vrijdag 15 mei 2015

B.B. King overleden

Zanger en bluesgitarist B.B. King is op 89-jarige leeftijd overleden. Hij wordt als een van de grootste blueszangers van de vorige eeuw beschouwd. Het overlijden is door zijn agent bekendgemaakt.

King leed aan diabetes en zijn gezondheidstoestand ging de afgelopen maanden snel achteruit. Hij overleed in zijn slaap in zijn huis in Las Vegas.

King was ook regelmatig in Nederland te zien en te horen, hij trad een aantal keer op het North Sea Jazz Festival op.  

Hoewel hij in 2006 een afscheidstournee hield, stond de bluesgitarist tot afgelopen najaar op de bühne. In oktober moest hij wegens ziekte zijn laatste optredens afzeggen.

B.B. King (16-09-1925) zijn vloeiende, op de Texas-stijl van Lonnie Johnson en T-Bone Walker geënt gitaarspel en zijn in de gospeltraditie gedrenkte vocalen leveren een onweerstaanbare combinatie op die bij
zowel platenkopers als medemuzikanten in de smaak valt. Een lange rij hits en navolgers is het resultaat. Naast bekende gitaristen als Albert King en Little Milton stappen vanaf het eind van de jaren vijftig ook de nieuwe lichtingen uit Chicago over naar het B.B.-kamp. Daarna is er bijna geen bluesgitarist meer, en daarmee samenhangend ook bijna geen rockgitarist, die niet op de een of andere manier door B.B. (Blues Boy) King is beïnvloed.


King begint zijn muzikale loopbaan in een kerkkoor. De kennismaking met de blues loopt via Bukka White en Robert Jr. Lockwood. Lockwood zet hem op het spoor van T-Bone Walker. Uiteenlopende andere gitaristen die King beïnvloeden zijn Charlie Christian, Django Reinhardt en Les Paul. Hij maakt zijn plaatdebuut in '49 als vocalist op een viertal opnamen voor het Bullet-label uit Memphis. Van '50 tot '62 staat King onder contract bij Modern. Platen verschijnen op de Rpm-, Kent-, Crown- en United-labels. Zijn eerste opnamen zijn net als de Bullet-opnamen in de stijl van shouters en jumpblues-artiesten als Roy Brown en Louis Jordan. Three O'Clock Blues, in '52 een nummer 1-hit in de Amerikaanse r&b-lijsten, is het begin van zijn eigen stijl. Andere hits volgen: Woke Up This Morning, Please Love Me, You Upset Me Baby, Everyday I Have The Blues (in '55 zijn eerste millionseller), Sweet Little Angel, Sweet Sixteen en Rock Me Baby. Vanaf '62 staat King onder contract bij Abc, dat later door Mca wordt overgenomen. Hier scoort hij met Don't Answer The Door, Why I Sing The Blues en The Thrill Is Gone (in '70 zijn tweede millionseller en te vinden op Completely Well).
In latere jaren moet King veel soul- en funkwater in zijn blueswijn doen. Goede bluesplaten maakt hij na '70 niet meer. My Kind Of Blues is een prachtige plaat waarop King en pianist Lloyd Glenn op relaxte wijze een aantal bluesstandards afwerken. Live At The Regal is een klassieke live-plaat. De jaren zeventig brengen een tweetal niet erg opwindende collaboraties met vocalist Bobby 'Blue' Bland, Together For The First Time...Live en Together Again...Live, alsook Midnight Believer en Take It Home, die voor bijna 90% platen van de jazz-funkgroep The Crusaders zijn. There Must Be A Better World Somewhere is een slechte live-plaat en Love Me Tender is een enigszins saaie, maar niet volkomen mislukte poging op het bluespad terug te keren. In '85 levert hij enkele bijdragen aan de soundtrack voor de John Landis-film Into The Night; de desbetreffende nummers maken ook deel uit van het officiële jubileumalbum Six Silver Strings, 's mans vijftigste.
Op King Of The Blues 1989 spelen onder anderen Mick Fleetwood, Steve Cropper, Bonnie Raitt en Stevie Nicks mee. B.B. is op zijn beurt te gast op de U2-plaat Rattle And Hum en in de gelijknamige speelfilm. Uit de optredens die hij in '89 in Nederland geeft, blijkt dat B.B. op het podium vasthoudt aan zijn vertrouwde bluesstijl, dit in schril contrast tot de funky moderniseringspogingen op zijn meer recente platen.
Eind september '90 start hij, te beginnen in Taiwan en eindigend in New York, een ambitieuze, anderhalve maand durende wereldtournee met Ray Charles, een evenement waarover King op de van tevoren gehouden persconferentie opmerkt: 'Spelen met Charles is als sterven en ten hemel gaan.' In '91 opent hij zijn B.B. King Blues Club aan Beale Street in Memphis. Op het spontane Blues Summit zingt B.B. duetten met o.a. Koko Taylor, Etta James, Ruth Brown, Irma Thomas, Robert Cray, Buddy Guy en John Lee Hooker. Het duet-concept wordt voortgezet met Deuces Wild, waarop o.m. de Stones, Eric Clapton, Van Morrison en Tracy Chapman te horen zijn. Wel doet hij het sinds hij de zeventig is gepasseerd iets rustiger aan: tweehonderd in plaats van tweehonderdenvijftig concerten per jaar. King Of The Blues is een vierdelige cd-box, die zijn complete carrière tot dan toe ('49-'92) beslaat. Riding With The King is een ongedwongen duoplaat van twee veteranen die niets meer te bewijzen hebben. Blues All Around Me is een uitstekende biografie. De schitterende 4-cd box The Vintage Years zijn sleutelopnamen voor de Rpm, Kent en Crown labels, gedurende de jaren vijftig en zestig. Dit is de definitieve B.B. Zijn nostalgische vertolkingen van allerhande r&b- en pop-standards op Reflections, bewijzen dat hij zich op kan maken voor een lucratieve oude dag in Las Vegas.



In 2004 werd aan King een eredoctoraat overhandigd van de Universiteit van Mississippi. Tevens had hij ook zijn uitgebreide bluescollectie geschonken aan het 'Ole Miss Center for Southern Studies'.
King heeft een zeer vol en zeer actief leven geleid. Hij bezit een vliegbrevet, is bekend als gokker, vegetariër, niet-drinker en niet-roker. Als diabeticus sinds meer dan tien jaar, is King een van de spreekbuizen van de strijd tegen diabetes.
B.B. King speelt vooral op Gibson-gitaren en noemt ze traditiegetrouw "Lucille". Dit is ontstaan in de winter van 1949. King speelde in Twist, een plaats in Arkansas, Amerika. Tijdens zijn optreden begonnen twee mensen te vechten en ze stootten een vat brandende benzine om die als verwarming dienst deed. Daardoor kwam het gebouw in brand te staan. Toen iedereen buiten was, realiseerde King zich dat hij zijn gitaar had achtergelaten. Hij riskeerde toen zijn leven om zijn gitaar te halen. Toen King later hoorde dat het gevecht over een vrouw ging die "Lucille" heette, besloot hij zijn gitaar zo te noemen, om zich er aan te herinneren nooit meer zoiets te doen. Ook zijn hond die op 27 januari 2006 vermist is geraakt heet "Lucille". Degene die de hond terug vindt, krijgt als beloning een gitaar met handtekening.