestigen. We vinden kleur of muziek opwindend, levendig, terneerslaand of verheffend, etc. Dikwijls kan een ervaring van muziek en kleur een gevoelsstaat en connectie bewerkstelligen die voorbij ons vermogen reikt deze in woorden te beschrijven.

Geluid, ritme en kleur zijn een integraal onderdeel van de wereld en van hoe we het leven ervaren. Het zijn voertuigen van menselijke expressie en middelen waarmee de natuurlijke wereld zich aan ons openbaart. In geluid en kleur ligt nog te ontdekken intelligentie, die toegang geeft tot de wereld van energie die het leven verheft en in stand houdt. Ons inzicht hierover mag vertrouwen op het spirituele innerlijke leven en het gevoelsleven van ons bewustzijn, dat aangeeft wat al objectief gemeten kan worden. Mogelijk zullen muziek en kunst van de toekomst deze intelligentie aanboren, waardoor we dichter bij een directe verbinding gebracht worden met de intelligentie van de wereld waarin we leven.