dinsdag 31 december 2013

Meest gelezen in 2013

Nou ja, meest gelezen...meest aangeklikt zijn op dit blog in 2013 de volgende artikelen:

Deel 1 van Plezier en Protest van 1 januari,
de Kwintencirkel van 28 januari,
het artikel over Wally Tax van 10 april,
een zoektocht naar het origineel van Scarborough Fair van 14 april,
een terugblik op Pinkpop 1979 van 4 juni,
Muziek en de Duivel van 6 juli,
het jazz blues schema van 1 september,
de Moeilijke Akkoorden van 16 september,
de dood van Lou Reed op 27 oktober en
The only living boy van 15 november jl.

De series over de Panfluit en Johnny Cash werden als vanouds ook goed bezocht.
Dank voor uw bezoek, we gaan ook in 2014 door!







zondag 29 december 2013

Muziek en vogelpoep

Binnenkort gaat er in Liverpool een opmerkelijk muziekstuk in première. De muziek is namelijk niet gemaakt door een componist, maar door vogels. Door hun poep om precies te zijn. Dat meldt de BBC.
Kerry Morrison legde lege bladmuziek neer in de parken van het Britse Liverpool. Het was een kwestie van tijd voordat de vellen gevuld waren met vogelpoep. De 'muziek' werd vervolgens door componist Jon Hering vertaald naar muzieknoten. Daarbij moest hij zich houden aan de posities en volgorde waarin de vogelpoep op het papier zat.


Première

Morrison zegt dat het muziekstuk de rol van vogels in de natuur representeert. Ze begon het project naar eigen zeggen omdat mensen niets te maken willen hebben met organisch afval, terwijl het afval erg belangrijk is voor ons ecosysteem. "De vogelpoep helpt bij de verspreiding van zaden en verrijkt de grond, zodat we mest krijgen", zegt ze tegen de BBC.
In de twintig minuten durende compositie zijn ook vogel- en natuurgeluiden opgenomen. De compositie wordt tijdens de première door het experimentele aPAtT Orchestra gespeeld.


vrijdag 27 december 2013

De Geschiedenis van de Rock & Roll (slot)

Er onstaan diverse stijlen: de rollende syncoperende stijl in New Orleans, waar in de late jaren veertig al onvervalste rock & roll wordt gemaakt, al heet het dan dus nog niet zo. In Chicago is r&r sterk met blues doordrenkt. Daarnaast zijn er – met als belangrijkste centra New York en Los Angeles – de ontelbare vocalgroepen. In het zuiden van de Verenigde Staten, met als brandpunt Memphis, onstaat eenwel zeer typerende en vonbedachte mengvorm: rockabilly. Simpel gezegd een kruising tussen country & western en rhythm & blues. Als eerste rockabillyplaat wordt aangemerkt That’s Allright Mama/Blue Moon of Kentucky, de debuutsingle van Elvis Presley voor het Sun-label (1954).  That’s Allright Mama is van origine een opname van blueszanger Arthur Crudup. Blue Moon of Kentucky is van bluesgrasspicker Bill Monroe. In de uitvoering van Elvis komen beide genres tot elkaar: sexy, rauw, aards en zeer teenager gericht. In de oervorm wordt rockabilly gefabriceerd door een lead-, een ritmegitarist en een akoestische bassist, die met een tikkende ‘slapping’ stijl het gemis van de drummer opvangt. Wanneer de elektrische bas haar intrede doet, is dit niet langer mogelijk; vandaar dat het instrumentarium met een slagwerker wordt uitgebreid.


De in 1952 door Sam Phillips in Memphis opgerichte platenmaatschappij Sun, wordt de bakermat van de rockabilly. Presley maakt nog tien single-kantjes bij Sun, voor dat Phillips hem doorverkoopt aan RCA. Rockabilly waaiert uit naar talloze kleine labeltjes. Zoals het in 1952 door Eddie Schuler opgerichte Goldband-label te Lake Charles, Louisiana. Waar een al evenzeer typerend (zwalkend) rock & roll-geluid wordt geproduceerd. Maar ook grote platenmaatschappijen staan te dringen om nieuwe talenten een contract aan te bieden om aldus een greep te krijgen op de steeds lucratiever wordende tienermarkt. De hoogtijdagen van de rockabilly duren van 1954 t/m 1958 en niet lang daarna dooft ook de spontane energie van de eerste rock &roll-explosie uit. Niettemin zal het later, al dan niet onder andere noemers (garage, punk) met de regelmaat van de klok terugkeren.


dinsdag 24 december 2013

Stille Nacht

In tegenstelling tot sinterklaasliedjes heeft kerst voor ons Nederlanders geen hoog meezinggehalte. Toch zijn er uitzonderingen zoals Stille Nacht, Heilige Nacht, wereldwijd een van de meest populaire kerstliedjes en in meer dan 300 talen vertaald. Maar waar komt deze traditionele kerstkraker nu precies vandaan?

