New Orleans;
New Orleans, de Crescent City, heeft een lange en rijke muziektraditie. Het muzikale spectrum van de stad varieert van blues (Guitar Slim) tot jazz (Louis Armstrong, King Oliver) en R&B en soul (Professor Longhair, Irma Thomas).
De blues van New Orleans heeft veel weg van feestmuziek. Deze blues wordt gekenmerkt door dartelende pianoritmes, energieke blazerssecties, tal van jumpbluesartiesten en onderscheid zich door krachtige Caribische ritmes en de grote verscheidenheid aan stijlen.
zondag 10 juli 2022
maandag 27 juni 2022
Mary Wells
Mary Wells was één van de eerste supersterren van het roemruchte Motown-label. Eind 1962 bereikten maar liefst acht Motown-singles de Top 10 en drie daarvan stonden op de naam van Mary Wells! Toch kende ze een moeizame start vanaf het moment dart ze in 1960 bij Motown tekende. Berry Gordy was haar persoonlijke (zang)coach die er eerst voor moest zorgen dat haar stem hees genoeg werd om haar eerste single Bye Bye Baby uit te kunnen brengen. Toen dat gelukt was en het nummer de R&B Top 10 bereikte werd meteen gekeken naar een mogelijke opvolger. Berry schakelde Mickey Stevenson in om hem te helpen met het schrijven en produceren hiervan en niet veel later zorgde I Don’t Want To Take A Chance ook voor een Top 10-notering. Haar eerste LP, Bye Bye Baby, bijna in het geheel geproduceerd door Gory zou spoedig volgen en van Mary een gevestigde artiest maken.
Gordy richtte zich vooral op nieuw, jong talent dus hij vertrouwde Mary volledig toe aan Stevenson en ‘ stortte’ zich volledig op The Supremes om hun doorbraak te realiseren. Stevenson schreef en produceerde vervolgens Mary’s nieuwe single, Strange Love, een ballad met strijkarrangementen maar dit nummer flopte volledig en men moest naarstig op zoek naar een koerswijziging.
Met de keuze voor Smokey Robinson als tekstschrijver voor Mary bedacht Gordy een meesterzet. Smokey hoorde beduidend andere en nieuwe vocale mogelijkheden bij de stem van Mary en schreef The One Who Really Loves You voor haar. Het nummer bereikte niet alleen de R&B-Top 10 maar ook nog eens de achtste plek in de Pop-hitlijst! Hoog tijd voor een compleet nieuw album en het kwartet Stevenson, Robinson, Holland en Bateman ging aan de slag met de selectie van de nummers. Het was in die tijd gebruikelijk dat een Motown-album tien nummers bevatte, waaronder een aantal uitgebrachte singles (met B-kant) en nummers uit de eigen Jobete/Motown-catalogus. En op dezelfde wijze als haar debuut werd dus ook het album The One Who Really Loves You uitgebracht. Omdat de B-kanten van de twee singles Strange Love en The One Who Really Love You al op haar debuutalbum waren vastgelegd, moest men dus op zoek naar acht ‘album-vullers’. Drifting Love schreef Mary zelf en voor She Don’t Love You tekende Gordy. Daarnaast een aantal covers waaronder het Smokey-nummer You Beat Me To The Punch, wat haar nieuwe single werd en zelfs haar eerste nummer 1-hit!
Voor het derde album van Mary zou men wat meer tijd nemen en de single-releases beter uitkienen. Slechts één nummer voor het nieuwe album Two Lovers And Other Great Hits kwam uit de ‘ back-catelogue’ van Mary, te weten de Mable John-cover No Love. Samen met Melvin Franklin van The Temptations schreef Mary Stop Right Here, Berry Gordy schreef en produceerde Was It Worth It maar de rest van de nummers werd geproduceerd door Smokey Robinson en Mickey Stevenson. Na zijn misser met Strange Love, liet Mickey niets aan het toeval over en koppelde hij Mary aan niemand minder dan Marvin Gaye, die uiteindelijk de co-productie van My 2 Arms – U = Tears voor zijn rekening nam. Daarnaast liet hij Mary ‘kennismaken’ met oude ‘ standards’ en dat leverde de nummers Goody-Goody (Benny Goodman, 1936), Looking Back (Nat King Cole, 1953) en Guess Who (Jesse Belvin, 1959) op. De beste nummers op Two Lovers zijn echter de Smokey-tracks. Het titelnummer bereikte wederom de nummer 1-positie in de hitlijsten met als B-kant het fraaie Operator. Grappig detail over dit nummer is dat het gebruikt werd voor haar volgende album Live On Stage, waarbij de master-tape werd gebruikt, met het geluid van publiek eroverheen gemixt. Het nummer is in werkelijkheid nooit live opgenomen! De derde en laatste Smokey-bijdrage was het nummer Laughing Boy, dat in februari 1963 als single werd uitgebracht.
Haar Motown-carrière duurde na deze single nog slechts 15 maanden, waarbij ze deze periode glorieus afsloot met een andere nr.1-single in de Pop-lijsten, My Guy. Daarna bleef ze wel prachtige muziek maken maar moest Mary in de hitlijsten plaatsmaken voor nieuw Motown-talent waarmee het label vervolgens de ene na de andere hit afleverde.
vrijdag 10 juni 2022
Geografie van de blues (6)
Mississippi-Delta:
De Mississippi-Delta is het landbouwgebied van de staat dat algemeen wordt beschouwd als de geboorteplaats van de blues. Tot de artiesten die in dit gebied werden geboren en werkten, behoren onder anderen Son House, Robert Johnson, Charlie Patton, John Lee Hooker en Muddy Waters.
De meeste Delta-blues wordt akoestisch gespeeld, zoals op de originele platen uit de jaren twintig en dertig, met gitaren met een holle klankkast die werden gemaakt voordat de elektrische gitaar aan het eind van de jaren veertig zijn intrede deed in de blues. De Delta-blues wordt gekenmerkt door fantastisch gitaarspel, snijdend slidewerk en diepe boogieritmes, alles gebracht met een emotionele diepte die van de plaat druipt.
