Jona Lewie heet eigenlijk gewoon John Lewis, onder welke naam hij rond '68 in de kleine Londense clubs blues, boogie en rariteiten als een verbluesd 'Yellow Submarine' speelt. Zijn vroege favorieten zijn Elvis, Fats Domino en Lonnie Donegan. Via de Donegan-fanclub ontdekt hij dan al snel de echte Amerikaanse blues; vooral de vooroorlogse zangers (Sleepy John Estes, Robert Johnson, Big Maceo) hebben zijn belangstelling. In '69 voegt Lewis zich bij Brett Marvin and The Thunderbolts, een groep die dan opereert in de merkwaardige bezetting van 12-snarige gitaar (zanger Graham Hine), wasbord (John Randall), zobstick (Keith Trussell), trombone (Pete Gibson) en piano/mandoline (Jim Pitts). De groep met Lewis brengt in '70 Brett Marvin And The Thunderbolts uit: een merkwaardige plaat, waarop bluesklassiekers en eigen nummers op een zeer vrolijke, swingende manier de revue passeren. In '71 volgt 12 Inches Of Brett Marvin And The Thunderbolts, en onder de schuilnaam Terry Dactyl and The Dinosaurs wordt in dat zelfde jaar de single 'Seaside Shuffle' uitgebracht, waarop John's liefde voor de cajunmuziek uit Louisiana (hij speelt zelf accordeon) duidelijk tot uiting komt. Wanneer Jonathan King zich met die single gaat bemoeien, schiet deze omhoog in de Engelse hitparade en wordt één van de zomerhits van '72. Eind '72 verlaat John de groep, die met Gwyne Davies als vervanger door blijft gaan en in '73 Ten Legged Friend maakt. De band treedt tot de dag van vandaag op. John gaat zich na zijn vertrek Jona Lewie noemen en onder die naam verschijnen er op het Sonet- label van '74 tot '78 zes prachtige, zonnige singles, 'Piggyback Sue', 'The Swan', 'Hallelujah Europa', 'Rocking Yobs', 'Come Away' en 'Cherry Ring', welke laatste twee juist in Nederland kleine hitjes worden. Deze nummers zijn verzameld op Alias Jona Lewie. In '77 tekent Lewie bij Stiff, maakt in '78 het zeer eigenzinnige On The Other Hand There'S A Fist en is één van de vijf hoofdpersonen van de tweede Stiff-tournee in dat zelfde jaar. Ondanks het feit, dat de laatste jaren geen elpee meer van Lewie verschijnt, houdt hij de aandacht vast met vrolijke singles als 'You'll Always Find Me At The Kitchen At Parties' en de kersthit van '80, 'Stop The Cavalry'.