Nadat de eerste single “De nozem en de non” was geflopt, lukte het met het originele nummer over “Veronica”, waar is je blauwe hoed zes jaar later wel,
Cornelis werd op 8 augustus 1937 geboren te IJmuiden. In 1949 vertrok het gezin Vreeswijk, Cornelis en drie zussen naar Stockholm, Zweden, waar zijn vader een taxibedrijfje begint.
Cornelis doet veel moeite om de Zweedse taal machtig te worden en elke middag gaat hij na schooltijd naar de bibliotheek om boeken te lezen.
Na zijn middelbare schooltijd doet hij pogingen de toneelschool te volgen, ook probeert hij het een poosje op de Sociale Academie.
In zijn studietijd maakt hij kennis met de Zweedse folkzanger Fred Akerström en vraagt Cornelis de zanger of deze misschien wat liederen van hem wil kopen.
Akerström nodigt hem uit wat voor te komen spelen, bij die gelegenheid is ook een platenproducer aanwezig, die meteen zo enthousiast is over Vreeswijk´s stemgeluid, dat hij hem direct voorstelt om een lp te maken.
Die plaat komt uit in 1964 en heet “Ballader och oförskämdheter”, wat zoveel betekent als Ballades en onbeschaamdheid.
Op uitnodiging van de VARA komt Cornelis Vreeswijk begin 1966 naar Nederland en hij heeft wat van zijn Zweedse repertoire vertaald, Jantjes blues onder meer en speelt die aangevuld met wat nieuwe nummers voor de televisie.
Kort daarna verschijnt De nozem en de non op single, maar het nummer doet niets en hij trekt de conclusie dat Nederland niet in hem geïnteresseerd is.
Pas zes jaar later laat hij zich eindelijk overhalen een lp in de Nederlandse taal op te nemen.
In Zweden zijn er dan van hem al meer dan tien lp´s verschenen.
De titelloze lp met nummer als “Misschien wordt het morgen beter” en een nieuwe opname van “De nozem en de non” verkoopt bijzonder goed, wel meer dan 100.000 exemplaren gaan over de toonbank.
Het levert Vreeswijk een Edison op, die wordt uitgereikt tijdens het Grand Gala du Disque.
Het betreft een live uitzending en er is voor de gelegenheid een lied gearrangeerd met orkest. Cornelis komt het podium op en zegt tegen het orkest ‘Jongens, laat maar zitten’, pakt zijn gitaar en zingt een compleet nieuw nummer.
Met “Veronica” lukte het echter wel weer een zes jaar later, de single belandde op de 12e plaats in de Top 40, waar hij 9 weken in stond.
Nu was dit net de periode waarin Radio Veronica intensief promotie maakte voor de verhuizing van de 192 naar de 538 meter middengolf op 30 september.
Vreeswijk maakte op verzoek van het station een speciale versie van zijn hit met een tekst over de golflengtewisseling.
Eerst werd deze opgenomen in de Veronica studio door Atze Veenstra.
Tijdens de laatste periode op de 192 meter werd er telkens aan het begin van een nieuw uur een couplet hiervan gedraaid.
Al snel kwam er een officiële maxi singleversie, met op de b-kant “Felicia” en een nieuwe versie van “De nozem en de non”, deze kwam op 7 oktober 1972 binnen in de Tipparade.
Op dezelfde dag kwam echter het laatstgenoemde nummer ook binnen in de Top 40, op een ander label en in de originele versie uit 1966 en dit werd zijn laatste hit in Nederland.
In Zweden kwam het nummer uit als “En visa till Veronica”.
Behalve een drankprobleem kent Cornelis ook regelmatig financiële moeilijkheden, ook al verdient hij heel veel geld, hij geeft het net zo makkelijk allemaal weer uit, wat hij aan geld heeft, draagt hij meestal contant bij zich.
Hij heeft vaak problemen met de belasting, omdat hij nooit iets invult en vaak moet er een schikking worden getroffen.
In 1983 kiest Cornelis Vreeswijk voor een radiale actie om de belastingdienst van repliek te dienen, hij gaat in hongerstaking.
