Bob Dylan "leende" de melodie van “Masters of War” van de traditional “Fair Nottamun Town”.
Origineel werd deze song opgenomen door Jean Ritchie in 1954 op 10” Kentucky Mountain Songs (als Nottamun Town) in 1954 op het Elektra label.
Jean was de jongste van 14 kinderen in een Schots-Iers gezin in de Appalachen dat een paar jaar voor haar geboorte songcollector Cecil Sharp op bezoek kreeg. Die noteerde toen de versie van haar oudere zus Una (de vierde in rij) en van haar nicht Sabrina.
Jean heeft de rechten op die Ritchie Family songschat veelal binnen de familie weten te houden en heeft de (soms vette) royalties altijd aangewend voor goede doelen in Kentucky. Ze is zelf door Alan Lomax opgenomen en schreef verder ook The L&N Don’t Stop Here Anymore.
Bob Dylan haalde de melodie voor zijn Masters Of War bij een oude Engelse songs die hij in ’62 in Engeland (waarschijnlijk) van Bert Jansch had geleerd.
Die had Fair Nottamun Town toen nog niet zelf opgenomen en kende het op zijn beurt van Davy Graham die de song van Jean Ritchie had geleerd.
Haar muziekuitgeverij heeft nog vergeefs geprobeerd Dylan aan te klagen voor oneigenlijk gebruik van de melodie, maar die kon succesvol aanvoeren dat zijn variant met totaal nieuwe woorden een geheel andere song had opgeleverd.
Over de oorsprong van “Fair Nottamun Town” weten ze zelfs in Nottingham niets te vertellen, maar zelfs als ze dat konden dan zou de magie ervan weg zijn.
Bronnen lopen uiteen van de Engelse Burgeroorlog (1642-51) tot zelfs de Middeleeuwse Pestepidemieën.