De oorsprong van de Haagse groep Supersister ligt in The Blubs, waarin de jonge tiener Robert-Jan Stips al samenspeelt met drummer Marco Vrolijk. Onder invloed van psychedelica (de heren zijn er vroeg bij) en de eerste plaat van The Soft Machine verandert de naam in 1966 in The Provocation. Twee jaar later staat de ‘harde kern' van het latere Supersister voor het eerst op het podium. Naast Stips en Vrolijk zijn dat bassist Ron van Eck en fluittist Sasha van Geest. Nadat de groep kortstondig Sweet Okay Supersister is genoemd, wordt in 1970 de naam veranderd in Supersister. Stips heeft dan al zijn studie aan het conservatorium van Den Haag vroegtijdig beëindigd: hij staat liever op het podium dan dat hij boeken vol theorie leert. Al snel heeft de eigenzinnige en in de beginperiode behoorlijk theatrale groep een platencontract op zak. Niemand minder dan platenbaas en dj Willem van Kooten van Red Bullet Productions brengt Supersister onder bij Polydor. De band wordt gezien als één van de eerste ‘underground' van Nederlandse bodem, samen met onder meer Groep 1850 en Mother Love. Maar Supersister klinkt toegankelijker, studentikozer en minder broeierig dan haar tijdgenoten. Qua imago heeft de groep alles meezitten: lang haar, brillen en natuurlijk de keiharde optredens vestigen de naam in het nieuwe decennium. Met de single She Was Naked nestelt Supersister zich ook in de hitparade, alhoewel het nummer geen groot commercieel succes wordt. Ook de vier lp's die de groep vanaf 1970 maakt, worden gekocht door een selectief publiek. Daarentegen verkoopt de verzamelaar "Superstarshine vol. 3" uit 1973 -met singles en zeldzaam materiaal- een stuk beter.
Als de groep in juni 1970 op het Kralingen Pop Festival in Rotterdam staat, is net hun eerste plaat "Present From Nancy" uit: de groepsleden denken niet in liedjes of composities, maar in ‘sessies'. Daarvan staan er op de plaat vier, die elk een eigen karakter hebben. Supersister klinkt op die eerste plaat als een overval expansievat, vol van invloeden uit de Amerikaanse en Engelse progressieve hoek (Naast Soft Machine ook Frank Zappa, Pink Floyd en de avontuurlijke kanten van Caravan), maar tevens veelbelovend. Dat maakt de groep volledig waar op "To The Highest Bidder", dat in 1971 verschijnt. De muziek is meer uitgekristalliseerd, de groepsleden spelen gerichter en het lijkt net alsof in ieder stuk een doel wordt gesteld waar de muzikanten naar toe spelen. Net als op de eerste plaat heeft producent Hans van Oosterhout (ooit het vijfde bandlid genoemd) een groot aandeel in het stevige geluid. Opvolger "Pudding And Gisteren" (1973) is de volgende stap van Supersister, een ambitieuze plaat waarvan het titelnummer wordt geschreven voor het Nederlands Danstheater. Inmiddels is Van Geest ook saxofoon gaan spelen en verbreedt de groep haar geluid, maar vlak na het verschijnen van de plaat verlaten zowel hij als Vrolijk de groep. Opvolgers zijn Herman van Boeyen (drums) en Charlie Mariano (sax), waarmee een omvangrijke Duitse tournee wordt gemaakt en de lp "Iskander" wordt opgenomen en eind 1973 uitgebracht. Die plaat laat een groep horen die al lang over haar hoogtepunt heen is. Het geluid neigt meer richting jazzrock en dat zet zich voort op "Spiral staircase", die als bandnaam weer het aloude Sweet Okay Supersister gebruikt. Vlak daarna heft Supersister zichzelf op, gaat Stips verder met Transister en later Sweet d'Buster en The Nits. Ook maakt hij regelmatig soloplaten, al dan niet met hulp van anderen.
Als de groep in juni 1970 op het Kralingen Pop Festival in Rotterdam staat, is net hun eerste plaat "Present From Nancy" uit: de groepsleden denken niet in liedjes of composities, maar in ‘sessies'. Daarvan staan er op de plaat vier, die elk een eigen karakter hebben. Supersister klinkt op die eerste plaat als een overval expansievat, vol van invloeden uit de Amerikaanse en Engelse progressieve hoek (Naast Soft Machine ook Frank Zappa, Pink Floyd en de avontuurlijke kanten van Caravan), maar tevens veelbelovend. Dat maakt de groep volledig waar op "To The Highest Bidder", dat in 1971 verschijnt. De muziek is meer uitgekristalliseerd, de groepsleden spelen gerichter en het lijkt net alsof in ieder stuk een doel wordt gesteld waar de muzikanten naar toe spelen. Net als op de eerste plaat heeft producent Hans van Oosterhout (ooit het vijfde bandlid genoemd) een groot aandeel in het stevige geluid. Opvolger "Pudding And Gisteren" (1973) is de volgende stap van Supersister, een ambitieuze plaat waarvan het titelnummer wordt geschreven voor het Nederlands Danstheater. Inmiddels is Van Geest ook saxofoon gaan spelen en verbreedt de groep haar geluid, maar vlak na het verschijnen van de plaat verlaten zowel hij als Vrolijk de groep. Opvolgers zijn Herman van Boeyen (drums) en Charlie Mariano (sax), waarmee een omvangrijke Duitse tournee wordt gemaakt en de lp "Iskander" wordt opgenomen en eind 1973 uitgebracht. Die plaat laat een groep horen die al lang over haar hoogtepunt heen is. Het geluid neigt meer richting jazzrock en dat zet zich voort op "Spiral staircase", die als bandnaam weer het aloude Sweet Okay Supersister gebruikt. Vlak daarna heft Supersister zichzelf op, gaat Stips verder met Transister en later Sweet d'Buster en The Nits. Ook maakt hij regelmatig soloplaten, al dan niet met hulp van anderen.