maandag 20 augustus 2012

Geschiedenis van de panfluit (3)

Pan(s)fluiten uit het Verre Oosten zijn vlotvormig en hebben rieten met inkepingen in de bovenrand. Op een wandschildering in de grotten van Toeang-Choeang uit de T'ang-dynastie (618-907) zien we een Chinees orkest met een bespeler van de panfluit.

Midden en Zuid-Amerika
Panfluiten werden gemaakt van riet, maar ook van massieve stukken hout, klei en steen of metaal en waarin kanalen werden uitgehold. De panfluiten van de Andes-Indianen zijn duidelijk anders dan die van de Amazone-Indianen.
Bij de eerste groep zien we veel dubbele panfluiten. Bij de Amazone-Indianen in het gebied van de Xingu-rivier wordt het instrument herleid tot twee lange, aan elkaar gebonden bamboepijpen, de "urua" die gebruikt werd bij dodenrituelen.
In Bolivia werd de rechte oud-Indiaanse fluit, de "sicu" bespeeld; deze werden van verschillende lengte gemaakt en elke speler blies een andere toon. Later ontstond het idee om de fluiten te bundelen.
Bij de Andes-Indianen zijn panfluiten gevonden die heel veel lijken op de panfluiten uit China en Oceanië, namelijk panfluiten die uit 2 delen bestaan en waarvan de tonen elkaar aanvullen. Een groep werd als mannelijk en een als vrouwelijk bestempeld.
Sommige fluiten waren zo gebouwd dat één rij open en de andere rij gesloten pijpen had, waardoor in het bovenoctaaf gespeeld kon worden. Dergelijke panfluiten zijn afgebeeld op oud aardewerk uit Peru, waar het instrument "antara" werd genoemd.
De Amerikaanse archeoloog Charles W.Mead beschrijft panfluiten uit Bolivia met de volgende woorden:"Twee pansfluiten, samengebonden door een lang koord en door twee musici bespeeld. Ieder instrument heeft slechts de helft van de tonen van de reeks, alle andere zijn afwezig en die moeten worden gegeven door de man die de aanvullende pijp bezit".
De Cuna-Indianen in Panama (die een schrift hebben wat verwant is met het alleroudste Chinese schrift) verenigen "mannelijke en vrouwelijke" panfluiten om kwintenparallellen te blazen. Een duidelijk verband dus tussen panfluiten uit China, Midden en Zuid-Amerika maar ook Oceanië. De panfluiten zouden uit China naar Amerika zijn gebracht en daar zijn meerdere theorieën over: De zeestroom die zich van Melanesië naar het zuiden beweegt en om Nieuw-Zeeland heen gaat en vervolgens Oost- en Noordwaarts naar Peru trekt, zou af en toe wel eens schepen met mensen meegevoerd kunnen hebben, dus via de zuidelijke Golfstroom. Een andere theorie: ongeveer 10.000 v. Chr. had er een volksverhuizing der Mongolen plaats via de toen droog liggende Beringstraat naar Canada en Amerika en misschien zijn er volkstammen met de panfluit tot in Zuid-Amerika doorgedrongen.
Nog enkel benamingen die we in Zuid-Amerika tegenkomen: In Columbia "capador", in Equador "rondador", in Peru "huayara-puhura". Verder nog "alumnaxkaki", "cheko", "chiru" en "maiso".

Oceanië
De panfluiten die hier gebruikt werden tonen veel gelijkenis met de Chinese panfluit, waarvan zij zouden zijn afgeleid.
Zo zien we op de Solomons-eilanden ensembles waarin meerdere panfluiten samenspelen, elk instrument heeft, volgens zijn samenstelling, zijn eigen naam, samen hebben ze een omvang van drie octaven. Verder treft men op de Solomons-eilanden nog de gatenloze rechte fluit aan, de "sukwadi" en men treft er panfluiten met open pijpen aan.
In Melanesië zijn dubbele panfluiten gevonden die in één orkest door twee spelers bespeeld worden. Op de eilanden van de Bismarck-archipel zijn ook panfluiten gevonden.