Er bestaan 2 versies van het levensverhaal van Robert Johnson. Wij hebben gekozen voor het meest interessante. In zijn jeugd op de Dockery-plantage besloot Robert bluesmuzikant te worden en deed hij zijn uiterste best om dat doel te bereiken. Na opdracht te hebben gekregen om met zijn gitaar om twaalf uur 's nachts op een nabijgelegen kruising te verschijnen, werd Johnson daar verwelkomd door de duivel zelf. Hij pakte Johnsons gitaar, stemde het instrument en gaf het toen aan Johnson terug. Vanaf die dag speelde en zong Johnson dankzij zijn bovennatuurlijke gaven beter dan welke bluesartiest ook. Producent John Hammond wilde dat Johnson optrad tijdens een Spirituals To Swing Show in de Carnegie Hall in 1938 en stuurde mensen erop uit hem op te sporen en naar New York te brengen. Helaas kwam toen het droevige bericht uit Mississippi dat Johnson was overleden, in een jukejoint vergiftigt door de jaloerse man van een vriendin. Volgens de legende had hij h et schuim op zijn mond staan, kroop hij rond op handen en voeten en hapte hij als een dolle hond naar de mensen om hem heen toen hij voor het laatst in levenden lijve werd gezien. Naar verluit sprak hij vlak voor hij stierf de volgende woorden: 'Ik hoop dat de Verlosser komt en mij meeneemt uit mijn graf'. Nu volgen de gebeurtenissen die wel echt gebeurd zijn: Hij trouwde in 1929 en zou wellicht een rustige huisvader zijn geworden, maar zijn vrouw en zoon stierven een jaar later tijdens de bevalling. Vervolgens begon hij van plaats naar plaats te trekken om de blues te spelen. Hij was voortaan steeds onderweg, oefende onophoudelijk om zijn spel te vervolmaken en trad zo vaak op als hij kon. Johnson had rare gewoontes. Hij oefende in het donker geleund tegen een grafsteen op het plaatselijke kerkhof. Hij liftte stiekem mee met goederentreinen naar Chicago, Detroit, New York en St. Louis. Johnson hervatte zijn nomadische bestaan op een zaterdagavond in augustus. Na zijn optreden flirtte hij op de dansavond met een vrouw, waarop haar jaloerse man of vriend besloot hem dat betaald te zetten door de zanger een fles illegale whisky aan te bieden met daarin een scheut loog. Johnson bleef drinken en spelen tot hij zo ziek was dat hij niet meer verder kon. Hij werd overgebracht naar het nabijgelegen Greenwood, waar hij op 16 augustus 1938, na een paar dagen verschrikkelijke pijn te hebben geleden overleed aan longontsteking.
John Lee Hooker is ongetwijfeld een van de echte groten van de blues, samen met Muddy Waters, B.B. King en Howlin' Wolf. Hooker wordt vaak de 'Koning van de Boogie' genoemd, en zijn energieke ritmische manier van gitaar spelen is een onlosmakelijk element van de sound en stijl van de blues geworden. Na zijn geboorte op 17 augustus 1920 in Mississippi groeide John Lee op in een bluesrijke omgeving, waarin hij gitaar leerde spelen van zijn stiefvader Will Moore. In zijn kinderjaren zong Hooker gospelsongs in de kerk, wat zijn belangrijkste muzikale invloed was, tot de blues hem te pakken kreeg. Toen hij 15 was, liep hij weg van huis en ging naar Memphis om daar naam te maken in de bluesscène. Hij werd gepakt en teruggestuurd naar huis, maar keerde uiteindelijk toch weer terug. Om de eindjes aan elkaar te knopen werkte hij als zaalwacht in een bioscoop. Hooker maakte in de daaropvolgende zes jaar onder tal van verzonnen namen, bijnamen en varianten van zijn eigen naam platen voor zowat elke platenmaatschappij dat hem een contract aanbood. Hoogtepunten uit de carrière van Hooker in de jaren tachtig waren zijn toetreding tot de Hall of Fame van de Blues Foundation en de heruitgave van verschillende vroegere platen van hem. Daarnaast was hij te zien in de film "The Blues Brothers", waarin hij al stampend de voor hem typische boogie patronen voor het voetlicht bracht met het nummer 'Boom Boom'. John Lee Hooker overleed in 2001, opende in 1997 zijn eigen bluesclub in Californië: John Lee Hooker's Boom Boom Boom.
De Mississippi-Delta is het landbouwgebied van de staat dat algemeen wordt beschouwd als de geboorteplaats van de blues. Tot de artiesten die in dit gebied werden geboren en werkten, behoren onder anderen Son House, Robert Johnson, Charlie Patton, John Lee Hooker en Muddy Waters.
De meeste Delta-blues wordt akoestisch gespeeld, zoals op de originele platen uit de jaren twintig en dertig, met gitaren met een holle klankkast die werden gemaakt voordat de elektrische gitaar aan het eind van de jaren veertig zijn intrede deed in de blues. De Delta-blues wordt gekenmerkt door fantastisch gitaarspel, snijdend slidewerk en diepe boogieritmes, alles gebracht met een emotionele diepte die van de plaat druipt.
