zaterdag 3 september 2016

The fabulous sounds of the sixties (7)


“Als je je de jaren zestig herinnert ben je er niet echt bij geweest” is het gevleugelde woord van Paul Kantner van Jefferson Airplane en voor de échte hippies met hun zware druggebruik was dit zeker het geval. Daarom was het zo gek dat het concert in Moskou t.g.v. twintig jaar Woodstock in het teken stond van de strijd tegen alcoholisme en drugverslaving!

Laten we echter wel wezen, 1967 in Vlaanderen was 1967 in San Francisco niet. Vlaamse hippies waren er wel, maar die kon je enkel terugvinden in “De Muze” in Antwerpen of op “Jazz Bilzen” (de voorloper van Torhout-Werchter), de meerderheid van de Vlaamse jeugd bleef braaf in de pas lopen.

Op tekstueel gebied is het wel al flower power wat de klok slaat met Scott McKenzie, The Mamas and The Papas en andere Flower Pot Men en mistige teksten doen het erg goed, omdat die bij de “psychedelische” muziek passen en het product lijken van een ferme joint. Zo is het dat de begeleiders van Sandie Shaw, The Paramounts, als Procol Harum wereldfaam veroveren met “A whiter shade of pale”, een vrijwel onbegrijpelijke tekst van Keith Reid (die later ook de teksten van Michel Polnareff in het Engels zou vertalen bij diens onfortuinlijke poging om ook de Angelsaksische wereld te veroveren).

Buiten een strijd voor seksuele (Hair) of maatschappelijke (Easy rider) vrijheid (wat meestal een legalisering van drugs inhoudt, b.v. in de teksten van de groep Steppenwolf, geleid door de uit de Oost-Duitsland gevluchte John Kay) is het toch maar een softe bedoening. Dat thema komt ook aan bod in de rock-musical “Hair”, maar eigenlijk is dit toch maar een aaneenschakeling van enkele (weliswaar knappe) liedjes.

Alleen het verzet tegen de oorlog in Vietnam is om begrijpelijke redenen (de jongeren kwamen zelf in aanmerking om er naartoe te worden gezonden) heviger. Op de democratische conventie in deze stad gaven de congresleden de voorkeur aan de rechtse Hubert Humphrey, die als vice-president van Lyndon B.Johnson het Vietnambeleid ondersteunde, boven de wat alternatieve Eugene McCarthy, die nochtans de meeste voorverkiezingen had gewonnen. De anti-Vietnambetogers werden onder het oog van de televisiecamera’s zwaar aangepakt door de politie, wat uiteindelijk (ook mede door nummers als “Chicago” van Crosby, Stills, Nash & Young) een omgekeerd effect zou resulteren. Maar toch won een zekere Richard Nixon nog de presidentsverkiezingen die erop volgden, omdat de democraten hopeloos verdeeld waren. Op het fameuze festival van Woodstock in 1969 werd “I-feel-like-I’m-fixing-to-die-rag” van Country Joe McDonald dan ook uit volle borst meegebruld (muzikaal gebaseerd op de jazzklassieker “Muskrat ramble”). Wanneer echter de Amerikaanse studentenleiders Jerry Rubin en Abbie Hoffman een poging doen om de verzamelde massa tot opstand aan te zetten, werden ze o.m. door Pete Townsend van The Who van het podium geslagen!

De gekende “act” van Pete Townsend om zijn gitaar aan diggelen te slaan is overigens eigenlijk gegroeid uit een banaal incident. Bij een optreden in een zaaltje met een laag plafond, sprong Pete op een bepaald moment omhoog, terwijl hij zijn gitaar rechtop hield. De arm stootte tegen het plafond en brak af. Het publiek was wild enthousiast. Bij de volgende optredens ging Townsend dan ook opzettelijk zijn gitaar vernielen. Soms deed Keith Moon er nog zijn slagwerkinstallatie bovenop.

Jimi Hendrix zou de destructieve act van Townsend later “perfectioneren” door zijn gitaar in brand te steken, terwijl Eric Burdon er juist een gloeiende afkeer van had: “Je slaat toch het instrument niet in gruizelementen dat je heeft geholpen om muziek te maken?”

En toch is dit allemaal “peanuts” tegenover de stunt die de klassieke violist Jacques Thibaud ooit uithaalde. Om de hysterie rond de Stradivarius-violen aan te klagen, liet hij ooit een concert aankondigen waarbij hij vooral de nadruk op het instrument, veel meer dan op de uitvoerder wou leggen. Er kwam veel publiek op af en dat reageerde óók zeer enthousiast. Waarop Thibaud de “wonderviool” voor hun ogen op het podium kapot begon te slaan. Het was immers slechts een doodgewone viool van het vijfde knoopsgat die hij op de rommelmarkt had gekocht…

Begin 2003 kwam Townsend overigens in opspraak omdat hij kinderporno op het internet had bekeken. Achteraf bleek dat hij de politie hiervan op voorhand had verwittigd omdat hij opzoekingen aan het doen was voor zijn autobiografie. Hij meent namelijk dat ook hij als kind het slachtoffer is geweest van pedofilie.