maandag 29 augustus 2016

Tom Waits (2)

Als acteur schittert Waits in Short Cuts van Robert Altman, waarin hij met veel overtuiging een drankzuchtige, aan lager wal geraakte limousine-chauffeur neerzet, en in het Jim Jarmusch-tussendoortje Coffee And Cigarettes, een korte eenakter waarin hij en Iggy Pop zichzelf spelen in een hilarische 'roadhouse'-dialoog. Ook is hij te zien in Deadfall en Bram Stoker's Dracula. Rod Stewart heeft in '92 een hit met Waits' Tom Traubert's Blues. Waits schrijft ook teksten en muziek voor Alice, een theaterproductie van Robert Wilson, gebaseerd op Alice In Wonderland. In september '95 verschijnt Holly Cole's Temptation, dat volledig bestaat uit covers van Waits, een half jaar later gevolgd door de soundtrack van Dead Man Walking met daarop twee nieuwe Waits-nummers.. Ook levert Tom bijdragen aan albums van zijn vrienden Chuck E. Weiss, Rambling Jack Elliot en een Kinky Friedman-tribute. In '98 speelt hij
de wapensontwerper Doc Heller in Kinka Usher's film Mystery Men.



Mule Variations is het studio-album waarop zijn fans zeven jaar hebben moeten wachten. Het is tevens zijn eerste voor een nieuwe maatschappij, het voorheen als punklabel bekend staande Epitaph. De plaat wordt door de pers als meesterwerk binnen gehaald en blijkt ook in commercieel opzicht een voltreffer te zijn. Waits gaat ook weer op tournee, waarbij zijn twee pittig geprijsde concerten in Den Haag in enkele uren geheel uitverkopen. Fans en critici begroeten de comeback met onverholen enthousiasme en de net vijftig jaar geworden zanger krijgt in '00 voor het album een Grammy in de categorie Best Contemporary Folk Album. Nog meer filmsoundtrack-bijdragen: Liberty Heights en Gunshy. Een hernieuwde samenwerking met Robert Wilson resulteert in Woyzeck, een muziektheaterproject, gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Georg Büchner, dat in november '00 in Kopenhagen in première gaat. Dat jaar produceert hij ook het album Wicked Grin van de blanke bluesman John Hammond, waarop twee nummers van zijn hand zijn te vinden. Ook is hij te horen op platen van Dan Hicks, Primus en Sparklehorse. The Dime-Store Novels Vol. 1, Live At Ebbets Field bevat een radiosessie uit '74 die eerder als bootleg in omloop is.



Alice en Blood Money verschijnen gelijktijdig. Beide bevatten songs voor theaterproducties van Robert Wilson, respectievelijk Alice In Wonderland en Woyzeck. Waits blijkt met zijn unieke persoonlijkheid en originele mix van stijlen diverse generaties aan te spreken. Op het gevarieerde Real Gone, met liedjes over politiek, oorlog, executies en auto's, is Waits weer uitstekend op dreef. Met onder meer oude jazz en wat Waits zelf cubist funk noemt. En dat allemaal, voor het eerst, zonder piano. De composities (geschreven met echtgenote Brennan)zijn onder meer in de badkamer van Waits ontstaan. Les Claypool (bas), zoon Casey Waits (draaitafel, drums), Marc Ribot (gitaar, cigarbox-bass), Larry Taylor (bas), Brian 'Brain' Mantia (percussie) en Harry Cody (banjo, gitaar) behoren tot de ingeschakelde musici. Ribot, Taylor en 'Brain' vormen de begeleidingband van Waits als hij op 19, 20 en 21 november concerten geeft in Carré, Amsterdam. De peperdure kaartjes voor de optredens (eerste rang: 98 euro) zijn binnen een kwartier uitverkocht. De welgestelde happy few krijgt een selectie Waits-nummers uit het laatste anderhalve decennium voorgeschoteld in een meer dan twee uur durende show. De als rauw getypeerde optredens zelf krijgen lovende reacties. Waits is te horen op Blinking Lights And Other Revelations van Eels ('05). Ook zijn composities van zijn hand te vinden op een aantal soundtracks (o.a. Shrek 2 en Robots).

zondag 28 augustus 2016

Dear Prudence

Dear Prudence is een lied van The Beatles, geschreven door John Lennon, maar staat op naam (zoals gebruikelijk bij The Beatles) van het schrijversduo Lennon-McCartney. Het is het tweede nummer van het album The Beatles.