Premier Olaf Palme spant zich persoonlijk in om een afbetalingsregeling in orde te maken.
Later bij zijn overlijden laat Vreeswijk een belastingschuld van circa 100.000 euro na.
In Zweden blijft Vreeswijk populair bij een vaste schare liefhebbers. Bijna elk jaar brengt hij nieuw materiaal uit.
laatste maanden van zijn leven werkt hij hard aan zijn afscheidslangspeelplaat Till fatumeh, waarop oude nummers in een nieuw jasje worden gestoken.
Enkele dagen voor zijn dood reist Cornelis Vreeswijk, die dan nog slechts veertig kilo weegt, voor de laatste keer naar Nederland om afscheid te nemen van zijn moeder.
Hij wordt vanaf het vliegtuig, begeleid door zijn in Zweden wonende zus, met een rolstoel naar een taxi gebracht die hem naar IJmuiden vervoert.
Drie dagen na zijn terugkeer in Zweden, op 12 november 1987 sterft hij berooid op vijftigjarige leeftijd in het ziekenhuis van Stockholm.
Grote Zweedse kranten als Aftonbladet en Expressen wijden speciale bijlagen aan de zanger en zijn begrafenis op het eigenlijk reeds jarenlang gesloten Katarina kerkhof, wegens zijn grote verdiensten voor Zweden wordt rechtstreeks uitgezonden op de televisie.
Sinds zijn dood is Cornelis Vreeswijk in Zweden populairder dan ooit, er zijn films gemaakt over zijn leven.
Jaarlijks vindt in Stockholm een Cornelis Vreeswijk festival plaats, waar bekende Zweedse artiesten liederen van hem ten gehore brengen.
Er zijn in Stockholm een park en een metrorijtuig naar hem vernoemd en er is een borstbeeld van hem te vinden.
In 2001 gingen de deuren open van het Cornelis Vreeswijk Sallskapet, een aan de zanger gewijd museum, waar je naast foto´s een fles Friese Beerenburg, ´s mans gitaar en zijn gouden pen vindt.
Cornelis werd op 8 augustus 1937 geboren te IJmuiden. In 1949 vertrok het gezin Vreeswijk, Cornelis en drie zussen naar Stockholm, Zweden, waar zijn vader een taxibedrijfje begint.
Cornelis doet veel moeite om de Zweedse taal machtig te worden en elke middag gaat hij na schooltijd naar de bibliotheek om boeken te lezen.
Na zijn middelbare schooltijd doet hij pogingen de toneelschool te volgen, ook probeert hij het een poosje op de Sociale Academie.
In zijn studietijd maakt hij kennis met de Zweedse folkzanger Fred Akerström en vraagt Cornelis de zanger of deze misschien wat liederen van hem wil kopen.
Akerström nodigt hem uit wat voor te komen spelen, bij die gelegenheid is ook een platenproducer aanwezig, die meteen zo enthousiast is over Vreeswijk´s stemgeluid, dat hij hem direct voorstelt om een lp te maken.
Die plaat komt uit in 1964 en heet “Ballader och oförskämdheter”, wat zoveel betekent als Ballades en onbeschaamdheid.
Op uitnodiging van de VARA komt Cornelis Vreeswijk begin 1966 naar Nederland en hij heeft wat van zijn Zweedse repertoire vertaald, Jantjes blues onder meer en speelt die aangevuld met wat nieuwe nummers voor de televisie.
Kort daarna verschijnt De nozem en de non op single, maar het nummer doet niets en hij trekt de conclusie dat Nederland niet in hem geïnteresseerd is.
Pas zes jaar later laat hij zich eindelijk overhalen een lp in de Nederlandse taal op te nemen.
In Zweden zijn er dan van hem al meer dan tien lp´s verschenen.
De titelloze lp met nummer als “Misschien wordt het morgen beter” en een nieuwe opname van “De nozem en de non” verkoopt bijzonder goed, wel meer dan 100.000 exemplaren gaan over de toonbank.
