zaterdag 9 augustus 2014

Canon van de Nederlandse Popmuziek: 1966, Pop als protest



'Meneer de president, welterusten, slaap maar lekker in uw mooie witte huis, denk maar niet te veel aan al die verre kusten, waar uw jongens zitten, eenzaam, ver van thuis’. Met deze bijtend sarcastisch gezongen regels van Lennaert Nijgh begint Welterusten Meneer de President, Nederlands krachtigste en beroemdste anti-oorlogslied. In dit nummer richt Boudewijn de Groot zich direct tot president Johnson ten tijde van de Vietnamoorlog, maar anno 2008 had de tekst net zo goed over Irak of Afghanistan kunnen gaan. De Groot, die ook over woningnood en in het Nederlands vertaalde nummers van Bob Dylan zingt, werd dankzij Welterusten Meneer de President, meteen bestempeld tot protestzanger. Hoewel protestsongs in zijn oeuvre tot de minderheid horen (andere voorbeelden zijn Élégie Prénatale en Woningnood) blijft hij, niet altijd tot zijn genoegen, dit predikaat lang houden. Maar De Groot is zeker niet de enige protestzanger van Nederland. De sixties brengen ook de scherpe tekstdichters Jaap Fischer (Joop Visser), Cornelis Vreeswijk en Armand op. Deze laatste, van wie Ben Ik Te Min een klassieker wordt, houdt tot op de dag van vandaag het protestlied in ere. Zoals hij het zelf in FRET zegt: ‘muziek is een veel te belangrijk medium om te gebruiken voor zaken als ik hou van jou’.