donderdag 18 april 2013

Fungus

In de jaren zestig en begin jaren zeventig mag folk in Nederland dan wel heel populair zijn, het waren wel voornamelijk Amerikaanse en Engelse helden (Bob Dylan, Joan Baez, Donovan) die aanbeden werden. Een Nederlandse folktraditie was er niet. Wie in die tijd op zoek ging naar liedjes uit de middeleeuwen of de Gouden Eeuw deed dat vanuit wetenschappelijk oogpunt en probeerde ze zo natuurgetrouw uit te voeren. Fungus pakte het anders aan en probeerde als een van de eersten oorspronkelijk Nederlandse volksliedjes te combineren met folkrock.

De groep werd in 1972 in Vlaardingen opgericht door Fred Piek en Bob Dekenga en legde zich aanvankelijk voornamelijk toe op Engelse en Schotse folk. Langzamerhand slopen er steeds meer Nederlandse invloeden in de muziek en op hun titelloze debuut uit 1974 is de A-kant gevuld met een zestal liedjes die afkomstig zijn uit onder meer Overijssel ('Rijke Boer'), Friesland ('De Ruiter') en Volendam ('Garrenkwak'), terwijl de B-kant Schotse en Engelse ballades bevat. De single 'Kaap’ren Varen' (je weet wel: 'Al die willen te kaap’ren varen / moeten mannen met baarden zijn') werd een hit, en sleepte het album, tot grote verrassing van de groepsleden, mee de hitlijsten in. Fungus tourde door België, Duitsland, Denemarken en Engeland en was in 1974 de enige Nederlandse groep op het Pinkpop Festival.



Opvolger 'Lief ende Leid' (1975) bevat uitsluitend Nederlandse liedjes uit lang vervlogen tijden. Danswijsjes, liedjes over geile seks, hartverscheurende volksballaden en stoere zeemansliederen werden door Fungus tot een intrigerend progfolk-geheel gesmeed. De lp werd geen succes en ook 'Van de Kiel naar Vlaring' (1976) wist niet massaal aan te zetten tot een gang naar de platenwinkel.

De Fungus-mannen krabden wat in hun weelderige baarden en besloten vervolgens terug te keren naar het Engelstalige folkrepertoire uit hun begindagen met de matige lp 'Mush-rooms' uit 1977. Na enkele bezettingswisselingen, de punkrevolutie en tanend commercieel succes gooide Fungus met het afscheidsalbum 'De Kaarten zijn Geschud' (1979 - met zowel Engelse als Nederlandstalige liedjes) eind jaren zeventig de handdoek in de ring. Rens van der Zalm sloot vervolgens zich aan bij de folkgroep Wolverlei, terwijl Fungus-oprichter Fred Piek de Amazing Stroopwafels in het leven riep, eind jaren tachtig opdook in Trio Magnifique en De Drie Heren (met onder andere Joost Belinfante) en tot op de dag van vandaag regelmatig solo-albums uitbrengt. In 2000 bundelde platenmaatschappij EMI enkele oude Fungus-lp’s op de dubbelaar 'The Fungus Collection' – reden voor de groep om bij elkaar te komen en enkele reünie-optredens te geven.



Het succes van Fungus was kort maar hevig. Hoewel hun eigenzinnige aanpak ongetwijfeld groepen als Bots en Rapalje heeft geïnspireerd, is het jammer genoeg niet gelukt om een bloeiende en succesvolle Nederlandse folktraditie van de grond te krijgen – of althans, ik krijg niet die indruk. Hun debuut is erg leuk (hoewel ik de Engelse liedjes niet zo heel bijzonder vind), maar 'Lief ende Leid' is in alle opzichten de beste Fungus-plaat, met olijke songteksten en een typische progressieve folkrockstijl zoals die midden jaren zeventig opgang maakte. Aan de binnenkant van de uitklaphoes liggen de woest bebaarde groepsleden gezellig met z’n allen in bed, onder een vrolijk gebatikt dekentje. En dat is precies de sfeer die het album uitstraalt: gezellig en vrolijk.