donderdag 14 december 2017

14 december: DeFord Bailey Day

Blues en country hebben elkaar altijd een beetje scheef aangekeken, zo lijkt het. Was blues de muziek voor de arme zwarten, country was meer voor de arme blanken. Althans, zo wordt vaak gedacht. Inmiddels wordt de blues ook door blanken gespeeld en de country door zwarten. Als wordt gevraagd naar een zwarte countryartiest dan blijft het meestal even stil. In de beginjaren van de blues en de country, eind achttiende en begin negentiende eeuw ontliepen de beide genres elkaar niet veel. Een van de eerste countrysterren, Jimmy Rogers, speelde naast country ook blues en van bluesartiesten als Robert Johnson en Charley Patton is bekend dat zij ook countrymuziek speelden. In die tijd werd er niet zo moeilijk over gedaan. En wat te denken van de eerste ster van de Grand Old Opry, hét countrybolwerk van de VS. Als eerste echte ster wordt niet Uncle Dave Macon of Jimmy Rogers genoemd. Nee, die eer gaat naar de zwarte DeFord Bailey.



DeFord Bailey wordt op 14 december 1899 geboren in het landelijke Smith County, Tennessee, ongeveer zestig kilometer ten oosten van Nashville. Door zijn moeder Mary Reedy wordt hij naar haar voormalige leraren op school, Mr. DeBerry en Mrs. Ford, vernoemd. Bailey stamt uit een familie van boeren en boerenknechten. Zijn grootvader is een bevrijde slaaf, die nog in de Burgeroorlog heeft gevochten. Kort na zijn geboorte komt zijn moeder te overlijden en zijn tante Barbara en haar man Clark Odum worden zijn pleegouders. Als hij drie jaar oud is krijgt hij polio, waardoor zijn groei wat achterblijft en hij er een licht gebogen rug aan overhoudt.

Bailey groeit op in een familie waar, zoals hij dat noemt, zwarte hillbilly muziek wordt gespeeld. Een vorm van muziek dat door zowel zwarten als blanken wordt gespeeld. Als jong kind krijgt hij een mondharmonica en al snel speelt hij deze muziek mee. De mondharmonica blijft zijn favoriete instrument, hoewel hij ook gitaar, banjo, mandoline en viool kan spelen. Ook leert hij liedjes in de kerk en kan hij de geluiden, die hij om zich heen hoort, nadoen. Zo bootst hij de langsrijdende trein en ook geluiden van honden en andere dieren van de boerderij na.
In 1918 overlijdt ook zijn vader. Hij verhuist hierop naar Nashville waar hij allerlei baantjes heeft; variërend van hulp in de huishouding, winkelhulp tot liftboy. Ondertussen duikt hij in de muziek en leert jazz, blues en popnummers spelen van opnamen en optredens, die hij bijwoont. Als in 1923 zijn tante en pleegmoeder Barbara Lou overlijdt, begint de familie uiteen te vallen. Haar man verhuist naar Detroit en DeFord blijft in Nashville achter.
Omdat hij wat onderdelen nodig heeft voor zijn fiets, wat overigens zijn belangrijkste vervoermiddel is, hoort hij dat de manager van de winkel, Fred 'Pop' Exum, gefascineerd is van zijn harmonicaspel. Als deze Exum in september 1925 het radiostation WDAD begint laat hij Bailey er vaak optreden. Bij de radio ontmoet hij harmonicaspeler en bandleider Dr. Humphrey Bate. Deze haalt Bailey over samen met hem op te treden en van de eigenaar van Nashvilles grotere radiostation WSM, George D. Hay, mag hij auditie komen. Vanaf juni 1926 treedt hij vaak op tijdens het programma “Barn Dance” en wordt hij door Hay omgedoopt als 'The Harmonica Wizard'.
En inderdaad is Bailey ook een magnifiek artiest, wiens versies van “Fox Chase”, zijn treinsong “Pan American Blues” en andere nummers onmiddellijk hits worden. Hij blijft de komende vijftien jaar een van het station meest geliefde en best betaalde sterren.

