Het is verbazingwekkend moeilijk aan te geven wanneer rock & roll nu precies begint. De term wordt al veelvuldig gebruikt als seksuele metafoor in oeroude bluessongs. En later om zowel seks als dansen te suggereren, zoals bijvoorbeeld in Roy Brown’s Good Rockin’ Tonight uit 1948. Op plaat wordt de uitdrukking voor het eerst gebruikt in Trixie Smith's "My Baby Rocks Me With One Steady Roll uit 1922.
De kiem van dit stevige dansritme ligt bij de ‘ territory bands’ uit de jaren dertig en ontwikkelt zich in de zwarte rhythm & blues gedurende de jaren veertig. Deze rhythm & blues krijgt de naam rock & roll opgeplakt, zodra blanke muzikanten het beginnen te spelen. Hierdoor wordt een welvarende blanke jongerenmarkt aangeboord en wordt rock & roll synoniem met een ontspruitende jongerencultuur. De eerste succesvolle blanke vertolker is Bill Haley (Crazy Man Crazy in ’53), die met zijn showorkestje (His Comets) de r&b van Louis Jordan en Big Joe Turner combineert met elementen uit de western swing.