Het lied gaat over Prudence Farrow, zuster van actrice Mia Farrow. Zij reisde in 1967 met The Beatles mee tijdens hun bezoek aan de goeroe Maharishi Mahesh Yogi in India. Prudence zonderde zich van de rest van het gezelschap af en ging geheel op in transcendente meditatie (TM). Zij was het trouwens die haar zus Mia had overhaald om mee te gaan naar Indië.

Lennon maakte zich zorgen, en schreef toen Dear Prudence met onder andere de tekst “Would you come out to play”.



Toen de Beatles huiswaarts keerden bleef Prudence achter, samen met o.a. Mike Love (The Beach Boys). Dat gezelschap verdiepte zich verder in TM en Prudence is daarmee tot op de dag van vandaag bezig.

De drums op het liedje werden, net als bij Back in the U.S.S.R., verzorgd door Paul McCartney. Drummer Ringo Starr had daags tevoren de studio verlaten na kritische opmerkingen van McCartney op zijn drumstijl.
Dear Prudence werd opgenomen in de Trident Studios op 28, 29 en 30 augustus 1968.

• John Lennon – zang, gitaar, basgitaar, drums, handgeklap, percussie
• Paul McCartney – achtergrondzang, basgitaar, gitaar, drums, handgeklap, percussie
• George Harrison – achtergrondzang, gitaar, basgitaar, drums, handgeklap, percussie
• Mal Evans – achtergrondzang, handgeklap
• Jackie Lomax – achtergrondzang, handgeklap
• John McCartney – achtergrondzang, handgeklap

donderdag 25 augustus 2016

The Incredible String Band

The Incredible String Band is een Schotse folk/rockband uit de jaren zestig, die onder leiding stond van Mike Heron (Glasgow, 12 december 1942) en Robin Williamson (Glasgow, 24 november 1943). Muzikaal was de groep een combinatie van psychedelica, underground, Keltische en folkmuziek.

De Incredible String Band werd opgericht in 1965, door de Schotse folkmuzikant Robin Williamson en de excentrieke Engelsman Clive Palmer. Het duo werd al snel uitgebreid met de Schot Mike Heron, mede door het feit dat trio's op dat moment 'hip' waren - zoals Peter, Paul & Mary.

De band werd 'gespot' door de Amerikaan Joe Boyd, die voor de Engelse divisie van platenlabel Elektra op zoek was naar nieuwe acts. De ISB ging voor Joe Boyds Witchseason label de studio in om daar in een paar dagen de gelijknamige debuut-elpee op te nemen. Niet erg overtuigd van mogelijk succes viel de band daarop meteen uit elkaar, waarbij Palmer met het verdiende geld op de Hippie Trail naar Afghanistan ging en Williamson met vriendin Licorice (Likky) McKechnie naar Marokko trok, alwaar hij zichzelf volpakte met exotische instrumenten, waaronder de gimbri.

Na zijn terugkeer nam Williamson weer contact op met Mike Heron, die in Schotland was gebleven, en samen namen zij het baanbrekende album 'The 5000 Spirits or the Layers of the Onion' op, met een cover van het Nederlandse The Fool. Deze lp, in de pers lovend 'The Sgt. Pepper's of folk' genoemd, bood zicht op een geheel nieuw muzikaal werkterrein (vaak aangeduid met 'psychedelische folk') en was een combinatie van Britse folkmuziek, psychedelische hippieballads, Keltische muziek en Oosterse elementen. Met name de Williamson song 'First girl I loved' kreeg veel airplay.

