vrijdag 25 juli 2014

Wijn na bier geeft plezier...

Een aloude volkswijsheid luidt: ‘wijn na bier geeft plezier, bier na wijn geeft venijn’. Ofwel: bespaar jezelf een kater door van licht alcoholhoudende drankjes op sterkere over te stappen, en niet andersom. Onzin, of scheelt het achteraf echt in brakheid, vraagt Maria Bornhijm uit Oud-Vossemeer.

Onzin, zegt een medewerker van de Alcohol Infolijn, onderdeel van het Trimbos-instituut voor geestelijke gezondheid. ‘We hebben dit weleens uitgezocht en het blijkt een fabel. Mensen die op één avond zowel bier als wijn drinken krijgen sowieso vaker een kater. Niet vanwege het afwisselen, maar omdat ze op zulke avonden doorgaans sowieso te veel drinken. En dan maakt de volgorde echt niet uit.’
Het antwoord van de Alcohol Infolijn wordt bevestigd door toxicoloog Erik Danen van het Leiden/Amsterdam Center for Drug Research: ‘Er is geen enkel bewijs. Uit onderzoek blijkt, dat alléén de totale hoeveelheid alcohol in het lichaam een rol speelt bij een kater.
Waar komt deze wijsheid dan vandaan? Uit de Middeleeuwen en heeft te maken je financiële situatie, vertelt Leo van Bergen, medisch historicus aan de Vrije Universiteit. ‘Vroeger dronk de gegoede burgerij wijn en het klootjesvolk bier, in plaats van water. Ging je van wijn naar bier, dan zat je financieel aan de grond. Dat gaf dus ‘venijn’. Raakte je beurs beter gevuld, en ging je van bier naar wijn, dan gaf dat ‘plezier’. Vandaar de uitdrukking.’
Heeft de spreuk ons dan al die eeuwen misleid? Hebben we, na een avondje wijn drinken, de biertjes dan voor niets in de koelkast laten staan?
Mogelijk is er wel een placebo-effect, denkt andragoog Jaap van der Stel, auteur van Drinken, Drank en Dronkenschap.
Als je bijvoorbeeld iemand wijsmaakt, dat je wat alcohol in zijn jus d’orange hebt gedaan, denken mensen soms echt, dat ze dronken zijn, zegt Van der Stel: ‘Mogelijk werkt het met de wijn-na-bierregel net zo. Misschien denken we dat we echt meer koppijn ervaren als we de regel hebben overtreden.’