Er bestaan 2 versies van het levensverhaal van Robert Johnson. Wij hebben gekozen voor het meest interessante. In zijn jeugd op de Dockery-plantage besloot Robert bluesmuzikant te worden en deed hij zijn uiterste best om dat doel te bereiken. Na opdracht te hebben gekregen om met zijn gitaar om twaalf uur 's nachts op een nabijgelegen kruising te verschijnen, werd Johnson daar verwelkomd door de duivel zelf. Hij pakte Johnsons gitaar, stemde het instrument en gaf het toen aan Johnson terug. Vanaf die dag speelde en zong Johnson dankzij zijn bovennatuurlijke gaven beter dan welke bluesartiest ook. Producent John Hammond wilde dat Johnson optrad tijdens een Spirituals To Swing Show in de Carnegie Hall in 1938 en stuurde mensen erop uit hem op te sporen en naar New York te brengen. Helaas kwam toen het droevige bericht uit Mississippi dat Johnson was overleden, in een jukejoint vergiftigt door de jaloerse man van een vriendin. Volgens de legende had hij h et schuim op zijn mond staan, kroop hij rond op handen en voeten en hapte hij als een dolle hond naar de mensen om hem heen toen hij voor het laatst in levenden lijve werd gezien. Naar verluit sprak hij vlak voor hij stierf de volgende woorden: 'Ik hoop dat de Verlosser komt en mij meeneemt uit mijn graf'. Nu volgen de gebeurtenissen die wel echt gebeurd zijn: Hij trouwde in 1929 en zou wellicht een rustige huisvader zijn geworden, maar zijn vrouw en zoon stierven een jaar later tijdens de bevalling. Vervolgens begon hij van plaats naar plaats te trekken om de blues te spelen. Hij was voortaan steeds onderweg, oefende onophoudelijk om zijn spel te vervolmaken en trad zo vaak op als hij kon. Johnson had rare gewoontes. Hij oefende in het donker geleund tegen een grafsteen op het plaatselijke kerkhof. Hij liftte stiekem mee met goederentreinen naar Chicago, Detroit, New York en St. Louis. Johnson hervatte zijn nomadische bestaan op een zaterdagavond in augustus. Na zijn optreden flirtte hij op de dansavond met een vrouw, waarop haar jaloerse man of vriend besloot hem dat betaald te zetten door de zanger een fles illegale whisky aan te bieden met daarin een scheut loog. Johnson bleef drinken en spelen tot hij zo ziek was dat hij niet meer verder kon. Hij werd overgebracht naar het nabijgelegen Greenwood, waar hij op 16 augustus 1938, na een paar dagen verschrikkelijke pijn te hebben geleden overleed aan longontsteking.
John Lee Hooker is ongetwijfeld een van de echte groten van de blues, samen met Muddy Waters, B.B. King en Howlin' Wolf. Hooker wordt vaak de 'Koning van de Boogie' genoemd, en zijn energieke ritmische manier van gitaar spelen is een onlosmakelijk element van de sound en stijl van de blues geworden. Na zijn geboorte op 17 augustus 1920 in Mississippi groeide John Lee op in een bluesrijke omgeving, waarin hij gitaar leerde spelen van zijn stiefvader Will Moore. In zijn kinderjaren zong Hooker gospelsongs in de kerk, wat zijn belangrijkste muzikale invloed was, tot de blues hem te pakken kreeg. Toen hij 15 was, liep hij weg van huis en ging naar Memphis om daar naam te maken in de bluesscène. Hij werd gepakt en teruggestuurd naar huis, maar keerde uiteindelijk toch weer terug. Om de eindjes aan elkaar te knopen werkte hij als zaalwacht in een bioscoop. Hooker maakte in de daaropvolgende zes jaar onder tal van verzonnen namen, bijnamen en varianten van zijn eigen naam platen voor zowat elke platenmaatschappij dat hem een contract aanbood. Hoogtepunten uit de carrière van Hooker in de jaren tachtig waren zijn toetreding tot de Hall of Fame van de Blues Foundation en de heruitgave van verschillende vroegere platen van hem. Daarnaast was hij te zien in de film "The Blues Brothers", waarin hij al stampend de voor hem typische boogie patronen voor het voetlicht bracht met het nummer 'Boom Boom'. John Lee Hooker overleed in 2001, opende in 1997 zijn eigen bluesclub in Californië: John Lee Hooker's Boom Boom Boom.
zondag 29 mei 2022
The Chants
The Chants waren een Doo Wop groep uit Liverpool. Zij begonnen in 1962 als “the Shades” en bestonden uit Joe Ankah, Eddie Ankah, Nat Smeda, Alan Harding en Eddie Amoo.
The Beatles waren grote fans van de groep en hebben hen zelfs begeleid in the Cavern. Brian Epstein is een tijdje hun manager geweest; maar dat duurde niet lang.
The Chants waren een van die ontelbare groepjes die aan de oorsprong van de Merseybeat lagen.
Ondanks het feit dat dit een geweldig goeie groep was is de naam “The Chants” nu volledig verdwenen, zelfs uit het collectieve geheugen. De groep bestond tot in 1975.
The Chants waren anders dan de rest van de beat groepen in Liverpool. Eerst en vooral waren ze zwart en een vocale groep in de stijl van de grote doo wop groepen uit Amerika.
In september 1962 deden ze een auditie in de Cavern maar ze beschikten niet over een begeleidingsgroep. Daarom boden the Beatles aan hen te begeleiden. John was immers bevriend met de zanger; Eddie Amoo. Brian Epstein had een probleem. The Beatles moesten de hoofdact zijn, en niet zo maar een begeleidingsgroepje.
Toch zette John Lennon zijn willetje door. In november 1962 maakten the Chants hun debuut in the Cavern met de Beatles in steun. The Chants zongen, begeleid door the Beatles, 'Duke Of Earl', 'A Thousand Stars', '16 Candles 'en' Come Go With Me 'voor een enthousiast publiek. De set duurde ongeveer 20 minuten.
Epstein werd zelfs korte tijd hun manager maar door gebrek aan interesse van “Eppie” viel dat gauw in het water.
The Chants maakten een aantal singles, maar buiten Liverpool waren ze absoluut onbekend.
Gefilmd door Granada TV in 1964 is dit een mooi voorbeeld van hoe Liverpool er in die tijd uitzag. The Chants zingen “I could write a book” op Merseyside. Het is een hartelijk stukje, vooral de close-ups van een aantal zwijmelende meisjes.
“I could write a book” was hun tweede single (Pye 7N 15591 1964)
Tijdens het wekelijks programmam “Juke Box Jury”, met deze keer de Four Fab in de jury, kreeg het nummer het maximum “Four thumbs Up”. In de hitparade was het nergens te bespeuren.
The Beatles waren grote fans van de groep en hebben hen zelfs begeleid in the Cavern. Brian Epstein is een tijdje hun manager geweest; maar dat duurde niet lang.
The Chants waren een van die ontelbare groepjes die aan de oorsprong van de Merseybeat lagen.
