Toen de Franse bij de eeuwwisseling eind 1999 hun lievelingschanson mochten kiezen, kwam "Il est cinq heures Paris s’éveille" eenzaam bovendrijven. Alle koppen keerden zich richting Jacques Dutronc, vertolker van deze Franse klassieker, maar weinigen keerden zich ook richting Jacques Lanzmann en Anne Ségalen die de basis van dit nummer hebben gelegd. Voordien had Dutronc al een aantal keren aardig in de Franse hitroos geschoten. Het waren niet eens mooie liedjes die deze mooie playboyachtige jongen aan de man bracht, maar eerder punky singles zoals Les cactus, Mini Mini Mini en Et moi Et moi Et moi.
Op zekere avond in de loop van de maand maart 1968 zijn Jacques Dutronc en journalist-schrijver Jacques Lanzmann uitgenodigd ten huize van Jacques Wolfsohn, toenmalig manager van platenfirma Vogue. Dutronc en Lanzmann kenden elkaar al een tijdje. Dutronc was als zanger begonnen bij de groep El Toro et les Cyclones. Met hen blikt hij twee singles in, maar moet nadien afhaken omdat zijn legerdienst op hem wacht. Daarvoor trekt hij richting Duitsland. Na zijn terugkeer weet hij zich bij platenfirma Vogue op te werken tot productie-assistent. Hij leert tijdens die jaren zestig zangeres Françoise Hardy kennen die bij Vogue haar platen uitbrengt. Nadien zal zij in 1981 met Dutronc trouwen nadat zij in 1973 samen al de geboorte van hun zoon Thomas hadden gevierd. Dutronc ontmoet bij platenfirma Vogue journalist-schrijver Jacques Lanzmann die voor een aantal artiesten teksten had geschreven. Van die dag af onstaat er tussen hen beiden een intense vriendschap. Op aanraden van Jacques Wolfsohn gaat Jacques ook stilaan liedjes voor hemzelf schrijven die hij ook zelf op plaat zet. De doorbrak komter in 1966 met Et moi Et moi Et Moi, gevolgd door hits als Les Playboys, J’aime les filles etc… Zoals steeds broeden zij ook die avond tijdens het eten van een portie fois gras en het ledigen van een fles Bordeaux op nieuwe ideeën, in het bijzonder op nummers voor het tweede album van Dutronc en een eventueel nieuwe single. Wolfsohn wil dat beide heren een liedje over Parijs schrijven, badend in een vroege ochtendsfeer. Aangespoord door dit voorstel zet Jacques Lanzmann zich om elf uur ‘s avonds aan het werk in het gezelschap van zijn toenmalige echtgenote Anne Ségalen waarmee hij vaak samen schrijft en blijft noest doorwerken tot vijf uur in de ochtend. Tijdens het schrijven bazeren zij zich op een liedje dat in 1802 was geschreven door Marc-Antonie Madeleine Désaugiers Tableau de Paris à cinq heures du matin, qua ritme geschreven in de stijl van een 18de eeuwse contradans. Désaigiers had het in zijn chanson over vroege warme bakkers, fruitstandjes en stratenkuisers. Dutronc en Lanzmann hebben het in hun wat modernere versie over straatmadeliefjes, auto’s en vrachwagenchaffeurs en over bekende Parijse locaties zoals Place Dauphine, Gare Montparnesse enz… Lanzmann speelt de tekst meteen door aan Dutronc die er zonder veel over te hoeven nadenken een melodie bij schrijft. Even vlot trekt hij naar de platenstudio, maar niemand is tevreden over het resultaat van Il est cinq heures Paris s’éveille. Het nummer heeft niet genoeg uitstraling er ontbreekt iets. Toevallig is in de studio ernaast, fluitist Roger Bourdin bezig met zijn nieuw album. Bourdin is in die tijd solist bij L’Orchestre des Concerts Lamoureux. Hij wipt even binnen om mee te luisteren. Dutronc vraagt of hij ter plekke niets kan verzinnen om fluitmatig wat aan het nummer toe te voegen. Na wat oefenen en inspiratie zoeken, neemt Bourdin in twee takes zijn improvisatie op, al bij al goed voor tien minuten studiotijd. Iedereen voelt aan dat zijn inbreng het nummer alle eer aandoet. Niemand twijfelt nadien nog aan de geweldige vondst en virtuositeit van Roger Bourdin.
In maart 1968 wordt Il est cinq heures Paris s’éveille op ep uitgebracht samen met de nummers: L’augmentation, Comment elle dorme en Fais pas çi fais pas ça. Binnen de korste keren staat het nummer op één in de Franse hitlijsten. Iets nadien verschijnt zijn tweede titelloze elpee die hem geen verdere hits zullen opleveren met naast de daarnet opgesomde nummers chansons als Métaphore, Publicité en Plus difficile.