De Incredible String Band, die gaandeweg hun vriendinnen Rose Simpson en Licorice McKechnie betrokken bij concerten en plaatopnamen, bereikte het artistieke en commerciële hoogtepunt met het derde album 'The Hangman's Beautiful Daughter', waarna een consolidatie volgde met het dubbelalbum 'Wee Tam and the Big Huge'. In 1969 speelde de band op het hippiefestival Woodstock. In 1970 gaf de band een memorabel, theatraal concert in de Londense Roundhouse.

Het begin van de jaren '70 liet een dalende creativiteit en oorspronkelijkheid zien, mede beïnvloed door de vele personeelswisselingen en de toenemende irritatie en verschillen van mening met betrekking tot de muzikale koers tussen de twee hoofdrolspelers Williamson en Heron. In 1974 viel de band uit elkaar. Mike Heron zette zijn carrière voort met solo-elpees in het rock-idioom die slechts in eerste instantie redelijk succesvol waren. Robin Williamson herpakte zich in creatieve zin in Californië en heeft daarna een grote reputatie opgebouwd als 'moderne bard' met een buitengewoon divers en uitgebreid oeuvre.

maandag 22 augustus 2016

Back Home

De Golden Earring staat vanaf 22 Augustus 1970 vijf weken op de eerste plaats in de Nederlandse Top 40 met de single Back Home.

Back Home, met op de B-kant This Is The Time Of The Year, komt op 18 Juli 1970 binnen op achttien. Het is een leuk verjaardagscadeau voor de 22ste verjaardag van de nieuwe drummer van de Golden Earring, Cesar Zuiderwijk (2e van links).

Back Home is de eerste single van de groep waarop de opvolger van Sieb Warner (die de groep verlaten heeft) te horen is. Sieb Warner heeft maar kort bij Golden Earring gespeeld, en is in 1969 alleen te horen op de single Another 45 Miles. Sinds Another 45 Miles vervalt de s van The Golden Earrings en wordt het Golden Earring. Sieb Warner is de opvolger van Jaap Eggermont, die Golden Earring begin 1969 heeft verlaten om producer te worden.

Afbeeldingsresultaat voor hoes back home golden earring


Vaughn De Leath - Ukulele Lady






Leonore Vonderlieth, artiestennaam Vaughn De Leath, (Mount Pulaski, 26 september 1894 - Buffalo, 28 mei 1943) was een Amerikaanse zangeres die populair was in Amerika in de jaren twintig. Ze was mogelijk de eerste vocalist die croonde en ook de eerste die live zong op de radio. Een van haar hits was "Are You Lonesome Tonight?", later onsterfelijk gemaakt door Elvis Presley. Tegenwoordig is ze zo goed als vergeten.


In 1921 begon ze te zingen voor WJZ en rond die tijd begon tevens haar platencarrière. Ze nam in de jaren twintig op voor zo'n beetje alle platenlabels van die tijd: Edison, Columbia, Okeh, Gennett, Victor en Brunswick. Haar platen werden uitgebracht onder haar artiestennaam, maar ook onder andere namen, zoals Gloria Geer, Mamie Lee, Sadie Green, Betty Brown, Nancy Foster en Marion Ross. Onder de musici die haar bij de opnames begeleidden waren enkele topmuzikanten uit de vroege jazz, zoals trompettist Red Nichols, trombonist Miff Mole, de gitaristen Dick McDonough en Eddie Lang, Frankie Trumbauer, cornettist Bix Beiderbecke en orkestleider Paul Whiteman (bijvoorbeeld "The Man I Love").