Ondanks het feit dat dit een geweldig goeie groep was is de naam “The Chants” nu volledig verdwenen, zelfs uit het collectieve geheugen. De groep bestond tot in 1975.
The Chants waren anders dan de rest van de beat groepen in Liverpool. Eerst en vooral waren ze zwart en een vocale groep in de stijl van de grote doo wop groepen uit Amerika.
In september 1962 deden ze een auditie in de Cavern maar ze beschikten niet over een begeleidingsgroep. Daarom boden the Beatles aan hen te begeleiden. John was immers bevriend met de zanger; Eddie Amoo. Brian Epstein had een probleem. The Beatles moesten de hoofdact zijn, en niet zo maar een begeleidingsgroepje.
Toch zette John Lennon zijn willetje door. In november 1962 maakten the Chants hun debuut in the Cavern met de Beatles in steun. The Chants zongen, begeleid door the Beatles, 'Duke Of Earl', 'A Thousand Stars', '16 Candles 'en' Come Go With Me 'voor een enthousiast publiek. De set duurde ongeveer 20 minuten.
Epstein werd zelfs korte tijd hun manager maar door gebrek aan interesse van “Eppie” viel dat gauw in het water.
The Chants maakten een aantal singles, maar buiten Liverpool waren ze absoluut onbekend.
Gefilmd door Granada TV in 1964 is dit een mooi voorbeeld van hoe Liverpool er in die tijd uitzag. The Chants zingen “I could write a book” op Merseyside. Het is een hartelijk stukje, vooral de close-ups van een aantal zwijmelende meisjes.
“I could write a book” was hun tweede single (Pye 7N 15591 1964)
Tijdens het wekelijks programmam “Juke Box Jury”, met deze keer de Four Fab in de jury, kreeg het nummer het maximum “Four thumbs Up”. In de hitparade was het nergens te bespeuren.
vrijdag 13 mei 2022
20 bekende bands die oorspronkelijk anders heetten
The Red Hot Chili Peppers heetten oorspronkelijk Tony Flow and the Miraculously Majestic Masters of Mayhem.
Jimi Hendrix Experience ontstond nadat Hendrix ontdekt werd met zijn band Jimmy James and the Blue Flames.
Pearl Jam heette in 1990 een jaartje Mookie Blaylock.
De Bee Gees heetten eerst The Rattlesnakes.
The Doors kozen oorspronkelijk voor de naam Psychedelic Rangers.
The Cure startte onder de naam Easy Cure.
Pink Floyd kwam er na een rist andere namen, waaronder Sigma 6, The Meggadeaths, The (Screaming) Abdabs (of Architectural Abdabs), Leonard's Lodgers, The Spectrum Five en The Tea Set. Syd Barrett bedacht uiteindelijk The Pink Floyd Sound als naam.
Black Crowes gingen eerst door het leven als Mr. Crowes Garden.
U2 begon in 1976 op de Mount Temple Comprehensive School in Dublin onder de naam Feedback. Net voor ze zich U2 noemden, heetten ze ook nog even The Hype.
R.E.M. koos oorspronkelijk voor iets controversiëlere namen als Cans Of Piss en Negro Wives.
The Beach Boys heetten ooit The Pendletones.
Led Zeppelin startte als The New Yardbirds.
The Golliwogs was de oorspronkelijk naam van Creedence Clearwater Revival.
Het brave Smile met Freddy Mercury werd later het flamboyantere Queen.
Grateful Dead deed het ooit als Mother Mcree's Uptown Jug Champions en als The Warlocks.
The Detour werd in 1964 The Who, maar maakte datzelfde jaar nog even een zijsprong naar The High Numbers. Dat werd al snel weer The Who.
Gerrit en de Krekels zijn begonnen als The Parklane Boys.
Gerrit en de Krekels zijn begonnen als The Parklane Boys.
Black Sabbath heette oorspronkelijk The Polka Tulk Blues Band, wat later ingekort werd tot Polka Tulk. Ze heetten ook even Earth, maar naar verluidt vond Ozzy Osbourne dat vreselijk.
The Beatles startten als The Quarrymen en heetten tussendoor ook The Black Jacks, Johnny and the Moondogs, The Silver Beetles en Long John and the Silver Beetles.
Oasis begon als The Rain.
Nirvana koos oorspronkelijk voor de namen Pen Cap Chew en Skid Row.
Radiohead startte in 1985 als On A Friday.
dinsdag 10 mei 2022
Geografie van de blues (5)
Chicago:
Chicago wordt algemeen beschouwd als het centrum van de moderne blues. In de befaamde Chess-studio in deze stad namen Howlin' Wolf, Little Walter, Muddy Waters en nog vele anderen hun beste muziek op en schreven daarmee in de jaren vijftig en zestig bluesgeschiedenis.
De Chicago-blues is waarschijnlijk de populairste en meest beluisterde vorm van blues. Het populaire beeld van een piepklein podiumpje in een rokerig zaaltje met daarop een groep muzikanten die staan te jammen op elektrische gitaren, een versterkte mondharmonica, piano, bas en drums is rechtstreeks terug te voeren tot de vroege Chicago-stijl.
De mondharmonica- ook wel mondorgel genoemd en zonder twijfel het meest handzame instrument van de blues- is de tweede grote solostem van de blues. Het instrument kreeg ongeveer tegelijk met de gitaar een prominente plaats binnen de bluesmuziek. De mondharmonica wordt beschouwd als een blaasinstrument dat je bespeelt door lucht over metalen of houten trilplaatjes te blazen. Met dit warme en expressieve instrument kun je klanken voortbrengen die variëren van doordringende akoestisch jammer geluiden tot de volle, rijke sound van de elektrische mondharmonica's die worden gebruikt in de Chicago-blues.
Wanneer je een mondharmonica akoestisch bespeelt, vorm en verander je het geluid oor de manier waarop je je handen om het instrument legt en beweegt. Je krijt er dan tonen en nuances uit die veel weghebben van een menselijke zangstem. Wanneer je speelt met elektrische versterking, plaats je de mondharmonica pal tegen een goedkope microfoon om een 'smerig' verwrongen geluid te krijgen dat het kenmerk is van de moderne Chicago-blues.
