De bekendste Nederlandse artiesten in die tijd zijn de cabaretier Jean-Louis Puisuisse en de revue-artiesten Louis Davids, Willy Derby, Lou Bandy en Frans van Schaik. Belangrijkste vertegenwoordigers van de jazzcultuur zijn The Ramblers en het Miller Sextet. Opmerkelijk is de populariteit van de hawaiianmuziek, in de jaren twintig geïntroduceerd door verlofgangers uit Indië en Indische Nederlanders. In de zomer van 1945, als heel Nederland feest viert, ontketenen de Kilima Hawaiians, een ware hawaiian-rage.
Van popmuziek is pas sprake wanneer zich binnen die populaire muziek een aparte muziekcultuur voor jongeren aftekent. In Nederland gebeurt dat in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. In de loop van de jaren vijftig krijgen jongeren, voor het eerst in de geschiedenis, een eigen besteedbaar budget. Dat gaat op aan bromfietsen, nylons, sigaretten, snacks en grammofoonplaten (45 toeren singles).