woensdag 28 december 2011

Zelf klussen aan je gitaar

1. Topkam

De topkam is het stukje plastic, been of messing, waar de snaren overheen lopen naar de kop van de gitaar. De bespeelbaarheid en zuiverheid in de lagere posities is vooral afhankelijk van de hoogte van de topkam. Hoe lager, hoe beter. Eigenlijk zou de topkam net zo hoog moeten zijn als de eerste fret. Bij het afstellen van een gitaar is dit bijna onmogelijk te bereiken. Daarom is de topkam meestal net een fractie hoger dan de eerste fret. Als de topkam te hoog is, is de gitaar niet goed af te stellen en zal vooral in de lagere posities moeilijk spelen.

Het invijlen van de topkam doe je met een set speciale vijltjes, die net zo dik zijn als de snaar die in het gleufje moet. Helaas heeft niet iedereen zo'n set vijlen, maar je kunt dit klusje ook met een driekantig sleutelvijltje doen. Meet de hoogte van de topkam. Dit doe je door de snaar tussen de 2e en 3e fret in te drukken en te kijken hoeveel ruimte er zit tussen de 1e fret en de snaar. Je kunt hier de capo en de voelermaatjes voor gebruiken.

De afstand tussen de 1e fret en de snaar moet minimaal zijn, ongeveer 0,1 mm. Als dit niet het geval is haal de capo er dan af en trek de snaar, die op spanning is uit het slot. Begin heel voorzichtig te vijlen

Doe na een paar slagen de snaar terug in het slot en meet opnieuw. Ga zo door tot het slot diep genoeg is. Doe dit bij alle snaren. Uiteindelijk kun je de bovenkant van de topkam nog afvijlen, omdat de snaar eigenlijk maar voor de helft in de topkam zou moeten liggen. Kijk uit met de dunste snaren. Hou hier een fractie meer ruimte over.

2. Hals


Hierna is de hals aan de beurt. Zet de capo op de eerste fret en druk met je vinger de dikke e-snaar in rond de vijftiende fret. Meet nu met het voelermaatje in het midden van de hals hoe groot de afstand tussen de fret en de snaar is. Deze afstand zou ongeveer 0,3 mm moeten zijn

Lokaliseer nu de halspenmoer. Die zit of onder het plaatje op de kop of in het klankgat onder de toets. Als de hals te hol is, draai de moer dan met een inbussleutel met de klok mee. De hals zal rechter worden. Als de hals te recht of bol is, draai de moer dan tegen de klok in. De hals wordt dan holler.. Doe dit met de snaren op spanning en draai nooit meer dan een kwartslag in een keer ! Meet de hals tekens weer opnieuw na het draaien. Als de holling goed is verwijder dan de capo.

3. Zadels

Nu komen we bij het op hoogte brengen van het brugzadel. Dit is bij akoestische gitaren het witte stripje van plastic of been in de brug op de kast. Meet de snaarhoogte tussen de dikke e-snaar en de twaalfde fret. Doe hetzelfde bij de dunne e-snaar.

Bij akoestische gitaren gebruik je een berekening om te weten hoeveel er van het brugzadel afmoet. Neem de gemeten hoogte bij de dikke e-snaar, trek hier twee millimeter van af en vermenigvuldig het overgebleven getal met 2. Doe hetzelfde voor de dunne e-snaar maar trek hier 1,5 mm van af en vermenigvuldig het overgebleven getal met 2. Deze getallen zijn in mm hoeveel er van het brugzadel afmoet bij respectievelijk de dikke e en de dunne e-snaar. Zet deze afstanden uit op het brugzadel vanaf de onderkant gemeten en trek een rechte lijn tussen deze twee punten.

Vijl de onderkant van het zadel af tot aan de lijn. Zet het zadel terug in de gitaar. (zonder lijm). Span de snaren en de akoestische gitaar is afgesteld. Als je teveel afvijlt zul je een nieuw brugzadel moeten maken of het brugslot in de gitaar moeten opvullen!! Weet je het niet zeker, laat het dan doen. Als je deze procedure hebt gevolgd maar het blijkt dat je gitaar nu erg rammelt (snaren tegen de frets) dan kan het zijn dat de hals weer te recht is geworden. Stel dit dan bij. Het kan ook zijn dat de frets ongelijk van hoogte zijn. Dan zullen de frets gevlakt moeten worden. Aanrader: laat dit doen!