zondag 27 september 2015

These boots are made for walkin’

Het zal niet gemakkelijk geweest zijn toen Nancy Sinatra besloot om zangeres te worden. Ga maar eens als dochter van The Voice een eigen carrière op het getouw zetten. Je bent op voorhand al verloren, want je wordt voortdurend met je vader vergeleken. Nochtans was Nancy de oogappel papa Sinatra. Dat wisten we al toen Frank in 1945 speciaal voor haar Nancy with the laughing face opnam. Frank wist dat zijn dochter graag zong en nodigde haar daarom in 1959 uit om te komen zingen in zijn tv-show toen The Voice aan de zijde van The King opdook. Wanneer papa in 1961 zijn eigen platenfirma Reprise oprichtte, was zijn dochter één van de eersten die hij een contract aanbood. De 14de augustus van dat jaar bracht ze haar eerste single uit Cufflinks and a tie clip. Frank Sinatra betaalde zelfs een paginagrote advertentie om dat singletje in Billboard de hemel in te prijzen. Maar het thuisland reageerde niet. Nancy moest het vliegtuig in en naar die plaatsen trekken waar ze wel succes scoorde zoals: Italië, Japan, Zuid-Afrika en Nederland. In Nederland stond ze in de zomer van 1962 zelfs op vier genoteerd met het popcornachtige Like I do.
In Amerika moest Nancy wachten tot in 1965 om met haar singltje So long babe, ocharme tevreden te zijn met een 86ste plaats in de Amerikaanse top honderd. Papa Sinatra kreeg medelijden met zijn dochter, want hij had haar veel meer gegund. Nancy kende nochtans het klappen van de zweep. Thuis had ze nooit wat anders gezien en haar huwelijk met de Amerikaanse zanger Tommy Sands kon alleen maar bevestigen wat ze over de showbizz intussen aan de weet was gekomen. Dat huwelijk liep trouwens op de klippen. Toen Nancy Sinatra nadien een beetje radeloos ging aankloppen bij songwriter-producer Lee Hazlewood, probeerde die haar met beide voeten terug op de grond te krijgen. Ze moest vooral goed weten dat ze niet meer zo piep was, intussen al 25 , gehuwd geweest en intussen ook al gescheiden. Met dit op haar cv wou Lee er met haar nog eens aan beginnen, want echt vlot was haar carrière tot nu toe niet verlopen. Lee zette zich aan het schrijven met een totaal nieuw imago voor Nancy in zijn achterhoofd. Dat vrouwtje uit de porseleinkast moest opstappen. Hij zette haar een countryhoed op het hoofd, doste haar kortgerokt uit en schoof haar hoge lederen laarzen aan de voeten. De looks werden ruiger en de liedjes ook zoals je kunt horen op haar debuutalbum Boots met daaruit als 2de singlekeuze These boots are made for walkin’. De opnamen waren geen sinecure, want Lee wou een uniek geluid waaarvoor hij kosten noch moeite spaarde. Hij huurde de beste studiomuzikanten in: Hal Blaine, Al Casey, Tommy Tedesco, Carole Kaye en Billy Strange aan wie hij vroeg de arrangementen te schrijven. Billy kwam op de idee twee basgitaren te gebruiken en die simultaan te laten klinken. De noten moesten op aangeven van Lee haast glissando gespeeld worden.


These boots are made for walkin’ sloeg in als een bom en werd een wereldhit. De 26ste februari 1966 stond Nancy op één in de Amerikaanse charts. In Engeland was ze de eerste Amerikaanse zangeres die nog eens op één geraakte nadat Connie Francis haar dat in 1958 had voorgedaan met Stupid Cupid. Ook in Nederland zat er een hoogste plaats in de top veertig in. In de Vlaamse top dertig was het net hetzelfde liedje. De 5de maart 1966 had Nancy ook bij ons een nummer één op zak. Nancy wist niet meer waar ze het had. Jarenlang was ze de dochter van Frank Sinatra geweest, nadien de vrouw van Tommy Sands en plots kreeg ze een eigen identiteit aangemeten met in 1967 zelfs een eigen tv-show Movin’ with Nancy.
Er moest snel een opvolger komen voor These boots are made for walkin’ en dat werd How does that grab you, darlin?, goed voor een zevende stek in de charts. Sugar town zou ook nog goed scoren. Lee Hazlewood wou ook wel eens echt in de spots staan en kwam op de idee samen met Nancy een duetje te plegen, Summer wine, een stunt die hij in 1967 nog eens overdeed met het in Vlaanderen zowat grijs gedraaide Jackson dat in de maand juli van dat jaar in de top dertig wist door te stoten naar de 2de plaats.  Intussen hadden pa en dochter met veel bijval ook een duet gepleegd, het nadien vaak gecoverde Something stupid.
Nadien zouden de echte hits uitblijven ook al zong Nancy in 1967 de titelsong in de James Bondfilm You only live twice. Met Lee Hazlewood scoorde ze iets later nog twee bescheiden hits: Lady Bird en Some velvet morning.
These boots are made for walkin’ zou in 2005 gecoverd worden door Jessica Simpson die het opnam voor de soundtrack van de film The Dukes of Hazard ( naar de gelijknamige tv-serie) waarin ze ook de hoofdrol speelde. Haar versie werd geproducet door Jimmy Jam en Terry Lewis.