Chicago wordt algemeen beschouwd als het centrum van de moderne blues. In de befaamde Chess-studio in deze stad namen Howlin' Wolf, Little Walter, Muddy Waters en nog vele anderen hun beste muziek op en schreven daarmee in de jaren vijftig en zestig bluesgeschiedenis.
De Chicago-blues is waarschijnlijk de populairste en meest beluisterde vorm van blues. Het populaire beeld van een piepklein podiumpje in een rokerig zaaltje met daarop een groep muzikanten die staan te jammen op elektrische gitaren, een versterkte mondharmonica, piano, bas en drums is rechtstreeks terug te voeren tot de vroege Chicago-stijl.
De mondharmonica- ook wel mondorgel genoemd en zonder twijfel het meest handzame instrument van de blues- is de tweede grote solostem van de blues. Het instrument kreeg ongeveer tegelijk met de gitaar een prominente plaats binnen de bluesmuziek. De mondharmonica wordt beschouwd als een blaasinstrument dat je bespeelt door lucht over metalen of houten trilplaatjes te blazen. Met dit warme en expressieve instrument kun je klanken voortbrengen die variëren van doordringende akoestisch jammer geluiden tot de volle, rijke sound van de elektrische mondharmonica's die worden gebruikt in de Chicago-blues.
Wanneer je een mondharmonica akoestisch bespeelt, vorm en verander je het geluid oor de manier waarop je je handen om het instrument legt en beweegt. Je krijt er dan tonen en nuances uit die veel weghebben van een menselijke zangstem. Wanneer je speelt met elektrische versterking, plaats je de mondharmonica pal tegen een goedkope microfoon om een 'smerig' verwrongen geluid te krijgen dat het kenmerk is van de moderne Chicago-blues.
woensdag 4 mei 2022
Léo Ferré
In 1949 schrijft Léo Ferré, een jonge cabaretier « Monsieur Tout-Blanc » , een chanson dat al gauw wordt verboden door het « Comité d’écoute de la radiodiffusion française ».
Waarom ?
Léo Ferré heeft het over het zwijgen van paus Pius XII tijdens de tweede wereldoorlog. Zelfs wanneer hij op de hoogte wordt gebracht – in detail – van de holocaust en de afschuwelijke gevolgen voor de Joden, zwijgt Pius XII.
Waarom protesteerden de kerk, Pacelli en later Pius XII niet tegen de boycot van de joodse winkeliers op 1 april 1933, tegen de rassenwetten van Neurenberg in 1935, tegen de mishandeling van de joden bij de Anschluss in 1938, tegen de gruweldaden tegen de joden na Kristallnacht in 1938?
In maart 1937 publiceert Pius XI de encykliek « Mit brennender Sorge » (met een brandende bezordheid) . Het nazisme wordt niet met naam genoemd maar wel de heidense mystiek waarop het berust. De raciale theorien van Hitler worden als dusdanig ook niet aangeklaagd maar wel zegt deze encykliek dat “hij die ras, natie en beleid boven de menselijke waardigheid stelt dwaalt”.
Een tweede encykliek volgt “Divini redemptoris » die het communisme veroordeelt.
De paus sterft op 10 februari 1939. Zijn opvolger : Kardinaal Eugenio Pacelli , volgt hem op als Pius XII. Hij was lange tijd de pauselijke nuntius in Duitsland, o.m. onder Hitler.
Zijn eerste daad als paus is de Osservatore Romano (het dagblad gepubliceerd door de officiële informatiedienst van het Vaticaan) aan te manen om ten alle prijze een controverse met Duitsland te voorkomen.
Terwijl de internationale spanningen wijzen naar een komend conflict, zet de Paus al zijn energie in om de vrede te bewaren.
Zodra de vijandelijkheden beginnen in september 1939, wordt Pius XII op de hoogte gebracht van de nazimethodes (moorden op intellectuelen in Polen, speciale behandelingen voorbehouden aan Joden). De paus wordt geconfronteerd met een dilemma: moet publiekelijk veroordelen dergelijke misdrijven?
Wat volgt is Stilte.
Toch wordt hij in de zomer van 1941 door verschillende bisschoppen gebrieft over de systematische moord op de gehandicapten en geesteszieken. De Paus zwijgt.
Wanneer vervolging toeneemt tot een systematische uitroeiing gaat de stilte van de paus verder.
Met de lancering van Operatie Barbarossa (de aanval op de Sovjet-Unie door het derde Reich), op 22 juni 1941, blijft de Paus op het standpunt van zijn voorganger : het communisme is "grote vijand van het christendom en de christelijke beschaving." De ontmanteling van de Orthodoxe Kerk in de Sovjet-Unie, de slachtpartijen van de priesters tijdens de Spaanse Burgeroorlog (die hij toegeschreven aan de anti-christelijke haat tegen communisten), versterken de paus in zijn overtuiging.
Zelfs de grote razzia in 1943 te Rome waar meer dan duizend Romeinse joden werden aangehouden in Rome (16 oktober 1943), doet de Paus niet uit zijn reserve komen. Kardinaal Maglione weet vertrouwelijk te zeggen dat de Paus niet wilde gedwongen worden om zijn afkeuring uit te drukken"(!)
Waarom liet de katholieke kerk toe dat haar priesters de nazi's inzage gaven in hun geboorte- en huwelijksregisters, zodat de nazi"s konden nagaan wie joods was en wie niet?
Waarom protesteerde ze niet tegen de deportaties van de joden? Waarom verhief de paus zijn stem niet toen op 23 oktober 1943 meer dan duizend joden in Rome werden opgepakt en afgevoerd?
Waarom kwam Pius XII niet openlijk tussenbeide toen priester-president Tiso van Slowakije de nazi's zelfs betaalde om "zijn" joden te deporteren?
Waarom verleende hij privéaudiëntie aan Anté Pavelic, de leider van de Ustasabeweging van Kroatië, die talloze joden en orthodoxe Serviërs liet vermoorden?
Waarom heeft hij nooit één hooggeplaatste nazi geëxcommuniceerd?