Stille Nacht is in 1816 ontstaan als een gedicht van Joseph Mohr. Twee jaar later op 24 december 1818 overhandigt Mohr, inmiddels pastor van de Sankt Nikolaus parochie in Oberndorf (nabij Salzburg in Oostenrijk), zijn gedicht aan de organist Franz Xaber Gruber. Hij vraagt hem een melodie te schrijven voor twee solo stemmen en een koor met begeleiding van een gitaar. Gruber gaat aan de slag en diezelfde avond wordt stille nacht tijdens de kerstviering voor het eerst uitgevoerd. Mohr en Gruber zingen onder begeleiding van Mohrs gitaarspel.

De reden waarom specifiek voor een gitaar in plaats van een orgel is gekozen, blijft een mysterie. Er doen veel romantische verhalen de ronde. Het meest voorkomende verhaal stelt dat de kerkorgel kapot was omdat muizen van de balg hadden gegeten.



Stille Nacht blijft na het debuut een aantal jaren in Oberndorf totdat orgelbouwer Karl Mauracher het lied rond 1824/1825 meeneemt naar Tirol. Daar komt het in handen van de familie Strasser die ook als koor optreedt. Zij reizen met het lied jaarmarkten en tentoonstellingen af waardoor Stille Nacht steeds populairder wordt. Een ander familiekoor uit Tirol, de familie Rainer, zingt het lied in 1839 in New York. Op deze wijze verspreidt het zich langzaam over Amerika en Europa. Zo ook in Nederland.

De Nederlandse variant heeft verschillende teksten. De belangrijkste oorzaak hiervan is het geloof. De oorspronkelijke versie is een typisch Rooms kerstlied. De Nederlandse Katholieke versie is dan ook een letterlijke vertaling hiervan maar dat was niets voor de Protestanten. Zodoende schreef J. IJserinkhuijsen rond 1900 voor zijn Evangelisch-Luthers zangkoor een aangepaste versie waarvan de tekst op de eerste regel na weinig gemeen heeft met het Oostenrijkse origineel.

Door het wereldwijde succes van Stille Nacht staat Oberndorf voorgoed op de kaart. De Sankt Nikolaus Kerk is na overstromingen afgebroken, maar op dezelfde plek staat sinds 1937 de Stille Nacht-kapel. Oberndorf is nu een trekpleister voor pelgrims en journalisten die altijd nog geïnteresseerd zijn in de oorsprong van het lied.

Elk jaar komen op 24 december duizenden mensen uit de hele wereld naar de kapel om deel te nemen aan de herdenkingsdienst te ere van Gruber en Mohr.

zondag 22 december 2013

De relatie tussen kleur, geluid en vorm

Verschillende personen verbinden verschillende kleuren aan muzieknoten.
Wanneer uit wordt gegaan van de frequentie van de muziektonen en als we kijken welke frequenties behoren bij de kleuren in het zichtbare spectrum (40 oktaven hoger) komen we tot hetgeen in de tabel hieronder staat. Als muzieknootfrequentie is hier voor A 432 Hz genomen. David Wilcock geeft als opmerking hierover: "De A trilling wordt normaal gegeven bij 440 Hz, maar de 432 die hier is gegeven, zal hetzelfde klinken voor ons gehoor. Het is gebaseerd op heilige berekeningen van trillingen en zijn veel juister. De moderne musicus met 10 vingers zal het ronde getal van 440 hebben gewaardeerd, maar niet het grote belang van het getal 432 hebben beseft, dat in culturen over de hele wereld voorkomt."

In het boek van Enel over radiësthesie, wordt gesproken over de relatie tussen metalen en kleuren:

lood – violet
tin - indigo
zilver - blauw
kwik - groen
koper - geel
goud - oranje
ijzer - rood

Er is eerder geprobeerd een verband te vinden tussen deze metaal - kleur combinaties en de metaal - kleur combinaties zoals die bestaat bij plasma emissie spectroscopie. Er is echter geen verband te vinden.

Bij het zoeken op internet worden allerlei kleuren met de verschillende metalen geassocieerd binnen de alchemie, astrologie, enz. Bijvoorbeeld:

Koper: groen, geel, wit, violet en oranje
Goud: geel, oranje en citroengeel
IJzer: rood en citroengeel
Lood: grijs, zwart, violet en indigo
Kwik: oranje, groen, geel en turquoise
Zilver: violet, blauw, oranje-geel en citroengeel
Tin: blauw, indigo, paars en geel.

Daarom zien we geen niet-spectroscopische verklaring voor het verband tussen elementen en kleuren.

In hoofdstuk 2 van een electronisch boek van David Wilcock wordt in een tabel de relatie tussen kleur, geluid en vorm gegeven. Die gegevens zijn verwerkt tot het plaatje onderaan de pagina met de door hem aangegeven kleuren.

