Sopraan-altpanfluit, 22 pijpen
De panfluit bestaat uit een aantal pijpen die aan de onderkant zijn gesloten en wordt bespeeld door lucht over de pijp tegen de rand te blazen. De toonhoogte van een pijp is vooral afhankelijk van de lengte van een pijp. Hoe korter de pijp, hoe hoger de toon. Een halve toon kan gecreërd worden door de panfluit te kantelen. Hierdoor wordt de opening van de pijp verkleind, wat een lagere toon oplevert. De Roemeense panfluit kenmerkt zich door de halfronde vorm en is gemaakt van bamboe. Ook worden er panfluiten gebouwd van verschillende soorten hout, metaal en koper.
Tenorpanfluit, 25 pijpen
De panfluit kreeg meer bekendheid in Nederland in de 70-er jaren door de Roemeense virtuoos Georghe Zamfir. Ook andere Roemeense panfluitisten als Nicolai Pirvu en Simion Stanciu hebben er toe bijgedragen dat de panfluit meer bekendheid kreeg in Nederland en andere delen van Europa. De panfluit is van oorsprong een folkloristisch muziekinstrument, maar kan ook zeer goed gebruikt worden voor andere muziekgenres zoals geestelijke en klassieke muziek.
Concertpanfluit, 29 pijpen
Panfluiten varieren sterk in grootte. Leon bespeelt vier panfluiten, waarvan de sopraan-altpanfluit de meestgebruikte panfluit is. Deze panfluit kenmerkt zich door een goede hanteerbaarheid en is daardoor het meest geschikt voor snellere muziekstukken. De andere panfluiten zijn groter en en hebben een lager bereik. Alle vier panfluiten zijn gebouwd in Roemenië door de befaamde panfluitbouwer Ion Preda.
Contrabaspanfluit, 22 pijpen