zondag 10 maart 2013

Pop in je moerstaal

Als de eerste Nederlanders rock ‘n’ roll gaan maken doen ze dat haast vanzelfsprekend in hun eigen taal. Peter Koelewijn heeft met zijn Rockets een enorme hit met Kom Van Dat Dak Af, Rob de Nijs breekt door met Ritme Van De Regen en ZZ en de Maskers bezingen Dracula. Dat verandert als in 1964 The Beatles de wereld veroveren. Jongeren voelen zich deel van een wereldwijde beweging. Voor hen is het logisch dat de muziek wordt gezongen in een universele taal: het Engels. De nieuwe beatbands zingen allemaal in het Engels, of ze dit nu beheersen of niet.



Luisterliedjes

De eerste Engelse beatgroepen worden gevormd door studenten van de kunstacademie. In Nederland zijn het vooral arbeidersjongens die zich bezig houden met beatmuziek. Studenten luisteren meer naar het Franse chanson. Boudewijn de Groot brengt luisterliedjes in het Nederlands. Hij en zijn vaste tekstdichter Lennaert Nijgh gaan bovendien succesvol mee met hun tijd en schrijven ook protestliederen naar Amerikaans model. (o.a. Welterusten Meneer De President) en psychedelische hippiepop (Het Land Van Maas En Waal). Binnen de popmuziek wordt het Engels echter steeds dominanter. Wie in het Nederlands zingt hoort er niet bij en wordt tot het theater, het cabaret of het levenslied gerekend. Ook Boudewijn de Groot ervaart die druk. Ondanks zijn succes schakelt ook hij over op het Engels.



Rage

In de jaren zeventig scoren enkele oudgedienden (Peter Koelewijn, Rob de Nijs en toch weer Boudewijn de Groot) hits in het Nederlands. Anderen danken hun succes niet aan hun taal maar aan hun politieke betrokkenheid (Bots) of bijzondere achtergrond (de dialectpop van Normaal). Ook Doe Maar wordt gezien als een curiositeit, totdat in 1982 het tij begint te keren. Door de economische crisis en het snel groeiende aantal kernwapens zijn jongeren bang. Ze zoeken de warmte van muziek die dichtbij hen staat en verstaanbare teksten. De jongste generatie is niet opgegroeid met het vooroordeel tegen Nederlandstalige pop. Als met de komst van bassist/zanger Henny Vrienten ook reggae wordt toegevoegd aan de muziek van Doe Maar, breekt de band door. Sinds 1 Dag Of 2, Doris Day, Is Dit Alles? en De Bom worden hits en veroorzaken een heuse Doe Maar-rage. Het succes opent de deur voor andere Nederlandstalige bands: Toontje Lager, Het Goede Doel, Het Klein Orkest en de Frank Boeijen Groep. Het publiek van de Nederlandstalige bands is jong. Hun belevingswereld staat in schril contract met de vaak wereldwijze teksten, maar het succes is er niet minder om. Als in 1984 Doe Maar ermee stopt, waait de rage over. Het zingen in je moerstaal blijkt echter voorgoed geaccepteerd. De Dijk, Tröckener Kecks en The Scene ontwikkelen een geluid dat typerend wordt voor de Nederlandstalige rock: een drijvende beat, een lyrische tekst en rauw aangezette zang. In de jaren negentig wordt deze traditie voortgezet door Van Dik Hout en Bløf.



Volkshelden

De opkomst van commerciële televisie vanaf 1989 heeft een grote invloed. Er komt veel meer zendtijd beschikbaar en programma’s met Nederlandse artiesten zijn relatief goedkoop te maken. Vooral het levenslied profiteert hiervan. André Hazes wordt een volksheld, net als Frans Bauer en Marianne Weber. De publieke omroep antwoordt met de shows van cabaretier Paul de Leeuw, die veel Nederlandstalige vocalisten (o.a. Ruth Jacott) en collega-cabaretiers (o.a. Acda + De Munnik) als gast heeft. Het zingen in het Nederlands wordt haast een voorwaarde voor succes, merkt ook de zingende pizzabakker Marco Borsato. Na enkele hitjes in het Italiaans, gescoord na zijn overwinning in een televisietalentenjacht, lijkt het met zijn carrière gedaan. Een laatste poging in het Nederlands bezorgt hem echter een enorme hit: Dromen Zijn Bedrog. De combinatie van Italiaanse romantiek en Nederlandstalige rock blijkt een schot in de roos. Samen met liedjesschrijver John Ewbank creëert hij een oeuvre dat ongeëvenaard is in kwaliteit en succes.
Regionale fenomenen

Het succes van de Nederlandstalige pop opent ook de deuren voor groepen en artiesten die in de streektaal zingen. Normaal krijgt gezelschap van Rowwen Hèze (Limburg), Skik (Drente), Jovink & De Voederbietels (Achterhoek), Gé Reinders (Limburg) en De Kast (Friesland). Ook andere lokale fenomenen groeien uit tot landelijke helden, zoals Guus Meeuwis (Brabant), Bløf (Zeeland) en Jannes (Drenthe).

Het nieuwe millennium wordt ingeluid met een succesvolle reünie van Doe Maar. De meisjes van dertien uit de vroege jaren tachtig zijn inmiddels dertig, maar laten zich opnieuw massaal de harten op hol brengen. Ook Boudewijn de Groot maakt een succesvolle comeback. Het voormalige Volendamse kindsterretje Jan Smit groeit uit tot een idool met zelfgeschreven popliedjes als Als De Morgen Is Gekomen en Cupido. In zijn kielzog neemt hij dorpsgenoten Nick & Simon mee. Dat Nederlandstalig ook samen kan gaan met een eigenzinnige muzikale begeleiding bewijst multi-instrumentalist Spinvis.



Nederhop

Na de millenniumwisseling komt de Nederlandstalige hiphop sterk op. Deze vorm van praatzingen ontstaat eind jaren zeventig in de Amerikaanse sloppenwijken. Als stijlvorm bereikt ze Nederland al in de jaren tachtig. DJ Sven & Miker G scoren een hit met de Holiday Rap en rapper Rude Boy is de frontman van de internationaal succesvolle Urban Dance Squad. De Osdorp Posse en Extince zijn de eersten die in het Nederlands rappen. Naar goed gebruik binnen de hiphop dissen (= zwartmaken) de beide kemphanen elkaar voortdurend. Lange tijd is hiphop in Nederland een marginaal verschijnsel, maar na de millenniumwisseling dringen de Osdorp Posse, Extince, Def Rhymz, Brainpower, Opgezwolle en Lange Frans & Baas B door tot de hitparade en is het rappen in het Nederlands een tijdlang een rage.