Il est cinq heures Paris s'éveille zal ook een paar keer gecoverd worden onder meer door Sylvie Vartan, Patrick Genet en An Pierlé.
Op zekere avond in de loop van de maand maart 1968 zijn Jacques Dutronc en journalist-schrijver Jacques Lanzmann uitgenodigd ten huize van Jacques Wolfsohn, toenmalig manager van platenfirma Vogue. Dutronc en Lanzmann kenden elkaar al een tijdje. Dutronc was als zanger begonnen bij de groep El Toro et les Cyclones. Met hen blikt hij twee singles in, maar moet nadien afhaken omdat zijn legerdienst op hem wacht. Daarvoor trekt hij richting Duitsland. Na zijn terugkeer weet hij zich bij platenfirma Vogue op te werken tot productie-assistent. Hij leert tijdens die jaren zestig zangeres Françoise Hardy kennen die bij Vogue haar platen uitbrengt. Nadien zal zij in 1981 met Dutronc trouwen nadat zij in 1973 samen al de geboorte van hun zoon Thomas hadden gevierd. Dutronc ontmoet bij platenfirma Vogue journalist-schrijver Jacques Lanzmann die voor een aantal artiesten teksten had geschreven. Van die dag af onstaat er tussen hen beiden een intense vriendschap. Op aanraden van Jacques Wolfsohn gaat Jacques ook stilaan liedjes voor hemzelf schrijven die hij ook zelf op plaat zet. De doorbrak komter in 1966 met Et moi Et moi Et Moi, gevolgd door hits als Les Playboys, J’aime les filles etc… Zoals steeds broeden zij ook die avond tijdens het eten van een portie fois gras en het ledigen van een fles Bordeaux op nieuwe ideeën, in het bijzonder op nummers voor het tweede album van Dutronc en een eventueel nieuwe single. Wolfsohn wil dat beide heren een liedje over Parijs schrijven, badend in een vroege ochtendsfeer. Aangespoord door dit voorstel zet Jacques Lanzmann zich om elf uur ‘s avonds aan het werk in het gezelschap van zijn toenmalige echtgenote Anne Ségalen waarmee hij vaak samen schrijft en blijft noest doorwerken tot vijf uur in de ochtend. Tijdens het schrijven bazeren zij zich op een liedje dat in 1802 was geschreven door Marc-Antonie Madeleine Désaugiers Tableau de Paris à cinq heures du matin, qua ritme geschreven in de stijl van een 18de eeuwse contradans. Désaigiers had het in zijn chanson over vroege warme bakkers, fruitstandjes en stratenkuisers. Dutronc en Lanzmann hebben het in hun wat modernere versie over straatmadeliefjes, auto’s en vrachwagenchaffeurs en over bekende Parijse locaties zoals Place Dauphine, Gare Montparnesse enz… Lanzmann speelt de tekst meteen door aan Dutronc die er zonder veel over te hoeven nadenken een melodie bij schrijft. Even vlot trekt hij naar de platenstudio, maar niemand is tevreden over het resultaat van Il est cinq heures Paris s’éveille. Het nummer heeft niet genoeg uitstraling er ontbreekt iets. Toevallig is in de studio ernaast, fluitist Roger Bourdin bezig met zijn nieuw album. Bourdin is in die tijd solist bij L’Orchestre des Concerts Lamoureux. Hij wipt even binnen om mee te luisteren. Dutronc vraagt of hij ter plekke niets kan verzinnen om fluitmatig wat aan het nummer toe te voegen. Na wat oefenen en inspiratie zoeken, neemt Bourdin in twee takes zijn improvisatie op, al bij al goed voor tien minuten studiotijd. Iedereen voelt aan dat zijn inbreng het nummer alle eer aandoet. Niemand twijfelt nadien nog aan de geweldige vondst en virtuositeit van Roger Bourdin.
In maart 1968 wordt Il est cinq heures Paris s’éveille op ep uitgebracht samen met de nummers: L’augmentation, Comment elle dorme en Fais pas çi fais pas ça. Binnen de korste keren staat het nummer op één in de Franse hitlijsten. Iets nadien verschijnt zijn tweede titelloze elpee die hem geen verdere hits zullen opleveren met naast de daarnet opgesomde nummers chansons als Métaphore, Publicité en Plus difficile.
Il est cinq heures Paris s'éveille zal ook een paar keer gecoverd worden onder meer door Sylvie Vartan, Patrick Genet en An Pierlé.