vrijdag 25 november 2016

Bob Dylan


Inmiddels klinkt hij als een dronken kraai, maar hij behoort tot De Grote van onze popgeschiedenis. Hij maakt al 50 jaar muziek, werd genomineerd voor de Nobelprijs voor de literatuur, won 11 Grammy’s in zijn leven, maakte 34 studioalbums en is misschien wel de meest gecoverde artiest ooit. Hij maakte veel carrièreswitches en had zelfs een christelijke periode. You hate him or love him, maar feit is, je kan niet om hem heen. Hij is de stem van een generatie, het levende boegbeeld van de jaren ’60, althans, dat wordt hem toegeschreven. In werkelijkheid was dit meer een opgedrongen titel dan een zelfgekozen weg. Op dinsdag 24 mei 2011 wordt hij 70 jaar en daarom is het tijd voor een Gouwe Ouwe Speciaal, over het fenomeen Bob Dylan en zijn werkelijke gedachtes.

Hij werd geboren in 1941 als Robert Allen Zimmerman, maar vernoemde zich naar een van zijn inspiratie bronnen, dichter Dylan Thomas. Hij breekt door in Greenwich village, een wijk van New York die nu vooral gekenmerkt wordt door de hoeveelheid homoseksuelen, was toen een broedplaats voor folk en protestzangers. Hij valt op door zijn eigen nummers te zingen in een mix van folk en gospel. Dankzij albums als The Freewheelin of Bob Dylan en The Times they are a Changin, die vol staan van maatschappij kritische teksten wordt hij benoemd tot opvolger van zijn idool Woody Guthrie, een van de belangrijkste protestzangers uit de jaren ’30 en ’40. Nummers als Blowing in the Wind en The Times they are a Changin werden lijfliederen van de protestbeweging.

Door deze nummers kreeg Dylan een stempel waar hij, hoe hard hij ook probeerde, nooit meer vanaf zou komen. Hij werd ‘de stem van zijn generatie’. De rest van zijn carrière staat in het teken van zijn “oerangst om gestigmatiseerd te worden”.



Het afzetten tegen deze stempel begon in 1964 met Another Side of Bob Dylan. De akoestische gitaar en mondharmonica bleef, maar de politiek werd verplaatst naar de achtergrond. De teksten werden meer poëzie. Het meest typerend is het nummer My Back Pages, met de zin: “ Ah but I was so much older then i’m younger than that now. ” Het is een afscheid van de protestbeweging en een poging een nieuwe richting in te slaan.

In 1965 worden Bringing it all Back Home en Highway 61 Revisited uitgebracht. Beide albums zijn half akoestisch en half elektrisch. Het is het begin van de langlopende samenwerking tussen Dylan en The Hawks, later bekend als The Band. De protestbeweging verwijt hem zijn ziel aan commercie te hebben verkocht. Door deze muzikale omslag zou Dylan jaren worden uitgejouwd door fans. Volgens de legende zou zijn mentor en protestzanger Pete Seeger tijdens een optreden op het New Port Folk Festival zelfs geprobeerd hebben de gitaarkabels uit zijn instrument te trekken om te voorkomen dat hij elektrisch zou gaan spelen.

De muziek werd meer en meer blues en rock en steeds minder folk en gospel. Van de LP’s kwamen onder andere: Subterrain Homesick Blues, waar voor het eerst het concept ‘videoclip’ zijn kop op stak, Mr Tambourine man, Desolation row en Like A Rolling Stone, dat revolutionair was door de combinatie van orgel, solo gitaar en een Dylan die uiterst cynisch over de huidige samenleving zong en omdat voor het eerst een nummer langer was dan drie minuten. Het was muziek die hij al langer wilde maken, maar nooit kon door zijn verbintenis aan de protestbeweging.

Tijdens zijn optredens uitte hij zijn kritiek op zijn status door de Amerikaanse vlag achter het podium op te hangen en af en toe “Play it loud” te schreeuwen. Maar wat hij ook deed, het deerde zijn stempel niet. In ditzelfde jaar kreeg hij een curieus motorongeluk waarvan de toedracht onduidelijk blijft. In zijn biografie bekend hij dat het een poging was om aan het sterrendom te ontsnappen

1967 komt John Wesley Harding uit, een album sterk beïnvloed door lezen van de bijbel. De nummers zijn enkel opgenomen met akoestische instrumenten en een meer countrygeluid.

Het laatste album uit de jaren ’60, Nashville Skyline bezorgde Dylan veel kritiek. Dit omdat Dylan opeens ‘lalala’ ging zingen. Ondanks de breuk met zijn verleden en alle kritiek werd het succes alleen maar groter. Tot en met 1985 werden alle Lp’s minstens zilver gecertificeerd in de VS of in de UK.



