Akkoordenleer (deel 1)
De basis van ieder akkoord is de toonladder. Voor de moderne akkoordenleer is alleen de majeurtoonladder nodig. Deze bouw je als volgt op:Grondtoon + 1 + 1 + 1/2 + 1 + 1 + 1 + 1/2
waarbij "1" een hele toon is, ofwel de afstand van 2 toetsen (de zwarte ook meegeteld) zoals bijvoorbeeld C naar D of E naar Fis.
En waarbij "1/2" een halve toon is, dus de afstand van 1 toets, zoals E naar F of G naar Gis.
Toonladder van Cmajeur is dus:
C (+1) D (+1) E (+1/2) F (+1) G (+1) A (+1) B (+1/2) C
En bijvoorbeeld van Amajeur:
A (+1) B (+1) Cis (+1/2) D (+1) E (+1) Fis (+1) Gis (+1/2) A
Voor de akkoorden zijn de namen van de noten niet belangrijk, maar de nummering.Toonladder Cmajeur: C (1), D(2), E(3), F(4), G(5), A(6), B(majeur7), C(8 ), D(9), E(10), F(11), etc.Let op!! De 7e toon van de ladder wordt voortaan majeur7 !!! Wordt in de akkoorden een 7 gevraagd, dan is deze een halve toon lager, dus bij de toonladder C is dit een Bes.
Een akkoord is niets anders dan een opeenstapeling van oneven nummers uit de toonladder, t/m het nummer wat aangegeven wordt in het akkoord.
De basis van het akkoord wordt voor het gemak niet aangegeven, maar bestaat altijd uit 1-3-5, dus bij een C-akkoord C-E-G.
Een C6 is dus 1-3-5-6, dus C-E-G-A.
Een Cmajeur7 is dus 1-3-5-majeur7, dus C-E-G-B, maar let op, een C7 is 1-3-5-7, dus C-E-G-Bes.
Theoretisch is een C15 dus 1-3-5-7-9-11-13-15, dus C-E-G-Bes-D-F-A-C.