zaterdag 1 augustus 2015

Beknopte geschiedenis van de populaire muziek (deel 7)

De jaren zeventig

Avant garde naast MOR

Tegen het einde van de jaren zestig is rock 'n' roll van de dansvloer naar het concertgebouw of het festival verwezen, heeft ze ook in de LP haar meest aangewezen medium – de single is voor kortstondig hitparadesucces. Zoals voor de k1assieke muziek heeft rock-muziek een traditie en een avant garde. De meer simpele en dansbare reactie voor de grote massa op de toenemende sofisticering levert financieel zeer succesvo1le muziek op die bekend zal worden onder de term bubblegum (Monkees) of mainstream pop (Abba), commerciële pop 'voor de grote massa’, wordt dan gezegd. Men moet in die tijd kiezen tussen Frank Zappa en Abba.



De eerste helft van de jaren zeventig zijn vooral een periode van weinig creativiteitsvertoon waarin de middle of the road (MOR)-muziek excellent gedijt. De enige vernieuwing komt vaak van onder een laag van homoseksua1iteit opererende vedetten die in elk geval de decadentie van de grootstad tegenwoordig stellen. Men spreekt van nichten-, ook wel van glitter- of glam-rock, waarbij de indruk gecreërd wordt dat pose en vorm belangrijker is dan inhoud (Roxy Music, David Bowie, T-Rex, opgevolgd door hitkanonnen als The Sweet, Mud, Gary Glitter en Slade).

Singer-songwriters

Maar ook componisten-tekstschrijvers, die bovendien hun songs nog zelf uitvoeren, singer-songwriters dus (Neil Young, Jackson Browne, Randy Newman) krijgen meer kansen nu het collectief musiceren aan de splitziekte (het uiteenvallen van groepen) dreigt ten onder te gaan.

Euro-disco

Sinds 1975 is disco de nieuwe variant op de popmuziek die de realiteit (de economische crisis) ontvlucht. Ze gaat vergezeld van een gelijkaardige levensstijl waartoe, geheel in tegenstelling tot de mentaliteit van de ‘jeans met T-shirt- people’, verkleedpartijen voor het dansfeest in het weekend horen. Tegenover de zwarte dansmuziek die dichter bij de soulbegeestering aansluit, wordt nu ook de Eurostudio-disco-sound geproduceerd waarin vooral de elektronische mogelijkheden van de opnamestudio worden uitgetest en die, bijvoorbeeld, nog moeilijk live kan gebracht worden (Giorgio Moroder, Boney M).