maandag 12 december 2011

Akkoordenleer (deel 1)

Akkoordenleer  (deel 1)
De basis van ieder akkoord is de toonladder. Voor de moderne akkoordenleer is alleen de majeurtoonladder nodig. Deze bouw je als volgt op:

Grondtoon + 1 + 1 + 1/2 + 1 + 1 + 1 + 1/2

waarbij "1" een hele toon is, ofwel de afstand van 2 toetsen (de zwarte ook meegeteld) zoals bijvoorbeeld C naar D  of E naar Fis.
En waarbij  "1/2" een halve toon is, dus de afstand van 1 toets, zoals E naar F   of G naar Gis.

Toonladder van Cmajeur is dus:
C (+1) D (+1) E (+1/2) F (+1) G (+1) A (+1) B (+1/2) C  
En bijvoorbeeld van Amajeur:
A  (+1) B (+1)  Cis (+1/2) D (+1) E (+1) Fis (+1) Gis (+1/2) A

Voor de akkoorden zijn de namen van de noten niet belangrijk, maar de nummering.
Toonladder Cmajeur:   C (1), D(2), E(3), F(4), G(5), A(6), B(majeur7), C(8 ), D(9), E(10), F(11), etc.Let op!! De 7e toon van de ladder wordt voortaan majeur7 !!! Wordt in de akkoorden een 7 gevraagd, dan is deze een halve toon lager, dus bij de toonladder C is dit een Bes.

Een akkoord is niets anders dan een opeenstapeling van oneven nummers uit de toonladder, t/m het nummer wat aangegeven wordt in het akkoord.
De basis van het akkoord wordt voor het gemak niet aangegeven, maar bestaat altijd uit 1-3-5, dus bij een C-akkoord C-E-G.
Een C6 is dus 1-3-5-6, dus C-E-G-A.
Een Cmajeur7 is dus 1-3-5-majeur7, dus C-E-G-B, maar let op, een C7 is 1-3-5-7, dus C-E-G-Bes.
Theoretisch is een  C15 dus 1-3-5-7-9-11-13-15, dus C-E-G-Bes-D-F-A-C.