Het spectrale gebied van de zichtbare kleuren in nanometers (golflengte) en in Hz (frequentie). Tussen de golflengte lambda, de bijbehorende frequenties f en de snelheid van licht in vacuum c = 3.00 x 108 m/s geldt de relatie: snelheid van het licht = frequentie x golflengte.
kleur

golflengte
in nm

frequentie
x1012 Hz

rood

:

780-640 nm

= 385-469

oranje

:

640-595 nm

= 469-504

geel

:

595-570 nm

= 504-526

groen

:

570-500 nm

= 526-600

blauw

:

500-450 nm

= 600-667

violet

:

450-380 nm

= 667-789
Opmerking: vooral de kleuren indigo en violet in bovenstaande tabel zijn slechts een benadering van de kleuren die bij de golflengte horen. Er is van de curve gebruik gemaakt die de relatie geeft tussen RGB waarden en golflengten van het zichtbare licht (zie ook de pagina van Color Science).

Hieronder de relatie tussen vorm, kleur en muziek-toon in de vorm van een plaatje op basis van de gegevens in het boek van David Wilcock zoals bovenaan deze pagina genoemd. De frequenties en vooral de kleuren verschillen van die in de tabel hierboven. De gegevens in de tabel zijn berekend op puur op basis van gegevens uit de natuurkunde. Met behulp van radiësthesie kan je tot andere resultaten komen.




Hz

kleur

nm

x 10-12 Hz

kleur

nm

E = Re

324

712

indigo

422

F = Mi

343

IR

796

754

violet

398

G = Fa

385

rood

709

846

UV

354

A = So

432

oranje

632

B = La

485

geel

563

C = Ti

514

groen

531

D = Do

577

blauw

473


vrijdag 20 december 2013

Leeslint: The Band (3)

The Band formeerde zich voor het eerst onder de naam The Hawks, als begeleidingsband van de uit Toronto afkomstige rockabilly zanger Ronnie Hawkins. De groep maakte zich in 1964 los van Hawkins en trad op onder allerlei namen. Aanvankelijk noemden ze zich The Levon Helm Sextet - het zesde lid was saxofonist Jerry Penfound (1937-1994). Later heetten ze Levon and the Hawks en The Canadian Squires, maar ze hadden weinig succes totdat Bob Dylan hun verzocht mee te werken aan een tumultueuze serie concerten in 1965 die Dylan's transitie van "folkie" naar "rocker" markeerden. Vanwege deze concerten is hij lange tijd door folkpuristen verguisd.



Toen Dylan langere tijd uitgeschakeld was door een motorongeluk trok de groep zich min of meer noodgedwongen terug in Big Pink, het huis dat zij huurden in Woodstock in West Saugerties in de staat New York. Levon Helm, die de groep enige tijd had verlaten, voegde zich toen weer bij hen. Hier namen ze met Dylan de vaak gekopieerde Basement Tapes op en kozen ze hun nieuwe groepsnaam. Hoewel ze hun eerste platencontract met Capitol Records tekenden als The Crackers ("it was a silly name", erkende Helm later), werd het uiteindelijk de even bescheiden als onbescheiden naam The Band.

woensdag 18 december 2013

Keith Richards 70 !

Dit artikel is eerder geschreven dan de publicatie in december 2013. Het kan dus zijn dat Keith wellicht eerder...of onverwacht komt te...of uit een boom valt en...


Keith werd geboren in Dartford in Kent, net ten zuiden van Londen. Al in 1951 op de lagere school raakte Richards bevriend met Mick Jagger. Hun middelbareschoolkeuze was verschillend, dus na drie jaar verloren ze elkaar uit het oog. In zijn middelbareschooltijd begon Richards gitaar te spelen, met name de Amerikaanse rock-'n-roll inspireerde hem. Vooral zanger en acteur Elvis Presley. Keith zei eens: "Op een nacht, toen ik als kind in bed lag en veronderstelde te slapen luisterde ik naar Radio Luxemburg op mijn kleine radio. Ineens leek het of er een explosie uit de speakers kwam. ‘Heartbreak Hotel’…ik hoorde het nooit eerder en al helemaal niets wat in de buurt kwam. Ik had nog nooit van Elvis gehoord. Het leek bijna of ik aan het wachten was tot er zoiets in mijn leven zou gebeuren. Toen ik de dag erna wakker werd, was ik een ander mens."

In 1959 werd hij vanwege wangedrag van school gestuurd en ging hij naar de Sidcup Art School (kunstacademie). Daar ontmoette hij Dick Taylor, de latere gitarist van de Pretty Things, die op dat moment samen met Jagger in een bluesbandje speelde. De vriendschap werd vernieuwd en Richards, die inmiddels ook Brian Jones had ontmoet, kwam bij de band. Ook Jones kwam erbij. Deze band zou zich ontwikkelen tot de Rolling Stones, die officieel in 1962 hun eerste optreden hadden.

De Rolling Stones werden al snel heel succesvol, vooral nadat manager Andrew Oldham Keith en Mick liet beseffen dat ze ook konden schrijven. Keith schreef onder andere de riffs voor (I can't get no) Satisfaction, Paint It, Black en Jumping Jack Flash. Daarbij heeft hij ook vrijwel het gehele nummer Angie geschreven.