Waarom liet hij Mein Kampf niet op de index van de verboden boeken plaatsen, ook niet in 1948, toen de kerk nog de Méditations van Descartes, de Lettres persanes van Montesquieu en Le rouge et le noir van Stendhal op haar zwarte lijst zette?
Monsieur Tout-Blanc
Monsieur Tout-Blanc
Vous enseignez la charité
Bien ordonnée
Dans vos châteaux en Italie
Monsieur Tout-Blanc
La charité, c´est très gentil
Mais qu´est-ce que c´est?
Expliquez-moi
Pendant c´temps-là moi j´vis à Aubervilliers
C´est un p´tit coin perdu au bout d´la misère
Où l´on n´a pas tell´ment d´questions à s´poser
Pour briffer faut bosser mon p´tit père
Monsieur Tout-Blanc
L´oiseau blessé que chaque jour
Vous consommez
Etait d´une race maudite
Monsieur Tout-Blanc
Entre nous dites, rappelez-vous
Y a pas longtemps
Vous vous taisiez
Pendant c´temps-là moi j´vivais à Aubervilliers
Ça n´était pas l´époque à dir´ des rosaires
Y avait des tas d´questions qu´il fallait s´poser
Pour durer faut lutter mon p´tit père
Monsieur Tout-Blanc
Si vous partez un beau matin
Les pieds devant
Pour vos châteaux en paradis
Monsieur Tout-Blanc
Le paradis, c´est p´t-êt´ joli
Priez pour moi
Moi j´ai pas l´temps
Car je vivrai toujours à Aubervilliers
Avec deux bras noués autour d´ma misère
On n´aura plus tell´ment d´questions à s´poser
Dans la vie faut s´aimer mon p´tit père
Monsieur Tout-Blanc
Si j´enseignais la charité
Bien ordonnée
Dans mes châteaux d´Aubervilliers
Monsieur Tout-Blanc
Ça n´est pas vous qu´j´irais trouver
Pour m´indiquer
C´qu´il faut donner
Waarom ?
Léo Ferré heeft het over het zwijgen van paus Pius XII tijdens de tweede wereldoorlog. Zelfs wanneer hij op de hoogte wordt gebracht – in detail – van de holocaust en de afschuwelijke gevolgen voor de Joden, zwijgt Pius XII.
Waarom protesteerden de kerk, Pacelli en later Pius XII niet tegen de boycot van de joodse winkeliers op 1 april 1933, tegen de rassenwetten van Neurenberg in 1935, tegen de mishandeling van de joden bij de Anschluss in 1938, tegen de gruweldaden tegen de joden na Kristallnacht in 1938?
In maart 1937 publiceert Pius XI de encykliek « Mit brennender Sorge » (met een brandende bezordheid) . Het nazisme wordt niet met naam genoemd maar wel de heidense mystiek waarop het berust. De raciale theorien van Hitler worden als dusdanig ook niet aangeklaagd maar wel zegt deze encykliek dat “hij die ras, natie en beleid boven de menselijke waardigheid stelt dwaalt”.
Een tweede encykliek volgt “Divini redemptoris » die het communisme veroordeelt.
De paus sterft op 10 februari 1939. Zijn opvolger : Kardinaal Eugenio Pacelli , volgt hem op als Pius XII. Hij was lange tijd de pauselijke nuntius in Duitsland, o.m. onder Hitler.
Zijn eerste daad als paus is de Osservatore Romano (het dagblad gepubliceerd door de officiële informatiedienst van het Vaticaan) aan te manen om ten alle prijze een controverse met Duitsland te voorkomen.
Terwijl de internationale spanningen wijzen naar een komend conflict, zet de Paus al zijn energie in om de vrede te bewaren.
Zodra de vijandelijkheden beginnen in september 1939, wordt Pius XII op de hoogte gebracht van de nazimethodes (moorden op intellectuelen in Polen, speciale behandelingen voorbehouden aan Joden). De paus wordt geconfronteerd met een dilemma: moet publiekelijk veroordelen dergelijke misdrijven?
Wat volgt is Stilte.
Toch wordt hij in de zomer van 1941 door verschillende bisschoppen gebrieft over de systematische moord op de gehandicapten en geesteszieken. De Paus zwijgt.
Wanneer vervolging toeneemt tot een systematische uitroeiing gaat de stilte van de paus verder.
Met de lancering van Operatie Barbarossa (de aanval op de Sovjet-Unie door het derde Reich), op 22 juni 1941, blijft de Paus op het standpunt van zijn voorganger : het communisme is "grote vijand van het christendom en de christelijke beschaving." De ontmanteling van de Orthodoxe Kerk in de Sovjet-Unie, de slachtpartijen van de priesters tijdens de Spaanse Burgeroorlog (die hij toegeschreven aan de anti-christelijke haat tegen communisten), versterken de paus in zijn overtuiging.
Zelfs de grote razzia in 1943 te Rome waar meer dan duizend Romeinse joden werden aangehouden in Rome (16 oktober 1943), doet de Paus niet uit zijn reserve komen. Kardinaal Maglione weet vertrouwelijk te zeggen dat de Paus niet wilde gedwongen worden om zijn afkeuring uit te drukken"(!)
Waarom liet de katholieke kerk toe dat haar priesters de nazi's inzage gaven in hun geboorte- en huwelijksregisters, zodat de nazi"s konden nagaan wie joods was en wie niet?
Waarom protesteerde ze niet tegen de deportaties van de joden? Waarom verhief de paus zijn stem niet toen op 23 oktober 1943 meer dan duizend joden in Rome werden opgepakt en afgevoerd?
Waarom kwam Pius XII niet openlijk tussenbeide toen priester-president Tiso van Slowakije de nazi's zelfs betaalde om "zijn" joden te deporteren?
Waarom verleende hij privéaudiëntie aan Anté Pavelic, de leider van de Ustasabeweging van Kroatië, die talloze joden en orthodoxe Serviërs liet vermoorden?
Waarom heeft hij nooit één hooggeplaatste nazi geëxcommuniceerd?
