donderdag 31 juli 2014

Leeslint: The Band (8)

Op het hoogtepunt, rond 1970, stond The Band in zeer hoog aanzien bij een grote groep muzikale fijnproevers, maar bijna nog meer bij popcritici en collega-muzikanten. Zo verklaarde Eric Clapton, die geregeld met hen samenwerkte, meer dan eens dat hij het allerliefst lid van The Band zou zijn geworden. Voor het publiek waren ze een groep hardwerkende musici zonder sterallures, die liever hard met elkaar werkten aan perfectionering van hun songs dan achter drank en vrouwen aan te gaan. Later werd duidelijk dat ook zij toch niet ongevoelig waren voor de aandacht van groupies en de verlokkingen van drank en drugs. Ook hier ging dit gepaard met een verlies aan frisheid en creativiteit. Vooral Richard Manuel en Rick Danko konden hun verslaving moeilijk de baas. Toen Robbie Robertson te kennen gaf dat hij genoeg had van het rondtrekken met "this alcoholic freakshow", leidde dit het einde in van The Band in zijn oorspronkelijke samenstelling, ook al werd dat einde groots gevierd.



Het feit dat Robertson op grond van zijn rol als songwriter de rechten op het merendeel van de composities opeiste, zou later een bron van veel onenigheid tussen de leden worden. De anderen hadden er spijt van dat zij na het uiteenvallen van The Band hun rechten voor een eenmalige afkoopsom aan Robertson hadden verkocht. Vooral tussen Helm en Robertson is het nooit meer goed gekomen. Helms argument was (en is nog steeds) dat de songs van de Band het resultaat waren van intensief groepswerk en dat de speciale 'sound' van de groep in gezamenlijkheid tot stand kwam.