De meest bekende mondharmonica is de zogenaamde blues harp, ook wel blues harmonica of Richter-harmonica genoemd. Deze heeft 10 openingen. Het is een wisseltonig instrument, wat betekent dat je met zuigen en blazen uit dezelfde opening verschillende tonen kan krijgen (een techniek uitgevonden door Richter).
Met de 10 openingen op een bluesharp kan je 19 noten spelen (1 noot zit er dubbel op). Stel de toetsen van een piano voor: de C-noot (de C-toets in het midden van een piano), krijg je bij een bluesharp in C als je blaast in de vierde opening. De D (op een piano de witte toets rechts daarnaast), krijg je als je aan de vierde opening zuigt. Vanaf opening 4 tot en met 7 kun je op een bluesharp een volledige octaaf (do-re-mi-fa-sol-la-si-do) spelen, door blazen en zuigen. De openingen 1,2,3 en 8,9,10 hebben 'bijpassende' noten.
Hieronder schema van de noten op een bluesharp in C.
Verschillende stemmingen
Omdat elke bluesharp (en andere mondharmonica's) een beperkt aantal noten per instrument heeft, zijn mondharmonica's te krijgen in verschillende stemmingen. Per stemming wisselen de noten, afhankelijk van de toonsoort. Bij een mondharmonica in C bijvoorbeeld, kan je eenvoudig het C-akkoord (de noten C-E-G) spelen door tegelijk in opening 4-5-6 te blazen. Bij elke stemming zijn de noten zo geplaatst dat je eenvoudig het juiste, bij de toonsoort passende akkoord kan bereiken. De meeste spelers beginnen met een C mondharmonica.
Diatonisch
Een bluesharp is een diatonische mondharmonica, dat betekent dat er alleen 'hele' noten op zitten. (Naast de C toon zit dus geen Cis , de zwarte toets op een piano die een halve noot hoger is.) Er bestaan naast de bluesharp ook andere diatonische mondharmonica's, varierend met 4 tot 16 openingen.
Op een diatonische mondharmonica kun je met een speciale mondtechniek de noten 'buigen'. Op die manier kun je ook halve noten spelen. Dit gebeurt doordat de luchtstroom de tong in de mondharmonica op een bepaalde manier buigt.
Een tremolo mondharmonica is ook diatonische mondharmonica (hele noten), maar heeft twee rijen met openingen boven elkaar. Beide openingen geven dezelfde noot, maar doordat er twee tongen per noot zijn, die met een klein verschil gestemd zijn, krijg je een tremolo (zweving). Bij een tremolo mondharmonica zouden de noten moeilijker te buigen zijn dan bij een 'gewone' diatonische mondharmonica door de dubbele hoeveelheid tongen in het instrument. Hierover verschillen echter de meningen. Een tremolo mondharmonica heeft 10, 12 of 24 dubbele openingen (totaal 20, 24 of 48 gaten). De tremolo mondharmonica wordt veel gebruikt in traditionele Britse en Ierse muziek.
De octaaf mondharmonica heeft ook dubbele tongen, maar hier is de ene tong steeds een octaaf hoger dan de andere. Hierdoor krijg je een orgelachtig geluid.
Chromatische mondharmonica
Een chromatische mondharmonica heeft een schuifje aan de zijkant, waardoor je ook halve noten kunt spelen (de zwarte toetsen op de piano). Voor ieder gat zijn er twee paar tongen, waarvan het ene paar steeds een halve noot hoger is dan het andere. Door op de schuif te duwen kies je het hogere paar tongen, waardoor de toon dus een halve noot hoger wordt (bijvoorbeeld van een C een Cis). Op deze manier kun je alle noten op een harmonica spelen. De chromatische mondharmonica is weer minder geschikt om akkoorden mee te spelen. Een chromatische mondharmonica heeft 8 tot 16 openingen.
Ook chromatische mondharmonica's zijn in verschillende stemmingen te krijgen, maar doordat alle nootjes er op zitten wordt vrijwel altijd de C stemming gebruikt.