Waarom liet hij Mein Kampf niet op de index van de verboden boeken plaatsen, ook niet in 1948, toen de kerk nog de Méditations van Descartes, de Lettres persanes van Montesquieu en Le rouge et le noir van Stendhal op haar zwarte lijst zette?
Monsieur Tout-Blanc
Monsieur Tout-Blanc
Vous enseignez la charité
Bien ordonnée
Dans vos châteaux en Italie
Monsieur Tout-Blanc
La charité, c´est très gentil
Mais qu´est-ce que c´est?
Expliquez-moi
Pendant c´temps-là moi j´vis à Aubervilliers
C´est un p´tit coin perdu au bout d´la misère
Où l´on n´a pas tell´ment d´questions à s´poser
Pour briffer faut bosser mon p´tit père
Monsieur Tout-Blanc
L´oiseau blessé que chaque jour
Vous consommez
Etait d´une race maudite
Monsieur Tout-Blanc
Entre nous dites, rappelez-vous
Y a pas longtemps
Vous vous taisiez
Pendant c´temps-là moi j´vivais à Aubervilliers
Ça n´était pas l´époque à dir´ des rosaires
Y avait des tas d´questions qu´il fallait s´poser
Pour durer faut lutter mon p´tit père
Monsieur Tout-Blanc
Si vous partez un beau matin
Les pieds devant
Pour vos châteaux en paradis
Monsieur Tout-Blanc
Le paradis, c´est p´t-êt´ joli
Priez pour moi
Moi j´ai pas l´temps
Car je vivrai toujours à Aubervilliers
Avec deux bras noués autour d´ma misère
On n´aura plus tell´ment d´questions à s´poser
Dans la vie faut s´aimer mon p´tit père
Monsieur Tout-Blanc
Si j´enseignais la charité
Bien ordonnée
Dans mes châteaux d´Aubervilliers
Monsieur Tout-Blanc
Ça n´est pas vous qu´j´irais trouver
Pour m´indiquer
C´qu´il faut donner
zaterdag 16 april 2022
Electric Light Orchestra
Electric Light Orchestra, met Roy Wood en Jeff Lynne, treedt op 16 April 1972 voor de allereerste keer op, tijdens een optreden in de Fox And Greyhound-pub in het Engelse Croydon.
Electric Light Orchestra komt voort uit The Move, een even beruchte als succesvolle band die begin 1966 wordt opgericht in het Engelse Birmingham maar carriere maakt vanuit Londen. The Move combineert een controversiele podiumact met bizarre publiciteitsstunts en voorziet haar Beatle-eske songs van immer opvallende arrangementen. Zo opent haar eerste hit, Night Of Fear, met een van Tsjaikovski geleend themaatje, waarvan de gitaarpartij aangevuld wordt door een ronkende cello. Niet zomaar een bedenksel: zanger en gitarist Roy Wood is al heel lang geobsedeerd door de mogelijkheid symfonische elementen te integreren in de rockmuziek. Als dan ook in 1971 The Move na vijf veelbewogen jaren en bijna twee keer zoveel hits (ondermeer I Can Hear The Grass Grow, Flowers In The Rain, Fire Brigade, Blackberry Way en Brontosaurus) min of meer overgaat in The Electric Light Orchestra, is daarmee een langgekoesterde droom van Wood werkelijkheid geworden.
Eerder heeft zich in 1970 de eveneens uit Birmingham afkomstige Jeff Lynne bij The Move gevoegd. Lynne speelt voordien in de groep The Idle Race, waarmee hij twee weinig succesvolle en erg Beatles-achtige elpees maakt. In 1971 nemen de drie laatst overgebleven Move-leden, Wood, Lynne en Bev Bevan (midden), samen met Bill Hunt (hoorn) en Steve Woolam (viool) de eerste ELO-elpee op. Op dit album wordt door met name Wood driftig wordt geexperimenteerd met nieuwe klankbeelden, door de inbreng van knarsende cello's en strijkbassen (beide bespeeld door Wood), snerpende violen en koperen hoorns. De in creatief opzicht gespannen verhouding tussen Lynne en Wood leidt in 1972 tot het vrijwillige vertrek van laatstgenoemde, die zo met een genereus gebaar ELO aan Jeff Lynne overdoet.
zondag 10 april 2022
Geografie van de blues (4)
Memphis:
De stad van de befaamde Beale Street-wijk (waar W.C. Handy en vele anderen rond de eeuwwisseling speelden) en van de legendarische Sun-studio's, waar eigenaar Sam Philips in het begin van de jaren vijftig plaatopnamen maakt met Howlin' Wolf, B.B. King en Elvis Presley.
De Memphis-blues kent 2 totaal verschillende stijlen van muziek: die van de jaren twintig en die van de jaren vijftig. De ene ontwikkelde zich in de tijd van de tent- en medicineshows. Begin jaren vijftig ging de Memphis-blues op de elektrische toer. De Memphis-blues wordt gekenmerkt door flink versterkt, soms extreem vervormd, gitaarwerk, en door agressieve en donderende drumpartijen. De zang die nogal gepassioneerd is, maakt de muziek nog indrukwekkender.