Keith Richards is vooral bekend door zijn innovatieve gitaarspel. Zijn gitaargeluid vormt daarom ook een groot deel van de 'Stones-sound'. Zijn performance is altijd onderkoeld naast een enorm energieke Jagger. Daarnaast heeft hij in de loop der jaren zijn songschrijverscapaciteiten uitgebreid getoond. In muziektijdschrift Rolling Stone staat hij 10e op de lijst van 100 beste gitaristen aller tijden.



In 1988 begon hij een solocarrière. Hij speelde met zijn band, The X-pensive Winos, onder andere het Stones-nummer Connection van Between The Buttons.

De band en hun leden hebben een agressief, seksueel uitgesproken en drugsverslaafd imago. Richards is ook meermalen opgepakt voor drugsbezit. De eerste keer gebeurde dat in 1967, toen bij een politie-inval amfetaminepillen werden gevonden bij Jaggers toenmalige vriendin Marianne Faithfull. Richards werd veroordeeld tot een jaar, maar het feit dat er enorm veel ophef ontstond over de overtrokken eis en het ontbreken van direct bewijs maakte dat de veroordeling teruggedraaid werd.
In 1977 werd Richards in Canada gearresteerd vanwege het bezit van heroïne. Door toe te stemmen in een optreden in een benefietconcert voor blinden en de toezegging in de VS een ontwenningskuur te gaan volgen, kon hij de gevangenis weer ontlopen. Maar zijn afkicken was die keer wel definitief. Zijn drugsgebruik begon in de jaren '60 met LSD en cocaïne. Maar later raakten hij en zijn toenmalige vriendin Anita Pallenberg zeer verslaafd aan heroïne. Begin jaren '80 kickte Richards af van de heroïne, maar hij bleef cocaïne gebruiken. Hij is hiermee opgehouden nadat hij in 2006 uit een palmboom was gevallen en een hersenoperatie moest ondergaan. Richards heeft toegegeven dat hij heroïne heeft gebruikt tijdens de Bridges To Babylon-tour.

In 1967 werd Anita Pallenberg Richards' vriendin. Ze kregen samen drie kinderen: Marlon in 1968, Angela in 1972 en Tara in 1976; Tara overleed aan wiegendood. In 1979 gingen Richards en Pallenberg uit elkaar.
In 1983 trouwde Richards met Patti Hansen. Met haar kreeg hij nog twee kinderen, Theodora Richards en Alexandra Richards.
Op 21 april 2007 overleed de moeder van Keith Richards, Doris Richards, op 91-jarige leeftijd. Het voor een groot deel door Keith Richards geschreven nummer Angie gaat volgens Richards zelf over zijn dochter Angela. Vele beweren echter dat het over Angela Bowie gaat, met wie Mick Jagger destijds een relatie zou hebben gehad. In mei 2006 heeft Richards in Nieuw-Zeeland een hersenoperatie ondergaan, nadat hij tijdens zijn vakantie op de Fiji Eilanden, waar hij met Ron Wood en hun beider gezinnen verbleef, uit een palmboom was gevallen. Richards bewoont in de Verenigde Staten een kapitaal landhuis in Weston CT (Connecticut) en heeft daarnaast een tweede landgoed in Engeland.

Keith Richards speelt een kleine rol als Kapitein Teague, de vader van Jack Sparrow, in Walt Disneys Pirates of the Caribbean: At World's End. Johnny Depp, die de rol van Jack Sparrow speelt, heeft gezegd zijn rol grotendeels gebaseerd te hebben op Keith Richards. Keith Richards en Johnny Depp zijn sindsdien ook goede vrienden, en worden zelfs bloedbroeders genoemd in Rolling Stone. Ook in de vierde piratesfilm is Richards te zien als Captain Teague.

Op 26 oktober 2010 verscheen de autobiografie "Life" van Keith Richards. Samen met auteur James Fox zette Keith zijn leven zoals hij het zich herinnert op papier. Over de hele wereld was er belangstelling voor dit levensverhaal. Het boek was nog voordat het ook maar te koop was meteen een bestseller.

Officiële Website http://www.keithrichards.com/


  • Artikel: Keith Richards
  • Auteur: Wikipedia-bijdragers
  • Uitgever: Wikipedia, de vrije encyclopedie.
  • Tijdstip laatste herziening: 20 mei 2013 06:28 (UTC)
  • Tijdstip opgehaald: 20 mei 2013 06:28 (UTC)
  • Permalink: //nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Keith_Richards&oldid=37723413
  • Paginaversie-ID: 37723413

vrijdag 13 december 2013

Muziekenhuis

In een ziekenhuis in Boston, Massachusetts overleed begin dit jaar een man aan een hartstilstand. Zijn hartmonitor stond uit, waardoor zijn hartstilstand te laat werd opgemerkt om er nog wat aan te kunnen doen. Waarom de hartmonitor in dit geval uitstond is onduidelijk, maar het incident heeft in Boston en omstreken een enorme discussie doen oplaaien. Over alle monitoren in een ziekenhuis, het geluid dat ze produceren en hoe effectief die overdaad aan signalen eigenlijk nog is in het aangeven van problemen in ademhaling, hartslag of de werking van een infuus.

