zondag 20 november 2022

Motown (deel 1)

Jarenlang sloot de blanke platenwereld de zwarte muziek buiten. Maar toen kwam Motown, en plotseling kende iedereen hun liedjes. De jongens en meisjes uit de armste wijken van Motor City, USA, veroverden de wereld.

Berry Gordy beheert de studio van zijn moeizaam draaiende platenmaatschappij Benny Gordy bracht samen met zanger Smokey Robinson een verbeterde versie van het bestaande liedje 'Shop Around' uit en het werd onweerstaanbaar als dansnummer. De single kwam uit in december 1960 en schoot naar de top van de hitparade, stond daar zes weken en werd de eerste gouden plaat van de maatschappij. 'Shop Around' bleek het openingssalvo van een spervuur van hits in de jaren zestig, die Gordy's kleine studio veranderde in een miljoenenonderneming en die een dynamisch nieuw woord aan het woordenboek van de Amerikaanse muziek toevoegde: 'Motown'.

Gordy, geboren en getogen in Detroit, startte zijn onderneming in 1959 en ontleende de naam aan de bijnaam van Detroit, 'Motor City'. Motown combineerde elementen van blues, gospel, swing en pop met een beukend achtergrondritme en creëerde zo een nieuwe, onmiddellijk herkenbare dansmuziek. In de concurrentieslag om de aandacht van de tieners, veranderde Motown radicaal de kijk van het publiek op de zwarte muziek.

Het ritmische nieuwe geluid fascineerde zowel blanke als zwarte jongeren, al waren de musici zonder uitzondering zwarte tieners, meestal afkomstig uit Detroits verpauperde wijken. Door hun ruwe talenten te koesteren en te polijsten, maakte Gordy van hen imponerende vaklui. The Supremes, Mary Wells, the Temptations, the Miracles, the Contours, Stevie Wonder, the Marvelettes, Diana Ross, Marvin Gaye, Martha and the Vandellas, the Four Tops, Gladys Knight and the Pips, Michael Jackson - de Motown-artiesten lieten de hele wereld dansen en zingen.

Hoewel hij altijd al van muziek hield, was Gordy zeker niet van plan zelf een platenmaatschappij te beginnen. Hij verliet de middelbare school zonder diploma en had een jaar of tien nodig om zijn draai te vinden. Geboren in 1927, als zevende van acht kinderen, erfde hij zijn vaders ondernemersinstinct. Gordy senior bezat een stukadoors- en timmerbedrijf en was bovendien eigenaar van de Booker T. Washington groentewinkel. Het gezin woonde boven deze zaak en zo gauw de kinderen over de toonbank konden kijken, moesten ze meehelpen. In de zomer ventte de Gordy watermeloenen met zijn vaders truck en na schooltijd poetste hij schoenen in de binnenstad. Op kerstavond verkochten hij met zijn broers tot laat in de avond kerstbomen, zich verwarmend aan een vuur in een olievat.

Nadat hij van school was gegaan, probeerde Gordy het in de boksring. Gordy wist net het hoofd boven water te houden totdat hij in dienst moest. Eenmaal terug uit het leger, waar hij alsnog zijn middelbare-schooldiploma had gehaald, opende hij een in jazz gespecialiseerde platenwinkel. Daarna werkte hij bij de Ford Motor Company in de assemblage, waar hij 85 dollar per week verdiende met het bevestigen van chromen strips op Lincolns en Mercury's. Om aan de eentonigheid te ontsnappen, verzon hij liedjes en melodietjes terwijl de auto's langsrolden. In de late jaren vijftig bezocht hij regelmatig Detroits zwarte nachtclubs en verwierf zich een zekere bekendheid met het verkopen van zijn liedjes. Zijn grote doorbraak kwam toen hij Jackie Wilson ontmoette, een opvallende zanger, die net zijn solocarrière was begonnen. Gordy schreef enkele hits voor Wilson, waaronder 'Reet Petite', 'Lonely Teardrops' en 'That is Why.' Hij ontmoette ook William (Smokey) Robinson. Gordy hielp Robinsons band, the Miracles, aan optredens en studio's, maar er viel niet veel mee te verdienen omdat de muziekindustrie de musici, componisten en tekstdichters uitbuitte. Het was Robinson die Gordy overhaalde zijn eigen maatschappij op te richten.