In 1923 werd ze ook een executive officer in de radiowereld, de eerste vrouwelijke: ze gaf in de jaren tot 1925 leiding aan verschillende radiostations. In 1925 ging ze echterweer fulltime zingen. In 1928 trad ze op in experimentele televisieuitzendingen. Ze was de gast in de eerste uitzending van de Voice of Firestone Radio Hour en een van de eerste Amerikaanse entertainers die optraden in een transatlantische radiouitzending naar Europa.

In 1931 maakte ze haar laatste opnames, voor Crown Records en in die tijd trad ze ook op in haar laatste nationale netwerk-uitzendingen: hierna was ze alleen nog actief voor lokale radiozenders in New York.

In de jaren voor haar overlijden had ze een drankprobleem en financiële problemen.


Dit is een van haar grootste hits
UKULELE LADY




dinsdag 16 augustus 2016

Woodstock

Woodstock werd niet in de plaats Woodstock gehouden. Aanvankelijk was dat wel de bedoeling geweest. De organisatoren van het festival wilden het plaats laten vinden in het dorpje Woodstock in New York, maar bij nader inzien was hier geen passende locatie beschikbaar. Na deze tegenslag viel hun oog op een bedrijventerrein in de buurt van Middletown. Een maand voor aanvang van het festival werd echter hun vergunning ingetrokken. Gelukkig vonden ze in het New Yorkse plaatsje Bether melkboer Max Yasgur, die een deel van zijn land beschikbaar wilde stellen. Het historische festival ontvouwde zich echter niet – zoals velen denken – op de boerderij van Yasgur, maar op een veld ongeveer vijf kilometer verderop. Yasgur bezat destijds enkele grote stukken land die hij onder andere gebruikte om zijn koeien op te laten grazen

De twee mensen die elkaar omhelzen op de hoes van de Woodstock-soundtrack zijn destijds getrouwd
Afbeeldingsresultaat voor woodstock lp hoes

Ze heten Nick en Bobbi Ercoline en wonen minder dan een uur rijden van het toenmalige festivalterrein af. Het stel werd in 1969 ongewild deel van een iconisch beeld, dat behalve voor een albumhoes ook werd gebruikt voor de poster van de Woodstock-documentaire. Ze zijn een symbool voor hun generatie, maar destijds hadden ze eigenlijk geen plannen om op het festival aanwezig te zijn. Toen het stel dat weekend naar de radio zat te luisteren, hoorden ze tot wat voor enorm spektakel Woodstock zich ontpopte. Ze werden gewaarschuwd om vooral niet naar het evenement te komen, maar dit werkte averechts. Hoewel ze eerder geen interesse hadden, waren ze nu vastbesloten om ook deel uit te maken van het legendarische feest. Ze grepen een literfles rode wijn, wat zakken chips en vertrokken richting Yasgurs veld. Ze moesten de auto waarmee ze kwamen echter langs de weg achterlaten en liepen bijna tien kilometer voordat ze arriveerden. Twee jaar na Woodstock gaven ze elkaar het ja-woord en ze zijn nog altijd samen.

woensdag 10 augustus 2016

Dave Berry

De uit Sheffield afkomstige Dave Grundy begint zijn muzikale carrière in '60 als zanger bij lokale groepjes. In '62 vormt hij een eigen groep: The Cruisers. Kort daarna scoort hij zijn eerste hit met een cover van 'Memphis Tennessee' van Chuck Berry. Zijn bewondering voor deze levende legende brengt hem ertoe diens achternaam over te nemen. In Engeland boekt hij regelmatig succesjes met nummers als 'The Crying Game', 'Little Things' en 'Mama', zonder op grote schaal door te breken. Dat lukt wel op het continent en met name in Nederland wordt Dave Berry een groot pop-idool. In '65 en '66 bereikt hij hier te lande een ongekende populariteit, die zelfs vergelijkbaar is met die van Beatles en Stones. 'This Strange Effect' stoot door naar de eerste plaats in de Veronica Top 40 en ook 'Can I Get It From You', 'I'm Gonna Take You There' en 'If You Wait For Love ' bereiken hier - maar dan ook alleen hier - topnoteringen. Al deze hits zijn terug te vinden op This Strange Effect. Het absolute hoogtepunt van de Berry-manie vormt zijn optreden op het Grand Gala van '65. In '67 komt er een abrupt einde aan zijn succes in de lage landen. Sindsdien is er weinig van hem vernomen.