Het levert Vreeswijk een Edison op, die wordt uitgereikt tijdens het Grand Gala du Disque.
Het betreft een live uitzending en er is voor de gelegenheid een lied gearrangeerd met orkest. Cornelis komt het podium op en zegt tegen het orkest ‘Jongens, laat maar zitten’, pakt zijn gitaar en zingt een compleet nieuw nummer.
Met “Veronica” lukte het echter wel weer een zes jaar later, de single belandde op de 12e plaats in de Top 40, waar hij 9 weken in stond.
Nu was dit net de periode waarin Radio Veronica intensief promotie maakte voor de verhuizing van de 192 naar de 538 meter middengolf op 30 september.
Vreeswijk maakte op verzoek van het station een speciale versie van zijn hit met een tekst over de golflengtewisseling.
Eerst werd deze opgenomen in de Veronica studio door Atze Veenstra.
Tijdens de laatste periode op de 192 meter werd er telkens aan het begin van een nieuw uur een couplet hiervan gedraaid.
Al snel kwam er een officiële maxi singleversie, met op de b-kant “Felicia” en een nieuwe versie van “De nozem en de non”, deze kwam op 7 oktober 1972 binnen in de Tipparade.
Op dezelfde dag kwam echter het laatstgenoemde nummer ook binnen in de Top 40, op een ander label en in de originele versie uit 1966 en dit werd zijn laatste hit in Nederland.
In Zweden kwam het nummer uit als “En visa till Veronica”.
Behalve een drankprobleem kent Cornelis ook regelmatig financiële moeilijkheden, ook al verdient hij heel veel geld, hij geeft het net zo makkelijk allemaal weer uit, wat hij aan geld heeft, draagt hij meestal contant bij zich.
Hij heeft vaak problemen met de belasting, omdat hij nooit iets invult en vaak moet er een schikking worden getroffen.
In 1983 kiest Cornelis Vreeswijk voor een radiale actie om de belastingdienst van repliek te dienen, hij gaat in hongerstaking.
Premier Olaf Palme spant zich persoonlijk in om een afbetalingsregeling in orde te maken.
Later bij zijn overlijden laat Vreeswijk een belastingschuld van circa 100.000 euro na.
In Zweden blijft Vreeswijk populair bij een vaste schare liefhebbers. Bijna elk jaar brengt hij nieuw materiaal uit.
laatste maanden van zijn leven werkt hij hard aan zijn afscheidslangspeelplaat Till fatumeh, waarop oude nummers in een nieuw jasje worden gestoken.
Enkele dagen voor zijn dood reist Cornelis Vreeswijk, die dan nog slechts veertig kilo weegt, voor de laatste keer naar Nederland om afscheid te nemen van zijn moeder.
Hij wordt vanaf het vliegtuig, begeleid door zijn in Zweden wonende zus, met een rolstoel naar een taxi gebracht die hem naar IJmuiden vervoert.
Drie dagen na zijn terugkeer in Zweden, op 12 november 1987 sterft hij berooid op vijftigjarige leeftijd in het ziekenhuis van Stockholm.
Grote Zweedse kranten als Aftonbladet en Expressen wijden speciale bijlagen aan de zanger en zijn begrafenis op het eigenlijk reeds jarenlang gesloten Katarina kerkhof, wegens zijn grote verdiensten voor Zweden wordt rechtstreeks uitgezonden op de televisie.
Sinds zijn dood is Cornelis Vreeswijk in Zweden populairder dan ooit, er zijn films gemaakt over zijn leven.
Jaarlijks vindt in Stockholm een Cornelis Vreeswijk festival plaats, waar bekende Zweedse artiesten liederen van hem ten gehore brengen.
Er zijn in Stockholm een park en een metrorijtuig naar hem vernoemd en er is een borstbeeld van hem te vinden.
In 2001 gingen de deuren open van het Cornelis Vreeswijk Sallskapet, een aan de zanger gewijd museum, waar je naast foto´s een fles Friese Beerenburg, ´s mans gitaar en zijn gouden pen vindt.