Kakofonie

Het aantal apparaten dat geluid produceert in een ziekenhuis is enorm. Samen produceren ze een kakofonie van geluid. Waar zoveel apparaten strijden om gehoord te worden, kunnen artsen wel eens een signaal missen. Misschien horen ze de signalen niet eens meer omdat het als een soort achtergrondgeluid klinkt. En misschien, in het ergste geval, zet een arts soms wel eens een monitor uit als het gepiep teveel wordt. Dat laatste klinkt misschien overdreven, maar cijfers uit de Verenigde Staten laten zien dat er daar heel wat mensen zijn overleden omdat monitoren uitstonden. Omdat ze ‘teveel herrie maakten’ of gewoon ‘irritant waren’.

Compositie

Stel je voor dat al die herrie vervangen zou kunnen worden door muziek. Als alle vitale functies normaal zijn klinkt de muziek goed en de ruimte wordt gevuld met een mooie compositie. Maar als een van de lichaamsfuncties op een gevaarlijke manier verandert, denk bijvoorbeeld aan een sterk verlaagde hartslagfrequentie of ademhalingsproblemen, dan wordt de muziek vals. Dit is de methode die de techneut Gil Alterovitz, verbonden aan zowel Harvard als MIT (Massachusetts Institute of Technology), bezig is te ontwikkelen.

Toen Alterovitz zich realiseerde dat het voor een mensenbrein bijna onmogelijk is om de hoeveelheid informatie die in geluidsvorm op artsen afkomt te verwerken, ging hij op zoek naar een manier om de informatie anders te presenteren. Een manier waar het brein wèl wat mee kan. Hij vond de oplossing in muziek en veranderde elke piep en alarmbel in het geluid van een instrument. De hartslagmonitor door violen, de bloeddrukmonitor door cellos enzovoort. Zo stelde hij langzaam een heel orkest samen van ziekenhuisapparatuur. In de toekomst van Alterovitz luisteren artsen dus naar een concert om de medische toestand van een patiënt te beoordelen.


Nederlandse nuchterheid

Toch zie ik de muziek nog niet zo snel door de Nederlandse operatiekamers schallen. Een rondje langs de artsen die onze Nederlandse operatiekamers bemannen, leidde tot de volgende citaten: “De monitoren die wij op de OK hebben maken eigenlijk heel weinig geluid” en: “Een monitor uitzetten, dat moet je gewoon niet doen”. Daarmee in overeenkomst is er maar weinig bekend over problemen veroorzaakt door uitstaande apparatuur in Nederland. Dat wekt de indruk dat er bij ons weinig vraag is naar de methode Alterovitz. En ik ben daar eigenlijk wel opgelucht over. Want alle mooie technologie ten spijt weet ik niet zeker of ik er wel op had durven vertrouwen dat mijn dokter een viool van een cello kan onderscheiden en dan ook nog kan horen wanneer ze samen vals spelen.

Dit stuk verscheen ook op de Opiniepaginie van de Volkskrantsite

dinsdag 10 december 2013

Muziek en criminaliteit


Het wordt gezegd dat negen van de tien Amerikaanse seriemoordenaars Catcher In The Rye in de kast had staan. Voorkeur voor dit boek zou daarmee een goede voorspeller zijn voor psychopathisch gedrag. Het lijkt dan alsof je van het boek zou gaan moorden. Dat is natuurlijk onzin. Gisteren kwam er een onderzoek in de media dat stelde dat muziekvoorkeur een voorspeller voor crimineel gedrag is. Tom ter Bogt, Loes Keijsers en Wim Meeus publiceerden in het gerenommeerde journal Pediatrics [abstract] en hun Universiteit Utrecht bracht daarover een persbericht.

Theorie

De onderzoekers mengen zich met dit onderzoek in een lange traditie van het direct koppelen van probleemgedrag aan muziekvoorkeur. Dit is vooral een Amerikaanse onderzoekstraditie, voortgekomen uit conservatieve, maatschappelijke zorgen. In zulke studies is steeds sprake van een verband vastgesteld op één tijdstip. Ter Bogt et al. zijn kritisch op zulke studies en wilden kijken naar ontwikkeling. Ze stelden een theoretisch stappenplan op dat ze Music Marker Theory noemen. Deze theorie veronderstelt:

Jonge pubers hebben weinig bewegingsruimte en dus ook weinig mogelijkheden om regels te breken.
In hun slaapkamer kunnen ze dat een beetje, door te luisteren naar mainstream- of naar afwijkende muziek.
Oudere pubers staan onder minder toezicht van hun ouders en brengen meer tijd door met vrienden, waardoor er meer mogelijkheid is voor grensoverschrijdend gedrag.
Pubers die op jonge leeftijd al graag naar afwijkende muziek luisteren, zullen vrienden opzoeken die ook van die muziek houden.
Dit werkt besmettelijk: groepjes nemen elkaars gedrag over. Dit gebeurt sterker dan bij groepjes met een mainstream-muzieksmaak.
Systematische blootstelling aan afwijkende media beïnvloedt afwijkend gedrag.
Vroege muziekvoorkeuren voorspellen zo later probleemgedrag.
Methode

