woensdag 21 maart 2012

Geschiedenis van de Nederlandse blues (3): Livin' Blues

Halverwege de jaren zestig ontwikkelt zich, in navolging van Engeland, in Nederland een bluesbeweging. De eerste publiciteit krijgen de uit jazzkringen afkomstige Gay Pohl en Victoria Varekamp., die samen met Leo Unger en Antoine Gerson Lohman in ’65 het Loosdrechts Jazzconcours winnen. Eerder, in ’62, wint boogie woogie-pianist Rob Hoeke hetzelfde festival. Via Loosdrecht komen daarna meer namen van Nederlandse bluesinterpretatoren naar voren; in ’67 de (akoestische) Endatteme Jug Band, in ’68 de Oscar Benton Blues Band en in ’70 John The Relevator. De werkelijk ondergrondse beweging zit in Den Haag met Q65, The Subterreneans, Blues & Sons (met de eerder genoemde Leo Unger en Antoine Lohman), Indiscrimation en het daaruit voortspruitende Livin’ Blues.

De in ’67 opgerichte Haagse groep rond meestergitarist Ted Oberg, groeit vanaf begin jaren zeventig uit tot een van de topbands van Nederland. Neemt haar platen op in Engeland onder leiding van producer Mike Vernon en scoort aanzienlijk in het buitenland. Hits: Wang Dang Doodle, Black Lisa, LB Boogie. Heft zichzelf in ’80 op. Wordt eind ’87 opnieuw opgericht, met van de oude samenstelling alleen nog zanger Nicko Christiansen en monharmonica-speler John Lagrand.

In 1989 valt het doek voor Livin' Blues na de LP Snakedance definitief. Het gebruik van de naam blijft daarna een punt van discussie tussen (met name) Ted Oberg en Nicko Christiansen. Oberg noemt zijn band in de jaren '90 simpelweg Oberg. Christiansen speelt in die tijd in een band genaamd New Livin' Blues en sinds 2005 onder de naam Livin' Blues Xperience (LBX). Echter ditmaal zonder John Lagrand want die overlijdt in juni 2005 aan longemfyseem. De band Livin' Blues Xperience zet sindsdien de Livin' Blues "feeling" door en bestaat uit Nicko Christiansen (zang, saxofoon, precussie), Loek van der Knaap (gitaar), Jeroen van Niele (basgitaar), Kees van Krugten (drums), Francois Spannenburg (mondharmonica).


Deel 1

Deel 2