In 1927 krijgt het programma een andere naam. Het uur ervoor wordt klassieke muziek gespeeld en de presentator van dat programma laat zich laatdunkend uit over de simpele muziek dat na hem wordt gespeeld. Hay zegt over de radio dat men heeft geluisterd naar een uur 'Grand Opera', maar dat zij nu zullen luisteren naar 'Grand Ole Opry' en daarmee de aftrap geeft voor het meest legendarische en langstlopende radioprogramma.
In hetzelfde jaar krijgt Bailey de gelegenheid opnamen te maken voor het Brunswick label. In twee sessies in New York wordt acht songs opgenomen, waaronder het overbekende “Pan American Blues”. Deze worden dat jaar nog uitgebracht in Brunswicks 'Songs from Dixie'-serie, waarbij Bailey de enige zwarte artiest is. Door het zusterlabel Vocalion worden de songs eveneens uitgebracht en in 1930 volgt door Brunswick een heruitgave. Maar, net zoals bij vele andere artiesten, ziet hij weinig van de royalty's terug, ondanks het succes die zijn platen hebben. In 1928 haalt Hay het platenlabel Victor over om opnamen in Nashville te maken. Dit worden de allereerste opnamen in deze plaats en ook Bailey is erbij en neemt acht nieuwe songs op, waarvan drie in 1932 worden uitgegeven. Ook hieraan zal hij weinig verdienen en na 1928 zal hij geen opnamen meer maken.
Omdat hij niet tevreden is met zijn salaris wisselt Bailey in 1928 naar een ander radiostation, WNOX. Maar twee jaar later keert hij weer terug bij WSM en bedingt dan een beter salaris. Eind 1929 trouwt hij met Ida Lee Jones, waarmee hij drie kinderen krijgt. Hij opent in 1930 een barbecuetent en schoenpoetsstand. Ook begint hij kamers te verhuren. Dit alles om zijn inkomen wat op te krikken.
In 1932 wordt het vermogen van WSM opgekrikt naar 50.000 watt en is daardoor te beluisteren van de oostkust van de VS tot aan de Rocky Mountains. Bailey is daardoor in miljoenen huishoudens te horen en hij wordt een voorbeeld voor duizenden harmonicaspelers. Deze kopen ook zijn platen en bestuderen zijn
werk. Optredens met andere Opry-sterren in het zuiden en middenwesten vergroten alleen nog maar zijn populariteit. Tijdens deze optredens speelt hij, showman als hij is, gitaar (linkshandig en ondersteboven), speelt met een jojo en rammels met stokjes of botten tijdens zijn harmonicaspel. Vanwege de rassenscheiding moet hij vaak gescheiden van zijn collega’s eten en slapen. De vijf dollar die hij per dag verdient is nauwelijks genoeg om de kosten te dekken en een beduidend lagere beloning als wat de anderen betaald krijgen. Vaak wordt hij bedrogen of krijgt hij betaald in whisky, iets dat hij als niet-drinker steeds beleefd afslaat. Ondanks deze behandeling is hij de ster van de show en trekt hij steeds het grootste publiek.





Wanneer Roy Acuff in 1938 naar Nashville komt en nog volledig onbekend is geeft Bailey hem zijn eerste kans. Hij belooft hem met zijn band, the Smoky Mountain Boys te helpen met de publiciteit en staat hierdoor aan de wieg van het succes van deze latere grote ster. Hetzelfde doet Bailey met Bill Monroe.
Baileys radiocarrière wordt plotseling in 1941 afgebroken in verband met een conflict tussen de radioindustrie en de ASCAP, de Amerikaanse Buma-Stemra. ASCAP brengt radiostations kosten in rekening voor het spelen van nummers die bij hen staan geregistreerd. Zoals veel radiostations wil ook WSM niet betalen en het verbiedt zijn artiesten deze nummers te spelen. Maar toeval wil dat het Baileys meest gevraagde songs zijn en hij weigert te gehoorzamen. Beiden blijven koppig en aan het eind van het jaar wordt Bailey ontslagen.
Kwaad op de muziekindustrie geeft hij zijn carrière op. Zijn brood verdient hij voortaan met zijn schoenpoetswinkeltje en het verhuren van kamers in zijn huis. Enkele zeldzame gastoptredens voor Opry laten af en toe nog een blik toe op zijn muzikale vaardigheden. Toch zijn zijn fans hem niet vergeten. Zijn eerste winkeltje ligt enkele straten verwijderd van de Grand Ole Opry en hij krijgt het vanwege zijn faam steeds drukker. Hierdoor moet hij regelmatig verhuizen en zijn fans en klanten volgen hem gewoon. Op het laatst heeft hij een zaak met negen stoelen en even zoveel werknemers.
Van bitterheid ten opzichte van de muziekindustrie is al snel geen sprake meer en DeFord Bailey blijft een vriendelijk en integere persoon.
Vanaf 1960 explodeert de muziekscene van Nashville. Terwijl de oude country langzaam wegzakt, wordt de stad het middelpunt van de soulmuziek. DeFords zoon, DeFord Junior, werd hier onderdeel van en hij was regelmatig te zien in het populaire soulprogramma op tv, The Night Train. Tijdens deze optredens speelt Junior vaak samen met een jonge gitarist die uit Seattle afkomstig is, Jimi Hendrix. Deze raakt bevriend met de familie Bailey en hij is er vaak te gast.

In de zeventiger jaren ontmoet DeFord geschiedenisstudent David Morton. Er ontwikkelt zich een vriendschap en Morton maakt van Bailey nog wat opnamen. Deze vraagt hem ook zijn autobiografie te schrijven. Morton haalt hem ook over weer op te treden in de Grand Ole Opry. Dit lukt vier keer en hoewel hij niet de spectaculaire comeback zal maken die Morton verwacht, is Bailey toch tevreden.
DeFord Bailey overlijdt op 2 juli 1982 in zijn woonplaats Nashville op 82-jarige leeftijd en ligt begraven op het Greenwood Cemetery in die plaats.
Hij is een van de meest invloedrijke mondharmonicaspelers en een inspiratie voor zowel blues- als countryartiesten. Bovendien is hij een van Grand Ole Opry's populairste artiesten en de allereerste zwarte countryartiest aan wie generaties jongere muzikanten hun dank verschuldigd zijn. De ‘Encyclopedia of Country Music’ noemt hem “the most significant black county star before World War II”.
Burgemeester Paul Bredesen van Nashville heeft Bailey’s verjaardag, 14 december uitgeroepen als DeFord Bailey Day, zodat deze niet zal worden vergeten.