Om iets te kunnen zeggen over ontwikkeling, zijn pubers op vier momenten ondervraagd, met 12, 14, 15 en 16 jaar. Aan het onderzoek, uitgevoerd tussen 2001-2005, deden 309 pubers mee. De respondenten zijn steeds ondervraagd over hun muziekvoorkeur en over probleemgedrag, zoals winkeldiefstal en vandalisme. Daarnaast werd er gevraagd naar schoolprestaties, binding met school en persoonlijkheidskenmerken. In de analyse is vervolgens gekeken naar samenhang door de tijd heen. Er werd gecorrigeerd voor geslacht, schoolbetrokkenheid, opleidingsniveau en persoonlijkheidstype.

Resultaten

Muzieksmaak verandert in de loop der jaren. Voorkeur voor top 40-muziek neemt af, en in latere jaren ontstaat er een voorkeur techno/hardhouse en klassieke muziek die in de vroege puberteit niet zichtbaar was. De muziekvoorkeur van meisjes (pop, R&B en jazz) verandert nauwelijks door de jaren heen, jongens gaan minder van rock en gothic houden.

Twaalfjarigen met een sterke voorkeur voor hiphop, metal, gothic, punk, trance, techno/hardhouse en rock scoorden relatief hoger op afwijkend gedrag en dat verband was er nog steeds op hun zestiende. Het verband tussen muziekvoorkeur op 12 jaar en delinquent gedrag op 16 jaar was sterker dan het verband tussen muziekvoorkeur op 12 en delinquent gedrag op 12, of muziekvoorkeur op 16 en delinquent gedrag op 16. Afwijkend gedrag op 12 was geen goede voorspeller van muziekvoorkeur. Bovendien is het verband tussen muziekvoorkeur op 12 en delinquent gedrag op 16 sterker dan het verband tussen delinquent gedrag op 12 en delinquent gedrag op 16.

Hieruit maken de onderzoekers op dat vroege muziekvoorkeur later afwijkend gedrag voorspelt, in plaats van dat afwijkend gedrag muziekvoorkeur voorspelt. Zij zien hierin bevestiging voor hun Music Marker Theory. Andere voorspellers voor afwijkend gedrag waren binding met school (als die laag is op 12 jaar, is de kans op afwijkend gedrag op 16 jaar groter) en geslacht (jongens).

Onderzoeksconclusie

De belangrijkste conclusie van het onderzoek is: “[a]dolescents with a strong early preference for music types that have been labeled as deviant (hip-hop, heavy metal, gothic, punk, and techno/hardhouse) were more engaged in minor delinquency in late adolescence” (p. 7). Dit sluit aan bij andere vormen van ‘afwijkende mediavoorkeur’. Dit is vaker een reflectie van vervreemding van sociale instituties als familie en school. De onderzoekers wijzen erop dat het onderzochte probleemgedrag vrijwel altijd na de puberteit voorbij is. Bovendien is muziek ook een positieve uitlaapklep voor jongeren.

Debunk

“Muziek is goede graadmeter voor puberaal wangedrag” kopte de Volkskrant. “Muziekvoorkeur jongeren voorspelt kans op criminaliteit” stelt NOS op 3. “Vroege liefde voor gangsta rap linke soep” meldt ScienceGuide. “Jonge hiphopluisteraar later vaker crimineel” maakte radio.nl ervan. Die koppen zijn allemaal misleidend. Dat blijkt ook een beetje wanneer je verder dan de kop leest, vooral omdat Tom ter Bogt en Loes Keijsers in interviews nuancerende toelichting geven.

Jongeren die later afwijkend gedrag vertonen (let op: delinquentie is niet hetzelfde als criminaliteit) luisteren in hun vroege puberteit naar muziek die bekend staat als afwijkend. Oftewel: er zijn jongeren die zich willen onderscheiden van ouders en andere mainstream. Als ze jong zijn en nog weinig kunnen doen ze dat met muziek die de mainstream vreselijk vindt, zoals snoeiharde metal of house. Als ze ouder zijn, doen ze dat met gedrag dat die mainstream vreselijk vindt, zoals graffiti spuiten en bankjes vernielen. Dit is allemaal logisch, ook vanuit subcultureel onderzoek.

Volgens het beroemde onderzoek van Hebdige uit 1979 is onderscheid van de mainstream zelfs het hele punt van subculturen. Het is dan niet verwonderlijk dat bij die subculturen gedrag hoort dat de rest van de bevolking niet vindt kunnen, zoals alcohol- en drugsgebruik, te hard rijden en graffiti-spuiten. Het enige discutabele punt uit de Music Marker Theory is – wat mij betreft – punt 6 over de blootstelling aan muziek die het gedrag zou verergeren. Dit punt is met het onderzoek niet bewezen.