B.B. King werd op 16 september 1925 geboren in Indianola in Mississippi als Riley B. King. Hij zong in zijn jeugd in een kerk, waar de predikant hem een paar gitaarakkoorden leerde en zo zijn belangstelling voor het instrument wekte. Hij begon te luisteren naar bluesgitaristen, onder wie T-Bone Walker, zijn grootste inspiratiebron. Maar de man die de jonge Riley het meest beïnvloedde was de slidegitarist Bukka White, een neef van hem. King verhuisde midden jaren veertig naar Memphis, woonde een tijdje bij zijn neef en probeerde met zijn blote vingers de sound van Bukka's slidespel te imiteren. Als er een naam in de blues is die bijna iedereen kent, dan is dat B.B. King wel. In zijn enorme succesvolle carrière die vijftig jaar beslaat heeft B.B. King meer mensen bereikt dan welke andere bluesartiest ook. Wie anders trekt concertzalen in, maakt reclame voor fastfood in prime-time tv-commercials, duikt op in een comedyserie met Bill Cosby en scoort een hit met de U2? Hij heeft meer gedaan dan wie ook om de blues een gezicht te geven. Daarnaast is hij uitvinder van de beroemde vingervibrato, waarbij hij met een vinger snel een snaar heen en weer bewoog en zo schommelingen in de toon bewerkstelligde. Hij is mede hierdoor in de afgelopen vijftig jaar de meest geïmiteerde elektrische gitarist in de populaire muziek geweest. Als zanger bracht hij gospelinvloeden in de rauwe blueszang en gaf hij de blues een nieuw geluid. B.B. maakte de blues acceptabel voor de beter kringen en wist uiteindelijk zelfs het grote publiek aan te spreken. Als mens heeft hij er zijn levenswerk van gemaakt om het voortbestaan van de blues te waarborgen, en hij heeft meer onderscheidingen en eredoctoraten in ontvangst mogen nemen dan wie ook. Aan het begin van z'n carrière versierde B.B. een radioschnabbel. Iedere dag was hij aan het eind van de dienst van een DJ te horen op het radiostation WDIA. Zijn eerste R&B hit, Three O'Clock Blues nam hij op in Memphis. In de jaren 50 regende het hits. Niemand die beter gitaar speelde en beter kon zingen dan hij. Hoewel de tijd waarin hij 300 concerten per jaar afwerkte voorbij is, speelt hij nog altijd en overal waar muziekfans hem willen horen.
De stad van de befaamde Beale Street-wijk (waar W.C. Handy en vele anderen rond de eeuwwisseling speelden) en van de legendarische Sun-studio's, waar eigenaar Sam Philips in het begin van de jaren vijftig plaatopnamen maakt met Howlin' Wolf, B.B. King en Elvis Presley.
De Memphis-blues kent 2 totaal verschillende stijlen van muziek: die van de jaren twintig en die van de jaren vijftig. De ene ontwikkelde zich in de tijd van de tent- en medicineshows. Begin jaren vijftig ging de Memphis-blues op de elektrische toer. De Memphis-blues wordt gekenmerkt door flink versterkt, soms extreem vervormd, gitaarwerk, en door agressieve en donderende drumpartijen. De zang die nogal gepassioneerd is, maakt de muziek nog indrukwekkender.
B.B. King werd op 16 september 1925 geboren in Indianola in Mississippi als Riley B. King. Hij zong in zijn jeugd in een kerk, waar de predikant hem een paar gitaarakkoorden leerde en zo zijn belangstelling voor het instrument wekte. Hij begon te luisteren naar bluesgitaristen, onder wie T-Bone Walker, zijn grootste inspiratiebron. Maar de man die de jonge Riley het meest beïnvloedde was de slidegitarist Bukka White, een neef van hem. King verhuisde midden jaren veertig naar Memphis, woonde een tijdje bij zijn neef en probeerde met zijn blote vingers de sound van Bukka's slidespel te imiteren. Als er een naam in de blues is die bijna iedereen kent, dan is dat B.B. King wel. In zijn enorme succesvolle carrière die vijftig jaar beslaat heeft B.B. King meer mensen bereikt dan welke andere bluesartiest ook. Wie anders trekt concertzalen in, maakt reclame voor fastfood in prime-time tv-commercials, duikt op in een comedyserie met Bill Cosby en scoort een hit met de U2? Hij heeft meer gedaan dan wie ook om de blues een gezicht te geven. Daarnaast is hij uitvinder van de beroemde vingervibrato, waarbij hij met een vinger snel een snaar heen en weer bewoog en zo schommelingen in de toon bewerkstelligde. Hij is mede hierdoor in de afgelopen vijftig jaar de meest geïmiteerde elektrische gitarist in de populaire muziek geweest. Als zanger bracht hij gospelinvloeden in de rauwe blueszang en gaf hij de blues een nieuw geluid. B.B. maakte de blues acceptabel voor de beter kringen en wist uiteindelijk zelfs het grote publiek aan te spreken. Als mens heeft hij er zijn levenswerk van gemaakt om het voortbestaan van de blues te waarborgen, en hij heeft meer onderscheidingen en eredoctoraten in ontvangst mogen nemen dan wie ook. Aan het begin van z'n carrière versierde B.B. een radioschnabbel. Iedere dag was hij aan het eind van de dienst van een DJ te horen op het radiostation WDIA. Zijn eerste R&B hit, Three O'Clock Blues nam hij op in Memphis. In de jaren 50 regende het hits. Niemand die beter gitaar speelde en beter kon zingen dan hij. Hoewel de tijd waarin hij 300 concerten per jaar afwerkte voorbij is, speelt hij nog altijd en overal waar muziekfans hem willen horen.
donderdag 10 maart 2022
Geografie van de blues (3)
Californië:
Zowel Los Angeles als het gebied rond de Baai van San Francisco hebben een actieve blues- en R&B-scene gehad sinds het eind van de jaren veertig. Bekende bluesartiesten uit het westkustgebied zijn onder anderen Wynonie Harris, Etta James en Pee Wee Crayton.
De West Coast-blues ontleent een groot deel van haar swingtempo en ritmische cadans aan de naoorlogse Texas-blues, wat gemakkelijk te verklaren is. Veel enthousiaste beoefenaars van de west Coast-blues waren namelijk oorspronkelijk afkomstig uit Texas. De West Coast-blues wordt gekenmerkt door vloeiende gitaarsolo's en jazzy improvisaties.
Zowel Los Angeles als het gebied rond de Baai van San Francisco hebben een actieve blues- en R&B-scene gehad sinds het eind van de jaren veertig. Bekende bluesartiesten uit het westkustgebied zijn onder anderen Wynonie Harris, Etta James en Pee Wee Crayton.
De West Coast-blues ontleent een groot deel van haar swingtempo en ritmische cadans aan de naoorlogse Texas-blues, wat gemakkelijk te verklaren is. Veel enthousiaste beoefenaars van de west Coast-blues waren namelijk oorspronkelijk afkomstig uit Texas. De West Coast-blues wordt gekenmerkt door vloeiende gitaarsolo's en jazzy improvisaties.
Abonneren op:
Posts (Atom)