dinsdag 9 augustus 2016

Queen's laatste concert

Queen trad op 9 augustus 1986 voor het laatst in de originele bezetting op. Knebworth in Engeland was de plek waar The Magic Tour werd afgesloten. Pas negentien jaar later ging de band weer op tournee. Zonder de gepensioneerde bassist John Deacon. Maar vooral ook zonder de flamboyante frontman en zanger Freddie Mercury.

The Magic Tour werd gehouden ter promotie van A Kind Of Magic, dat weer de officieuze soundtrack was van de film Highlander. De elfde Queen-tour bracht de mannen onder meer in Leiden, waar twee optredens werden verzorgd in de Groenoordhallen. Ook werden twee strak uitverkochte concerten in Wembley gegeven – het Wembley waar de band een jaar eerder de show stal tijdens Live Aid.

In het Knebworth Park in Stevenange was het afsluitende optreden van The Magic Tour. Niemand kon bevroeden dat dit het laatste concert was van de band in de oorspronkelijke bezetting. Mercuy had inmiddels het HIV-virus onder de leden. Na afloop van de tournee gaf de zanger aan niet meer te willen optreden.



Niemand zit te wachten op vier oude mannen op het podium, was de officiële reactie. Mercury werd dat jaar veertig. De geruchten over aids namen in de volgende maanden meer en meer toe, maar werden officieel ontkent. Niemand was ziek, en aids was taboe rond Queen.

De band deed het wel rustiger aan. Er was weer tijd voor soloprojecten, zoals The Cross en Mercury’s duetalbum met operazangeres Montserrat Caballé. Pas in 1989 kwam Queen weer bijeen om een studio-album (The Miracle) te maken.

Nadat Mercury in 1991 overleed ten gevolge van aids, kwamen de drie mannen slechts sporadisch weer bij elkaar. Soms om te werken aan het postume album Made In Heaven, een enkele keer voor een optreden. In 1997 nam John Deacon afscheid van Queen en het publieke leven.

zondag 7 augustus 2016

The House of the Rising Sun



The House of the Rising Sun dateert waarschijnlijk uit de 18e eeuw Amerikaanse folk-traditie, maar op 15 september 1937 nam folklorist Alan Lomax een 16-jarige Miner's Dochter, Georgia Turner op. Zij zong de song in Middlesborough, Kentucky. Ze kreeg 117 $.

De oudst gekende opname is deze van Tom Clarence Ashley & Gwen Foster als “The Rising Sun Blues” uit 1934 op het Vocalion label.

Tom Clarence Ashley & Gwen Foster als The Rising Sun Blues, gezongen vanuit een mannelijk standpunt, met een Jimmie Rodgers-achtige yodelgitaar aan het begin (die toen trouwens nog maar net een paar maanden dood was) en geheel in het midden latend of het hier om een bordeel dan wel om een nor gaat ("...to spend the rest of my weary life beneath that rising sun"). Tom zat in dezelfde Medicine show als Roy Acuff (Doc Hauer's) en leerde hem die song. Zelf beweerde Tom het van zijn grootmoeder (Enoch Ashley) te hebben geleerd. Eigenlijk is het een song om effectief door vrouwen gezongen te worden. Het Library of Congress had notie van die song sedert 1925, zij het toen zonder enige verwijzing naar New Orleans. Nooit gepubliceerde maar wel (onder mijnwerkers) oraal overgeleverde vuile versies uit de Ozark Mountains (Arkansas) reveleren onmiskenbaar een bordeelachtergrond (in Baxter Springs, ginder net over de grens met Kansas) en terug te voeren tot minstens 1905.