De mini-hype rond dit onderzoek komt door het persbericht, dat veel sappiger leest dan het onderzoek zelf. Daarnaast is causaliteit notoir lastig voor journalisten. Een voorspeller is geen deterministische veroorzaker, maar in de volksmond ligt dat anders. Bovendien gaat het hier helemaal niet om de genres – die zijn ondergeschikt. Hiphop leidt dus niet tot criminaliteit, en metal leidt niet tot vandalisme. Het enige dat dit onderzoek laat zien is dat jonge pubers die van rebelse muziek houden, grote kans hebben een paar jaar later ook rebels gedrag te gaan vertonen. Die conclusie kan voor niemand wereldschokkend zijn.

Desgevraagd laat Loes Keijsers weten enige ophef wel te hebben verwacht omdat sociaalwetenschappelijk onderzoek altijd onder een publieke loep ligt. Als resultaten aansluiten bij de belevingswereld, wordt het een open deur genoemd; als ze afwijken, heet onderzoek ‘foponderzoek’. De hardheid van de reacties schokte wel.

maandag 9 december 2013

Cuby & the Blizzards – deel 2

Na de eerst periode van Cuby & the Blizzards volgde een tijd van bezinning. Niets doen, rondhangen in het café. Zowel Muskee als Gelling deden af en toe mee aan een sessie. Er waren plannen om met Rob Hoeke een supergroep te vormen, maar dat kwam niet van de grond.
In die tijd speelde Eelco Gelling af en toe met de Golden Earring. Zo kwam hij in contact met Willem van Kooten alias Joost den Draaijer. Deze lanceerde het idee voor een nieuwe groep rond Muskee/Gelling. Naar het Engelse voorbeeld van Humble Pie of Blind Faith en onder de naam Red, White and Blue. Naast Muskee en Gelling bestond deze groep uit gitarist Frank Nuyens (ex-Q65), drummer Herman Boeyen (ex-Panda, Teeset, Super Sister) en bassist Lourens Leeuw (ex-Tykes). De gelijknamige lp bleek niet erg succesvol. Boeyen vertrok al snel weer en werd vervangen door Mels Bols, die eerder bij de hardrockformatie Fontessa drumde.
Er waren optredens tijdens de Popmeeting in Lochem, waar ook bands als de Climax Blues Band, Flying Burrito Brothers en Normaal stonden, en op Pinkpop met o.a. Kevin Coyne, Rory Gallagher en de Jack Bruce Band. Toch liep het niet zoals men had gedacht. Red, White & Blue speelde melodieuzere muziek dan de fans van Cuby & the Blizzards gewend waren. Binnen een jaar werd de bandnaam gewijzigd in Cuby & the Blizzards.


In 1976 keerde een verloren zoon terug: Herman Brood. Nadat hij eerder uit de band was gezet vanwege drugsproblemen werd hij nu weer in genade aangenomen. Herman woonde in die tijd bij zijn ouders, die Café Spoorzicht in Assen runden.
Datzelfde jaar werd de lp “Kid Blue” opgenomen. Het gesternte stond niet gunstig. Ondanks wisselende recensies verkocht de plaat goed, maar de aanvragen voor optredens vielen tegen. Eelco Gelling sloot zich aan bij de Golden Earring. Dat raakte Muskee tot in zijn ziel. In zijn ogen liet Gelling hem in de steek door te kiezen voor het makkelijke succes. Gedesillusioneerd bleef Muskee achter in Drenthe. Het vertrek van Herman Brood. Zie met manager Koos van Dijk voor zichzelf begon, was van een andere orde.
Samen met bassist Lou de Leeuw, die Harry trouw was gebleven, formeert hij in de tweede helft van 1977 een nieuwe groep met muzikanten uit de regio: Martin van Dijk op piano/orgel, Jan Groenink op drums en Bernhard Riemke op gitaar. Vanwege juridische redenen kreeg de band de naam Harry Muskee Band. Maar de Harry Muskee band was geen succes. Na een jaar gaf Harry er de brui aan. Twee jaar lang leefde hij van de Sociale Dienst.
Maar Muskee kwam weer terug op het spoor van de blues. Toen de organisatoren van het Asser Kerst Volleybal Toernooi aanbelden met het verzoek om weer, net als vroeger, te spelen op het slotfeest had Harry daar wel oren naar. Hij vroeg zijn oude maatje Eelco Gelling, inmiddels weg bij de Golden Earring, om mee te doen. Aan het optreden werkten verder drummer Hans Lafaille, bassist Cees van der Laarse en enkele blazers mee. Het was een enorm succes.
Meerdere optredens volgden. Wat als een gelegenheidsformatie was begonnen, groeide uit tot een echte band, de Muskee Gang. Eelco Gelling koos voor The Freelance Band, waar hij ook bij speelde. In zijn plaats kwam Paul Smeenk, gitarist bij Sweet d’Buster. Herman Deinum werd de bassist en omdat de blazers zich, behalve Ruud van Dijk, niet aan een vaste formatie wilden binden, werd Jeff Reynolds aangetrokken. Een Schot, die in Engeland had gespeeld bij Georgie Fame en in Frankrijk bij Johnny Halliday. Een voortreffelijk trompettist, maar wel een zwerver. Hij maakte zijn debuut met de Muskee Gang in Valthermond. Helaas was zijn deelname van korte duur. Na een optreden met de Springband in Brabant, waar hij inviel, raakte hij in hevige storm met z’n auto van de weg en verongelukte. Hans Dulfer bracht Harry het slechte nieuws. Zijn opvolger was opnieuw een buitenlander; Steve Francovics uit San Francisco. Ook een zwervende muzikant, die dan ook plotseling weer was verdwenen. Peter Kuyt van Massada volgde hem op.

