woensdag 24 februari 2016

De geschiedenis van de mp3 (1995-2015) (deel 1)


In 1995 zag de mp3 het levenslicht, maar niemand die er 20 jaar geleden bij stilstond dat een boring computerbestand de volledige muziekwereld op zijn kop zou zetten. De mp3 is immers niet gemaakt met piraterij als doel, maar er zat evenmin een slim plan achter om het te gebruiken voor de online verkoop van muziek. Het was een ongeleid projectiel en de geschiedenis van de mp3 kent zoveel onvoorspelbare wendingen, klein en groot, dat het bijna op een soap lijkt. Niet met Zatte Rita of Frank Bomans in de hoofdrol, maar wel met onverwachte spelers zoals de 19-jarige Shawn Fanning die vanuit zijn slaapkamer Napster lanceerde en Steve Jobs die Apple van underdog in de computerwereld naar het meest waardevol merk ter wereld katapulteerde dankzij iTunes en de iPod. Hoe rock’n’roll de doortocht van de mp3 in muziekland ook zou worden, zo onopmerkelijk is eigenlijk het eerste hoofdstuk in de geschiedenis van het digitale muziekbestand. Voor de start van het mp3-verhaal moeten we naar een laboratorium in Erlangen, een slaapstad in het Duitse Beieren.

MADE IN GERMANY

De geboorte van een fenomeen: op 14 juli 1995 kreeg de mp3 officieel de naam mp3.
De ontwikkeling van de mp3 is geen glamoureus Silicon Valley-verhaal. Het zijn enkele Duitse ingenieurs met erg Duitse namen als Heinz, Ernst en Jürgen die zich de vaders van de mp3 mogen noemen. Hun onderzoek onder leiding van Karlheinz Brandenburg naar digitale muziek was puur academisch en ze hielden geen rekening met wat de mp3 zou betekenen voor muzikant, platenfirma of muziekliefhebber. Ze bogen zich enkel over de vraag of het technisch mogelijk was om geluid te delen via een dataverbinding. In de eerste helft van de jaren negentig was het internet immers zo traag dat zelfs het bekijken van foto’s van naakte vrouwen niet de moeite was omdat het een paar minuten duurde voor de navelstreek eindelijk was ingeladen. De jaren ’90 was ook het tijdperk van de compact disc en de hoogstaande audiokwaliteit van de cd zorgde ervoor dat een gemiddeld nummer al snel 30 tot 40 Mb telde. Die bestandsgrootte in combinatie met de traagheid van het internet zorgde ervoor dat het online doorsturen van muziek zo goed als onmogelijk was.

HONEY, I SHRUNK THE MUSIC

De grote onderzoeksvraag van Karlheinz & co was dus hoe ze de bestandsgrootte van een liedje drastisch konden verkleinen zonder te raken aan de kwaliteit ervan. De oplossing van dat vraagstuk kwam uit onverwachte hoek. De basis van hoe een mp3 werkt zit namelijk in ons hoofd en heeft helemaal niets met computers te maken. Onze hersenen filteren constant al het geluid om ons heen en laten ons een aangepaste versie van de realiteit horen. Als je bijvoorbeeld op een warme zomerdag in je tuin met je vrienden gezellig zit te kletsen en je buurman komt voorbij gesjeesd met zijn grommende grasmachine, dan zal je niks meer horen van het gesprek ondanks het feit dat je stem nog steeds geluid maakt. Dit fenomeen wordt bestudeerd in de psychoakoestiek en toen Karlheinz Brandenburg in contact kwam met deze obscure wetenschap kwam zijn Aha-erlebnis. Want hetzelfde fenomeen van audiomaskering vindt ook plaats als we naar muziek luisteren. Zo horen we niet alle tonen van elk instrument dat tegelijkertijd wordt bespeeld en elimineren onze hersenen ook heel wat geluid voor en na momenten met een grote impact zoals bij een slag op een cimbaal. Om een muziekbestand kleiner te maken zonder dat het anders gaat klinken moet je dus gewoon alle onhoorbare en dus ‘overbodige’ delen wegsnijden.



NIET MET SUZANNE VEGA

Het concept klinkt simpel, maar in realiteit duurde het wel jaren vooraleer de Duitsers het juiste algoritme te pakken hadden om muziek op een aanvaardbare manier te verkleinen. Daarvoor moesten ze nummers uit alle mogelijke genres stap voor stap ontleden en weer samengooien. Er was één artiest die in dit beginstadium van de mp3 tegensputterde. Onbewust weliswaar. Toen de onderzoekers hun toverformule loslieten op de acapella versie van Tom’s Diner van Suzanne Vega liep het helemaal fout. Het resultaat was helemaal vervormd en Suzanne Vega’s stem leek meer op een vocoder-effect van Daft Punk. Omdat ons gehoor menselijke stemmen en de emoties erin anders analyseert dan instrumenten had die stem blijkbaar ook een andere aanpak nodig in de compressie. Suzanne Vega zorgde zo voor maanden vertraging in de ontwikkeling van de mp3 en pas na duizenden luisterbeurten was het algoritme helemaal klaar. Brandenburg en zijn assistenten vertonen waarschijnlijk nog steeds allergische reacties bij het horen van Tom’s Diner.