De jaren ’70 beginnen rustig, Het album Self Portrait, een coveralbum dat uiterst slecht wordt ontvangen, zou een uithaal naar zijn conservatieve folkfans. In ’73 komt Pat Garrit & Billy The Kid uit, een soundtrack album met een van zijn meest gecoverde hits: Knocking on Heavens Door. Met het album Planet Waves gaat hij voor het eerst sinds acht jaar weer op tournee. Het is ook in deze jaren dat de protestbeweging afscheid neemt van Dylan.

Zijn vriendin en oude geliefde Joan Baez neemt in 1971 het wonderschone To Bobby op. Een nummer waarin ze vraagt waarom hij niet met haar meeloopt in de demonstraties en waarom hij niet meevecht. Ze besluit haar nummer met begrip voor zijn keuze. De echte trouwe fans blijven stug hopen toch ooit weer de protestzanger te horen.

In 1975 komt Blood on the Tracks uit, een LP die volstaat met nummers over zijn huwelijksproblemen. Het album markeert zijn comeback en het album wordt tegelijkertijd gezien als een van zijn beste ooit, maar echte hits bevat het album niet.

De opvolger Desire werd vooral bekend als een van de weinige protestnummers uit die periode. Hurricane gaat over het opsluiten van de zwarte bokser Rubin ‘Hurricane’ Carter. Deze werd veroordeeld tot levenslang voor een drievoudige moord tijdens een overval. Wegens de vele onduidelijkheden in het onderzoek gingen veel mensen waaronder Dylan ervan uit dat het om een racisme ging.

Als het einde van de jaren ‘70 nadert, lijkt het gedaan te zijn met het echte grote succes van Dylan. In 1979 treed hij definitief, zij het tijdelijk, toe tot de heer. Het eerste album dat hieruit volgt, Slow Train Coming is nog een succes. Nummers als Serve Somebody en Slow Train Coming kenmerken het album, de muziek is ondersteunt door het gitaarwerk van Mark Knopfler. Maar de albums die hierop volgen worden niet gewaardeerd door het gros van de fans. Misschien het effect dat hij wilde bereiken, misschien toeval.

De jaren ’80 worden gekenmerkt door Dylan zijn bekering. Tot 1983 vond hij zijn heil in het christendom, daarna in het jodendom. Het eerste echte succes in deze periode wordt behaald door zijn deelname aan de supergroep The Traveling Wilbury’s (Tom Petty, George Harrisson, Roy Orbison en Jeff Lyne).

Vanaf het album Oh Mercy lijkt Dylan weer een ommekeer te maken. Vanaf dit album start de never ending tour die tot op de dag van vandaag voortduurt. Hoewel zijn eigenlijke doel was om als een soort troubadour het land door te reizen, lijkt hij zich toch overgegeven te hebben aan de wereldtournees.

In de jaren 90 brengt Dylan vooral coveralbums uit. Om een nieuw publiek aan te boren treedt hij 1994 op bij MTV Unplugged. Het eerste eigen album verschijnt in 1997, Time of mind waarmee hij drie grammy’s verdient.



In 2000 was het duidelijk dat zijn stem op was, maar hij besloot te blijven te touren. Hij speelde de hoofdrol in de geflopte film over de terugkeer van een countryster in Masked and Anonymous. In 2007 liet hij zelfs producer Mark Ronson Most Likely You Go Your Way( and I’ll go Mine) van zijn succesalbum uit ’66 Blonde on Blonde remixen. Eerlijk is eerlijk, het was wel een goede remix, maar toch zal het de diehard fans niet vrolijk gemaakt hebben.

Hoewel zijn stem inmiddels volledig voltooid verleden tijd is; zingt hij nog steeds. In 2009 bracht hij plotseling een kerstalbum uit, wat, hoewel het wel werd verkocht, nergens op sloeg.

Tot slot was het dit jaar zelfs tijd om voor het eerst in zijn leven het podium in China te betreden. Nummers als The Times They are a Changin speelde hij niet. Volgens fans vanwege censuur, volgens Dylan zelf gewoon omdat hij het niet wilde.

Al deze switches maken Dylan tot een intrigerend persoon. Er zijn massa’s mensen die zijn teksten ontleden alsof we het over de bijbel hebben, terwijl veel teksten in een stream of consciousness zijn ontstaan. Maar hoe erg hij ook is veranderd in al die jaren. Hij zal toch altijd een beetje die protestzanger blijven, net zoals Paul McCartney altijd een Beatle zal blijven.