De melodie is verwant aan Lord Barnard And Lady Musgrove, een song uit Suffolk, Engeland. De melodie vertoont ook enige gelijkenis met die van Engelse ballade Matty Groves (1600s).
Alan Lomax noteerde ooit volgende zin in een song van folkzanger Harry Cox (uit Norfolk): "If you go to Lowestoft and ask for the Rising Sun, there you'll find two old whores, and my old woman's one". Er heeft ooit inderdaad een Rising Sun pub bestaan in dat vissersdorp, ook al omdat die plaats zo ver in het oosten van Engeland ligt (The Town Of The Rising Sun). Niet voor niets is er een boek verschenen uitsluitend over dit lied: Chasing The Rising Sun van Ted Anthony (Simon & Schuster).
Roy Acuff nam het nummer op op 3 november 1938. Hij kan het geleerd hebben van Smoky Mountain artiesten als Clarence Ashley of de Callahan Brothers, een invloedrijke duet uit de jaren '30 en '40. In 1941 nam Woody Guthrie er een versie van op. In het najaar van 1948 nam Lead Belly een versie op met de naam "In New Orleans" in de sessies die later bekend werden als Lead Belly's Last Sessions (1994, Smithsonian Folkways.

 
                                             New Orleans Parish Prison



Hoewel de uitdrukking "House of the Rising Sun" vaak wordt gezien als een eufemisme voor een bordeel ( het is echter niet bekend of het huis dat wordt beschreven een echte of een fictieve plaats is), vertelt het oorspronkelijke nummer het verhaal van een jonge vrouw, een dochter die haar vader heeft vermoord, die een alcoholist en gokker was die zijn vtouw sloeg.

Daarom lijkt het erop dat “het Huis van de rijzende zon” eerder een gevangenis is, van waaruit de zanger de zonsopgang ziet vanwege de Oost-locatie, in Louisiana.

"There is a house in New Orleans..." Volgens songarchivaris Alan Lomax kenden heel wat jazzmuzikanten uit New Orleans de song al van voor W.O. 1 en geen wonder: het stikte ginder van de échte Houses of the Rising Sun in en om de French Quarter: er was een Rising Sun Coffee House op nr 9, Old Levee Street (tegenwoordig nr 115, Decatur Street), er was het Rising Sun Hotel in Conti Street (afgebrand in 1822 en waar laatst door archeologen opvallend veel potjes lipstick en poederdozen werden opgegraven) en er was het bordello van Madame Marianne Du Soleil Levant op nr 826-830, St. Louis Street, waar je niet alleen terecht kon voor wereldlijke geneugden maar waar ook spirituele ceremonieën werden gehouden, getuige twee oude rituele voodoo-altaren die daar nu nog staan.

Het huis waarover sprake in de song is daarom misschien onmiskenbaar een bordeel, maar het oorspronkelijke House was dat daarom niet noodzakelijk. Zoals café Onder De Toren naar de nabijgelegen kerk verwijst, zo verwijst het ball & chain-vers in de laatste strofe en de Franse vertaling van Johnny Hallyday (Le Pénitencier) net zo goed in de richting van een nor.
Dave Van Ronk, de man van wie Dylan dit nummer leerde, beweerde ooit een foto te hebben gezien van de Parish Prison van New Orleans (afgebroken in 1895) met in een rond raam pal boven de ingang tot de vrouwenafdeling, een opgaande zon motief zoals in de vlag van Japan (het land van de rijzende zon). Wat het - nog altijd volgens Van Ronk - volkomen aannemelijk maakt dat toen hele bevolkingslagen best wel zullen geweten hebben welk huis men bedoelde als van iemand in New Orleans werd gezegd: "He/she's in the House of the Rising Sun".

