vrijdag 11 juli 2014

Herman Brood (1946-2001)


Hermanus Brood werd geboren op 5 november 1946 in Zwolle. Op jonge leeftijd kreeg hij pianoles en rond zijn zeventiende begon hij muziek te maken, geïnspireerd door rock ’n rollsterren als Fats Domino en Little Richard. Een opleiding aan de Arnhemse kunstacademie heeft hij nooit voltooid. Brood werd eerst toetsenist bij de Arnhemse band The Moans. Met deze formatie toerde Brood intensief in het Duitse nachtclubcircuit, waar de basis werd gelegd voor zijn excessieve drank- en drugsgebruik.

Eind jaren zestig maakte Brood deel uit van de legendarische Drentse bluesband Cuby + Blizzards. Nadat deze groep uiteenging (1974) was hij korte tijd actief bij de groep Stud en later een van de oprichters van de Arnhemse band Vitesse (1975). Vervolgens startte Brood een succesvolle solocarrière. Meedeinend op de golven van de punk en de new-wave, gecombineerd met ouderwetse rock ’n roll, bracht hij met zijn band Wild Romance de albums Street (1977) en Shpritsz (1978) uit. Het werden Nederpop-klassiekers en ze hadden evenveel succes als het live-album Cha-Cha (1978).

In 1979 speelde Brood in de film Cha Cha met onder andere Nina Hagen, met wie hij een stormachtige relatie had. Vervolgens ondernam hij een poging om als muzikant in Amerika succes te boeken. Die mislukte jammerlijk en luidde de neergang in van Broods muzikale prestaties.
In de jaren tachtig en negentig manifesteerde Brood zich vooral als beeldend kunstenaar. Zijn tekeningen, zeefdrukken en action paintings, waren beïnvloed door de stijl van Cobra. Hij gebruikte felle kleuren, want hij was kleurenblind. Zijn werken vonden aftrek bij een breed publiek en worden nog altijd verhandeld. Veel van zijn werk wordt gebruikt voor merchandising. Daarnaast publiceerde hij dichtwerken.



Brood werkte aan zijn imago als onverbeterlijke 'zoon van alle moeders' en schroomde niet via de roddelpers en tv-optredens van zijn privé-leven een publieke zaak te maken. Hij ging verschillende relaties aan en kreeg uiteindelijk vier kinderen. Brood koketteerde openlijk met zijn stevige drugsgebruik. Al noemde men hem onberekenbaar, onvolwassen en intelligent, hij mocht een levensgenieter, dichter, schilder, rocker en een soort dorpsgek zijn. Zo had Brood een groot aantal bewonderaars die zijn manische levensstijl prachtig vonden en de ‘knuffeljunk’ accepteerden. Of iedereen hem echt graag als schoonzoon had willen hebben is een andere vraag.

De meningen over Brood als muzikant en popster lopen uiteen. Voor velen geldt hij als Neerlands belangrijkste en grootste rock ’n rollartiest, maar de echt succesvolle periode was van korte duur. Bij leven scoorde Brood twee bescheiden toptien hits: Never be clever (1979) en samen met Henny Vrienten Als je wint (1984). De eerste hit, Saturday night (1978) bereikte slechts de 23ste plaats in de Nederlandse top-40, maar werd uiteindelijk zijn bekendste nummer. Het staat ieder jaar in de Radio 2 top-2000.
De drie albums van eind jaren zeventig waren zeker succesvol; latere albums en singles deden het minder goed. Brood heeft geen echte klassieke topper op zijn naam staan als Radar love, Mississippi of Venus. Zijn grootste hit – My way – scoorde hij pas na en door zijn geruchtmakende overlijden.

Door Broods onverminderde drank- en drugsgebruik werd zijn fysieke conditie zorgwekkend en werd gevreesd voor zijn leven. Brood zelf verraste zijn publiek met een laatste album Ciao Monkey (2001), waarop hij al zinspeelt op het einde van zijn leven
In 2001 verscheen het tweede deel van Broods biografie van zijn vriend Bart Chabot, Broodje Halfom. Met Chabot spreekt Brood kort voor zijn einde al over zijn zelfmoord. Hij moet er slecht aan toe zijn geweest, want toen Kurt Cobain zich zeven jaar eerder van het leven beroofde keurde Brood dat ten zeerste af. Cobain was vader en Brood stelde: ’Iedereen die een kind heeft, weet dat het leven plotseling zin krijgt.’

Op 11 juli 2001 besloot Brood dat zijn lichaam "op" was en zijn levenslust was verdwenen. Hij beëindigde zijn leven met een sprong van het dak van het Amsterdamse Hilton-hotel. ‘Maak er een mooi feest van’ had hij in een afscheidsbriefje geschreven. Hij liet zijn sporen na in de vorm van een gevarieerd en uitgebreid oeuvre en een rijk gedocumenteerde levensloop.
Bart Chabot heeft de uiteindelijk vierdelige biografie over Brood in 2003 voltooid. In 2006 kwam de film Wild romance uit, die gaat over Broods leven in de periode 1974-1979.