Een harp is een duur instrument met veel snaren. Dat is waarschijnlijk waar je aan denkt als je het woord harp hoort of ziet. Maar waarom noemen we het bespelen van zo’n harmonica dan bluesharp spelen?
Vroeger gaven de mensen hun goden namen. De god van de wind noemde ze Aeolus. Hier is de windharp naar vernoemd. Een windharp is een harpinstrument dat buiten wordt neergezet, en door de wind wordt bespeeld. Het geeft een mooi geluid en rustige sfeer, vandaar dat dit bovennatuurlijke geluid werd vergeleken met een god.
Bij het bluesharp spelen blaas je lucht langs een metalen plaatje. Vandaar dat de eerste Harmonica’s de namen Aeolina en Aeolisch kregen. Deze eerste instrumenten werden bespeeld met een stuk riet en werd door vrijwel iedereen vergeleken met het geluid van een harp.
Tegenwoordig heb je al veel meer soorten harmonica’s. Eerst werden de diatonische uitgevonden, en later kwamen de chromatische. De Harmonica’s met een diatonische ladder zijn de meest gebruikelijke. Een diatonische ladder heeft dezelfde afstanden als de bekende do-re-mi-fa-so-la-ti-do reeks. Een chromatische ladder bestaat uit halve toonafstanden, deze heeft dus meer blaastoetsen.
Diatonische harmonica’s bestaan dus uit 7 tonen (do t/m ti). Een octaaf op een harp bestaat ook uit 7 tonen. Onder de Diatonische harmonica’s vallen de bluesharpen. Vandaar dat het bluesharp spelen dus wordt vergeleken met het echte harp spelen.