                                              Clarence Ashley

zaterdag 6 augustus 2016

Only the lonely

Nu weet ik niet of je er al op gelet hebt, maar een aantal artiesten die bij Sun Records in Memphis hun eerste platen opnamen, kenden pas nadien een grote doorbraak. Elvis Presley mogen we bovenaan dat lijstje plaatsen zonder daarbij sterren als Johnny Cash en Jerry Lee Lewis te vergeten. Roy Orbison moet ook vermeld worden. Hij had al in diverse groepjes meegespeeld alvorens hij zich bij Sam Phillips van Sun Records aanmeldde. Na een auditie bij Sam kreeg hij in 1956 een platencontract angeboden en scoorde iets later een hit met Ooby Dooby. Orbison voelde zich niet echt thuis bij Sun Records. Hij vond dat Sam Phillips na het vertrek van Elvis richting RCA méér aandacht besteedde aan Jerry Lee Lewis dan aan hem. Hij vond dat er méér had gezeten in het succes van Ooby Dooby, want veel storm had dat nummer niet veroorzaakt.

Roy ging zich dan maar profileren als songwriter. Zo schreef hij op zekere dag een liedje opgedragen aan zijn toenmalige vrouw Claudette en speelde dat door aan The Everly Brothers die het als b-kant gebruikten voor hun single All I have to do is dream, een 45-toerenplaat die haast moeiteloos de eerste plaats in Billboard’s Hot One Hundred inpalmde. Dit zorgde ervoor dat Roy zijn naam als songschrijver beter in de etalage kon plaatsen. Roy is zich altijd blijven herinneren dat hij het nummer Only the lonely in zijn auto schreef die buiten op de oprit voor zijn huis geparkeerd stond. Ze waren té klein behuisd en schrijven is toch iets dat je in je eentje doet, dus eenzaam in de auto zitten pennen, deerde hem niet echt. Dat gevoel stimuleerde hem wel tijdens het schrijven van Only the lonely. Mensen hebben nu eenmaal mensen om zich heen nodig.

Na een show waarin The Everly Brothers in Indiana hadden opgetreden, stelde Roy Only the lonely aan Don en Phil voor, maar nadat Roy het hun had voorgespeeld, vond Don dat Roy het zelf moest inzingen, dat het echt iets voor hem was. Wat ik haast nergens lees, is het verhaal dat Roy het nummer in 1960 aan Presley wilde laten horen. Ik heb het verhaal van hem persoonlijk gehoord tijdens een gesprek dat ik ooit met Roy voerde. De studio was geboekt. Orbison reed van Texas waar hij toen woonde naar Nashville, arriveerde daar ‘s ochtends om zes uur, maar merkte dat Presley pas veel later zou opduiken. Uiteindelijk kwam van die hele sessie niets in huis en was Orbison zo aangedaan dat hij die energie absoluut kwijt wou en het nummer uiteindelijk dan maar zelf opnam.