In 1983 werd het album “The Legend” opgenomen. Toch verliep het allemaal bijzonder stroef. Geld was hier debet aan. De Muskee Gang, zoals de band nu heette, had nog weinig krediet en Herman Deinum bedankte derhalve voor de eer. Marcel Schimscheimer speelde bas tijdens de opnamen. Na enige tijd verdween ook Paul Smeenk om zich bij een sekte aan te sluiten. Na een paar invallers haalde Muskee toch weer Gelling bij de groep. Dit gaf grote spanningen, waarop Herman Deinum, die ondanks eerdere problemen toch bij de groep gebleven was, opstapte en vervangen werd door Lou de Leeuw.
In die tijd zat Harry Muskee privé, zowel mentaal als fysiek, behoorlijk aan de grond. Zijn vriendin had hem verlaten voor de slaggitarist, die meteen zijn biezen kon pakken. Ook Rudy van Dijk en Peter Kuit vertrokken en uiteindelijk hield ook Hans Lafaille het voor gezien. Maar er lagen nog contracten voor optredens, dus links en rechts werden bij diverse bands een aantal muzikanten weggeplukt. De Muskee Gang bestond nu naast Harry uit Eelco Gelling (sologitaar), Melle Jan Kleisma (slaggitaar), de Fransman David Gardeur (piano), Gino Jansen (bas) en Gert-Jan de Valk (slagwerk). Deze laatste werd vrij snel vervangen door Hannes Langkamp die, net als Gino Jansen, bij de groep Fox the Fox had gespeeld.
In 1986 is er een film gemaakt over Harry Muskee. De film kreeg detitel "De Legende"en werd uitgebracht door de Stichting "Het Drentse Boek" De film is o.a. vertoond op de Nederlands Filmdagen en via de Vara TV "De Onderste Steen". Willem van der Linde, een fan van het eerste uur, die zijn ouderlijke boerderij in IJhorst verliet om in Amsterdam filmer te worden, kwam met de camera terug om die legende op te zoeken.
In hetzelfde jaar kwam het tijden de opnamen van de lp “Rimshots In The Dark”tot een definitieve breuk tussen Harry Muskee en Eelco Gelling. Producer Jan Willem Ludolph weigerde langer samen te werken met Gelling vanwege diens drugsgebruik tijdens de opnamen.
De nieuwe sologitarist werd Erwin Java, die als vijfjarig jongetje al bij Harry op de knie had gezeten. Erwin speelde bij Herman Brood's Wild Romance en White Honey, de begeleidingsband van Hanneke Kappen. Ook had hij enige tijd een eigen band, waarmee hij in 1984 tijdens het Emmer Blues Festival het podium deelde met de Muskee Gang.
Harry verhuisde naar Rolde en nam definitief afstand van het Asser kroegleven. Een nieuwe vriendin zorgde voor geluk en stabiliteit in zijn leven. In 1990 vierde Muskee in Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht zijn 25-jarig jubileum als beroepsmuzikant. Aan dit optreden werkten ook Herman Brood en andere oud-leden van C&B mee.
Muskee begint zich steeds meer te ontpoppen als geïnspireerd songschrijver. De naam van de band wordt teruggebracht tot Muskee en bestaat dan uit Erwin Java (gitaar), Roy Kushel (keyboards), Muskee (zang), Hans Langkamp (drums) en Gino Jansen (bas). De opnamen voor de cd “Muskee Live” worden een jaar later gemaakt tijdens concerten in Vredenburg en de Rotterdamse Ahoy. Als gastmuzikanten werkten Bertus Borgers en John Lagrand mee. Als bonustrack is een studio-opname van “Window Of My Eyes” in een nieuw arrangement toegevoegd.



In 1992 reist de groep naar het Poolse Katowice voor een optreden op het befaamde Rawa Blues Festival. In datzelfde jaar ontvangt Harry Muskee de Culturele Prijs van de Provincie Drenthe uit handen van Commissaris van Koningin Wim Meijer.
Ook in 1992 wordt de cd “Cut De Luxe” uitgebracht, die door de vakpers als meest afwisselende en verfrissende van het hele Muskee-oeuvre wordt genoemd. Ook hier speelden Bertus Borgers en John Lagrand mee. Deze laatste, van Livin' Blues afkomstige mondharmonica-virtuoos was in oktober deel gaan uitmaken van de vaste bezetting. In 1994 kwam “Sky On The Spot” uit, waarvoor Harry zijn inspiratie had opgedaan tijdens zijn reis door de VS. Uiteindelijk valt de band 'Muskee' in 1996 uiteen.