zondag 20 december 2015

The fabulous sounds of the sixties (2)


Al deze oerwoudmuziek werd destijds slechts met mondjesmaat op de officiële zenders gegeven. De echte rockliefhebber uit de lage landen bij de zee stemde dan ook af op Radio Luxemburg, waar hij dingen kon horen als de Buddy Holly-imitator Tommy Roe die in 1961 zijn debuut maakte met “Sheila”. Ook The Everly Brothers, die in april 1960 hun eerste tournee door Engeland maakten, lieten zich begeleiden door The Crickets. De tweede tournee (oktober 1962) luidde echter meteen ook het begin van het einde in. Don diende naar een ziekenhuis te worden gebracht (officieel wegens een voedselvergiftiging, maar in werkelijkheid ging het om druggebruik) en Phil werkte de tournee in zijn eentje af. Terug thuis huwde hij op 12 januari 1963 met Jackie Alice Ertel en werd op die manier de voorbeeldige schoonzoon van Archie Bleyer (1909-1989), de producer van hun hitsingles “Bye Bye Love” en “Wake up little Susie”, terwijl het met zijn broer steeds slechter ging.

Alhoewel ook The Hollies met hun naam duidelijk naar Buddy Holly verwijzen, is volgens Graham Nash de voornaamste invloed toch afkomstig van The Everly Brothers. Reeds in de kleuterklas (ze waren amper vijf jaar) ontmoette hij immers Alan Clarke en samen hebben ze heel hun jeugd ernaar gestreefd die close harmony-sound van The Everly’s te evenaren.

In die vroege jaren zestig was het echter àl Cliff Richard wat de klok sloeg. Ook het nummer waarvan ik fluwelen benen kreeg was van hem, “The Young Ones” namelijk, maar de verdienste kwam in dit geval echter niet Cliff zelf toe, maar de man aan de trillende snaar: Hank Marvin van het collectief dat zich – heel bescheiden – The Shadows noemde, de schaduwen achter de rug van Ome Cliff.

Het waren echter de laatste stuiptrekkingen van de kortstondige instrumentale rage. Ondanks het feit dat George Harrison himself in “Cry for a shadow” een ode brengt aan The Shadows (wat merkwaardig was want The Beatles hààtten Cliff Richard & The Shadows, althans toch volgens Hunter Davies p.71), worden The Beatles bij Decca afgewezen “omdat gitaargroepen uit de mode zijn“, maar Brian Poole and the Tremeloes worden diezelfde dag wél aanvaard!



Dat was op 1 januari 1962 (de “asshole” die The Beatles afwees, de Belg Marcel Stelman, maakte zijn fout nadien ruimschoots goed door The Rolling Stones binnen te halen) en het zou The Beatles niet beletten op te stijgen uit de Hamburgse Reeperbahn om de wereld te gaan veroveren. Die zogenaamde Merseysound is echter niet met The Beatles uit de lucht komen vallen. Dat bewijst het succes van “How do you do it” dat eerst aan The Beatles werd aangeboden, maar toen die het afwezen toch een nummer één werd in de versie van Gerry and the Pacemakers. The Beatles deden dit vooral omdat ze eigen nummers wilden brengen, maar ook Gerry Marsden componeerde zelf niet onaardig, zoals “Ferry cross the Mersey” en “Don’t let the sun catch you crying” bewijzen. “How do you do it” was echter een nummer van Mitch Murray.