Hij schreef de song samen met zijn toenmalige producer Joe Melson en nam het op voor diens Monument Label. Dat label was in 1958 in Washington opgericht door Fred Foster en Buddy Deane. Nadat Deane het label verlaten had, verhuisde Foster naar Hendersville, een stad aan de rand van Nashville. Het was Fred die op een vroege ochtend op de idee van de intro kwam: Only the lonely gevolgd door dum,dum,dum enz… know the way I fel tonight. Hij rent meteen naar Roy’s kamer om hem wakker te maken met de woorden: ” We have it! You have a smash hit!”. Roy pakt meteen zijn gitaar en begint die idee uit te werken. Hij op zijn beurt is zo enthousiast dat hij meteen vraagt wanneer ze het kunnen inblikken. Dat kan meteen de dag nadien. In zeven haasten wordt aan Anita Kerr gevraagd de arrangementen uit te schrijven. Zij op haar beurt gaat op zoek naar zes strijkers, want Roy wil koste wat het kosy violen horen klinken. Vergeten we niet dat in die tijd alles op maximum twee sporen werd opgenomen. Stereo maakte toen amper opgang. Ze pasten die 25ste maart 1960 wel het trukje toe de zangstem in het midden te plaatsen zodat de indruk van stereofonie werd gewekt. De song wordt in de befaamde Studio B in Nashville ingeblikt door technicus Bill Porter . Na de eerste opname isRoy niet tevreden. Zijn stem klinkt niet groots genoeg. Er is ook teveel terugkoppeling via zijn microfoon. Er bestonden toen nog geen geïsoleerde zangcellen waar de zanger met hoofdtelefoon zijn deel kon inzingen. Studio B was geen al té grote studio. Samen met de zes violen, de vijf backingzangers waaronder Hank Garland en Harold Bradley tokkelde Floyd Cramer op de piano, bespeelde Bob Moore de bas en zat Buddy Harman achter het drumstel. Uiteindelijk vinden ze een metalen rek waarover een paar dekens worden gehangen. Roy wordt in de hoek van de studio opgesteld. Al van bij de eerste noot hoort de technicus van dienst dat dit goed zit. Zo moet het klinken. Er wordt voorgesteld het nummer wat dansanter aan te pakken, maar daarop reageert Roy furieus met: ” I don’t want to dance to my songs. Let’s start from the top.”  In de maand mei van 1960 wordt Only the Lonely op single uitgebracht met op de B-kant Here comes that song again, eveneens een nummer van Roy Orbison en Joe Melson.  De 25ste juli staat het nummer op de tweede plaats in Billboard’s Hot One Hundred, pal achter Brenda Lee. Haar single I’m sorry blijkt té sterk om gepasseerd te worden.

Het succes van Only the lonely bezorgde The Big O nogal snel het imago van een melancholische zanger. Daarover zei hijzelf: “The sadness idea has a lot to do with my image over the years I guess: the black clotches and the shades. Also, it has to do with the fact that Only the lonely was the first hit and that was an incredible sad song. It’s synonymous with my name now. People obviously assume that my life is like that song, which is not really true at all. For the most part it’s been a glorious life”. Toen Only the lonely in Engeland werd uitgebracht, bleef de single bij een eerste poging op de 36ste plaats haperen in de toenmalige top veertig, maar bij een tweede poging, ongeveer een maand later, schoot het nummer als een pijl uit een boog midden in de hitroos.

vrijdag 5 augustus 2016

In Alle Staten: Virginia

De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian Wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?
In deze 47e aflevering:

Virginia
USA
Er is al eerder aandacht geschonken aan de sterren uit Virginia Gene Vincent, The Carter Family en Ella Fitzgerald. Maar toch, van Ella krijg je nooit genoeg.


maandag 1 augustus 2016

Jaap Fischer

Jaap Fischer: Monniken EP.
De geestige liedjes van Jaap Fischer behoren tot een van de hoogtepunten uit de Nederlandse kleinkunst van de jaren zestig. Zijn EP's uit de periode 1961-63 werden tot jolijt van velen in de jaren tachtig en negentig heruitgegeven. Zijn repertoire is beperkt en zijn gitaarspel rudimentair maar speelse en grappige liedjes als Monniken, de Koning, Euromoord, Cipier en Peer hebben nog niets van hun glans verloren. Suzanne en Omdat ik van je houd ontroeren dan weer door hun ontwapenende eenvoud en eerlijkheid. In 'Hutje' bezingt Fischer het burgerlijke leven en de keuzes die daar bij horen: "Ik heb een hutje in een bos, in een heel diep bos. Met een vrouw en een wieg en thee met cake. Met een pijp en een pantoffels en de Libelle iedere week." Ook in Kater belicht de zanger de schaduwzijde van de liefde: "Er kruipt iets langs, door en over je heen. Dat is je kater, je kater..."
.