Antoine “Fats” Domino werd op 26 februari 1928 geboren in New Orleans (Louisiana) als een van de negen kinderen van het gezin. Toen hij 7 jaar oud was leerde hij piano spelen van zijn twintig jaar oudere zwager, Harrison Verrett, die zelf muzikant was. Naast het spelen op de piano zong hij er ook bij. Omdat hij in het Franse kwartier van New Orleans woonde was de eerste taal die hij leerde spreken Frans.
Toen hij 10 jaar oud was trad hij voor het eerst op voor publiek. Op 14-jarige leeftijd verliet hij de school om te gaan werken als fabrieksarbeider, zodat hij daarnaast kon optreden in locale nachtclubs, zoals de Hideaway. Het was ook in die club dat bandleider Dave Bartholomew en Lew Chudd van Imperial Records hem zagen optreden. Halverwege de jaren veertig ging Fats bij de band van Dave Bartholomew spelen. Samen met Bartholomew zou hij de volgende 20 jaar vele van zijn hits schrijven.
Op 6 augustus 1948 trouwde hij met Rosemary Hall. Tot op heden is hij met haar getrouwd. Ze kregen samen acht kinderen.
Zijn carrière begon in 1949 met “The Fat Man”, een van de eerste rock-’n-rollplaten en de reden voor zijn wereldberoemde bijnaam. Dit nummer en de vele hits die daarna volgden schreef hij samen met Dave Bartholomew, een bandleider en producent van vele rhythm-and-bluesartiesten uit New Orleans. De nummers werden tijdens de vijftiger jaren allen opgenomen in de studio van Cossimo Matassa in New Orleans en uitgebracht op het Imperial Label. The Fat Man werd met meer dan een miljoen verkochte exemplaren een grote hit. Dave Bartholomew is ook de schrijver van de wereldhits “I hear you Knockin’” en “One Night”.
Na een aantal kleine hits brak Domino in 1955 definitief door bij het grote publiek met “Ain’t That a Shame”, dat in de Verenigde Staten de top tien haalde. Vervolgens maakte Domino 35 nummers die de Nederlandse Top 40 haalden, waaronder “Whole Lotta Loving”, “Blue Monday” en “Blueberry Hill”. Ook speelde Domino in de films Shake, Rattle & Rock! en The Girl Can’t Help It. Gedurende de zeventiger jaren was Domino nog steeds actief, maar niet zo succesvol als in de vijftiger en zestiger jaren. In 1980 trad hij voor het eerst op bij het North Sea Jazz Festival.
Nadat in 2005 de orkaan Katrina over zijn geboorteplaats was getrokken, werd Fats Domino korte tijd vermist, totdat zijn dochter hem herkende op foto’s van geëvacueerden. Door deze natuurramp mist hij sindsdien wel 12 van zijn 22 gouden platen, maar hij is erg gelukkig met het feit dat hij nog wel de foto nog heeft waar hij samen met Elvis Presley op staat afgebeeld.
Zijn laatste optreden vond plaats op 19 mei 2006 bij Tipitinas, de bekende jazz- en bluesclub in New Orleans. Dit optreden is opgenomen op de recent verschenen documentaire “Walking Back to New Orleans”.
Toen hij 10 jaar oud was trad hij voor het eerst op voor publiek. Op 14-jarige leeftijd verliet hij de school om te gaan werken als fabrieksarbeider, zodat hij daarnaast kon optreden in locale nachtclubs, zoals de Hideaway. Het was ook in die club dat bandleider Dave Bartholomew en Lew Chudd van Imperial Records hem zagen optreden. Halverwege de jaren veertig ging Fats bij de band van Dave Bartholomew spelen. Samen met Bartholomew zou hij de volgende 20 jaar vele van zijn hits schrijven.
Op 6 augustus 1948 trouwde hij met Rosemary Hall. Tot op heden is hij met haar getrouwd. Ze kregen samen acht kinderen.
Zijn carrière begon in 1949 met “The Fat Man”, een van de eerste rock-’n-rollplaten en de reden voor zijn wereldberoemde bijnaam. Dit nummer en de vele hits die daarna volgden schreef hij samen met Dave Bartholomew, een bandleider en producent van vele rhythm-and-bluesartiesten uit New Orleans. De nummers werden tijdens de vijftiger jaren allen opgenomen in de studio van Cossimo Matassa in New Orleans en uitgebracht op het Imperial Label. The Fat Man werd met meer dan een miljoen verkochte exemplaren een grote hit. Dave Bartholomew is ook de schrijver van de wereldhits “I hear you Knockin’” en “One Night”.
Na een aantal kleine hits brak Domino in 1955 definitief door bij het grote publiek met “Ain’t That a Shame”, dat in de Verenigde Staten de top tien haalde. Vervolgens maakte Domino 35 nummers die de Nederlandse Top 40 haalden, waaronder “Whole Lotta Loving”, “Blue Monday” en “Blueberry Hill”. Ook speelde Domino in de films Shake, Rattle & Rock! en The Girl Can’t Help It. Gedurende de zeventiger jaren was Domino nog steeds actief, maar niet zo succesvol als in de vijftiger en zestiger jaren. In 1980 trad hij voor het eerst op bij het North Sea Jazz Festival.
Nadat in 2005 de orkaan Katrina over zijn geboorteplaats was getrokken, werd Fats Domino korte tijd vermist, totdat zijn dochter hem herkende op foto’s van geëvacueerden. Door deze natuurramp mist hij sindsdien wel 12 van zijn 22 gouden platen, maar hij is erg gelukkig met het feit dat hij nog wel de foto nog heeft waar hij samen met Elvis Presley op staat afgebeeld.
Zijn laatste optreden vond plaats op 19 mei 2006 bij Tipitinas, de bekende jazz- en bluesclub in New Orleans. Dit optreden is opgenomen op de recent verschenen documentaire “Walking Back to New Orleans”.